Signalementen
Ton van den Brandt en Marc van Dinther, De gangen van John de Mol (Zutphen, Plataan 2004)
‘Massa = kassa’, dat is het motto van John de Mol, de Nederlandse mediatycoon die in De gangen van John de Mol wordt gebiografeerd. Dat wil zeggen, Ton van den Brandt en Marc van Dinther beschrijven De Mols opkomst en bloei, want hij is nog geen vijftig en, om de laatste zin van dit boek te citeren, ‘nog lang niet klaar’.
Grootvader en vader De Mol waren muzikanten, en schnabbelden hun bestaan in de lichte muziek bij elkaar. John zelf begon als ‘plaatjesraper’ bij disc jockey Willem van Kooten. Willem draaide plaatjes en gooide ze dan in een hondenmand, John stopte de plaatjes weer terug in de hoesjes. John, een handige doorzetter, ontwikkelde zich tot zelfstandig tv-producent die de tijdgeest haarfijn aanvoelde en uiteindelijk miljardendeals sloot. Ondanks zijn vliegangst heeft De Mol onlangs een privé-jet gekocht, zoals een miljonair betaamt. Maar nog altijd eet hij het liefst kip met appelmoes in ‘een eenvoudig restaurant’.
De gangen van John de Mol biedt een prachtig inkijkje in de Nederlandse entertainment-industrie. Binnen het Gooise tv-wereldje zijn familiebanden ongeveer even belangrijk als in de Italiaanse mafia, en gaat Hollandse kleinburgerlijkheid samen met een virulente haat tegen alles wat intellectueel is. John de Mol zag dan ook het nut niet van een biografie, en weigerde zijn medewerking.
Helaas is het nauwelijks merkbaar dat dit een ongeautoriseerde biografie is. De auteurs, beiden financieel journalisten, nemen geen afstand van de wereld waarover zij schrijven. Keurig chronologisch beschrijven zij De Mols levensloop, zijn liefdesleven, de ontwikkeling van tv-formats en de overnamegevechten, tot en met de deal met Joop van den Ende en de welverdiende vakantie die volgde. Wellicht is deze biografie bestemd voor een publiek dat een succesverhaal wil lezen, en niet zit te wachten op analyse. Dan zijn de auteurs te werk gegaan volgens het tweede adagium van De Mol: ‘als het volk bloemkool wil, krijgt het bloemkool’.
M.B.