De Earring zonder blad voor de mond
Maarten Steenmeijers pop-biografie
Thomas Verbogt
Een goede rock 'n' roll-biografie leest idealiter als rock 'n' roll, vindt Thomas Verbogt. Maarten Steenmeijers biografie van de Golden Earing is accuraat, boeiend, openhartig en uitputtend. Maar is ze zelf ook rock 'n' roll?
Zo'n veertig jaren geleden kwam de eerste plaat van Golden Earring uit: Please Go. Toen heetten ze nog de Golden Earrings. Sinds 1969 is het Golden Earring. Enkelvoud. Zonder lidwoord. Een naam waar niemand meer over nadenkt. Voor de fans gewoon de Earring. Veertig jaar een instituut, met internationale allure, maar toch ook zo Nederlands als de Afsluitdijk en het oneindig laagland met hoge pluimen aan de einder. Pas in 1992 verscheen het eerste boek over de band: Haags(ch)e Bluf, van de journalist Pieter Franssen. Een boek van een liefhebber, niet bepaald fascinerend geschreven, nogal een rommeltje, maar wat kan dat de andere liefhebbers schelen? Die willen álles weten. En wat ze al wisten nóg een keer weten.
Ik heb veel rock- en popbiografieën. Ik ben liefhebber en ik ben geïnteresseerd. Maar ik ben ook lezer, en dan heb ik het in dit genre vaak moeilijk. Ik lees graag boeken die goed geschreven zijn. Goed is misschien een versleten kwalificatie, maar in dit verband bedoel ik dat ik graag een boek heb waarin vorm en inhoud met elkaar te maken hebben. Peter Guralnick schreef twee boeken over Elvis Presley: Last Train to Memphis (1994) en Careless Love (1999). Waarom zijn die boeken zo uitstekend? Niet alleen omdat Guralnick precies weet over wie en wat hij het heeft en in staat is meeslepend te vertellen, maar ook omdat Elvis Presley zich in het boek manifesteert. Het gáát niet alleen over hem, hij ís het. Dat is Bart Chabot in zijn boeken over Herman Brood ook gelukt, maar die roepen ook de vraag op of het onderwerp al die tekst en moeite wel waard is. Je kunt zeggen dat ze maar kort over een rock 'n' roller gaan en heel lang over een beperkt kunstschilder, een nog beperktere performer, een onbeperkt aansteller en een nog onbeperktere drammer, maar dat is een ander probleem.
Rockbiografieën, welke zijn nog meer voorbeeldig? Misschien juist die de sterren zelf schrijven, maar meestal moet je je hart dan vasthouden. Slechts een enkeling kan het: Bob Dylan bijvoorbeeld, van wie onlangs het eerste deel van zijn Chronicles verscheen. Ray Davis van The Kinks, maar dat kan moeilijk anders als je zulke goede nummers geschreven hebt; Gene Simmons, de bassist van Kiss met Kiss and Make-Up, een nogal vervelend