Dierenliefde
De Domburgse Tentoonstellingen (1911-1921) organiseerde Elout-Drabbe samen met Toorop en met hulp van andere kunstenaars. Vooral Frans-georiënteerde stromingen waren vertegenwoordigd, waardoor men in het Nederlandse modernisme wel sprak van een Parijs-Domburgse richting (impressionisme, luminisme, fauvisme) en een Amsterdamse richting (kubisme, Duits expressionisme en futurisme). Ook hier is een zijdelings verband met het overigens veel turbulentere leven van die andere vrouw, Francisca van Leer. Zij ontmoette Jacoba van Heemskerck, een van de organisatoren van de Domburgse Tentoonstellingen, tijdens haar Duits-expressionistische periode toen zij ongeveer twintig was. Met gedichten, verhalen en kunstbeschouwingen sloot Van Leer zich enkele jaren aan bij de kring rond Der Sturm, ook als privé-secretaresse van Herwarth Walden en verloofde van de schilder George Muche. Regelmatig laat Van Vloten doorschemeren dat zij Elout-Drabbe voor de vergetelheid wil behoeden, omdat deze aandacht verdient als muze voor collega-kunstenaars en als schilderes van enkele schilderijen en tekeningen die Van Vloten soms hinderlijk als ‘prachtig’ en ‘schitterend’ waardeert. Van Vloten treedt dan op als iemand die de contouren van haar hoofdpersoon wil aanscherpen om te voorkomen dat deze opgaat in haar omgeving van gerenommeerde kunstenaars. Dat is helaas niet gelukt. Elout-Drabbe wordt geen mens van vlees en bloed. We krijgen geen inzicht in haar inwendige leven, we weten bijvoorbeeld niet hoe haar houding tegenover haar ouders en man was, al merkt Van Vloten op dat zij en Paul Elout, directeur van de Domburgsche Zeebadinrichting, tegengestelde karakters hadden. Haar karakter krijgt aan het einde van het boek meer reliëf door citaten uit eigen notities, enkele brieven en haar oorlogsdagboek. Ook hier bepaalt de onevenwichtigheid van bronnen het beeld dat van de hoofdpersoon ontstaat.
Mies Elout-Drabbe had het vermoedelijk zelf niet erg gevonden dat ze is opgegaan in haar omgeving als een gekleurde vlek in een pointillistisch schilderij. Waarschijnlijk speelt haar belezenheid in Lao Tse en andere oosterse filosofieën mee als ze foetert in een notitie tegen zelfoverschatting, die ze vooral aantreft in kleine gemeenschappen, zoals die in Domburg. Ook haar liefde voor dieren, die ze met Rik Roland Holst deelt, is gekleurd door haar afkeer van ijdelheid en zelfoverschatting. Dieren immers, aldus Elout-Drabbe, missen ‘die eigenschap van ons - menschen, die de kern is van bijna alle ellende. De ijdelheid, die speciale