Werdegang
In Nederland kreeg Minnaerts leven een gelukkige wending. Dit keer kon hij terecht bij de oude zonnefysicus Julius in Utrecht. Minnaert werd observator en dit leidde tot een succesvolle verdere ontwikkeling die hem rond 1925 aan het wetenschappelijke front bracht. Expedities met de Amsterdamse astronoom Pannekoek en het beschikbaar komen van de microfotometer van Moll stelden Minnaert in staat belangrijk empirisch werk te doen. Zijn voornaamste publicaties hebben betrekking op de Fraunhoferlijnen in het zonnespectrum. Door de nu mogelijk geworden meting van de omvang van de absorptielijnen konden aard en hoeveelheid van de elementen in de zonneatmosfeer bepaald worden, een ontdekking die Minnaerts een eervolle uitnodiging opleverden hoogleraar te worden aan de Universiteit van Chicago. Minnaert sloeg de uitnodiging af.
Nooit, ook in zijn meest productieve jaren niet, werd Minnaerts leven alleen door de wetenschap beheerst. Hij was belezen en speelde graag Beethoven, Schubert en Brahms op de piano. Ook hield hij zich bezig met filosofische problemen als het ontstaan van het bewustzijn. Hij dacht dat dat niet ‘zomaar’ spontaan ergens in de evolutie was ontstaan, maar altijd in de geschiedenis van het heelal op de een of andere wijze aanwezig was geweest. Ook voor praktische filosofische kwesties zocht hij naar een oplossing. Zoals van een tegendraadse intellectueel verwacht kon worden, was hij geheelonthouder en vegetariër. Waarschijnlijk onder invloed van Pannekoek was de eens zo fanatieke Flamingant tijdens zijn wetenschappelijke loopbaan veranderd in een bijna even fanatieke linkssocialist. De Werdegang van rechts naar links wordt door Molenaar uitgebreid gedocumenteerd, maar blijft een tour-de-force die de lezer af en toe de mond van verbazing doet openvallen. Soms doet Minnaerts ontwikkeling denken aan die van Maria Montessori, die vijftien jaar met de onderwijsministers van Mussolini onderhandelde over de toepassing van haar ideeën in fascistisch Italië en na de Tweede Wereldoorlog een ikoon van progressief Nederland werd. Minnaert was een voorbeeldig docent en zeer geïnteresseerd in didactiek, en vermengde zijn politieke denkbeelden nooit met zijn wetenschappelijke ideeën. Ook twijfelde hij slechts kort over de in te nemen houding tegenover Stalin en het dictatoriale communisme. Minnaerts vermogen om zijn wereldbeeld ingrijpend te veranderen maar er desondanks samenhang in te bewaren, wekt bewondering. Minder bewonderenswaardig lijkt de relatie met zijn vrouw, die na haar promotie in een diepe depressie raakte en hem naar een Spartaans aandoend slaapkamertje verbande. Zijn oudste zoon pleegde zelfmoord. Natuurlijk zijn gefrustreerde ambities het gevolg van veel, vooral sociale factoren.
Wetenschappers kunnen echter ook te zeer opgaan in hun rationele besognes, zodat hun aandacht voor het hier en nu en affectie voor anderen onbedoeld tekortschieten. Bij de astrofysicus Minnaert dringt zich de vergelijking op met de filosoof Thales van Milete, waarvan men zei dat hij, de sterren bestuderend, in een diepe put viel.
Behalve de uitvoerigheid waarin Minnaerts biograaf zich soms verliest, kunnen hem slechts relatieve kleinigheden verweten worden. Zo lijkt Minnaerts wetenschappelijke overgang van biologie naar natuurkunde nogal