Het piano-dossier
Nieuwe feiten over Willem Elsschot
Joke Linders
In 1994 publiceerde Ida De Ridder enkele herinneringen aan haar vader: Willem Elsschot, mijn vader. Daarin vertelde zij onder meer hoe hij geprobeerd had in de Tweede Wereldoorlog de piano van een joodse huisvriend, Rudi Lek, uit de handen van de Duitsers te redden. In de aanloop naar die gebeurtenissen had zij zelf een actieve rol gespeeld, de afloop kende ze via haar broer Walter. Vijf jaar na de publicatie van die herinneringen liet de huisvriend van zich horen. Al die jaren had hij een dossier bewaard met daarin brieven en feiten over de zoekgeraakte en weer gevonden piano. In Willem Elsschot en de piano laat Ida De Ridder zien wat deze nieuwe feiten opleveren.
Over de onmogelijkheid van het genre van de biografie is de laatste jaren meer dan genoeg gezegd. Kwesties als vorm en inhoud, aanpak en interpretatie, verhaal of feitenmateriaal, wetenschap of literatuur vormen een vast onderdeel van het biografische debat. Het lijkt de potentiële biograaf niet of nauwelijks af te schrikken. Hetzelfde geldt de economisch wankele basis. Zelfs als hem of haar een riante subsidie is toebedeeld, klopt er niets van. De uren, dagen, jaren die een biograaf spendeert aan het spitten in archieven, het speuren naar bronnen en feiten, het interviewen van betrokkenen staat in geen enkele verhouding tot wat dat oplevert: een of twee regeltjes in de reconstructie van een leven. Wie alles boven water wil halen, is daar niet alleen een leven lang mee bezig, hij loopt ook het risico van een onleesbaar boek. Wie iets over het hoofd ziet, krijgt klappen met de zweep van onvolledigheid. En toch. Het boekje dat Nijgh & Van Ditmar onlangs publiceerde: Willem Elsschot en de piano, toont glashard aan hoe een onbekend dossier, een kattebelletje, details kunnen opleveren die bestaande opvattingen en beelden in beweging zetten.
Rudi Lek, de joodse huisvriend uit de inleiding, schrijft in dat boekje: ‘In Willem Elsschot, mijn vader eindigt Ida de Ridder haar verhaal met de zin: “Neen, wij hebben geen mensen gered, alleen maar een piano.” Ik wil haar nu verbeteren: Willem Elsschot was bereid zijn leven te wagen om mij te beschermen. Voorwaar hij had een ridderlijke geest. Ik wil niet heengaan zonder te hebben getuigd van zijn menselijkheid als wereldburger en antifascist.’
In nog geen dertig pagina's reconstrueert Ida De Ridder met behulp van de brieven uit het dossier dat deze Rudi Lek jaren bewaarde, het ware verhaal rond de