Het oordeel
Eén keer heeft Jacques van Tol, zijns ondanks, toch een keuze gemaakt: eind jaren dertig werd hij lid van de nsb. Weliswaar liet hij zich meeslepen door een fanatieke broer, maar thuis verdedigde hij zich tegenover de afwijzende reactie van zijn vrouw met het argument dat de nsb een nieuwe ordening teweeg zou brengen - ook in de destijds uiterst slechte arbeidsomstandigheden in het amusementsbedrijf. Natuurlijk deugde dat niet, maar de biograaf heeft in zo'n geval de plicht er onmiddellijk aan toe te voegen dat de arbeidsomstandigheden toen inderdáád hoogste armetierig waren. Niet voor niets hebben de meeste amusementsmusici zich in 1942 aangesloten bij de Kultuurkamer toen ze werden gepaaid met de aankondiging dat er een eind zou worden gemaakt aan de beunhazerij op hun werkterrein. De belofte luidde: behoorlijke werktijden en behoorlijke honorering. Dat klonk als een aantrekkelijk perspectief in de oren van lieden die lange dagen moesten maken voor een schamele boterham. En het maakt hun reactie weliswaar niet deugdelijk, maar in elk geval wel tamelijk begrijpelijk.
Dat valt dus allemaal onder de noemer begrip. Eigenlijk zou je, een beetje overdreven geformuleerd, moeten kunnen zeggen: natúúrlijk heeft die man gedaan wat-ie deed, ik zou zelf niet anders hebben gedaan.
Maar dan komt er het moment dat je gaat schrijven en dat je jezelf tot de orde moet roepen. Ik kwam een citaat tegen van de Leidse historicus P.W. Klein, over de Colijn-biografie: ‘Ik vind Colijn een oorlogsmisdadiger. We hebben gehoord dat we zijn optreden in zijn tijd moeten plaatsen, je hoort dat nou nooit zeggen over Ilse Koch, Eichmann of Karadzic.’ Dat lijkt op het eerste gezicht een pleidooi tegen begrip, maar dat geloof ik niet. Ik denk dat de biograaf eerst het uiterste aan begrip moet opbrengen, en daarna een zo objectief mogelijk oordeel moet vellen. In die volgorde. Als je begint met het oordeel, kom je nergens. Dan blijf je aan de buitenkant. Eerst het begrip en daarna het oordeel, net als in een goede recensie. In het geval van Van Tol betekende dat volgens mij: de man heeft zich voor een karretje laten spannen dat naar de afgrond reed. Hij is fout geweest. Maar ik geloof dat fout pas interessant en spannend wordt als je bijna het idee krijgt dat je zelf ook fout had kunnen zijn.