‘Kameraden! Geachte arbeiders van hoofd en hand!’
Biografische autofictie II: Henriette Roland Holst
Elsbeth Etty
Gelukkig hebben we, nu de verkiezingen achter de rug zijn, weer tijd voor iets gezelligs. Ik heurde dat mijn biografe en voormalig partijgenote, kameraad Etty, mij hier vanavond zou gaan nadoen. Niet door mijn vaarzen veur te dragen, maar meer in het algemeen. Maar ik zou haar dat ten sterkste willen ontraden, vooral in uw belang geachte werkers van hoofd en hand.
Zoals u natuurlijk allemaal weet, ben ik vijftig jaar geleden tachtig geweurden. Dat was een geweldig feest. Tijdens het souper in hotel Americain moest ik enorm rochelen en tot ontzetting van iedereen heb ik toen mijn kunstgebit uit mijn mond gehaald en dat even op het bord van mijn tafelheer burgemeester D'Ailly gelegd.
Niet erg kies dat juffrouw Etty dat ook in mijn biografie heeft gezet, maar gelukkig wist ze niet alles. We hebben mijn jaardag namelijk ook en famille gevierd en daar heb ik me nog véél onsmakelijker gedragen. Althans dat lees ik in een brief van mijn nichtje Annie de Meester, u weet wel, de schoonzus van mijn dekselse neefje Jany Roland Holst, aan haar kinderen. Juffrouw Etty heeft de brief gelukkig niet op tijd te pakken gekregen, maar ik kreeg hem hier in de hemel cadeau ter gelegenheid van het feit dat we dit jaar mijn honderddertigste jaardag vieren.
Moet u toch eens horen hoe dat kreng van een Annie de Meester mijn jaardag beschreef. Ik vraag juffrouw Etty bij dezen slechts één fragmentje veur te lezen, anders wordt het te erg.
Toen de koffie ... en daarna werd tante op de bank in de huiskamer gelegd waar ze weldra met een wijd open mond sliep.
De rest ging naar boven, en nieuwe gasten kwamen aldra. Ik liep wat heen en weer, menschen brengend naar boven, en met Bets in de eetkamer alles prepareerend voor thee met roomsoesjes etc. etc.
Dat verliep verder best. Tante gorgelde en spoog unverfroren, vocht nijdig met slijmdingen die aan haar mond taai bleven plakken - maar onder 't motto ‘kwijt is kwijt’ zette ze dan met horten en stooten glas en kwispeldoor weer tusschen theekoppen en 't lekkers. Haar gesprek vervolgend alsof er niets gebeurd was.
Na een poos worstelde ze zich nijdig uit de plaid, en ging zitten, maar eerst kreeg ze daardoor een verschrikkelijke hoestaanval, waarbij, gekregen, roode tulpen, -niet te vinden zakdoeken-, 't glas bijna leeg-, kwispeldoor overlopend, een korte maar hevige oorlog opleverden.