slagen, brochures en andere publicaties laten zien hoe druk Thijssen geweest moet zijn: altijd maar in de weer voor ‘zijn’ kinderen. Maar hij had ook ruimte voor zijn eigen kroost, zijn gezinsleven, dat in deze uitgave met veel foto's is gedocumenteerd. De nadruk ligt sterk op de wat oudere Thijssen, maar dat kan de samenstelster niet verweten worden. Vader Thijssen stierf toen Theo nog een kind was en de weduwe moest zes kinderen onderhouden met de inkomsten van haar kruidenierszaakje. Voor een bezoek aan de fotograaf zal het aan geld ontbroken hebben
Parallel aan Thijssens leven verliep de ontwikkeling en ‘democratisering’ (de opkomst van het particuliere toestel!) van de fotografie en dat is aan deze fotobiografie goed te zien. Driekwart ervan wordt in beslag genomen door gezinskiekjes, waarbij naar mijn smaak wat al te veel nadruk gelegd is op vakanties en uitstapjes, die het beeld van de drukke Thijssen nogal eenzijdig aanvullen. Het zijn ook van die foto's die in feite tot de intieme gezinssfeer behoren en, zelfs anno 1997, bij publiekelijke uitstalling in een boek als dit een zekere gêne oproepen. Bij de vele afbeeldingen van Thijssen op het strand denk je: die hadden beter in de schoenendoos kunnen blijven, zoals de foto op bladzijde 99. Deze toont de schrijver in zo's onelegant herenbadpak, waar de grauwe jaren dertig het patent op hadden. Verder is hij gehuld in sokken en witte schoenen. Om zijn nek is een handdoek geknoopt. Hij poseert houterig, ‘lullig’ zou je bijna zeggen. Theo Thijssen als de ultieme karikatuur. Je kunt zo'n plaatje curieus noemen - ik vind het enigszins pijnlijk. Het is alsof je op een gezellig avondje onverhoeds getracteerd wordt op een bevallingsvideo van de vrouw des huizes: je voelt je een voyeur.
Wieneke 't Hoen heeft het boek een duidelijke meerwaarde gegeven door de zinvolle onderschriften die zij de gekozen afbeeldingen meegaf. Meestal biedt zij meer dan alleen ‘Thijssen anno 1934’ en geeft zij extra informatie. Bovendien voorziet zij vele foto's van toepasselijke citaten uit het werk van Thijssen, waardoor diens gedachtengoed voor de lezer duidelijk wordt.
Juist die citaten prikkelen de nieuwsgierigheid naar ‘de rest’ van Thijssens leven en bevestigen voor de lezer het besef dat deze foto-uitgave, hoe mooi verzorgd ook, slechts een tipje van de sluier oplicht. Het wachten is op de grote Thijssen-biografie. Dat Wieneke 't Hoen het verlangen naar die gehoopte uitgave versterkt, is geen tekortkoming, maar een verdienste van haar boek.
Theo Thijssen. Een beeld van zijn leven. Samenstelling: Wieneke 't Hoen. (Bas Lubberhuizen/Theo Thijssen Museum, 1996, 144 p.; f 39,50 (paperback), f 49,50 (gebonden).