Voorbij de biografie
Het leven als archief
Sorin Alexandrescu
De biografie is geen weergave van het dagelijks leven, maar het resultaat van een zorgvuldig uitgevoerde selectieprocedure. Duizenden ‘betekenisloze’ gebeurtenissen die we dagelijks meemaken, staan tegenover de enkele die betekenisvol worden geacht en in de computer worden vastgelegd. De periodieke uitdraai van dat file wordt ons Curriculum Vitae. Op basis van een tweede selectie, uit deze CV-gegevens, redigeren wij desgewenst het verhaal dat wij als onze autobiografie aanbieden. Die dubbele selectie en opbouw van een verhaal werken altijd achteraf. Het redigeren van de (auto)biografie, vanuit het perspectief van het ‘nu’, vindt plaats op basis van behoeften, wensen en strategieën die binnen het ‘nu’ van ons leven centraal (lijken te) staan. Het impliceert dat we het verleden (her)interpreteren, georiënteerd op de behoeften van het heden en de hoop op de toekomst. Het perspectief van het ‘nu’ geeft betekenis aan de gebeurtenissen van ‘toen’: zij lijken, achteraf gezien, het ‘nu’ te hebben voorbereid, zij kondigen het aan, zij legitimeren het vooraf. De autobiografie moet aan kunnen tonen dat ons leven een groeiproces is. Het ‘nu’ is het hoogtepunt waar het leven naar toe groeit: wat wij nu hebben bereid is mogelijk geworden dankzij ‘het harde werken’ in het verleden. Behalve een ‘pacte’ (Lejeune) is de autobiografie een oefening in teleologie en zelfgenoegzaamheid.
Hoe maken wij het verhaal dat een autobiografie wordt? Bestaan er ‘biografemen’, vaste betekeniseenheden die los (zouden) staan van het concrete levensverloop van een individu? De traditionele (volks)cultuur kent zulke eenheden: geboorte, huwelijk en overlijden - de drempels in het leven van elk individu, waar dit zonder gepaste rites de passage niet overheen kan, of mag. De tweede drempel, de enige waar de individuele keuze ook een rol speelt, wordt veelvuldig gezien als analoog met de andere momenten: de interpretatie van het ‘huwelijk’ - al dan niet als ‘ontdekking van de sexualiteit’ - als de ‘dood’ van het leven van de jongen en het meisje in het ouderlijk huis, en de ‘geboorte’ van verantwoordelijke volwassenen. Bestaan er in het moderne leven andere, maar soortgelijke biografemen, met een universele waarde? Zouden wij ‘bio-isotopieën’ kunnen bedenken waarlangs andere biografemen kunnen ontstaan? De ‘carrière’ zou zulke eenheden kunnen opleveren: studie, eerste aanstelling, promotie (top)prestaties, sociale verantwoordelijkheid, pensioen. (Misschien moeten hier heden ten dage VUT, wachtgeld en andere overgangsregelingen aan worden toegevoegd.) Vele andere isotopieën en biografemen zijn denkbaar: emigratie, publicaties, (sport)records, media-evenementen, Euro-veranderingen, kunstinstallaties, terreurdaden, bevrijdingsacties. Of het ‘niets’: dagelijkse herhalingen, die nergens toe leiden.
Hoeveel constructies we ook bedenken, toch rijst de vraag waar de rest blijft - datgene dat door de (auto)biograaf wordt weggeselecteerd, dat niet in het paradigma van het groeiproces past, dat iedere bio-isotopie te boven gaat, dat het ‘nu’ tegenspreekt of door het ‘nu’ wordt