zijn verdiensten te bagatelliseren. ‘Het is wel een standbeeld om hier en daar tegenaan te piesen,’ zei Martin Ros me, na lezing van de proeven. Met die kwalificatie ben ik zeer ingenomen.
De Huizinga-tentoonstelling in het Academisch Historisch Museum in Leiden bood de mogelijkheid om als het ware de cartografie van Huizinga's leven en werk te tonen. De bijbehorende catalogus is - zeldzaamheid - uitverkocht. Dit boek biedt het aaneengesloten verhaal van leven en werk, zoals de titel zegt, in beelden en documenten. Voor het werk kon ik terecht in de voortreffelijke editie van de Verzamelde werken en in het - op de inventaris na - onvolprezen Huizinga-archief. Maar het tweede deel van de titel van mijn boek had ik moeten schrappen - ‘beelden en documenten’ - als ik niet de hartelijke medewerking had gekregen van alle familieleden Huizinga. De presentexemplaren zijn straks niet alleen voor de kinderen en kleinkinderen van de grote Johan, die ik alle zeer erkentelijk ben voor hun voortreffelijke medewerking. Vrijwel elk familielid beschikte wel over een bijzondere foto of tekening. Een van de plezierigste kanten aan het samenstellen en schrijven van de biografie was voor mij het contact met mevrouw Maerle Huizinga, de dochter van Huizinga's broer Jakob. Gefascineerd zag ik bij haar de uitgebreide collectie van present-exemplaren van boeken en artikelen die haar oom Johan aan haar vader Jakob heeft gegeven. En ik hoor haar nog zeggen: ‘Meneer van der Lem, u heeft een begerige blik in uw ogen...’ In zijn Mijn weg tot de historie heeft Johan Huizinga nadrukkelijk geschreven, hoe zijn broer Jakob zijn hele leven lang historisch geïnteresseerd is geweest. De opdracht aan zijn broer, in Herfsttij der Middeleeuwen, ‘in hartelijke genegenheid’, is in de biografie gememoreerd. Dank zij mevrouw Maerle Huizinga heb ik de oudere familiegeschiedenis kunnen illustreren, de geschiedenis van vader Dirk Huizinga, aan wie mijn Groningse collega Dr. Wessel Krul in zijn boeiende dissertatie zo'n uitvoerig en interessant hoofdstuk heeft gewijd. De present-exemplaren
straks zijn niet minder voor de familieleden van Jakob Huizinga.
Bij de presentatie van de verschillende delen van de Briefwisseling, hebben we telkens het eerste exemplaar mogen overhandigen aan de kinderen van Huizinga: deel I en II aan mevrouw Elisabeth Huizinga, deel III aan Huizinga's jongste dochter Laura. Vanmiddag is het mij een eer en een genoegen het eerste exemplaar van deze biografie te mogen overhandigen aan Huizinga's oudste kleindochter, een van de twee kleindochters die nog persoonlijke herinneringen aan hun grootvader hebben. U, mevrouw Scholten-Huizinga, en u mevrouw Maerle Huizinga, hebben Huizinga gekend in het gesprek van alledag, in vrolijke, in droevige, en meest nog in doodgewone omstandigheden. Het is voor een biograaf onmogelijk een dergelijke persoonlijke omgang in woorden te vatten en zelfs maar bij benadering recht te doen. Ik heb er dan ook niet naar gestreefd. De biografie is beknopt en aan de kinderen Huizinga heb ik weinig regels gewijd, slechts een enkel woord, omdat mij bij voordrachten bleek, dat toehoorders er naar vroegen - maar hun persoonlijke levenssfeer heb ik om principiële redenen willen ontzien. Mocht ik mij ergens vergist hebben, of mochten uw inzichten anders zijn, laat u het me gerust weten, ik ben blij en dankbaar dat ik mij zo constant in uw belangstelling heb mogen verheugen.
Anton van der Lem hield deze toespraak op 21 oktober 1993 in Museum van Loon bij de presentatie van zijn biografie over Johan Huizinga.