| |
| |
| |
Een bitter jeugdlot?
Aad Meinderts over leven en werk van Anna Blaman
Anja van Leeuwen
Anna Blaman, schrijfster en lesbienne, zou waarschijnlijk verbaasd opkijken als ze vernam dat een ‘nette, oppassende jongen’ het plan heeft opgevat haar biografie te schrijven. Aad Meinderts noemt zich geen liefhebber van haar werk, maar is vooral geboeid door het turbulente leven dat ze leidde. Haar werk heeft voor hem nog wel een literair-historische waarde. De beeldvorming rond Blaman moet hoog nodig veranderen, vindt hij als biograaf, want ‘door de officiële literaire wereld wordt er altijd veel te negatief over haar gedaan’. Alleen daarom al verdient ze een biografie.
Een van de grote geheimen die Anna Blaman - Johanna Petronella Vrugt (1905-1960) - heeft achtergelaten is de betekenis van haar schrijversnaam. Er zijn verscheidene theorieën over in omloop, maar de sleutel tot dit raadsel is nog niet gevonden. Anna Blaman zelf heeft het mysterie zorgvuldig gekoesterd. Haar zuster Corrie Lührs en haar hartsvriendin Alie Bosch waren de enigen aan wie zij de code heeft toevertrouwd. Na haar dood heeft Alie Bosch de betekenis doorverteld aan een goede vriend van haar en Blaman, de schrijver Dolf Verroen. Hij wil echter om principiële redenen de code niet onthullen.
Hoe leeft een biograaf met een raadsel waarvan iemand de sleutel kent, maar niet wil prijsgeven? ‘Volgens Dolf Verroen zou de sleutel heel eenvoudig zijn, juist daarom intrigeert het pseudoniem mij mateloos. Ik heb van alles geprobeerd om daar achter te komen. Op avonden met vrienden geef ik het als raadsel op, in de hoop door een helder ogenblik van iemand de codering te achterhalen. Zelfs in mijn slaap houdt het me bezig, in een van mijn dromen dacht ik de oplossing in de Bijbel te vinden. Alleen het raadsel van het pseudoniem is al interessant genoeg om de biografie van Anna Blaman te schrijven.
Henk Struyker Boudier, mijn voorganger als biograaf, heeft van Corrie Lührs de theorie van het kruishout en de sceance. Blaman deed er vaak wat lacherig over, maar ze was in hoge mate geïnteresseerd in spiritistische seances. Anna's schrijversnaam zou ontstaan zijn door een spelletje met de letters van het alfabet, waarbij je een kruishout laat draaien dat bij bepaalde letters stopt. Een andere lezing is dat Blaman staat voor “l'amant”, en de B voor de achternaam van Alie Bosch. Een derde theorie is dat Blaman staat voor “Ben Liever Als Man”. Die vind ik zelf heel leuk. Volgens Dolf Verroen is geen van deze verklaringen juist, meer wil hij er niet over zeggen. Ik schrijf hem af en toe een
| |
| |
brief, met een tekst als: “Beste Dolf, het is een droevige herfstmorgen, zou je het mij niet kunnen vertellen.....”
Hij moet deze wetenschap niet verloren laten gaan, dat geheim. Ik moet natuurlijk als een pitbull-terriër vast blijven houden aan de ontraadseling, maar ik begrijp waarom hij het niet zegt. Hij heeft Alie Bosch beloofd het aan niemand te vertellen. “Dolf”, zeg ikdan, “Corrie heeft zich niet aan haar belofte gehouden, want die is met de kruishouttheorie gekomen, en Alie Bosch ook niet. Wat voor schade berokken je er iemand mee?” Het is echter wel zijn goed recht om het niet te vertellen.
Ik hoopte het antwoord te vinden in de nalatenschap van Alie Bosch, waarvan een deel terecht is gekomen bij een neef in Zeeland. Bij het werken aan een biografie bestaan de mooie momenten uit het aanboren van nieuwe bronnen, die wellicht witte plekken in kaart brengen. Je gaat op reis naar de koffer die altijd onder het bed van Alie Bosch heeft gestaan, in de hoop de oplossing van het raadsel daar te vinden. Je wilt er zo snel mogelijk naar toe, maar je wilt ook dat die reis zo lang mogelijk duurt, omdat je er rekening mee houdt dat aan het einde van de reis de teleurstelling wacht. Dat bleek in Zeeland inderdaad het geval. Desondanks was het een prachtige tocht, want hij leidde wel tot een aantal onbekende brieven, onder andere van Sonja Witstein. Aan de andere kant was dat weer vervelend, want ik had in Ik schrijf het je grof-eerlijk, de eerste brievenbundel die ik van Blaman heb uitgegeven, maar één brief van Sonja Witstein kunnen publiceren. In een handtasje, waarin ook nog een haarlok zat van Anna Blaman, was een bundeltje brieven bewaard gebleven. Misschien neem ik ze op in een herdruk, want de bundel is zo goed als uitverkocht.’
| |
Pepmiddelen
Aad Meinderts denkt nog een jaar of vier nodig te hebben voor onderzoek en schrijven
Anna Blaman, ca. 1917
van de biografie. Vanaf de publicatie wan de Vier wagenspelen (1983) van Anna Blaman is hij bezig met haar leven en werk. Toen hij bij het Letterkundig Museum kwam te werken, merkte hij dat er met een deel van de Blaman-collectie nog niets was gedaan. Inmiddels heeft hij twee brievenbundels van haar uitgegeven. Hij vond in de brieven onder andere belangrijke informatie over haar gezondheid.
‘Ik was benieuwd naar de oorzaak van Anna's hartklachten.
Bij het uitgeven van de brieven merkte ik dat zij een hele reeks medicijnen gebruikte die ik niet kon thuisbrengen. Volgens mij waren het amfetaminen, een pepmiddel dat je hart telkens een klap geeft. Een bevriende huisarts bevestigde dit vermoeden, en hij vertelde dat deze pillen waarschijnlijk de oorzaak van haar hartkwaal zijn geweest, ofwel haar klachten verergerd hebben. In die tijd werden recepten voor pillen veel sneller uitgeschreven, omdat de bijwerkingen nauwelijks bekend waren. Uit de correspondentie bleek dat
| |
| |
Blaman haar medicijnen niet alleen rechtstreeks van de behandelende arts kreeg, maar dat verpleegster en vriendin Alie Bosch haar lange tijd van pillen heeft voorzien. Zie je het voor je? Anna Blaman als junk en Alie Bosch als huisdealer.’
Had je alle brieven meteen al tot je beschikking?
‘Voor het Letterkundig Museum heb ik sommige brievencollecties verworven en vervolgens uitgegeven. Ik kan biografen echt aanraden de belangrijkste correspondenties te publiceren, het is een uitstekende voorbereiding op het schrijven van een biografie.
‘Het aardigst zijn de brievencollecties waar een ander niet aan kan komen en jij wel. Ik vond het een kleine overwinning om in het Lesbisch Prachtboek te lezen dat het Letterkundig Museum in de jaren dat Marie-Louise Doudart de la Grée nog leefde, tevergeefs heeft geprobeerd de brieven in te zien. Na haar dood is het mij uiteindelijk gelukt om die correspondentie hier te krijgen. Ik wist dat die brieven ergens in Zuid-Afrika moesten zijn, en als je ze dan te pakken krijgt... Dat zijn de momenten die het werk boeiend maken.’
| |
Warme mensenboeken
Meinderts vindt dat Reve en Hermans het winnen van het beste van Blaman. Een zekere tegenstrijdigheid bij de beoordeling van haar literaire kwaliteiten kan hem echter niet ontzegd worden.
‘Als het werk er niet geweest was, dan was Anna Blaman er niet geweest. Daar begint en eindigt het mee. Je moet haar werk niet afdoen als van generlei waarde, maar voor mij als biograaf is het oeuvre een probleem op zich. Het werk stelt literair gezien niets voor, maar in een ander opzicht is het onvergetelijk.’
Ik vind Eenzaam Avontuur een prachtig boek. Jij niet?
‘Misschien beledig ik je nu, maar Eenzaam Avontuur maakt een onuitwisbare indruk als je het op een bepaalde leeftijd leest, in de middelbare schoolperiode.’
Protest, ik heb het later herlezen, en weer werd ik getroffen door het conflict, de verscheurdheid, het verlies van een grote liefde.
‘Het drama van het verloren gaan van een liefde is door Blaman inderdaad groots beschreven. Toen Anna Blaman de verpleegster Alie Bosch ontmoette, “Alide” in Eenzaam Avontuur, dacht ze haar grote liefde te ontmoeten. Ze had een heel romantisch liefdesconcept. Zo zie ik zelf echte liefde ook, dat blijf ik volhouden. (Lachend) Ware liefde bestaat, tot op het moment dat het misgaat, zoals bij Blaman gebeurde. Zij heeft toen het romantische idee van de volmaakte, perfecte twee-eenheid moeten laten varen. Dat is hèt conflict in haar leven geweest, haar hoofdthema. Het thema van de onbereikbaarheid van de ander, zoals dat in de existentie-filosofie te vinden is. Bij haar is het een heel persoonlijk doorleefde thematiek, die algemene geldigheid krijgt. Haar boeken zijn om het Reviaans te zeggen “warme mensenboeken”.
Eenzaam Avontuur vind ik niet haar beste werk, hoewel ik er wel vreselijk om moet lachen.’
Ja?
‘Het valt me altijd op dat ik daar alleen in sta. Mijn eerste reactie is dan dat ik ongelijk heb, maar ik vind het onterecht dat er zo de nadruk gelegd wordt op de tobbende filosofe die allerlei existentiële, zware kost in haar boeken opdist. Want daartegenover staat haar lichtvoetige, morbide zwarte humor, die mij zeer aanspreekt. Het beeld dat doorgaans van Blaman gegeven wordt klopt niet met haar turbulente leven, maar ook niet met het werk. Ik wil nog eens een prachtig stuk schrijven over de lachende Anna, waarin ik de momenten laat zien waarop ze de lezer wil laten lachen. De literaire criticus Gomperts moest niets hebben van haar werk, maar in een recensie van Op leven en dood stelt hij dat de
| |
| |
ironie van de hoofdpersoon zo aantrekkelijk is in het boek. Dat zijn geluiden die je nauwelijks hoort. Ze is nu ook weer niet de vrouwelijke Godfried Bomans, maar die andere kant van haar wil ik in de biografie graag laten zien.’
Wat reken jij tot haar beste werk?
‘Hotel Bonheur en een aantal andere verhalen, maar ze heeft ook drakerige verhalen op haar naam staan. De schrijver Alfred Kossmann, een vriend van haar, heeft gezegd: ‘Ze kan heel goed een slecht verhaal schrijven.’ Daar kan ik mee instemmen.
Ik heb onlangs haar gedichten uitgegeven, waar echt slechte gedichten bij zijn. Metrisch klopt het vaak helemaal niet, wat met een hele kleine ingreep al te verbeteren is. Het is vooral van literair-historisch belang dat zo'n bundel verschijnt, maar er staan wel degelijk regels in die mij aangrijpen.
‘Het werk is nooit helemaal goed, maar het heeft een heel eigen sfeer. Haar boeken lezen is geen vrijblijvend avontuur, je moet als een hond het water van je afschudden om je eigen weg te kunnen vervolgen. Haar werk is met een volledige inzet geschreven. Niet alleen haar biografie getuigt daarvan, ook het oeuvre zelf straalt het uit. Daardoor is het zo beklemmend, het grijpt je bij de strot. En dat is kwaliteit.’
Mr. H.J. Reinink overhandigt Anna Blaman de P.C. Hooftprijs, 29 mei 1957
Het autobiografische element is opvallend in het werk van Blaman. De biograaf spreekt moeiteloos over de romanfiguur Alide als Alie Bosch en over andere personages die te traceren zijn in haar omgeving.
Krijgt het werk in je biografie een één-op-één behandeling, dat wil zeggen dat je naar de mensen zoekt die model hebben gestaan voor de diverse personages?
‘De neiging is heel groot om romanfiguren te vereenzelvigen met werkelijke personen, maar Alide valt niet samen met Alie Bosch. Alide is hooguit de Alie Bosch zoals Anna haar gezien heeft. Bovendien duikt Alie B. in verschillende gedaantes in haar werk op. Er waren verscheidene kanten van Alie die Anna boeiden, en ze had steeds een ander personage nodig om weer een stukje van Alie prijs te geven. In zijn algemeenheid is het heel gemakkelijk om te stellen dat je geen l-op-l relaties mag leggen, maar die redenering is te simpel. In de brieven schrijft Blaman vaak “Alide” als ze de biografische Alie B. bedoelt. Kossmann zegt: “Blaman had geen fantasie, zij moest alles aan de werkelijkheid ontlenen.”
Het werk geeft een aantal sleutels voor de biografie. Vooral voor de vroege jaren is het werk een belangrijke bron. Haar boeken vertegenwoordigen tevens een visie op een bepaald probleem. In Op leven en dood wordt de vraag gesteld waarom mensen absolute theorieën aanhangen en waarom de hoofdpersoon dat niet doet. Het werk behandelt de onvolkomenheid van het bestaan, een existentialistisch probleem. Blaman laat verschillende vluchtwegen zien, zoals het communisme of de liefde. Dergelijke verbeeldingen van visies zijn belangrijk om te weten te komen hoe iemand in het leven stond.’
| |
Openbaar en privé
Het is intrigerend dat Anna Blaman haar hele leven bij haar moeder en zuster heeft
| |
| |
gewoond, en nooit de stap heeft gezet om zelfstandig te gaan leven of te gaan samenwonen. Dat lijkt in tegenspraak met het beeld van een intellectuele, onafhankelijke vrouw.
Komt jouw fascinatie voor haar leven uit deze - schijnbare? - tegenstrijdigheid voort?
‘Die dubbelheid in Blamans leven is een boeiende kant van haar persoonlijkheid. Zij was een internationaal georiënteerde vrouw, die aansluiting zocht bij nieuwe theorieën als het existentialisme, waar zij zich zeer voor interesseerde. Zij was ook politiek geëngageerd, vlak na de oorlog zocht ze aansluiting bij de Derde Weg-Beweging, waar zij zelfs secretaresse van is geweest. Net als iedere intellectueel was zij na de oorlog communist. Langzamerhand heeft zij die overtuiging wel verloren. Het fascineert mij dat zij onconventioneel was door openlijk homoseksueel te zijn. Ze vond het heerlijk om met Max Dendermonde kroegentochten te houden en staande hun behoeften te doen. Blaman ging expres naar mannentoiletten als ze in een café was.
Filosofische belangstelling, politieke stellingname en een provocerende houding, het zijn aspecten die bij haar karakter horen. En inderdaad, ze keert steeds weer terug naar de veilige thuishaven. Ik denk dat ze een zeer afhankelijk iemand was. Voor een deel is haar zwakke gezondheid daar debet aan. Er moest voor haar gezorgd worden, dat is altijd zo geweest. Zij wilde dat ook graag. Daarom paste Alie Bosch zo fantastisch bij haar, want die deed niets liever dan voor andere mensen zorgen. Alie Bosch is de typische verkenner, die een oudje helpt oversteken dat niet naar de overkant wil.
Blaman had door haar kwetsbare gezondheid bescherming nodig om goed te kunnen functioneren. Ze woonde met haar moeder, zuster en zwager in een huis, maar wel strikt gescheiden van elkaar. Ze had een eigen kamer en kreeg het eten vaak aangereikt op de trap. In de tijd dat haar moeder een pension had was het een komen en gaan van mensen, waardoor het leek of ze een van de pensiongasten was. De paradox tussen het openbare en het privé-leven is een van de redenen waarom ik haar biografie wil schrijven.’
| |
In rokkostuum
Blamans homoseksualiteit is niet weg te denken uit haar leven en werk. Volgens haar zuster Corrie was het voor Anna nooit een probleem dat ze homoseksueel was. In de vijftiger jaren was het echter niet gebruikelijk om openlijk lesbisch te zijn. Aad Meinderts deelt de opvatting van Corrie Lührs dan ook niet.
‘Interessant is wat Blaman er zelf over loslaat. Op jonge leeftijd las ze vrij veel literatuur op dat gebied. Zij noemt het enigszins pathetisch een bitter jeugdlot.’
Is homoseksualiteit in jouw optiek iets dat je kunt verklaren? ‘Ik ben er nog niet aan toe om naar verklaringen te zoeken. In de biografie breng ik het vanzelfsprekend ter sprake. Ik ben er huiverig voor om te gaan psychologiseren in de trant van “het komt door een wrede vader en een verstikkende moeder”. Het is geen ziekte waar ze last van kreeg omdat ze als kind op de tocht heeft gelegen op een zolderkamertje dat niet beschot was.
Ik geloof wel dat ze het als meisje moeilijk vond om te aanvaarden dat ze lesbisch was. Je kunt het ook aan de Berthe aflezen in Eenzaam Avontuur, een lesbisch personage dat in hoge mate autobiografisch is. Als jonge homoseksueel is het niet zo eenvoudig om voorbeelden te vinden waar je je aan kunt spiegelen. Dat ligt anders voor een brave, nette rooms-katholieke jongen als ik ben, getrouwd met mijn jeugdliefde, twee kinderen, en dan ook nog een jongen en een meisje.... Als ik op een zondag met mijn kinderen van een duintop ren, zie ik mijn vader in zo'n situatie voor me. Zo'n vanzelfsprekend referentiekader is voor
| |
| |
homoseksuelen niet weggelegd. Blaman heeft met haar lesbische identiteit geworsteld, maar zij is eruit gekomen en heeft haar homo-zijn een mooie plaats in haar leven gegeven. Heel bijzonder voor die periode. In het begin deed ze heel dapper door een rokkostuum aan te trekken en grote sigaren te roken. Later, als ze een bekend schrijfster is en lezingen voor het COC houdt, steekt ze er een beetje de draak mee. Ze schrijft dan aan vriendinnen dat ze de meiden weer aan het lachen heeft gekregen, door te zeggen dat ze een grote, prachtige chauffeuse wilde uitzoeken. Het is mooi zoals ze in dat stadium van haar leven de homoseksuele liefde kan ironiseren. Die ontwikkeling wil ik graag in de biografie laten zien.’
Niet iedere informant die Aad Meinderts benadert is even gelukkig met de episode-Blaman in zijn of haar leven. Men wil er niet aan herinnerd worden bevriend te zijn geweest met een lesbienne, of terugdenken aan affaires die al jaren in het vergeetboekje staan. Een van de mensen die de biograaf graag zou willen spreken is de kapper ‘Peps’ uit de roman Eenzaam Avontuur. In de roman begint hij een relatie met Alide, de geliefde van Kosta.
Je weet wie model heeft gestaan voor Peps?
‘Ja, maar hij wil met de biografie niets te maken hebben, omdat hij het als een vervelende episode uit zijn leven beschouwt. Er is een proces geweest over de zaak Peps, omdat de man getrouwd was toen hij Alie Bosch leerde kennen. Blaman is getuige geweest en die processtukken moeten er nog zijn. Ik probeer die momenteel boven tafel te krijgen. In mijn onderzoek is het überhaupt een probleem dat de gebiografeerde een lesbienne is, dat gegeven ligt voor de informanten soms erg gevoelig.
Enige tijd geleden heb ik een reisverhaal uit 1931/32 achterhaald. Anna Blaman heeft een reis gemaakt met vriendinnen in de Vogezen. Van degenen die nog leven zijn er twee die met mij willen praten, maar een aantal wil absoluut niet. Waarom niet? Omdat zij inmiddels kinderen hebben gekregen en oma zijn geworden. In sommige gevallen is er helemaal geen sprake van een liefdesverhouding geweest, maar alleen al de gedachte dat zij de lesbienne Blaman hebben gekend is onacceptabel. Dat geldt soms nog sterker voor de intieme relaties van Blaman. Ik weet wie de allereerste vriendin van Blaman was, maar ook deze vrouw wil absoluut geen contact. Ze zegt dat ze alles vernietigd heeft, omdat Blaman haar een kant opgeduwd heeft die ze niet wilde. “Ik ben jaren in analyse geweest”, zegt een vrouw van over de tachtig nu nog. Haar naam is wel bekend, maar ze vindt het heel vervelend als die genoemd wordt.’
Blaman was een vrouw die eigenzinnig haar weg ging. Zou je haar een feministe noemen?
‘Zij heeft door haar eigen leven laten zien dat het vrouw zijn geen belemmering vormt om de dingen te doen die je wilt doen. Blaman was het volstrekt eens met de uitspraak van Simone de Beauvoir in De tweede sexe dat een vrouw er niet alleen is om kinderen voort te brengen, maar een zelfstandig wezen is met onbegrensde mogelijkheden, die niet fundamenteel verschillen van de man. Blaman hield ook lezingen over de positie van vrouwen, waarin zij haar publiek de raad gaf zich onafhankelijk van mannen op te stellen.’ In de brieven aan Emmy van Lokhorst komt dat standpunt heel duidelijk naar voren.
‘Dat is een mooi voorbeeld. Als Emmy van Lokhorst door haar man verlaten is, heeft ze al een prachtig leven geleid en een heel oeuvre op haar naam staan. Anna probeert een wanhopige Emmy te overtuigen dat ze zèlf iemand is.’
| |
Verliefd op Marie-Louise
Het beeld dat je van jezelf schetst staat haaks op het leven dat Blaman leidde. Hoe zit het met de dialoog die tijdens het onderzoek tussen de biograaf en zijn
| |
| |
held(in) schijnt te ontstaan? Waarin bewonder je haar, vind je overeenkomsten, wat ergert je?
‘Ik maak natuurlijk een stripfiguur van mezelf, dat doe ik graag. Maar ik ben ontegenzeglijk getrouwd en heb twee kinderen... Net als Blaman ben ik van huis uit roomskatholiek. Ik identificeer me niet met Blaman, maar dat is tenminste één ding dat we gemeen hebben. Haar relatie met Marie-Louise Doudart de la Grée kan ik goed begrijpen. Wat een mooie en leuke vrouw! Ik zou zeker verliefd op haar zijn geworden. (Lachend) Dat is onze overeenkomst. Marie-Louise was soms wat zedeprekerig, maar Anna kon ook heel belerend zijn. Ze heeft eens tegen Marie-Louise gezegd dat ze alleen maar mooi was en geen diepgang had. Ik ga nu psychologiseren, maar ik denk dat Blaman zo prekerig was omdat ze zichzelf niet mooi vond. Blaman stelde
Aad Meinderts bij het door Paul Citroen vervaardigde schilderij van Anna Blaman (1950) (foto: Anja van Leeuwen)
hoge eisen aan vriendschappen, ze was een ontzettend dominante vrouw.’
Zou jij als biograaf in haar ogen genade vinden?
‘Ja, dat geloof ik wel. Ik denk dat ze het stiekem leuk vindt dat ik een man ben. Het ligt zo voor de hand dat een vrouw uit de Amsterdamse grachtengordel haar biografie zou schrijven, en nu doet een nette, oppassende jongen het. Volgens mij moet ze daar ontzettend om lachen.’
Aad Meinderts (1957) is plaatsvervangend directeur van het Letterkundig Museum. Hij publiceerde over Anna Blaman, Jo Boer, Marcellus Emants en Sonja Witstein.
De volgende tekstuitgaven werden onder meer door hem samengesteld:
* | In duizend vrezen. Vier wagenspelen. (1983), i.s.m. M.A.Th. Zoetmulder. |
* | Droom in oorlogstijd. Verhalen (1985) |
* | Ik schrijf het je grof-eerlijk. Briefwisseling met Emmy Lokhorst en Sonja Witstein (1988) |
* | Dit tussen ons is geen eenzaam avontuur. Brieven aan Marie-Louise Doudart de la Grée en aan Alie Bosch (1990) |
* | De gedichten (1992) |
|
|