Het Bilderdijk-Museum. Jaargang 27
(2010)– [tijdschrift] Bilderdijk-Museum, Het– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 34]
| |
Bilderdijks ‘Echte liefde’ (1803)Vanaf zijn vroegste jeugd koesterde Bilderdijk een diepe genegenheid voor het werk van Jacob Cats.Ga naar voetnoot1. Geen wonder dat hij juist diens werk in het Engels wilde vertalen, toen hij na 1795 in Londense ballingschap naar inkomsten omzag.Ga naar voetnoot2. Op zijn verzoek werden hem enige Cats-edities toegestuurd, waaronder een exemplaar van Sinne- en minnebeelden. Van het vertaalproject is niets gekomen, maar de hernieuwde lectuur van dit werk kan hebben geleid tot een mooi gedicht: ‘Echte liefde’. Blikvanger van embleem xxiii in Cats' bundel is een gravure van twee samenkomende rivieren. De ene stort van een rots en de andere vloeit uit de kruik van een riviergod. Hun oorsprong is dus geheel verschillend, maar de clou is dat ze zich niet tot één stroom vermengen. Cats laat op dit beeld een reeks teksten volgen: commentaren op de amoureuze, economische en religieuze aspecten van de huwelijkse staat. Het is niet goed, aldus de boodschap, wanneer een paar op deze terreinen geen volmaakte eenheid weet te bereiken.Ga naar voetnoot3. Misschien herkende Bilderdijk in dit embleem iets van zijn eerste echtverbintenis van 1785, waaraan door zijn ballingschap feitelijk al na tien jaar, maar voor de wet pas in 1802 een einde kwam.Ga naar voetnoot4. Van weerszijden had er nogal wat aan dat huwelijk geschort. Hoe dan ook, na die echtscheiding kon hij eindelijk zijn grote liefde, die hij op kerstavond 1795 had ontmoet, uit haar eenzame afzondering halen.Ga naar voetnoot5. Van Bilderdijks vreugde in haar zijn ‘wederhelft’ te hebben gevonden, het ‘leven van zijn leven’, zoals hij haar voortaan zou toezingen, getuigt een gedicht ‘Echte liefde’ van 1801.Ga naar voetnoot6. Maar een dergelijk onderwerp was bij hem niet snel uitgeput;Ga naar voetnoot7. in 1803 volgde het gelijknamige poëem waar het hier om gaat.Ga naar voetnoot8. Heeft Bilderdijk zich vlak na die echtscheiding nog eens de voorstelling bij Cats herinnerd, en heeft hij toen gedacht: dat gaat bij ons heel anders? In elk geval nam hij datzelfde beeld van die twee rivieren tot uitgangspunt, maar belichtte het vanuit een tegengestelde invalshoek. Het gedicht is een vergelijking, met in strofe 1-3 het beeld en in strofe 4 de toepassing. Als we die toepassing meteen op het beeld leggen, voegen in de beginstrofe twee onbekenden zich tot een eenheid samen. Hun verenigd leven als ‘echt paar’ wordt steeds intenser, zo geeft de climax in de vierde regel aan. De centrale strofen verzekeren dat hun eenheid door niets is te verbreken. Met de werkwoordsvorm mocht in de laatste strofe wordt de doordringing en samensmelting door ‘de ware gloed’ een voorrecht genoemd.
Marinus van Hattum | |
Echte Liefde. Zangstukjen.Uit verscheiden bron ontsproten,
Doch vereenigd saamgevloten
Tot een onverdeelbaar vocht,
Vloeien, stroomen, kronklen, zwieren,
5[regelnummer]
Twee rivieren
In gemeenen loop en bocht.
Maar in dit vereenigd vlieten,
Daar zy door 't gebergte schieten,
Deelt een rots heur stroom in twee:
10[regelnummer]
Zijn ze nu niet afgescheiden?
Neen, geen druppel stort in zee,
Of hy is een deel van beiden,
En voert beider wezen meê.
15[regelnummer]
Laat geweld hun loop versteuren!
Laat het bed en oevers scheuren!
Eenmaal werden zy tot een.
Waar zy de armen henen strekken,
Waar zy trekken,
Lot en wezen blijft gemeen.
20[regelnummer]
Zoo, zoo zijt gy, Echtelingen,
Wie de ware gloed doordringen,
Wie hy samensmelten mocht!
Niets dat u van één kan rukken,
Tot eene enkle ziel gewrocht!
25[regelnummer]
Valt de Wareld ook in stukken,
Eeuwig blijft gy saamverknocht.
1803. | |
[pagina 35]
| |
Poëzij ii (1803) 64-65; Poëzij Eerste en Tweede Deel (1822) 156-157; Dichtwerken xiii 107. In Bilderdijks handschrift ka 085-1-hs 5 heeft de tekst nog geen ondertitel en jaartal. Die zullen door Kinker, die in Bilderdijks zaken te Amsterdam bemiddelde, zijn toegevoegd, mogelijk om het gedicht van het eerdere gelijknamige te onderscheiden. In r. 4 heeft Bilderdijk stroomen veranderd in vlieten, wat niettemin wegens r. 7 in druk ongewijzigd bleef. In plaats van stort (r. 11) stond eerst ook al vliet. In r. 9 is heur' veranderd uit haar', in r. 14 hunn' uit den. Verder heeft dit handschrift in r. 10 Zijn zy en in r. 11 droppel stort, hetgeen om de klankherhaling zal zijn veranderd. In r. 15 staat nog het enkelvoud oever en in r. 23 het onbeklemtoonde een. In zijn correctie-exemplaar ka 085-ii voor de (hier gevolgde) tweede druk liet Bilderdijk de verkortingstekens voor de uitgangen vervallen. In die nieuwe druk koos hij in r. 16 voor werden i.p.v. het eerdere wierden. |
|