Het Bilderdijk-Museum. Jaargang 23
(2006)– [tijdschrift] Bilderdijk-Museum, Het– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 18]
| |
Suringar-archiefstuk geveild: handschrift Bilderdijks WoordvorschingIn mijn uitgeversdocumentatie Da Costa tussen Bilderdijk en Suringar (2004) is, onder veel meer, de totstandkoming getraceerd van Bilderdijks werkje Beginsels der woordvorsching. In de inleiding heb ik de verzuchting geslaakt, dat ik graag over de handschriftelijke kopij ervan had beschikt. Ik had in dat geval het oorspronkelijke slot kunnen meedelen, dat op 1 juli 1831 door Isaäc da Costa voor Matthijs Siegenbeek ‘bitter of hoonend’ werd geoordeeld. Op 15 juli schreef Lodewijk Willem Bilderdijk aan de uitgever: ‘Weläan! dat wij [...] S. en zijn Volgelingen van de laatste en hevigste reprimande vrijspreken!’ Wat kon die reprimande zijn geweest? De in het Bilderdijk-Museum bewaarde correspondentie toont aan dat het handschrift op 10 september 1906 door Hugo Suringar ter beschikking werd gesteld van de commissie die de grote Bilderdijktentoonstelling van dat jaar voorbereidde. Na afloop is het bij de eigenaar van het uitgeversarchief teruggekeerd. Er is geen enkele reden om te veronderstellen dat het niet meer in die collectie aanwezig was, toen die in 1917 en 1932 door J. Valckenier Suringar werd overgedragen aan de bibliotheek der Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels, sedert 1958 bruikleen van de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam.Ga naar eind1. | |
[pagina 19]
| |
In 1984, toen ik er voor 't eerst naar zocht, bleek het handschrift uit die collectie verdwenen te zijn. Op 31 mei 2005 evenwel werd het bij Bubb Kuyper te Haarlem geveild, en wel als nummer 2204 van de bibliotheek van Boudewijn Büch. In de catalogus, Bibliotheca didina et pinguina. The library of Boudewijn Büch. Part 2, is het handschrift als volgt beschreven:
(1 [title]), (12), (1 blank) lvs., pen and black ink, recto and verso (title and 1 leaf recto only), bound in contemp. marbled limp boards (last 4 lvs. loosely inserted, frontcover w. manuscr. title-label ‘Etymologie’, folio. Partly loose(ning). Spine dam.; (vague) crack/fold throughout. First free endpaper w. annot. ‘Oorspronkelijk handschrift van Mr. Willem Bilderdijk’. signed ‘G.T.N. Suringar’; the manuscript packed in 19th cent. paper w. large caption ‘Eigen handschrift/ van/ Mr. Willem Bilderdijk/ Beginselen der Woordvorsching’ by Suringar. The manuscript consists of ‘Korte Voorstelling der dieper Woordvorsching, in toepassing op ons Nederduitsch’ (8 lvs.) and ‘Bijlage over sommige woorden waarin men over de enkele en Dubbele e en o in twijfel hangt’ (4 lvs.) [...] each page divided in two columns with the text written in the right column and w. additions and corrections in the left column.
Direct na publicatie van de catalogus is de leiding der bibliotheek van de Vereeniging ingeseind, waarop werd afgesproken dat het Bilderdijk-Museum niet zou bieden, opdat het archiefstuk weer in het rechtmatig bezit van de thans geheten Koninklijke Vereniging van het Boekenvak zou komen. Dat heeft helaas niet tot de mogelijkheden behoord. Het handschrift is wederom in particulier bezit gekomen. Door de welwillendheid van diverse betrokkenenGa naar eind2. kan ik als een ‘post-bijlage’ op mijn boek alsnog, en rechtstreeks uit het handschrift,Ga naar eind3. het gewraakte slot over Siegenbeek meedelen. De gedrukte tekst eindigt met een alinea, beginnend met ‘Zoo is eenmaal ingevoerd en heeft iets meer plechtigs dan zo.’ Het handschrift gaat dan verder met ‘Wat aan Siegenbeek gebleken is mag hy voor zich houden, wiens blijken <+ veelal> naauwlijks <+ ja zelfs nog niet half> blikken, maar droomen is.’ Waarna de rest van de alinea zoals in druk. Op het laatste blad van het handschrift ten slotte het ongedrukt gebleven stuk waarop Da Costa doelde:
Hij mag anderen zijn vervloekte mofferyGa naar eind4. in het oor fezikenGa naar eind5. en daarby van ezelenhoogmoed fonkelen, maar <+ zelfs> om apen Neêrduitsch te leeren weet hy er nog niet genoeg van; en het schreit ten hemel, dat <+ men> zulk een onverstand onze Hoogescholen <+ onherstelbaar> verachtelijk / overstroomd heeft <- laten maken> voor een ja vervallen wereld, maar waar echter nog hoop op de te rug keer naar gezonder leer overig was, zoo men de jeugd niet in de eerste kiemen des gezonden verstands verwoestte. Had hy liever <+ voor zijn veziken> naalden gevessemdGa naar eind6., <+ of ziegen gemolkenGa naar eind7.> 't zou hem beter ter hand gestaan hebben, dan zich met iets dat Hollandsch is, af te geven, en hier <- de studeerende> <+ aan> de studeerende jeugd de kostelijke uren te ontfutselen met zijn onzin, die <- zy> niet dan belachen kunnen / [belach]t kan worden.
De beslissing dit weg te laten is een barmhartige daad geweest. Niet voor Siegenbeek, maar voor Bilderdijk. Marinus van Hattum |
|