Afb. 1.
prenten met een allegorische strekking maakten plaats voor voorstellingen die directer tot de verbeelding spraken en geen uitgebreide verklaring meer nodig hadden. Een andere verandering in de beeldtaal van de politieke prent was het toenemende gebruik van karikaturen in de eigenlijke zin van het woord: het uitvergroten (of eventueel verkleinen) van gelaatskenmerken om de uitgebeelde persoon belachelijk te maken.
Op een beroemde en zeer populaire prent van James Gillray is Napoleon op de handpalm van George III geplaatst (afb. 1). De koning heeft een vergrootglas nodig om - zo is in het bijschrift te lezen - te concluderen dat de dwerg die hij ziet een van de verderfelijkste reptielen is die op deze aarde rondkruipen. Napoleon is hier - dat is duidelijk - een nietig schepsel dat tegenover de onoverwinnelijke Engelse koning wordt geplaatst. De prent werd jaren later (in 1813) overgenomen door een anoniem gebleven Duitse spotprenttekenaar (afb. 2). Tsaar Alexander de Eerste observeert de kleine Napoleon die net teruggekeerd is uit Rusland en op weg is naar Parijs. Het onderschrift luidt:
Zu mir, nach Russland, kamest du
Erschrecklich gross hinein.
Doch auf den Heimweg nach Paris
Dat Napoleon in de ogen van Gillray geen schijn van kans maakt, blijkt ook uit The valley of the shadow of death (afb. 3). Hierop staat Napoleon temidden van zijn aartsvijanden de Britse Leeuw, de Siciliaanse Terriër, de Portugese Wolf, en de Russische Beer die tezamen de grote aanval op Napoleon hebben ingezet.
In zekere zin is Napoleon wederom als machteloos
Afb. 2.
strijder tegen de grootmachten afgeschilderd, die op hun beurt worden gepersonifieerd door een leeuw, een terriër, een wolf en een beer. Het lot van Napoleon wordt in deze prenten duidelijk: als dwerg is hij kansloos tegen de overmacht van zijn vijanden. Napoleon wordt ook in andere gedaantes verbeeld. Hij is niet alleen een dwerg maar ook een Corsicaanse slager, een opgejaagde Corsicaanse vos, het kind van de duivel of de duivel zelf. Die beeldtaal liegt er niet om.
Engelse spotprenten hebben een grote invloed gehad op de beeldvorming van Napoleon op het vasteland. Het werk van Gillray en Rowlandson werd overal vlijtig gekopieerd en in sommige gevallen op de eigen nationale politieke situatie aangepast. Ook Napoleon zelf kreeg soms Engelse spotprenten in handen en hij schijnt er furieus op te hebben gereageerd, zo furieus zelfs dat sommige prenten voor hem een aanleiding zijn geweest om nog eens een inval in Engeland voor te gaan bereiden.
Een snelle inventarisatie van Hollandse spotprenten op Napoleon laat zien dat het aantal prenten in vergelijking met andere landen hier teleurstellend laag is. De naslagwerken van de collecties van Frederik Müller en de Atlas van Stolk laten, naast een aantal spotprenten van Engelse origine, slechts een handjevol originele Hollandse spotprenten op Napoleon zien. Vaak zijn de tekenaars anoniem.
Op een anonieme prent uit 1813 werpt Napoleon zich in de muil van de Engelse dog en hij roept hij: ‘op genade’ (afb. 4). In het bijbehorende vers wordt duidelijk hoe Napoleon hier als een verachtelijk creatuur wordt neergezet: