Bij het afscheid van mevrouw drs. J. Brok-ten Broek
In augustus 1975 beëindigt, althans officiëel, mevrouw Brok haar werk aan het Repertorium. Ruim vijf en twintig jaar heeft zij de zorg gedragen voor dit onmisbare hulpmiddel. Met ingang van 1949 was zij in dienst getreden van het toenmalige Nederlands Comité voor Geschiedkundige Wetenschappen, met als voornaamste taak het bewerken van het Repertorium en daarnaast de zorg voor de administratie van het Comité en voor de Nederlandse bijdrage aan de International Bibliography of Historical Sciences.
Mevrouw Brok was niet onvoorbereid voor het werk dat haar wachtte. Nadat zij op het Amsterdams meisjes lyceum, waar de latere Groningse hoogleraar Van Winter doceerde, haar eindexamen gymnasium had behaald, ging zij geschiedenis studeren. In 1938, dus midden in de crisis, deed zij haar doctoraal-examen. Vanaf 1940 was zij betrokken bij de uitgave van de Gouverneursrapporten door A.J.C. Rüter, in 1943 vond zij eindelijk werk op de universiteitsbibliotheek te Amsterdam. De ervaring die zij hier opdeed, zou haar later zeer van pas komen. Tot haar huwelijk in 1947 bleef zij hier werkzaam. Als geschiedschrijfster verdiende zij haar sporen met een omvangrijke, met gevoel voor sfeer en stijl geschreven bijdrage voor de bundel Van moeder op dochter, waarin zij de positie van de vrouw in de negentiende eeuw schetste.
Toen zij haar nieuwe functie aanvaardde, had het Repertorium een achterstand opgelopen. In 1940 was men met een nieuwe opzet begonnen, in de hoop voortaan jaarlijks een deel te kunnen publiceren, maar in de oorlog was dit niet gelukt. Na de oorlog nam het werk in omvang toe, door de groeiende historische productie en door het besluit ook de buitenlandse litteratuur over Nederlandse geschiedenis in het Repertorium op te nemen. Geleidelijk groeide het werk van een positie voor halve dagen tot een volle dagtaak. Het moet een grote voldoening voor mevrouw Brok zijn, dat zij bij haar aftreden niet alleen het deel 1969-1971 persklaar heeft gemaakt, maar dat haar medewerker en opvolger drs. Th.S.H. Bos ook het deel 1972-1974 gereed heeft, zodat de achterstand eindelijk is ingehaald.
Slechts weinige van de talrijke gebruikers van het Repertorium zullen zich realiseren hoeveel toewijding en hoeveel doorzettingsvermogen, maar ook hoeveel oordeel des onderscheids dit werk vraagt. Het is goed hier daarop de aandacht te vestigen, nu mevrouw Brok na meer dan een kwart eeuw zeer toegewijde dienst haar werk gaat beëindigen. Wij wensen haar nog vele goede jaren toe.
J.J.W.