In Memoriam Dr. M.E. Kronenberg 1881-1970
Bibliografen en boekhistorici zullen nu het leven van Dr. Kronenberg, een van de zeer groten op hun vakgebied, afgesloten is, zeer zeker behoefte gevoelen zich te bezinnen op de bijzondere eigenschappen van haar wetenschappelijk werk. Dat zal dan vooral ook betrekking hebben op het werk waarvoor Wouter Nijhoff aan het eind van de vorige eeuw de grondslag had gelegd, de Nederlandsche bibliographie van 1500 tot 1540, dat nadat de definitieve bewerking van het materiaal en de voltooiing van het eerste deel aan Mejuffrouw Kronenberg was toevertrouwd, zo geheel haar levenswerk geworden is. Intussen is ‘Nijhoff-Kronenberg’ reeds ten volle een instrument dat door iedereen die enig aspect van de geschiedenis der Nederlanden tussen 1470 en 1540 bestudeert, ter hand genomen moet worden zodra ‘drukwerk’ als bron of als object in het onderzoek wordt betrokken. De begrenzing in de tijd met het jaar 1470 wordt, zoals men zal begrijpen, bepaald door het feit dat ‘Nijhoff-Kronenberg’ de voortzetting is, in chronologisch opzicht, maar met een eigen bibliografische methode, van Campbells Annales de la typographie néerlandaise au xve siècle. Het is nu ook voor een historicus het ogenblik waarop hij zich kan realiseren dat dit meesterwerk, een ook voor hem onmisbaar hulpmiddel en een schatkamer die onuitputtelijk lijkt, hem reeds een halve eeuw ter beschikking staat. In die periode, na het verschijnen van het eerste deel, waarvan de publicatie in 1919 begon en in 1923 eindigde, is deze bibliografie door het onderzoek van één wetenschappelijke werker verdubbeld en voltooid. Dat laatste dan in de zin van voltooiing van het onvoltooibare. Het eindpunt werd bereikt via de etappes van deel twee in 1940, de inleiding tot het derde deel in 1942, de vier afzonderlijk gepubliceerde ‘stukken’ daarvan, achtereenvolgens in 1951, 1958, 1961 en 1966, en de bibliografie zal door
Dr. Kronenberg afgesloten zijn wanneer in 1971 het vijfde stuk verschijnt dat zij zelf nog kort voor haar plotseling overlijden kon voltooien.
De bekroning van haar wetenschappelijk werk ontving Mejuffrouw Kronenberg, ook voor haar eigen gevoel, door het ere-doctoraat van de Universiteit van Amsterdam, in