Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden. Deel 85
(1970)– [tijdschrift] Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 167]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De economische conferenties te Brussel in 1699
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I. Voorspel van de economische conferenties1. Aanleiding tot de Economische ConferentiesIn mei 1698 reageren ‘les marchands des principales villes joints les magistrats | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 168]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
desdites villes’ tegen de door het Parlement te Londen goedgekeurde wet ‘for rendring the Laws more Effectual for preventing the Importation of Foreign Bone-Lace, Loom-Lace, Needle-work, Point- and Cut-work’, die de Zuidnederlandse kantexport naar Engeland volledig dreigt af te snijden. ‘Pour prevenir leur entiere ruine’ smeken ze Max Emanuel, Willem III te bewegen de wet niet te ratificeren of, zo de koning weigert, vergeldingsmaatregelen te nemenGa naar voetnoot2.. De Raad van State vraagt advies aan de magistraat van Brugge en Gent. Brugge stemt dadelijk met het rekwest in. Pas op 30 september antwoordt Gent dat magistraat noch kooplieden van het vertoog ‘sur le nom des marchands des principales villes’ iets afwisten en derhalve op de overkomst van de Engelse wettekst gewacht hebbenGa naar voetnoot3.. Brugge, teleurgesteld over het gemiste effect van het rekwest - van deze stad alleen was het immers uitgegaan -, dient half oktober bij de Staten van Vlaanderen een nieuw vertoog in. De rijkdom van een land, aldus de magistraat, is op produktie en afzet gebaseerd; dit toont de ervaring aan eertijds in de Zuidelijke Nederlanden en momenteel in Frankrijk, Engeland en de Republiek. Met het huidige verval van de nijverheid wijken arbeiders naar voorspoediger landen uit, kunnen de buurlanden onze grondstoffen goedkoop opkopen en ze ons opnieuw als afgewerkte produkten duur verkopen. Massaal, vervolgt het vertoog, exporteert Engeland tegen dumpingprijzen wolwaren alhier, terwijl hetzelfde Engeland, ‘al waer groote consumptie was gheschiedende’, kant en lijnwaad met een feitelijk invoerverbod treft. Om de ‘bitterste armoede’ nog te kunnen afwenden, dringt Brugge er ten slotte op aan dat de ‘manufacturen van dese landen by alle middelen moeten gheconserveert worden ende de vremde uuytghebandt, soo veele als het moghelyck is..., voorts waert wel in raede scherpelijck te verbieden het uuytgaen van alle onghefabriquierde materien’ om alzo ‘te profiteren vanden prijs vande manufacturen die in sommighe specien van wercken ghelijck in canten verre te boven gaet den prijs vande materie’Ga naar voetnoot4.. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 169]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De volgende weken raadplegen de Staten van Vlaanderen hun ondergeschikte steden en plattelandsdistricten over de proportionele verdeling van de subsidie-1699 en tegelijkertijd over de eigen economische situatie in het licht van het Brugse vertoog, omdat ‘een affairen van sulcke consequentie waervan dependeert het welvaert van dese landen niet en vermagh ghetracteert te worden sonder de kennisse ende adveu vande heeren principaelen’Ga naar voetnoot5.. Uit deze ruime confrontatie besluiten de Staten, de landvoogd ter gelegenheid van de aanstaande subsidieverlening op de ernst van de economische depressie en op de dringende noodzaak van regeringstussenkomst te wijzenGa naar voetnoot6.. ‘C'est donc une condition de ce subside’, schrijven de Staten eind december 1698 aan Max Emanuel, de kantnijverheid te beschermen tegen het recente Engelse invoerverbod en de inplanting van deze nijverheid aldaar, evenals de linnennijverheid, bedreigd door de prohibitieve invoerrechten in Engeland en het opkopen van Zuidnederlands vlas door de Hollanders, en ook de eens zo bloeiende wolnijverheid, die fel lijdt onder de concurrentie van het vreemde produkt. Daarom vragen ze een importverbod van al de fabrikaten uit Engeland en de Republiek die de Spaanse Nederlanden zelf produceren, vrije uitvoer van eigen produkten en ten slotte de verplichting uitsluitend inheemse stoffen te dragenGa naar voetnoot7.. Uit het Brugse rekwest alsook uit de antwoorden van de geraadpleegde magistraten en colleges blijkt, dat de dreigende crisis in de arbeidsintensieve kant- en linnennijverheid, vooral wegens het Engelse protectionisme, de aanleiding is - oorzaak was de algemene depressie - tot het initiatief van de Staten van Vlaanderen. Dat ze tevens pleiten, na de lichte opleving tijdens de oorlog, voor een herstel van de vervallen wolnijverheid, die in vergelijking met de lijnwaad-massaproduktie slechts aan relatief weinig handen werk gaf, is te begrijpenGa naar voetnoot8.. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 170]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op 5 januari 1699 antwoordt Max Emanuel aan de Staten van Vlaanderen dat hij besloten heeft ‘de convoquer a cet effet des deputez de chaque principale ville de ces Pays... et nommer a des principaux ministres pour les entendre et conferer sur les moyens et expediens les plus promts et efficaces pour le maintien et augmentation des fabriques ici establies et l'introduction et establissement des autres et Son Altesse Electorale donnera la main a tout ce que sera trouvé convenable pour le benefice d'icelles’Ga naar voetnoot9.. Eveneens op 5 januari nodigt de landvoogd de voornaamste steden uit, wat het direct verband tussen beide initiatieven aantoont. Dit verband nochtans te exclusief poneren, ware al te simplistisch op het ogenblik dat een vrij bewogen 1698 eindigde. Dit eerste vredesjaar confronteerde de bevolking met een geïntensifieerde economische depressie, zonder nog door het oorlogsklimaat overschaduwd te zijn. Doch met het regeringsinitiatief waren plots de verwachtingen vrijwel unaniem hoog gespannen om in 1699 op economisch vlak een echte vrede te negotiëren. Meteen onderving dit het smeulend ongenoegen van de Brusselse Naties, in wier stad de conferenties zouden plaats vindenGa naar voetnoot10.. Meteen kwam dit tegemoet aan de verzuchtingen van zéleux als Jan Vander Meulen en Pieter Cardon, die reeds jarenlang voor een dergelijk initiatief opteerdenGa naar voetnoot11.. Ook deze motieven hebben de regering in het bijeenroepen van deze stedenvergadering wellicht beïnvloed. Officieel nam de landvoogd de beslissing hiertoe. Reëel lijkt ons Bergeyck hiervoor verantwoordelijk wegens zijn grondige kennis van de economische situatie, de voortdurende confrontatie met optimistische projecten en pessimistische klachten, eigen hervormingspogingen en... zijn persoonlijk onderzoek van het door de Staten van Vlaanderen ingediend subsidie-dossier. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 171]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Voorbereiding door de stedenIn overweging nemend het nadeel dat ‘les fabricques des dentelles, et toiles de ces pays, et touttes autres manufactures de laine et de soye’ ondervinden wegens de hoge invoerrechten in buurlanden, alsook het levensbelang van de bloei van deze nijverheden en de inplanting van nieuwe voor 's lands welvaart, beslissen we afgevaardigden van de belangrijkste steden op 15 februari te Brussel bijeen te roepen. Dezen zullen samen met de voornaamste ministers in een jointe beraadslagen over de middelen ‘pour maintenir et augmenter les fabricques desja establies, et introduire et establir toutte sorte de nouvelle manufacture’. We bevelen u daarom, deze vergadering door een analoge gedachtenwisseling tussen magistraat en ‘tous les principaux marchands des fabricques, qui sont establis dans votre ville’ voor te bereiden en ons hierover tegen medio februari een verslag te zenden. Met deze mercantilistische geloofsbelijdenis nodigt Max Emanuel op 5 januari 1699 de voornaamste steden tot de economische conferenties uitGa naar voetnoot12.. De volgende weken zullen deze steden dit protectionisme in een reeks desiderata concretiseren. Nauwelijks gestart, dreigt het initiatief reeds uit de hand te lopen. De Brusselse Naties immers grijpen dadelijk de kans om via de conferenties hun economisch programma te realiseren. Ze benoemen daartoe in eigen schoot een commissie en overhandigen Max Emanuel op 18 januari een rekwest, waarin ze, na een dankwoordje aan de landvoogd, hun eisen formulerenGa naar voetnoot13.. Deze wending bevalt de Raad van State allerminst. Op zijn consult eist de landvoogd een Brussels antwoord uitsluitend vanwege de magistraat. Uiteraard verwant met het eerste, is dit officieel rapport minder hoekig en uitvoerig. ‘Les marchands et negotians de la ville de Bruxelles’ betogen dat het succes van het regeringsinitiatief zal afhangen van de ontwikkeling van de in- en externe scheepvaart als voorwaarde tot rechtstreekse import en van het maximaal behoud van eigen grondstoffen als basis voor een gezonde economie. Voorts bekritiseren ze Frankrijk wegens het aanlokken van arbeidskrachten, Engeland en de Verenigde Provinciën omwille van hun uitvoerverbod van grondstoffen en hun invoerverbod van vele eindprodukten. ‘Si nous procedions sur les mesmes maximes’, adviseert Brussel, ‘nous en pourrions | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 172]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
receuillir les mesmes avantages’, meer nog dan de naburige economieën dank zij onze incorporatie in het Spaanse wereldrijkGa naar voetnoot14.. Antwerpen wijt ‘den miserabelen staet van dit ghehoorsaem Nederlandt’ en ‘de totaelen onderganck van soo veele steden’ aan ‘die abondantie vanden invoer van alle vremde manufacturen’, verantwoordelijk voor het emigreren van duizenden burgers en voor het draineren van miljoenen gulden naar Frankrijk, Engeland en de Republiek. De enkele sectoren die nog voor export in aanmerking komen, botsen op invoerverboden en hoge tolmuren, zoals in Engeland voor kant, lijnwaad en tapijten en zoals in de Verenigde Provinciën voor wolwaren en gehekeld vlas. Deze landen stellen zich aan als scheidsrechters over onze uitvoer en proppen ondertussen Spanje, ‘alwaer alles wort ghepermitteert sonder distinctie’, vol met hun koloniale waren. Concreet vraagt Antwerpen een resoluut importverbod van wolwaren en complementair hiermee een volledig vrij ventileren ervan in de Zuidelijke NederlandenGa naar voetnoot15.. Uit het Kortrijkse antwoord spreekt bezorgdheid over de afneming van de lijnwaadafzet in het pays cédé en in Engeland. Dit is, meent Kortrijk, door een daling van de invoerrechten, van de Franse tot de vooroorlogse voet en van de Engelse tot het peil van deze geheven op linnen betrokken uit Frankrijk en Silezië, te verhelpenGa naar voetnoot16.. Heel wat uitvoeriger en hoogdravender verpakt Brugge zijn verzuchtingen in een negentiental artikelen. Deze zijn alle te herleiden tot het klassiek mercantilistisch klaverblad: verbod grondstoffen uit te voeren (wol, katoen, vlas) naast vrije invoer ervan (wol, katoen, huiden), vrije export van inheemse eindprodukten (wolwaren, naaigaren, kant, lijnwaad, roetkaarsen) en invoerverbod of hoge rechten op buitenlandse fabrikaten (wol- en metaalwaren, kant, lijnwaad, zijde, klederen, hoeden, gelooid leder). Ook pleit Brugge voor het herstel aldaar van de stapel van Spaanse wol en voor een kordate bestrijding van ontduiking en fraudesGa naar voetnoot17.. Niet minder pessimistisch dan het Antwerpse is het Gentse antwoord. Op het eerste gezicht stevig gefundeerd, schetst het in zwart-wit tegenstellingen de (steeds ongunstige) situatie in de diverse nijverheidssectoren, telkens gevolgd door de nodige hervormingsvoorstellen, die algemeen corresponderen met de Brugse. De voornaamste zijn corporatistisch-mercantilistische bescherming van de wolnijverheid met inbegrip van de wolstapel in ‘een oft meer steden, die men bequaemst | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 173]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
sal oordeelen’, protectie van de kant- en lijnwaadnijverheid door een emigratieverbod van arbeiders en door een gevoelige verhoging van de invoerrechten op vreemd linnen en van de uitvoerrechten op ruw vlas. De huidige ruime invoer van vreemde goederen, aldus het Gentse memorandum, reflecteert zich in een enorme geldaftapping, terwijl bovendien het Spaanse zilver bestemd voor de Zuidelijke Nederlanden steeds via de Republiek vervoerd en aangemunt wordt. Ten slotte waarschuwt het voor mogelijke illusies betreffende de inplanting van ‘eenighe nieuwe fabricken’, omdat het weinig aanlokkelijk economisch klimaat de ‘vremde meesters’ spoedig alle lust zal ontnemenGa naar voetnoot18.. Oudenaarde verwacht een kentering van zijn regressie door een streng mercantilistische protectie van de tapijtnijverheid van grondstof tot eindprodukt, verplicht lastbreken voor de Franse Schelde(af)vaarders en door elke handel te verbieden in de omringende dorpen, tenzij enkele winkeltjes voor lokaal verbruik. Oostende vraagt in verhouding tot de importafstand zoutbelasting te heffen ten voordele van de inlandse zoutraffinaderijen en slechts aan Zuidnederlandse schepen de doorvaart landinwaarts toe te laten om aldus de eigen scheepsbouw en -vaart te begunstigenGa naar voetnoot19.. Ook de Waalse provincies, Henegouwen en Namen, luiden de noodklok. Volgens Bergen is de wol-, steenkool- en ijzernijverheid door de hoge Franse invoerrechten ten dode opgeschreven. Alleen onder druk van rigide retorsie kunnen deze verzacht worden, met name door een invoerverbod van alle Franse goederen en een uitvoerverbod van de grondstoffen en basisprodukten noodzakelijk voor de Franse economie. Momenteel immers, beweert Bergen, bedraagt de globale export van industriële produkten uit de Nederlanden naar Frankrijk 1% van de Franse import, welke wanverhouding zich uiteraard ook in de geldcirculatie weerspiegelt. Tevens klaagt het over de kwijnende Henegouwse afzet in Brabant en Vlaanderen; Bergen pleit daarom voor een straatweg of liefst nog een kanaal Bergen-Ath, voor prohibitieve invoerrechten op Engelse en Schotse steenkolen en op Zweedse en Deense ijzerwaren. Op analoge maatregelen voor de wol-, ijzer- en kopersector dringt ook Namen aan, met de restrictie de retorsie te beperken tot de bedreigde nijverheden in kwestie. Daarnaast verdedigt het voor de jonge glas-, papier-, zeepen staalnijverheid een voorzichtiger beschermingspolitiek gebaseerd op octrooienGa naar voetnoot20.. Enkele conclusies dringen zich bij de beschouwing van deze enquêtes op. Onge- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 174]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nuanceerd beschrijven de steden de heersende economische depressie, zonder ook maar ergens een onderscheid te suggereren tussen de kwalitatieve en kwantitatieve, absolute en relatieve regressie, laat staan een ruimtelijke differentiëring. Evenmin - de letter van de omzendbrief eiste dit wel niet - wijst ook maar één zinnetje op een herstel of bloei in een of andere nijverheidssector of handelstak, of laat men zich ook maar ergens uit over de landbouw. Unaniem verklaren ze de malaise door de al maar dalende afzetmogelijkheden in het buitenland en de toenemende vreemde concurrentie binnen de Zuidelijke Nederlanden, zich reflecterend in een emigratie van arbeidskrachten en in een eenrichtings geldstroom naar den vreemde. Slechts het lichten van twee schakels, zo redeneert elke stad, kan deze vicieuze cirkel doorbreken: een normatief of feitelijk uitvoerverbod van de grondstoffen en een invoerverbod van de eindprodukten in elke zieke sector, om niet alleen de binnenlandse afzet te verhogen maar ook de buurlanden tot verlichting van hun protectionisme te dwingen. Dit voor hen economisch dogma zal ook een leidmotief op de conferenties zijn. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Eerste reeks conferenties. poging tot bescherming van de nijverheid (16 februari - 7 maart 1699)1. Afgevaardigden van regering en stedenOp 12 februari benoemt Max Emanuel de regeringscommissie. Voorzitter is het oudste lid van de Raad van Financiën, de graaf van Sint-Pieters; de leden zijn de geheime raadsheer Maximiliaan van Voorspoel, de raadsheer van Financiën Urbain vander Borght, de rekenmeesters Willem van Velthoven en Willem Gillis-Hujoel, resp. van de Rekenkamer van Vlaanderen en BrabantGa naar voetnoot21.. Drie dagen later vraagt de voorzitter zijn benoeming te herroepen. Hij wijst de landvoogd op zijn hoge ouderdom, wankele gezondheid en het gure seizoen, wat hem niet toelaat op de zo belangrijke conferenties aanwezig te zijn. ‘Je me trouve obligé’, vervolgt de graaf, ‘a representer très humble a Vostre Altesse Electorale combien il importe au service du Roy, et bien de l'estat d'en charger un ministre dudit conseil, un autre plus fort, robuste, et vigoureux, pour en supporter la fatique et y assister avec assiduité a l'instruction, requerant traitte de temps, et force parmy les bruits et contestations, qui n'y manqueront pas.’ 's Anderendaags is het voor de Raad van State vrij gemakkelijk aan de landvoogd | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 175]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de kandidaat voor te stellen die Sint-Pieters had gesuggereerd: BergeyckGa naar voetnoot22.. Wou de thesaurier-generaal door deze diplomatieke zet Sint-Pieters niet voorbijgaan, of zich met een excuus wapenen tegenover Madrid? In elk geval is de commissie gunstig ontvangen door de deelnemende steden, waarvan de afgevaardigden in deze dagen te Brussel aankomen. Uitgenodigd waren ‘des deputes des magistrats des principales villes de ces pays, assistes de leur principaux negocians les plus intelligens dans le negoce, et les plus pratiques et industrieux dans la fabrique des manufactures’Ga naar voetnoot23.; gedelegeerd worden als vaste kern een burgemeester of schepen en een stadspensionaris, bijgestaan door vertegenwoordigers van de handels- en/of nijverheidskringen. Voor Antwerpen zijn het buitenburgemeester Paschier Ignace van den Cruyce, stadspensionaris Jan Frans Lams, kooplieden en vertegenwoordigers van de drie hoofdambachtenGa naar voetnoot24.. Brugge stuurt voorschepen Jan Frans Nans, stadspensionaris Frans Claysman, koopman en tevens schepen Filip van Toers, een ‘laeckenwever’ en een ‘wollewever’Ga naar voetnoot25.. De Gentse delegatie omvat tweede schepen Maximiliaan Antoon Rym, tweede stadspensionaris Ferdinand Tavernier en koopman Jacques de RichebourgGa naar voetnoot26.. De conferentiestad zelf delegeert burgemeester Jacques Madoets, de burgemeester uit de Naties Stefaan Tkints en stadssecretaris Van NuveleGa naar voetnoot27.. De Mechelse afvaardiging is uit burgemeester Jan Hendrik Huens, pensionaris Horatius van Milanen, ‘beneffens de geinteresseerde coop ende ambachts-lieden’ samengesteldGa naar voetnoot28.; de Oudenaardse en Kortrijkse uit twee leden van de magistraatGa naar voetnoot29.. Naast deze vijf Vlaamse en drie Brabantse delegaties komen ook deze van Bergen en Namen ten laatste zondag 15 februari aanGa naar voetnoot30.. De Leuvense laat zich verontschuldigen ‘a cause d'un repas de doctorat’Ga naar voetnoot31.. Ze zal samen met de Limburgse | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 176]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vanaf woensdag 18 februari aan de conferenties deelnemen; de Oostendse pas vanaf vrijdag 20 februari. Deze misten dan ook de op zijn minst merkwaardige start. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Eensgezindheid en meningsverschillen op de vergaderingenDe Naties trachten immers, na de principiële terechtwijzing van de regeringstop, nu via de basis der stedelijke gedeputeerden hun stem te laten horen. In de loop van zondag 15 februari verwelkomen ze bij monde van hun gecommitteerden individueel de delegaties en nodigen hen uit tot het bijwonen van een plechtige mis in Sint-Goedele voor maandagmiddagGa naar voetnoot32.. Hierna vergaderen de Naties en kiezen Vander Meulen en de oud-burgemeester van Oostende don Estevan de Duen̄as als hun woordvoerders. Beiden verontschuldigen zich als zijnde buitenstaanders, doch beloven wel hun medewerking. Hierop voegen zich leden uit de Naties bij de gedeputeerden op hun openingszittingGa naar voetnoot33.. Onder voorzitterschap van burgemeester Madoets vergaderen de stedelijke delegaties op het stadhuisGa naar voetnoot34.. Na een onderlinge kennismaking wordt hun het eerste gespreksonderwerp, opgesteld door Bergeyck, meegedeeld. Hierover zullen ze in een vaste volgordeGa naar voetnoot35. hun advies uitbrengen, wat secretaris Van Nuvele als inlichtingsbron voor Bergeyck verslaat. Deze zal dan de gedeputeerden te zijnen huize uitnodigen, om samen met de andere commissieleden en onder zijn voorzitterschap over de uitgebrachte adviezen te beraadslagen en om de volgende agenda voor te bereiden. Over deze besluiten zal de commissie advies bij de Raad van State indienen en deze vervolgens consult bij Max EmanuelGa naar voetnoot36.. Het eerste memorandum betreft de wolnijverheid. Hierin opteert Bergeyck voor progressief verhoogde invoerrechten op vreemde wolwaren om onderproduktie en prijsstijging te voorkomenGa naar voetnoot37.. 's Anderendaags, dinsdag 17 februari, veroordelen Antwerpen, Mechelen en Brussel Bergeycks voorstel als een maneuver om de fiscale belangen op de economische te laten primeren. Ze eisen derhalve een principieel importverbod, terwijl de andere steden eventueel met prohibitieve rechten willen genoegen nemen. Unaniem echter wensen ze elke wolexport en het gebruik | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 177]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van vreemde stoffen te verbieden, en dringen ook op een preferentieregime vanwege Spanje aanGa naar voetnoot38.. 's Namiddags in de plenaire zitting met de regeringscommissie zetten de delegaties hun standpunt kracht bij door het tonen van... stalen van laken in hun steden vervaardigd. In elk geval hebben de houding en verklaringen van de deputaties de commissieleden gekenterd, wat blijkt uit hun eerste advies aan de Raad van State van 18 februari. Na een ruwe schets van de alternatieven, ofwel een florerende interne nijverheid, aangezien ‘les fabriques sont les nerfs et la substance de l'Estat et peuvent seules conserver et augmenter les capitaux’, ofwel een verdere invoer van vreemde produkten, waardoor ‘nous nous trouverons finalement sans fabriques et dans un entier aneantissement’, stemt de commissie in met de stedelijke voorstellen, met inbegrip van een officieel invoerverbod van wolwaren ondanks de mogelijke tegenkanting van het buitenland en een ernstig voorbehoud voor het resultaatGa naar voetnoot39.. Bij de behandeling van de stoffen geheel uit of vermengd met zijden, gouden of zilveren draad, op woensdag 18 februari, is de eensgezindheid zoekGa naar voetnoot40.. Wel gaan allen daarna akkoord om zowel invoer als dracht van Oosterse zijden, basten en katoenen stoffen, kamelotten en greinen rigoureus te verbiedenGa naar voetnoot41.. In de namiddagvergadering spreken allen zich uit voor vrije uitvoer van kant en voor preferentiële invoerrechten - Gent zelfs voor monopolistische vrije import - in Spanje. Over de invoer van vreemde kant zijn de meningen verdeeld. Brugge wil deze door een invoerbelasting van 30% ad valorem afsnijden; Mechelen en Kortrijk verdedigen een gehele ontlasting van de Franse kantimport. Donderdag 19 februari is het de beurt aan lijnwaad, garen en linten. Allen treden het Gentse advies bij, de import onder een belasting van 25% der waarde te verstikken, onze export naar Spanje te begunstigen door een verlaging van de Spaanse invoerrechten, de uitvoer van gehekeld vlas vrij te stellen en transito van garen en linten mits efficiënte controle verder toe te latenGa naar voetnoot42.. Hiermee is ook de tweede memorie afgehandeld en hierover wordt 's namiddags tussen gedeputeerden en | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 178]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
commissieleden ten huize en onder voorzitterschap van Bergeyck van gedachten gewisseld. Voor vrijdag 20 februari staan heel wat produkten op de agenda. Begonnen wordt met ‘de fabricke van ligature, meselaenen, boere caffen, barackaenen, dobbel ende enckele mockaeden, crippetten, point d'Hongrie, ende andere dierghelijcke stoffen, dienende tot Ciraet van Camers, behancxsels van bedden, boecksacken als anderssints’. Zoals voor de wolnijverheid is Antwerpen, andermaal gesteund door Leuven, voorstander van een wettelijk, de andere steden van een feitelijk invoerverbod. Eenzelfde prohibitie vragen de steden ook voor de hoed- en kousnijverheid. Onverwacht is het voorstel van Antwerpen en Leuven. Waar men tot nog toe steeds maar ijverde voor protectie van de interne tegenover naburige economieën, bepleiten beide dat, als logisch complement, alle steden de interne goederenbeweging volledig zouden ontlasten. Op zaterdag 21 februari komen de koper-, ijzer- en tapijtnijverheid aan bod. Voor de eerste twee verdedigen alle deputaties de Naamse voorstellen: uitvoerverbod van oud koper en Limburgs kalmijn, importverbod van vreemde en vrije export van inheemse ijzerwaren. Alleen Antwerpen maakt een ernstig voorbehoud voor het Naamse monopolie en acht slechts matige rechten op de import van vreemde koperwaren en op de export van inheems koperschroot nodig. Met soortgelijke prohibities te vragen voor de tapijtnijverheid besluiten de deputaties hun eerste conferentieweek. Op maandagmorgen 23 februari start het derde plenum over het adviezenpakket van 20 en 21 februari uiterst loom, komt nooit van de grond, alsof commissieleden en gedeputeerden ‘estoient de couvert ledit jour a ne rien faire de bon’Ga naar voetnoot43.. Ten slotte beslist Bergeyck de gewone zittingen pas voort te zetten, nadat de stadspensionarissen afzonderlijk een ontwerp-plakkaat voor wol en wolwaren zullen uitgedokterd hebben. Hiermee komen ze 's woensdags klaar. In deze dagen ageren reeds de eerste ontevredenen naar aanleiding van de conferentiesGa naar voetnoot44.. Deze hervatten op donderdag 26 februari. Die dag komen detailkwesties ter sprake opgedoken bij het opstellen van voornoemd ontwerp: richtlijnen voor het zegelen der lakens, voorzorgen bij transito van Engelse produkten naar Holland | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 179]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en Duitsland en bij doorvoer van Duitse wol naar Frankrijk, timing voor het verkopen der nog resterende vreemde wolwaren. Voor dit laatste punt, artikel XXII van ontwerp en plakkaat, acht Antwerpen anderhalf, Brugge twee jaar na publicatie van de ordonnantie voldoende. Hierover beraadslaagt 's namiddags opnieuw de plenaire vergadering, waarin ook het ontwerp in zijn geheel voorgelezen wordt. Bergeyck stelt tevens voor, de volgende zittingen te wijden aan agrarische produkten om, aldus de voorzitter, ‘het plat landt oock te beneficieren’. Op vrijdag 27 februari beraadslagen de gedeputeerden over het revolutionaire voorstel van Bergeyck, de granen via een sliding scale-systeem van douanerechten te beschermenGa naar voetnoot45.. Antwerpen stemt ten volle met het project in; Brugge, Brussel en Leuven principieel ook mits partiële tariefwijzigingen. Mechelen wil bij het oude blijven, terwijl de belangrijkste delegatie, Gent, onomwonden verklaart dat het ‘nu geene tijdt nochte saysoen en schijnt te zijn die propositie alsoo te handelen’. Begon deze conferentieweek maar slapjes, des te verwarrender eindigt ze. Op zaterdag 28 februari staan oliën en zaden op het programma. Nadat ‘eenighe particuliere op die materie’ aan het woord zijn geweest, vragen de afgevaardigden 's middags dat alle niet-gedeputeerden (leden van de Naties?) de vergaderzaal zouden verlaten, wat sommigen prompt weigeren. Hierop wordt de vergadering geschorstGa naar voetnoot46.. Een bespreking over het twijnen van garen zet op maandag 2 maart de derde conferentieweek in. Leuven, bijgetreden door Antwerpen, trekt hevig van leer tegen de kapitalistische exploitatie door de kooplieden in kant. Beide deputaties verschillen evenwel van mening over de invoerheffing op het in de Verenigde Provinciën gebleekt garen: Antwerpen stelt een gevoelige verhoging voor, Leuven houdt het bij het geldende tarief totdat in Vlaanderen als te Antwerpen even wit als in het buitenland zal gebleekt wordenGa naar voetnoot47.. Dinsdag 3 maart komt de zeevis ter tafel. En met graten! Leuven verklaart dat ‘men niet en sal innoveren tottertijdt de vrij ende bequame deurvaert sal wesen’. Gent, samen met de andere Vlaamse deputaties ter zake blijvend, pleit voor vaste verkoopprijzen; Brugge voor vrije invoer met inheemse schepen en in het andere geval voor een belasting met 30% ad valorem. Hierop haakt Mechelen in en beklemtoont dat de weldra afgesnoerde invoer uit Zeeland door een zeeverbinding voor Brabant moet gecompenseerd worden. Mechelen immers betoogt de depu- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 180]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tatie, heeft ‘tot noch toe haere opinie maer gegeven inde vaste suppositie ende verlijdinghe van het gevolgh der selve navigatie’, waarop Gent schamper repliceert dat, indien het deze voorwaarde had gesteld ‘ten hoofde van dese conferentien inde plaetse van inden stert, sy soo veel tijdt niet en soude hebben doen verguisten’. De Vlaamse deputaties stemmen in met het Gentse, alle andere met het Mechelse voorstel. Hoe diep de kloof is tussen Vlaanderen en het achterland over deze infrastructurele ontsluiting, zullen pas de volgende weken uitwijzen. Op woensdag 4 maart gaan alle deputaties akkoord om de zoutziederij en -handel te bevorderen, doch verschillen sterk van mening over de middelen. Een rem in deze sector was artikel XIII van de Vrede van Munster, dat zowel voor geraffineerd als grof zout een zelfde invoerrecht in de Zuidelijke Nederlanden eiste. Dit bedroeg 1 fl. de Oostendse razier, wat de Hollanders toeliet goedkoper zout dan de eigen zoutzieders op de markt te brengen. Als remedie ziet Antwerpen een negeren van het Munster-artikel, Gent een drastische verhoging van het invoerrecht tot 3 fl. en vrije uitvoer van geraffineerd zout, Brugge eveneens vrije export doch behoud van het fingerende invoertarief en Mechelen de toelating aan ieder om zout te raffineren en te verkopen. Donderdag 5 maart komen de transito van wol(waren) en 's namiddags de zijden, gouden, zilveren en hun mengstoffen aan de beurt. Antwerpen, eens te meer gesteund door Leuven, bepleit een resoluut transitoverbod of, indien onmogelijk, een verdubbeling van de doorvoerrechten. Gent en alle andere deputaties menen echter dat de doorvoer niet kan verhinderd worden, al achten ze een strengere reglementering nodig. Betreffende de stoffen uit of vermengd met gouden, zilveren of zijden draad spreken allen zich uit voor prohibitieve invoerrechten. In hun laatste vergadering op vrijdag 6 maart bevestigen de stedelijke deputaties opnieuw het geëiste verbod van invoer, gebruik en dracht van Oosterse zijden, basten en katoenen stoffen. De consensus omnium in een aantal sectoren kon echter essentiële meningsverschillen uit de voorbije dagen niet overbruggen. Zullen de commissieleden in de laatste plenaire vergaderingen, vrijdagnamiddag 6 en zaterdag 7 maart, hierin slagen? Zo bekritiseren Antwerpen en Brussel, onder druk van hun koperhandelaars, het weldra toegestane monopolie aan de Naamse kopernijverheid als nadelig voor consument en schatkistGa naar voetnoot48.. Doch vooral het verzoek van alle niet-Vlaamse deputaties om een rechtstreekse verbinding van Brabant met de zee lokt volop ‘soo serieuse als andere discoursen’ uit. Realistisch is de tussenkomst van Bergeyck, die ‘een project sal stellen op welcke de versoeckers souden gaen examineren ende visiteren de gheleghentheden, bequaemheyt, possibiliteyt ofte impossibiliteyt, of, hoe ende lancxt waer die soude connen gemaeckt worden’. De Gentse afvaardiging | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 181]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
breekt de discussie uiteindelijk af door lakoniek te verklaren, dat zij daarover geen instructies bezitGa naar voetnoot49.. Voor de verrassing echter zorgt Antwerpen. Op expliciet bevel van de magistraat zet de Antwerpse deputatie een vroeger voorstel, één van de vele desiderata, om in een soort ultimatum: indien de voorgenomen afgrendeling van de invoer van buitenlandse textielen niet gecompenseerd wordt door de opheffing van alle directe en indirecte stedelijke belastingen op inheemse goederen, verzoekt deze afvaardiging ‘d'etre excuse de cette conference et que tout qui a été fait de leur part soit tenu pour nul et sans aucun effet’. De Brusselse delegatie belooft dat ze in gemeenschappelijk overleg met de andere steden zal trachten deze op te heffen door een andere inkomstenbron aan te boren om de hypothecaire renten af te lossen. De Gentse afvaardiging verschuilt zich andermaal achter de magistraat, maar acht het intussen toch nodig hem te schrijven, geen correspondentie desaangaande vóór haar terugkeer te beantwoordenGa naar voetnoot50.. Met deze betekenisvolle slotzitting eindigt de eerste reeks vergaderingen. De commissie kan haar eindverslagen opstellen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. Adviezen van de regeringscommissie. Consulten van de Raad van State. Ordonnanties van Max EmanuelNiets meer van het vroegere vraagteken nopens de efficiëntie is te bemerken, wanneer de commissie op 10 maart aan de Raad van State vraagt, twee ontwerp-plakkaten, één voor het exportverbod van wol en een ander voor het invoerverbod van vreemde textielen, beide geconcipieerd door de stedelijke deputaties, spoedig te onderzoeken. De Antwerpse eis voor een interne vrijhandel onderschrijven de commissieleden ten volle. Ze adviseren de Raad deze in het plakkaat in te lassen en de magistraat van Brussel, Gent en Brugge te schrijven voortaan van deze rechten af te zienGa naar voetnoot51.. Twee dagen later ontvangt de Raad van State een derde advies van de commissie over de zeeverbinding, ‘le poinct le plus considerable et qui peut le plus solidement restablir le commerce dans ces provinces’, over de vlasbewerking, voordien in Vlaanderen ‘des plus fleurissantes’ en over de zoutziederij en -handel, ‘qui doit apporter des advantages tres considerables’. Niets verhindert een directe en vrije zeeverbinding via Vlaanderen, menen de commissieleden, die voorstellen reeds bestaande ontwerpen - waarover later - uit technisch, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 182]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
financieel en vooral economisch standpunt te laten onderzoeken. Inzake vlasbewerking adviseert de commissie - als tegenwicht voor de tegemoetkoming aan het Brabantse kanaalverzoek? - het voorstel van de Vlaamse deputaties om gehekeld vlas vrij en ruw vlas hoog belast uit te voeren. De uiteenlopende stedelijke voorstellen inzake zoutpolitiek weet de commissie handig tot een compromis te harmoniëren, door het openstellen, zelfs subsidiëren van het zoutzieden en het afschaffen van de uitvoer- en interstedelijke rechten door een verdrievoudiging van de invoerrechten te laten betalenGa naar voetnoot52.. Deze verhoging van 1 op 3 fl. de Oostendse razier volstaat echter nog niet, aldus de commissieleden, om het fiscaal verlies gepaard met de inwilliging van de stedelijke voorstellen, te compenseren. De commissie opteert daarom voor een vermeerdering van de invoerrechten met gemiddeld 30% op wijnen, brandewijnen en azijnGa naar voetnoot53.. Op 5, 8 en 9 april onderzoekt ze al de overblijvende onderwerpen en tracht telkens de stedelijke verzuchtingen te beantwoordenGa naar voetnoot54.. Gevarieerd is dan ook haar advies aan de Raad van State op 13 mei. Ter bescherming van de zijden, gouden, zilveren en hun mengstoffen heeft de commissie moeizaam een tarief ineengetimmerd; de particuliere gemiddelden, reëel en nominaal, van de stedelijke tariefvoorstellen betekenen globaal een meer dan vijfvoudige verhoging van de invoerrechten. Vrije uitvoer en hernieuwing van de verbodsplakkaten op de export van arbeid, technische kennis en werktuigen omvat haar advies voor de kantnijverheid; dit inzake garen moet ze uitstellen ‘a cause de la difference des opinions des villes’. Voor onbereid leder adviseert ze vrije import en voor gelooid leder een verhoging van de invoerrechten met 150%, voor boomschors exportverbod en voor de tapijtbranche behoud van de in voege zijnde reglementen en tarieven. De invoerrechten op knopen en handschoenen wil de regeringscommissie met het dubbele en deze op kledingstukken en schoeisel tot 30% ad valorem verhogen. Voor de metaalsector stelt de commissie voor, de gesloten contracten met Aken en Stolberg te eerbiedigen, maar ondertussen met Namen contact op te nemen over de modaliteiten van de exclusieve aluinopkoop en van de monopolistische afzet van koperwaren in de Zuidelijke NederlandenGa naar voetnoot55.. De invoerrechten op ijzer en bepaalde oliën mogen verdrievoudigd worden. Voor de granen ten slotte stemt de commissie in met het stedelijk voorstelGa naar voetnoot56. inzake invoerheffing volgens een | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 183]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
glijdende schaal, doch stelt een beslissing uit tot na de oogstGa naar voetnoot57.. Over de eerste drie adviezen beraadslaagt de Raad van State op 15 maart en over het laatste op 23 mei, telkens in tegenwoordigheid van Bergeyck ex officio en Voorspoel ex mandato. In dezelfde bewoordingen zet de Raad alle commissievoorstellen om in een consult aan Max Emanuel, wiens Je me conforme ze principieel tot ordonnanties transponeertGa naar voetnoot58.. De officiële uitvaardiging zal niet lang op zich laten wachten. Naar aanleiding van de conferenties was reeds voordien een plakkaat verschenen. Enkele dagen na de bespreking immers van de koper- en ijzersector verbood een ordonnantie de uitvoer van ijzererts, oud koper- en ijzerwerkGa naar voetnoot59.. Op 1 april volgen dan de twee fameuze prohibitieve plakkaten, waarover dadelijk meer. Drie ordonnanties van 13 april stemmen volledig met de commissie-adviezen van 15 maart overeen: protectie van de vlasbewerking, begunstiging van de zoutziederij en, als neutralisering van het fiscaal verlies, verhoging van de invoerrechten op wijnen, brandewijnen en azijnGa naar voetnoot60.. Op 22 juni ten slotte treedt, congruent met het advies van 13 mei, een nieuwe tariefwetgeving in voege voor knopen, leder, kledingstukken, kant, schors, ijzerwaren, handschoenen, oliën, zijden, gouden en zilveren stoffenGa naar voetnoot61.. Hiermee eindigt, na de voorbereiding van de stedelijke afgevaardigden en van de regeringscommissie, de normatieve fase van de eerste reeks conferenties en begint... de executieve lijdensweg, in het bijzonder van de 1 april-plakkaten. Wat is het eigene van deze ordonnanties, die het orgelpunt van de Zuidnederlandse mercantilistische politiek heten te zijn? Na het fiat van Raad van State en landvoogd had Voorspoel beide ontwerpen in plakkaat-forma gezetGa naar voetnoot62.. Het eerste is het Placcaert ons Heere des Konincks verbiedende den uytvoer van de Wolle ende Wolle-gaerens, ongeweven ende niet verwercktGa naar voetnoot63.. Twintig artikelen omschrijven deze prohibitie door een gedetailleerde | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 184]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
reglementering van de legitieme en bestraffing van de frauduleuze wol(garen)handel. De eerste zestien zijn gekopieerd van verbodsplakkaten van 1610 en 1644Ga naar voetnoot64.. Origineler is het baanbrekende Placcaert ons Heere des Konincks by forme van eeuwigh Edict, verbiedende het inne-brenghen van alle soorten van vremde Laeckenen ofte Handt-wercken van Wolle, van wat nature die souden mogen wesen; als mede van alle soorten van Hoeden, Indiaensche Stoffen van Seyde, Bast, Cattoen, gedruckte ende ongedruckte Cattoene-LynwaetenGa naar voetnoot65.. Hoewel meer dan drie vijfde der vijftig artikelen van het Eeuwig Edict ook aan vroegere verbodsplakkaten, inz. aan deze van 1660 en 1666Ga naar voetnoot66., ontleend zijn, toch is de inbreng direct resulterend uit de conferenties, belangrijker dan kwantitatief de overblijvende artikelen laten vermoeden. Nieuw is de uitbreiding van het invoerverbod tot de Oosterse zijden, basten en katoenen stoffenGa naar voetnoot67.. Nieuw is de minutieuze reglementering en sluitende controle, die bijzonder de frauduleuze invoerstroom zal bemoeilijken. Nieuw is vooral de afschaffing van de interstedelijke rechten op de binnenlandse goederen. Neergeschreven in het Eeuwig Edict, konden de externe protectie en het interne liberalisme slechts door de dagelijkse naleving tot reële waarde komen. 1 April was pas de geboortedag. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. Naïef enthousiasme over de nijverheidspolitiekEnthousiast leven vrijwel alle steden deze plakkaten na: commissarissen worden benoemd ter controle, wolwaren gezegeld en geïnventariseerd, schikkingen getroffen voor de wolmarkten, zelfs op lokaal vlak overleg- en controlecommissies | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 185]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
opgerichtGa naar voetnoot68.. Concrete resultaten zouden niet lang op zich laten wachten. Hiervan overtuigd, wimpelen de steden dan ook alle buitenlandse protesten van de hand. Op 27 april vragen de Staten-Generaal hun onderdanen van de toepassing van het Eeuwig Edict vrij te stellen, aangezien het strijdig is met de Vrede van Munster, de wederzijdse contracten en het gunstig handelsklimaat. Ten slotte dreigen ze met retorsie en denken hierbij hardop aan de intrekking van het analoge plakkaat van 1666 onder druk van hun voorgenomen vergeldingGa naar voetnoot69.. Dezelfde motieven, schending van vroegere verdragen en bedreiging met represailles, bespeelt ook de Engelse gezant, die tevens laat uitschijnen - ‘une flatterie inventée’ meent BruggeGa naar voetnoot70. - dat het Engels Parlement het invoerverbod van kant van 1697 zou kunnen intrekkenGa naar voetnoot71.. Enkele dagen later bepleit de Luikse gezant te Brussel de vrijstelling van de 11 maart- en 1 april-ordonnantie voor het prinsbisdom en beroept zich hiervoor op familialeGa naar voetnoot72. en complementair-economische bandenGa naar voetnoot73.. Een gedetailleerd onderzoek van deze laatste beëindigt de diplomaat met de waarschuwing, dat Luik de uit de Zuidelijke Nederlanden geïmporteerde goederen gemakkelijk van elders kan betrekkenGa naar voetnoot74.. Door de Raad van State over de eerste twee protestnota's om advies gevraagd, antwoordt Brugge dat het natuurrecht elke koning toelaat, alle ordonnanties nodig voor het algemeen welzijn van zijn onderdanen uit te vaardigen. Voorbeelden te over geven Engeland en de Verenigde Provinciën door hun direct of indirect prohibitionisme op een hele reeks vreemde produkten. Waarom dan aan anderen verbieden, wat men zelf doet? Zo redeneert ook Ant- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 186]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
werpen, dat deze protesten moeilijk au sérieux kan nemen en de bedreigingen als voorbarig afwimpelt, daar Engeland en de Verenigde Provinciën zelf de eerste slachtoffers zouden zijn. Gent waagt zich niet aan voorspellingen. Wel ontzenuwt het systematisch alle beschuldigingen en baseert zich hiervoor gul op vroegere, meestal Engelse, wetgevingenGa naar voetnoot75.. Over het Luikse protest heeft de Raad van State de steden niet geraadpleegd. Hij neemt een afwachtende houding aan en verbergt deze achter de mededeling aan de gezant, dat de Raad de concordaten waarnaar Luik verwijst, zal onderzoekenGa naar voetnoot76.. De eensgezinde houding van de steden tegenover de buitenlandse protesten en hun ruime loyauteit tegenover de nieuwe plakkaten zijn eerder door een gelijklopend particulier voordeel dan door een gemeenschappelijk principieel standpunt ingegeven. In dit opzicht zal het laatste Eeuwig Edict-artikel inzake wederzijdse fiscale ontlasting een test zijn. Op dit punt hebben Antwerpen en Brugge het plakkaat nageleefd; ook Brussel, Gent, Leuven en Mechelen met de beperking dat ze de ‘manufacturen gemaeckt in eenige onse andere steden’ interpreteren als de wolwaren. Men kan nu al de strijd vermoeden over de draagwijdte van dit laatste artikel in de volgende maanden. Ondertussen werden ook in een verwante context woord en daad, particulier en algemeen belang op de proef gesteld. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Nieuwe conferenties. pogingen tot bevordering van de interne vrijhandel (mei-december 1699)1. Tweede reeks conferenties. Stedelijk particularisme aan het woord (19-22 mei 1699)Als de Raad van State, gevolg gevend aan Bergeycks voorstel, op 27 maart aan een zekere ingenieur Boulanger opdracht geeft de kanaalverbinding Oostende-Brabant technisch te onderzoeken, konden velen de eer van dit regeringsinitiatief voor zich opeisenGa naar voetnoot77.. Cardon en Vander Meulen konden 27 maart als de bekroning van hun jarenlange inspanningen zien. Ook de Brusselse Naties en de magistraat | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 187]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van Antwerpen, Leuven en Mechelen mochten deze opdracht als de hunne beschouwen. Om hen van bij de aanvang hierbij te betrekken, verzoekt de Raad van State op 3 april de conferentiesteden afgevaardigden te zenden om samen met Boulanger ‘aller visiter et prendre veue des lieux’Ga naar voetnoot78.. Reeds op maandag 6 april duidt Brussel zijn gedelegeerden aan: een zekere ingenieur Vander Baeren, Peter Wouters en Jan Baptist van Turnhout, oud-dekens der schippersGa naar voetnoot79.. Ze zijn ook de enigen die Boulanger op al zijn inspectietochten zullen vergezellen. Antwerpen vraagt het onderzoek tot na het Paasfeest (19 april) uit te stellen, ‘pour la faire avec plus de loisir et d'exactitude’, terwijl Leuven op 18 april beslist geen gedeputeerden meer te zenden, aangezien Boulanger toch reeds aan het werk isGa naar voetnoot80.. Principiëler is de gelijklopende en toch onafhankelijke motivering van de Brugse en Gentse boycot. Beide steden wijzen de uitnodiging van de hand, omdat een zo belangrijke aangelegenheid niet op stedelijk maar slechts op provinciaal vlak haar beslag kan krijgenGa naar voetnoot81.. In deze weken is de sensibiliteit voor een vrije zeeverbinding ook nog vanuit een andere hoek toegenomen. De nieuwe desem is het anonieme werkje t'Samen-Spraecke over den teghenwoerdighen staet der Spaensche Nederlanden. Logisch en helder verdedigt de auteur, Pieter Cardon, in deze praktische aanvulling op Den Oorspronck vande Ruïne en Aermoede der Spaensche Nederlanden, dat de sleutel tot het herstel is, wat de titel noemt, de Zeenavigatie, Openinghe ende Apropriatie vande Vaerten inde Provincien van Brabant ende VlaenderenGa naar voetnoot82.. Op 19 mei, - toevallig? - de openingsdag van de tweede reeks conferenties, worden te Brussel, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 188]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Brugge en wellicht ook elders alle t'Samen-Spraecken in beslag genomen, omdat ze zonder octrooi waren uitgegevenGa naar voetnoot83.. Tot deze mei-conferenties waren de steden op 6 mei uitgenodigd, om de ontwerpen van Boulanger te onderzoeken ‘et au surplus conferer sur ce qui touchera le benefice general du commerce’Ga naar voetnoot84.. Op de plenaire openingszitting dinsdag 19 mei ten huize van Bergeyck overhandigt de voorzitter de gedeputeerden een memorandum met vier vragen, waarop de antwoorden der steden direct tot één bepaald project uit de mogelijkheden door Boulanger onderzocht, moeten leiden. Het eerste punt behelst de verbinding Brugge-GentGa naar voetnoot85.. Hiervoor kan volgens Boulanger ofwel de Lieve ofwel de Zuudleye tot een breedte van 24 m en een diepte van resp. 3,5 m en 2,75 m aangepast wordenGa naar voetnoot86.. De vergadering hierover op woensdag 20 mei splitst de deputaties in twee groepen: Antwerpen, Leuven, Mechelen, Namen, Oostende en Brussel opteren voor het Lieve-project; Gent, Brugge, Dendermonde en Bergen zullen... bij hun magistraat verslag uitbrengenGa naar voetnoot87.. 's Anderendaags kent het peil van de vergadering een dalende lijn. Op de vraag of voor het traject Oostende-Brugge-Gent een nader onderzoek noodzakelijk is, antwoorden Antwerpen, Leuven, Oostende en Namen bevestigend. Mechelen zal zich naar de beslissing van de regering schikken. Bergen laat het onverschillig aangezien hun ‘die saeke soo niet en raecken om hunne affgelegenteyt’ en Brussel acht een nieuw onderzoek onnodig, tenzij Brugge en Gent dit wel zouden verkiezen. De deputatie van beide steden, die louter als waarnemers de conferenties bijwonenGa naar voetnoot88., en deze van Dendermonde zullen hun college hierover inlichten. Het | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 189]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
derde punt betreft het doortrekken van het kanaal naar de Beneden-Schelde. De delegaties moeten kiezen onder vier kanaalprojecten, waarvan -1 en -2 te Tielrode, -3 benoorden Antwerpen bij het fort Ste-Marie en -4 bij Dendermonde in de Schelde uitmondenGa naar voetnoot89.. Antwerpen, Mechelen, Oostende en Brussel vragen een nader onderzoek in te stellen, de andere deputaties hun magistraat te raadplegen. Over de middelen ter financiering, de laatste vraag van het memorandum, zijn allen het roerend eens om... ‘rapport te doen aen hun collegie’. De laatste conferentiedag, vrijdag 22 mei, komen nogmaals de gouden en zilveren stoffen ter tafel. Onder impuls van Gent, hopend hierdoor een eind te maken aan wegvloeiend kapitaal, allerhande fraudes en de voor velen ruïnerende modezucht, wil Bergeyck de dracht ervan verbieden. Schromelijk overdreven zijn deze schaduwplekken, meent Mechelen, dat, zoals Antwerpen, Leuven en Brussel, een hoger invoerrecht verkiest. Deze poging van Gent om nog in extremis de voorgenomen nieuwe tariefwetgeving door een absoluut verbod te vervangen, baatte niet. Deze driedaagse conferenties sluiten inhoudelijk nauw bij de eerste reeks aan. De vergaderingen van 22 mei zijn in feite bijkomende gesprekken, deze over de zeeverbinding het verwachte gevolg op de in de voorgaande conferenties gestelde eisen en genomen beslissingen. Kwalitatief was het resultaat zo niet nihil dan toch gering. Hiervan de steden alleen de schuld geven, zou geen rekening houden met de vage principiële aanvangshouding van Vlaanderen, het eenzijdig plaatselijk onderzoek, de onvoldoende voorbereiding der magistraten bij gebrek aan informatieve gegevens en vooral de angstvallige zorg voor een formele continuïteitGa naar voetnoot90., te wijten aan de op- en neerwaartse druk van de Naties op de regeringGa naar voetnoot91.. Bovendien worden deze interne spanningen door reacties tegen de pas uitgevaardigde plakkaten doorkruist. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Negatieve reacties op de recente economische politiekDe Staten van Limburg eisen de intrekking van de 1 april-ordonnanties, omdat de autarkische tendens ervan met de geografische en economische afzondering van de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 190]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
provincie onverenigbaar isGa naar voetnoot92.. Antwerpen vraagt een uitzondering op het Eeuwig Edict voor zijn zwartververs en Gent protesteert tegen elke interstedelijke fiscale ontlastingGa naar voetnoot93.. Het uitvoerverbod van inheemse wol en de verplichting deze slechts in besloten steden te verkopen, leiden tot ineenstorting van de marktGa naar voetnoot94.. De verhoging van de invoerrechten op zout vindt de Antwerpse magistraat ongeoorloofd, terwijl de Raad van State Gent en Brugge attendeert op de onbillijke prijsstijging voor de consument, omdat in beide steden nog geen zout volgens het nieuw tarief is ingevoerdGa naar voetnoot95.. Ondertussen blijft ook de 11 maart-ordonnantie ter bescherming van de binnenlandse kopernijverheid voortdurend pro- en anti-rekwesten uitlokken, inz. omdat Namen het voor uitvoer verboden koperschroot uitsluitend met nieuw koper in plaats van in speciën wil vergoedenGa naar voetnoot96.. Het verzet, dat zich grotendeels in koopliedenkringen manifesteert, kent te Brussel onverwachte gevolgen. In een vertoog aan Bergeyck betogen de kooplieden in kant, dat de toenemende armoede veroorzaakt wordt door het Engelse importverbod en men zich ook, als retorsie tegen ons verbod van invoer van alle vreemde goederen, aan analoge prohibities vanwege Frankrijk en de Republiek mag verwachten. Meer dan een miljoen zielen zijn aldus tot de bedelstaf veroordeeld, terwijl het tot rede gekeerde Engeland ons aanbiedt zijn verbod door matige rechten te vervangen. Maar, besluit het rekwest, de Zuidelijke Nederlanden verkiezen het onzekere boven het zekere, geobsedeerd als ze zijn door de bescherming van de wolnijverheidGa naar voetnoot97.. Dergelijke geprefabriceerde overdrijvingen, contradicties en ont- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 191]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hullingen volstonden ruimschoots om de conferenties als verantwoordelijk voor de teruglopende activiteit in deze arbeidsintensieve branche te brandmerken, of... om naast de structurele economische exploitatie de arbeid(st)ers voor de gelegenheid ook politiek te gebruiken. Het smeulend ongenoegen in deze kringen, ondanks de overredingspogingen van de Naties en bijzonder van Vander Meulen, ontlaadt zich op 25 mei in relletjes eerst bij de woning van Bergeyck, daarna voor het stadhuis. Voor de thesaurier-generaal is het een welgekomen aanleiding tot ontslagnemingGa naar voetnoot98.. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. Derde reeks conferenties. Nieuwe uitgave van de tweede reeks (11-25 juni 1699)Uit de uitnodigingsbrief van 23 mei blijkt dat de regeringscommissie en de Raad van State van de derde reeks nu eens een duidelijk en volledig antwoord op de vier kanaalvragen uit de mei-conferenties verwachtenGa naar voetnoot99.. Doch de barometer van de lokale voorbereiding stemt weinig hoopvol. Leuven is ervan overtuigd dat alle steden behalve de ‘eerste hooftstadt van brabant’ uit de zeeverbinding voordeel zullen halenGa naar voetnoot100.. Kortrijk interesseert zich alleen aan de geruchten die zijn afgevaardigden te Brussel hebben opgevangen, als zou Engeland voorstellen de invoerheffing op lijnwaad te matigenGa naar voetnoot101.. Gent licht de Raad van State in dat tijdgebrek elk ernstig onderzoek en voorbereiding uitsluit, het derhalve van een deputatie afziet, waarop de Raad met een expliciet oproepbevel reageertGa naar voetnoot102.. Ook Brugge wil de conferenties boycotten wegens de wanverhouding tussen de belangrijkheid van het project en de al te beperkte inspraak van heel het land. De Raad van State verklaart deze motivering voor onontvankelijk en beveelt ‘sans perte d'une heure de temps’ afgevaardigden te deputerenGa naar voetnoot103.. Ze komen maandag 15 juni te Brussel aan. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 192]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De conferenties waren reeds drie dagen oud. Drie dagen van diepe teleurstelling. Op donderdag 11 juni opende de nieuwe voorzitter, baron van Goyck, met een plenaire zitting het derde luik van de conferentiesGa naar voetnoot104.. Naast Brugge hebben ook Oudenaarde, Kortrijk en Dendermonde geen afgevaardigden gestuurdGa naar voetnoot105.. Doch de afwezigheid van deze - toevallig? - Vlaamse deputaties is niet de hoofdreden, waarom 's anderendaags op nauwelijks één dag heel het kanaalprogramma wordt doorgenomen. Tussen de Lieve en de Zuudleye als verbinding Brugge-Gent herhalen alle delegaties, behalve de Gentse, hun voorkeur voor het eerste kanaal. Deze laatste verklaart dat gezien de omstandigheden de magistraat onmogelijk zijn standpunt kan bepalenGa naar voetnoot106.. Op de tweede en derde vraag verwijzen de deputaties ontwijkend naar hun adviezen van 20 en 21 mei, de Gentse naar haar instructies. De antwoorden op de laatste - volgens alle steden voorbarige - vraag naar het hoe der financiering klinken verschillend, doch zijn in wezen eenstemmig. Antwerpen en Brussel stellen voor, de financiële last over het ‘gheel district van de Provincien’, ieder ‘volgens syn macht’, uit te strijken. Leuven meent dat alleen de provinciale Staten hierover kunnen beslissen. Dit is ook het oordeel van Bergen, dat nog meer voelt voor een individuele belasting der schepen. Mechelen wil pas na een positieve beslissing nopens de realisering over het financieel aspect praten. Namen vraagt vrijstelling, omdat de provincie deze supplementaire last niet kan dragen en bovendien het kanaal haar van geen enkel nut zal zijn. Oostende ten slotte zou ‘seer geirne’ willen bijdragen,... indien de stad niet in zo een financieel moeras stak. 's Anderendaags, zaterdag 13 juni, in de voltallige vergadering ten huize van voorzitter Goyck wijzen de commissieleden het Gentse antwoord als onvoldoende van de hand. De Gentse afvaardiging repliceert verontwaardigd dat ‘d'affaire daermede op de rechte wegh’ is gesteld, ze haar opdracht accuraat heeft volbracht, en vraagt meteen te mogen vertrekkenGa naar voetnoot107.. In het advies aan de Raad van State van dezelfde dag noemt de commissie de Gentse houding een niet te rechtvaardigen uitvlucht en stelt voor, de magistraat uitdrukkelijk te verzoeken zijn standpunt tegenover het kanaalconcept te bepalen. De Raad sluit zich in de zitting van maan- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 193]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dag 15 juni, die Goyck en Voorspoel bijwonen, bij de commissie aan en schrijft naar GentGa naar voetnoot108.. De voorzitter had geweigerd het verzoek van de Gentse afvaardiging in te willigen, omdat nog enkele punten op de agenda stonden. Deze komen dinsdag 16 juni aan bod. Vooraf zet de Brugse deputatie, de dag voordien aangekomen, haar houding inzake het zeekanaal uiteen. ‘Eene soo costelijcke ende importante saecke, waarvan dependeert het welwaert oft quaelijck vaert van het gheel landt’, aldus Brugge, eist een fundamenteler technisch onderzoek, terwijl voor het financieel aspect de ‘generaliteyt van Provincien’ in aanmerking dient te komen. Daarna bezinnen de gedeputeerden zich over een vijftal produkten en nijverheden, waarvoor bij de Raad van State rekwesten ter bescherming waren ingediendGa naar voetnoot109.. Begonnen wordt met de uit de Verenigde Provinciën ingevoerde turf, die praktisch uitsluitend in het Antwerpse door de arme klassen als brandstof wordt verbruikt. Brugge adviseert een principieel importverbod; Leuven, Gent, Oostende en Brussel spreken zich uit voor hogere invoerrechten; Antwerpen wil constant en Mechelen slechts tijdens de duurte van het hout de turf vrij laten invoeren. 's Anderendaags, woensdag 17 juni, zijn alle afgevaardigden eensgezind om ruwe tabak vrij en bewerkte belast te importeren, waardoor ze de inplanting van tabakspinnerijen en -kerverijen verhopen. Daarna spreken ze zich uit over een rekwest van ‘les associez au negoce des plombs’ van Vedrin, die met afzetmoeilijkheden te kampen hebben. Deze vragen daarom franco export en importverbod van loodwarenGa naar voetnoot110.. Slechts van drie steden is het antwoord gekend: Leuven en Gent willen het tarief pas wijzigen zodra Vedrin het prijs- en kwaliteitsniveau van het buitenlandse fabrikaat kan evenaren; Brugge is voorstander van de onmiddellijke toekenning der gevraagde voordelen. Ten slotte komen nog twee Antwerpse rekwesten aan de beurt: het reeds eerder vermeld verzoek van de zwartververs om verder Luikse saaien te mogen bewerken en een ander ter protectie van de inheemse baleinverwerkende nijverheid. Voor het eerste argumenteert Antwerpen, dat deze uitzondering op de letter met de geest van het Eeuwig Edict niet strijdig is. Gent, Brugge en Oostende zijn er echter van overtuigd dat dit de opening laat voor veel misbruiken, een gevaarlijk precedent schept, en, vraagt Brugge zich af, of de belangen van een vijftal ververs - tweehonderd en meer beweert AntwerpenGa naar voetnoot111. - | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 194]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
opwegen tegen het algemeen welzijn van de Zuidelijke Nederlanden. Namen en Brussel kanten zich niet tegen deze uitzondering, mits voldoende waarborgen tegen fraudes. Algemene instemming daarentegen geniet het tweede rekwest, dat een hoger invoerrecht op de import van be- en verwerkte baleinen uit de Republiek voorziet. Donderdag 18 juni schrijven of vertrekken enkele delegaties ter advies over de laatste agendapunten van de conferenties. Alleen om alle gedeputeerden hiervan in kennis te stellen, worden ze op maandag 23 en woensdag 25 juni nog hervat. In de zitting van maandag deelt de Gentse afvaardiging ook het antwoord mede op het verzoek van de Raad van State van 15 juni. Het laat niets aan twijfel over. Aangezien de bestaande natuurlijke en kunstmatige waterwegen ruimschoots voldoen, acht de Gentse magistraat het ontworpen kanaal totaal overbodig. Hij herinnert aan de aanzienlijke en nog lopende uitgaven voor de kanalen, Oostende-Brugge, Brugse Kom en Brugge-Gent, aan het uitblijven van een positieve weerslag hiervan op onze overzeese handel, en wijst op de dodende concurrentie van Engeland, Frankrijk en de Verenigde Provinciën. Ten slotte is het hem ook onmogelijk bij gebrek aan plaatselijk onderzoek en praktische kennis de vier kanaalvragen te beantwoordenGa naar voetnoot112.. Op 27 juni dient de commissie een tweede advies over de derde reeks conferenties in. Voor ingevoerde turf adviseert ze deze overal, behalve te Antwerpen, wettelijk of feitelijk te verbieden en voor bewerkte tabak en baleinen de invoerrechten te verhogen. Met de meerderheid der stedelijke deputaties verwerpt ze het verzoek van de Antwerpse ververs. Drie dagen later ontvangt de Raad het eindadvies over de zeeverbinding. Een bondig relaas van de mei- en juni-conferenties wordt met het enige concreet voorstel besloten: een grondiger en ruimer plaatselijk onderzoek te laten instellen. De Raad van State acht dit nutteloos, omdat het zeekanaal immers ‘inpracticable dans la conjuncture presente’ isGa naar voetnoot113.. Hierbij bleef het echter niet. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. Vierde reeks conferenties. Ultieme regeringspoging mislukt (half december 1699)Om de economische bezwaren van de Vlaamse steden te omzeilen zonder de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 195]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Brabantse in hun gunstige vooruitzichten te ontgoochelen, om bovendien een fatale confrontatie tussen de Brabantse steden over de lokalisering van het kanaalvak Gent-Brabantse Schelde te voorkomen en vooral om de financiële lasten van de onderneming te verlichten, stelt Boulanger een nieuw - tevens fel afgezwakt - plan op. Het project voorziet het gebruik van het kanaal Oostende-Brugge, de uitdieping van de Lieve en - wat nieuw is - het graven om Brugge en Gent van een coupure, welke laatste onmiddellijk, zonder het kanaal nog verder door te trekken, met de Schelde aldaar zou aansluitenGa naar voetnoot114.. Hierover verzoekt op 26 november de Raad van State de voornaamste steden bij monde van gedeputeerden advies te geven, alsook over twee andere regeringsvoorstellen, de versmelting van alle schipperscorpora tot één nationaal ambachtGa naar voetnoot115. en de afschaffing van alle tollen op de scheepvaart in VlaanderenGa naar voetnoot116.. In vergelijking met de vorige conferenties zijn de voor 9 december uitgenodigde steden tot Antwerpen, Brugge, Brussel, Gent, Leuven, Mechelen en Oostende gereduceerdGa naar voetnoot117.. Op zaterdag 12 december opent voorzitter Goyck te zijnen huize de laatste reeks conferenties. De volgende dagen vergaderen de deputaties niet, zoals verwacht, op het stadhuis, maar worden verzocht afzonderlijk hun adviezen aan Goyck te overhandigenGa naar voetnoot118.. Wou stadsmagistraat of regering elke mogelijke aanleiding tot aanwakkering van het onrustig klimaat - op 17 december wordt Brussel manu militari bezet - voorkomen, of hoopte de voorzitter, wat ons reëler lijkt, elke camouflage of verstarring der stedelijke standpunten in een openlijke dialoog te vermijden? De Brusselse magistraat staat gunstig tegenover de voorstellenGa naar voetnoot119. en suggereert voor de financiering de ingevoerde goederen te taxeren. Mechelen in principe ook, maar veroordeelt streng de al te oppervlakkige en overhaastige voorbereiding. Ook Brugge bepleit een technisch en financieel ruimer onderzoek van de waterweg, de raadpleging van alle schippersambachten over het reorganisatieplan en een | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 196]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
andere vorm van afkorting der hypothecaire leningen dan de huidige tollen. De Antwerpse deputatie, die dadelijk verklaart dat Gent, Dendermonde, Mechelen en Brussel ‘meer beneficie sullen connen genieten’ dan het periferische Antwerpen, stelt dat de route pas succesvol zal zijn, indien ze én financieel én economisch voordeliger is dan de ‘gesloten’ Schelde. Leuven laat gelden dat het over vaart noch schippersambacht beschikt, de Vlaamse waterwegen nooit gebruikt en dus geen oordeel kan gevenGa naar voetnoot120.. Ook de Gentse deputatie onthoudt zich van elk advies, omdat over dergelijke voorstellen slechts op het vlak van de ‘generaliteyt der provincie’ kan beslist wordenGa naar voetnoot121.. Op zijn uitdrukkelijk verzoek zal de Raad van State een paar weken later toch het standpunt van de Gentse magistraat vernemen, of beter nog - de herhaling van het scenario van enkele maanden voordien is niet alleen uiterlijk -, de motivering van zijn afwijzingGa naar voetnoot122.. De magistraat kant zich resoluut tegen het nieuwe project, omdat Brugge en Gent bij gebrek aan handel en met hen de hele provincie ten onder zouden gaan. Concentratie van alle schipperscorpora acht hij strijdig met de eeuwenoude privileges en is ten slotte van oordeel dat pas na het zorgen voor de nodige compensatiemiddelen tollen kunnen afgeschaft wordenGa naar voetnoot123.. In wezen blijft Gent ten zeerste gekant tegen elke hervorming die, zij het ook op korte termijn, een verzwakking van zijn economische en financiële machtspositie kan betekenen. Sinds de mei- en juni-conferenties is wel de houding van Antwerpen en Mechelen gewijzigd. Hun koel ja-maar-antwoord getuigt eerder van beleefdheid dan van enthousiasme, wat ongetwijfeld met het amputeren van het kanaalproject verband houdt. Het vindt alleen te Brussel nog enige aanhang, maar deze wordt precies in de volgende dagen onherstelbaar gekortwiekt. Om aan de maandenlange rumoerigheid van de Naties met hun reactionaire politieke verzuchtingen en hun vaak irriterend optreden een eind te maken, laat de landvoogd immers, op consult van de Raad van State, op 17 december de stad bezetten. Samen met enkele leiders van de Naties - vele dekens waren gevlucht of ondergedoken - worden Vander Meulen en Cardon aangehouden en op bevel van Max Emanuel voor de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 197]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Raad van Brabant gedaagdGa naar voetnoot124.. Het likwideren van de Naties, de benoeming van conferentievoorzitter Goyck tot lid van de toezichtcommissieGa naar voetnoot125. en de toenemende buitenlandse druk op de recente economische politiek zullen de dalende belangstelling voor een zeekanaal nog verder op de achtergrond dringen. De op de februari-maart-conferenties zo gewenste vrije zeeverbinding voor Brabant bleef na enige maanden bij een zoveelste onuitgevoerd project. Doch ook de verwezenlijkingen resulterend uit deze eerste reeks conferenties, verging het niet veel beter. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV. Epiloog van de economische conferenties1. Buitenlandse retorsie. Binnenlandse oppositie. Aftakeling van de politiek der Economische ConferentiesNa vruchteloze protestwoorden gaan de buurlanden tot retorsiedaden over, zoals gebruikelijk in het toenmalige internationale handelsspel. Op hun vergadering van 9 juni 1699 stemmen de Staten-Generaal met het retorsieplan van de Staten van Holland en West-Friesland in, doch bieden de Spaanse Nederlanden nog een allerlaatste kans door ze over de voorgenomen vergeldingsmaatregelen in te lichtenGa naar voetnoot126.. De Raad van State brengt de magistraat van Antwerpen, Brugge, Brussel, Gent en Mechelen hiervan op de hoogte en vraagt adviesGa naar voetnoot127.. Ondanks de prognose van een minieme schade pleit Brugge voor een krachtige tegenretorsie, al noemt het deze laatste verwittiging eerder een nieuwe bedreiging dan wel een ultimatumGa naar voetnoot128.. Een vergissing. Precies dezelfde dag, 29 juni, decreteren de Staten-Generaal het | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 198]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
retorsieplakkaatGa naar voetnoot129.. Dit nieuwe element blijkt evenwel op de adviezen van Antwerpen, Gent en Mechelen geen invloed te hebben. Al verwachten deze steden, zoals Brugge, van de represailles slechts een zwakke weerslag, toch achten Gent en Antwerpen tegenvergelding het gepaste antwoordGa naar voetnoot130.. Maar - en dit is een bijzonder onderscheid - voor Gent is deze contra-retorsie slechts een zet tot het sluiten van een wederzijds handelsverdrag, voor Brugge een direct en blijvend middel tot het verwezenlijken van een economische lente in de Zuidelijke NederlandenGa naar voetnoot131.. De retorsie der Verenigde Provinciën is een weldaad, concludeert de Raad van State uit de stedelijke adviezen en omdat men niet kan nalaten, aldus de Raad in zijn consult aan de landvoogd, het voorbeeld van de Staten-Generaal te volgen, adviseert hij het reeds opgestelde tegenvergeldingsplakkaat te promulgeren. Onomwonden neemt Max Emanuel afstand van het advies. Deze onverwachte beslissing verantwoordt hij met de argumentatie, dat al met al wij de eerste stap hebben gezet, onze retorsie door de recente ordonnanties achterhaald zou zijn en absoluut met het koninklijk schrijven van 26 juni dient rekening gehoudenGa naar voetnoot132.. Op | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 199]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
30 juli en 3 augustus herhaalt de Raad de dringende noodzaak van tegenretorsie, meldt dat Gent en Brugge op een algeheel invoerverbod aansturen en pleit voor een meer positieve houding van de landvoogd. Lakoniek antwoordt Max Emanuel: ‘Jay repondu sur la consulte du 21 de juillet’. 's Anderendaags weerlegt de Raad de eerste twee argumenten van de landvoogd, die ten zeerste verbaasd is over ‘cette nouvelle instance’ en decreteert, ‘apres avoir veu l'ordre du Roy sur cette matiere’, andermaal advies uit te brengen. Het consult van de Raad van State van 25 augustus is een eerlijke ver(ant)woording van zijn beleid. Niet de animositeit van de Brusselse Naties lag aan het begin van de conferenties, beklemtoont de Raad vinnig, maar wel het verzoek van de Staten van Vlaanderen, geërgerd door de divergentie tussen de verminderende afzetmogelijkheden in de Verenigde Provinciën en Engeland en de groeiende, vrijwel onbelemmerde invoerstroom uit het buitenland, waardoor de Zuidelijke Nederlanden onafwendbaar verworden tot een land ‘depeuplé et depourveu d'argent’. Om hun meer directe verbondenheid met het economisch leven riep de landvoogd de steden en niet de Staten samen. Besloten werd, vervolgt het consult, tot invoerverbod slechts van wolwaren en Oosterse textielen en tot hogere invoerrechten, fiscaal gekleurd, op luxetextielen, zout en wijnen. Het toepassingsveld van de vergelding van de Republiek en nog meer van Luik - we komen hier dadelijk op terug - is ruimer dan dit van onze directe en indirecte prohibities. Slechts één houding is te rechtvaardigen, herhaalt de Raad verwijzend naar de stedelijke adviezen, nl. met minstens gelijke retorsie terug te slaan, of anders ‘estant chose inconcevable, chocquante la grandeur de Sa Majesté, que ses propres sujets doivent souffrir que toutes sortes de denrées, marchandises et manufactures des Provinces Unies entrent librement en ces pays dans une grande affluance, pendant que l'entrée des nostres est interdite en leur pays’. Met dit treffend gevoelsargument eindigt het consultGa naar voetnoot133.. Strenger dan dat van de Verenigde Provinciën is het Luikse retorsie-plakkaat van 20 juli, dat het prinsbisdom sluit voor alle goederen geproduceerd of bewerkt in de Zuidelijke NederlandenGa naar voetnoot134.. Om hun praktische of theoretische kennis laat de Raad van State zich door de magistraat van Antwerpen, Gent, Namen en de Raad van Namen adviserenGa naar voetnoot135.. Verbitterd constateert Antwerpen een terugval van zijn | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 200]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
globale afzet met meer dan de helft, verwijst schamper naar de ‘onwettelijke en willekeurige belasting’ op zijn goederen in de andere steden en komt ontgoocheld tot de slotsom dat het Eeuwig Edict ‘n'est que pour ruiner la mesme ville et qu'il vaut mieux de l'abandonner que de le maintenir à la totale perte de la dite ville’Ga naar voetnoot136.. Voor Namen beperkt zich de retorsieschade tot de weliswaar belangrijke ijzersector, omdat - een vrij onverwachte bijzonderheid - vier vijfde van de Naamse ijzerproduktie in Luik niet langer meer tot spijkers kan worden verwerkt. Om de Luikenaars te dwingen hun plakkaat te herroepen, adviseert de Naamse magistraat alle ijzerexport en -transito naar Luik te verbiedenGa naar voetnoot137.. Op 6 augustus kondigt Luik echter een doorvoerverbod van goederen en dieren van en naar de Zuidelijke Nederlanden afGa naar voetnoot138.. Niet alleen betekent dit verstrakken van de retorsiegreep de feitelijke isolering van Limburg en Gelderland, maar ook het doorsnijden van de transitostroom naar de Duitse gewesten. Antwerpen noemt zich het grootste slachtoffer en alarmeert opnieuw de regering, zij het minder agressiefGa naar voetnoot139.. Eindelijk geeft ook de Raad van Namen zijn advies. Instemmend met het antwoord van de Naamse magistraat, voorspelt hij dat de prins-bisschop beide plakkaten zal intrekken, omdat ze in de Luikse periferie wegens de grillige en versneden grenzen niet kunnen onderhouden worden en in het centrum onder druk van Zuidnederlandse vergeldingsmaatregelen tot afschaffing zullen genoopt wordenGa naar voetnoot140.. In het zoëven vermeld consult van 25 augustus verzekert de Raad van State de landvoogd, dat door de onmiddellijke beantwoording van de Luikse ‘oorlogsverklaring’ met een analoge retorsie ‘on reduira les Liegeois en peu de iours de faire cesser leurs placcarts puis qu'ils ne peuvent subsister sans nos marchandises et sans leur accorder le transit par le pays du Roy de celles, qu'ils pourroient tirer d'ailleurs’. De Raad van State blijft op zijn standpunt, Max Emanuel evenzeer. Op het consult reageert de landvoogd niet met een kordaat neen. Veel raker zijn een aantal concrete vragen over de vergoeding voor het verlies van in- en uitvoerrechten, de efficiëntie van contra-retorsie tegen Luik, de precedenten van prohibitie in de buurlanden en - een teer punt - over het reeds bereikte resultaat van de nieuwe economische politiek, dit alles ‘pour informer et esclaircir le Roy auplus- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 201]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tost et satisfaire a sa depesche’. Het antwoord van de Raad is in grote trekken een herhaling van zijn gekende argumentatieGa naar voetnoot141.. Deze besluiteloze verdeeldheid in de regering is een bijkomende rem op de reeds zo moeilijke economische opleving, die uiteindelijk zowel landvoogd als Raad van State viseren. Zal een escalatie van de buitenlandse druk leiden tot enige toenadering over het handelspolitieke antwoord? Op 10 september vraagt Karel II aan Max Emanuel de gegrondheid van een nota te onderzoeken, waarin de Franse ambassadeur te Madrid de recente Zuidnederlandse handelswetgeving als mala fide strijdig met de verdragen had veroordeeldGa naar voetnoot142.. De Raad van State vraagt advies aan Dominique Wouters, handelsraadslid van de Raad van Financiën, en aan de magistraat van Antwerpen en BruggeGa naar voetnoot143.. Ironisch weerlegt Wouters de beschuldigingen en gaat dan zelf tot de aanval over. Na een gedetailleerd onderzoek van de Franse tarieven noemt hij ze collectief ‘des surcharges insupportables et tiranniques’, maar, vergoelijkt Wouters, ‘en France la volonté domine la raison et iustice sans aucun egard au stipule des traittez’. Ook voor Brugge is het niet moeilijk de Zuidnederlandse ordonnanties maar zwakke broertjes van de Franse te noemenGa naar voetnoot144.. In zijn consult van 24 oktober bedient de Raad van State zich hoofdzakelijk van Wouters' argumentatie en zelfs bewoordingen om de Franse klacht te ontzenuwenGa naar voetnoot145.. Drie dagen later volgt een tweede consult met aan het Antwerpse antwoord ontleende officiële bewijzen van eenzijdige protectie en prohibitie door | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 202]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Frankrijk ingesteld. Op basis van beide consulten zendt de landvoogd een dossier naar de Consejo de EstadoGa naar voetnoot146.. Het betekende echter geen adempauze voor de regering, want op dat ogenblik eiste een nieuwe en tot dan toe hevigste retorsieaanval alle aandacht op. Geïnspireerd door Luik had op 8 oktober de keurvorst van de Palts zijn hertogdommen Gulik en Berg voorgeschreven ‘die Commercia gegen ersagte Hispanische Niederlanden gleichfals zu verbiethen’Ga naar voetnoot147.. Na de afkondiging van dit plakkaat op zondag 25 oktober worden zelfs de lopende handelsverrichtingen dadelijk geblokkeerd, wat het economisch leven in Limburg en vooral in Gelderland met zijn tientallen vlekken uitgestrooid over Berg en Gulik, verlamtGa naar voetnoot148.. Talrijk zijn de rekwesten van de Staten van Limburg en Gelderland. Steeds maar herhalen ze én dezelfde motivering én de enige oplossing, resp. de economische afhankelijkheid van het omliggende en omringende buitenland en de noodzaak de provincie ten spoedigste van de 1 april-plakkaten vrij te stellenGa naar voetnoot149.. Na instemming van de landvoogd machtigt de Raad van State, op voorstel van Bergeyck - en hiermee raken we de achtergrond van de kentering van de Raad -, de Staten van Gelderland met het hof te Düsseldorf te onderhandelen ten einde de retorsie te schorsen, ‘les asseurant que vous vous entremettrez en notre Cour de Bruxelles pour accomoder et faire redresser les points auxquels ils pourront estre interessez’Ga naar voetnoot150.. Op 17 december decreteert de keurvorst de intrekking van zijn retorsieplakkaat voor één maand, om de Zuidnederlandse regering de kans te bieden de handelsbetrekkingen officieel op de oude voet te normaliserenGa naar voetnoot151.. De zwenking van de Raad van State zal na en wellicht ook beïnvloed door de onder- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 203]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
drukking van de Naties duidelijk gestalte krijgen. Getuige hiervan het consult van 13 februari 1700Ga naar voetnoot152.. De betekenis van de handel en de belangrijkheid van de kant-, linnen-, tapijt- en zijdenijverheid in onze gewesten, de schade aan deze nijverheden en de isolering van de oostelijke provincies door de buitenlandse retorsie, het verlies van douanerechten en de geringe toeneming van de wolwarenproduktie leiden de Raad van State tot de beslissing, het recente prohibitiestelsel in de wolsector voor een systeem van gecontroleerde invoer te verlaten. De spil hiervan is de hal, schakel tussen de fabricateur van autochtone en de importeur van vreemde wolwaren enerzijds en de afnemer anderzijds. Het is echter de bedoeling van de Raad de opheffing van het import- en transitoverbod van wolwaren als een toegeving in te kleden bij de verhoopte onderhandelingen met Engeland. Max Emanuel stemt met het compromis ten volle in en duidt de graaf van Tirimont aan als onderhandelaar met de Engelse gezant HillGa naar voetnoot153.. Als overgang wil de Raad het hal-ontwerp voor zover het louter binnenlandse hervormingen eist en geen argwaan in het buitenland wekt, spoedig invoeren. Op 28 februari 1700 beveelt hij de vier voornaamste steden, Antwerpen, Brugge, Brussel en Gent, twee fondsen in te stellen, een voor de opkoop van wol om deze tegen matige prijzen aan minvermogende wevers te verkopen en een ander voor het opkopen van hun onverkochte afgewerkte stoffen, dit alles in een daarvoor op te richten hal gecentraliseerd. Risico's zijn aan het systeem niet verbonden, verzekert de Raad, omdat op een eventuele afwijzing der kooplieden de Raad efficiënt zal ingrijpen, de twee kapitalen levend zijn en steeds gedekt door de in de hal opgestapelde goederenGa naar voetnoot154.. Een week later meldt Brugge dat aan het verzoek reeds vol- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 204]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
daan was in het kader van de lokale opbeuringspolitiek. Het mali daarentegen van de Gentse stadsfinanciën, nog gestegen als gevolg van het laatste Eeuwig Edictartikel, aldus de magistraat, sluit elke financiering uit, terwijl een geschil met de handbooggilde-eigenares de verbouwing van haar gildehuis tot hal uitsteltGa naar voetnoot155.. Op 29 mei 1700 komt dan de eerste officiële aftakeling van het Eeuwig Edict. Een ordonnantie, opgesteld door Bergeyck en Wouters, herstelt de transito van alle textielen mits de vroegere heffing van 2,5% der waardeGa naar voetnoot156.. Het einde volgt op 24 juli 1700. ‘Hebbende goedt gevonden tot het gemeyne best ende beneficie van den coophandel’, aldus het proemium van deze ordonnantie, ‘toe te laeten het uyt-gaen van de Wolle ende het inne-commen van de manufacturen van Wolle, niet-tegenstaende het Placcaert van den eersten ende achtsten April des voorleden jaers, mits betaelende de Rechten daer op gestelt by den particulieren Tarif, die Wy tot desen eynde hebben doen emaneren’. De dispositio herhaalt de verplichting voor de steden - welke? - een actief economisch beleid te voeren. Nieuw is dat al de vreemde wolwaren de stedelijke hal moeten passeren ter verifiëring van de kwaliteit, kwantiteit, waarde en... betaalde invoerrechten, alsook om de importeur te verplichten, proportioneel aan de ingevoerde hoeveelheid, een gedeelte van lokaal fabrikaat af te nemenGa naar voetnoot157.. In een begeleidende brief aan de steden meldt Max Emanuel eufemistisch, dat | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 205]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zowel op de uitvoer van inheemse wol als op de invoer van vreemde wolwaren 15% ad valorem zal geheven worden, wat op de interne markt, zo heeft de landvoogd opgeteld, een concurrentiële voorsprong van 30% op de uitheemse wolwaren betekentGa naar voetnoot158.. Andermaal uitgewerkt door Wouters in overleg met Bergeyck, worden op 3 augustus 1700 nieuwe tarieven uitgevaardigd, niet alleen op de im- en export van wol(waren), maar ook - en dit verdient nadruk - op de invoer van gouden, zilveren en zijden stoffen, kant, leder, knopen en kledingstukken. De taal der cijfers is duidelijk: verboden zijn vervangen door hoge invoerrechten, prohibitieve invoerrechten door matigeGa naar voetnoot159.. Voor Antwerpen en Brugge, de enige steden die punctueel het Eeuwig Edict en integraal het halsysteem hebben nageleefd, is het een pijnlijk ontwaken. De Brugse magistraat roept vergeefs de andere steden op tot een krachtig en unaniem protest tegen de intrekking van het Eeuwig Edict. Slechts Antwerpen reageert positiefGa naar voetnoot160.. Half augustus wijst de Antwerpse magistraat de regering ontmoedigd op de ontstane verwarring. Hij dringt krachtig aan op een nieuwe bijeenkomst van de conferenties en pleit voor de oprichting van een nationale compagnie die de invoer van wolwaren, eventueel op basis van het nieuwe stelsel, zou controleren en monopoliserenGa naar voetnoot161.. Onmiddellijk grijpt de Raad van State in. Zoals Antwerpen en Brugge, aldus de ordonnantie van 18 augustus 1700, moeten ook | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 206]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Leuven, Brussel, Gent, Bergen, Namen, Mechelen en zij alleen een hal oprichten. Bewoners van andere steden of van het platteland mogen uitheemse wolwaren kopen noch verkopenGa naar voetnoot162.. Het heeft weinig gebaat. Tegen het einde van het jaar hebben Brussel en Mechelen wel aan enkele steden inlichtingen ter zake gevraagd, doch een hal is er nog niet; te Gent is het geschil tussen magistraat en gilde nog steeds hangendGa naar voetnoot163.. Onderling wantrouwen tussen en geringe medewerking van de ‘bevoorrechte’ steden, ontoereikende wetgeving en machteloosheid van de regering tegenover fraude, doch vooral de boycot van de kooplieden-importeurs leidden tot de mislukking van het project. Deze laatsten waren immers noch van nature noch in casu bereid hun wolwaren naar de hal te brengen, om er bovendien nog verplicht te worden een gedeelte van lokaal fabrikaat, duurder dan de ingevoerde Engelse, zelfs duurder dan deze van het platteland, te kopen. Waar de magistraat een hal had opgericht, bleef ze dan ook maar van plaatselijk belang, zonder in het regeringsconcept geïntegreerd te worden. Van het Eeuwig Edict bleef na enige maanden weinig over, van wat het had moeten vervangen - of noem het verbeteren -, al evenminGa naar voetnoot164.. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Het laatste Eeuwig Edict-artikel gehandhaafdHet weinige van het Eeuwig Edict dat toch van kracht bleef, was het vijftigste en laatste artikel, dat op ultimatieve eis van Antwerpen aan het plakkaat werd toegevoegd en al dadelijk tot een princiepskwestie uitgroeide. Voor de ene stad gold het artikel slechts de wolwaren, voor de andere - zoals in het Eeuwig Edict - alle inheemse fabrikaten. Na een reeks vergeefse bilaterale besprekingen beschuldigt de Antwerpse magistraat half juli 1699 in een rekwest aan de Raad van State de Brusselse ervan, op de Antwerpse goederen (behalve op wolwaren) 4% ad valorem te blijven heffen in strijd met de beslissingen van de economische conferenties en de bepalingen van het laatste Eeuwig Edict-artikelGa naar voetnoot165.. Vruchteloos eist de Raad een algehele na- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 207]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
leving van het Eeuwig Edict. Hierop maakt Antwerpen de zaak bij de Raad van Brabant aanhangig. De Brusselse verdediging argumenteert, dat de weliswaar algemene bewoordingen van het artikel beperkt zijn tot het toepassingsveld van de ordonnantie, met name de wolsector, zoals - inderdaad - de inleiding van het Eeuwig Edict aanduidt. Zolang de koning de precieze interpretatie niet omschrijft, aldus Brussel, handhaven wij de stedelijke rechten op alle niet-wollen goederenGa naar voetnoot166.. In zijn consult van 18 augustus aan de landvoogd veroordeelt de Raad van State de Brusselse houding als strijdig met de interne vrijhandelGa naar voetnoot167.. Op zijn advies decreteert Max Emanuel op 27 augustus dat alle koopmanschappen ghefabricqueert in dese landen, gaende van d'eene onser Provincien ofte Steden naer eene andere van dese Landen onser gehoorsaemheyt, aldaer niet en mogen worden belast met eenigh recht nochte impositie’Ga naar voetnoot168.. De Brusselse magistraat - om erger te voorkomen, beweert hij een jaar later - schikt zich naar de ordonnantie, maar poogt tegelijkertijd door een bijzonder actieve politiek van inplanting en uitbreiding van textielnijverheden de lokale markt te beschermenGa naar voetnoot169.. Intern tegengewerkt door het corporatief regime en extern door het vijandig klimaat tussen Naties en magistraat, blijft deze machteloos tegenover de afzet van de andere steden. De herroeping van de 1 april-plakkaten op 24 juli 1700 grijpt de Brusselse magistraat dan ook dankbaar aan als een impliciete toelating om opnieuw op de binnenlandse goederen, inclusief de wolwaren, rechten te heffenGa naar voetnoot170.. Hij negeert de vermaningen van de Raad van State van 10 oktober en 10 november 1700, dat het laatste Eeuwig Edict-artikel ‘doit operer tousiours sans aucune innovation’Ga naar voetnoot171.. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 208]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Daartegenover stelt Brussel dat het de ordonnanties van 1 april en 27 augustus 1699 slechts heeft nageleefd, ‘pour prevenir les desordres qui se commirent par le menu peuple, lequel sans avoir aucune consideration voulut faire cesser generalement tous les droits sur les manufactures et fabricques internes’. Het betoogt verder dat deze rechten in feite lopende hypotheken op vroegere leningen zijn, aan welke waarborgen der crediteurs niet mag getornd wordenGa naar voetnoot172.. Dit is ook de inhoud van zijn rekwest aan de landvoogd, tot wie de magistraat zich wendt om het geschil voor de Raad van Brabant te brengenGa naar voetnoot173.. Max Emanuel verklaart zich op 2 en 14 december solidair met de instructies van de Raad van State en gaat akkoord om eerst nà de afschaffing van de rechten de Raad van Brabant over de wettelijkheid ervan te laten oordelenGa naar voetnoot174.. Steeds tevergeefs. Op 6 januari 1701 doet de landvoogd een beroep op de Raad van Brabant, om de Brusselse magistraat juridisch tot gehoorzaamheid te dwingen. Het gerechtshof veroordeelt de magistraat tot een forfaitaire boete van honderd gulden op elke overtreding van het Eeuwig Edict-artikelGa naar voetnoot175.. Eindelijk geeft Brussel toe, maar zal - revelerend voor de mentaliteit van de magistraat - zijn ongenoegen afreageren door binnenlandse goederen te beboeten of te weigeren wegens onnauwkeurigheden inzake bezegeling, fabricagefouten of op beschuldiging van fraude, meestal kleingeestigheden telkens het voorwerp van discussies, klachten en processenGa naar voetnoot176.. Reeds in 1703 poogt de Brusselse magistraat de rechten te herstellen; opnieuw het begin van een bitsige strijd om dit Eeuwig Edict-artikelGa naar voetnoot177.. Officieel werd het nooit ingetrokken en minstens tot in het midden van de achttiende eeuw zullen voorstanders van interne vrijhandel, inz. Antwerpen, met voorliefde ernaar verwijzenGa naar voetnoot178.. Naast de geest van de ordonnantie droeg de reële inhoud van dit artikel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 209]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zeker evenveel bij tot de betekenis van het Eeuwig Edict als meest frappante vertolking van het mercantilistisch streven in de Zuidelijke Nederlanden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V. Diagnose van de economische conferenties van 1699Bij het overschouwen van deze sekwentie uit de historische ontwikkeling van de Zuidelijke Nederlanden kan men van economisch standpunt twee hoofdtendenties onderscheiden: bescherming van de nijverheid en bevordering van de interne vrijhandel. Begrijpelijk kwam de nijverheidsprotectie eerst ter sprake als antwoord op de vermindering van afzetmogelijkheden in de buurlanden en de toeneming van vreemde concurrentie op de binnenlandse markt, beide een rechtstreeks gevolg van de groei der buitenlandse nijverheid door de mercantilistische stimulansen. Onvermijdelijk was hierdoor de kwantitatieve teruggang van de kant-, linnen- en luxetextielnijverheid, die ver boven de behoeften van de binnenlandse markt waren uitgegroeid; mede wegens de partiële verdringing ervan door de voordeliger Oosterse textielen en imitaties, alsook - veelzeggend teken op kwalitatief vlak - omdat de Zuidelijke Nederlanden bijzonder voor de zijden, gouden en zilveren stoffen de wendingen van de mode niet konden volgen, laat staan voorschrijven. Door de reeds langdurige absolute achteruitgang kende de verouderde wolsector, die op de binnenlandse markt onder de succesvolle concurrentie van het Engelse produkt fel te lijden had, nog slechts enige lokale betekenis. De ijzer-, koper- en loodnijverheid noemden de lage invoerheffing de voornaamste rem op hun groei; het nadelige prijs- en kwaliteitsverschil met het buitenlandse fabrikaat was echter een meer fundamentele verklaring. De economische conferenties zouden deze sterk gevarieerde conjuncturele en structurele regressie trachten om te buigen door de bedrijvigheid te verhogen zowel in reeds bestaande ondernemingen als door de oprichting van nieuwe. Volgens de stedelijke deputaties was het gulden middel de uitbreiding van de binnenlandse vraag door de substitutie van vreemde fabrikaten door inheemse. Dit mercantilistisch principe vereiste in casu echter een sterk gedifferentieerde realisering, die | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 210]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
niet noodzakelijk door de effectieve deelneming van de voornaamste steden werd gewaarborgd. De diplomatieke verhoudingen immers, bilateraal en globaal, tussen de Zuidelijke Nederlanden, Spanje, de West- en Centraaleuropese staten met hun vaak determinerende invloed op de economische betrekkingen en intern de soms scherpe belangentegenstellingen in en tussen steden en gewesten, handel, nijverheid en landbouw konden zo niet verlammend dan toch hinderlijk op een al te consequente verwezenlijking van de beoogde nijverheidsbevordering werken. Tegen deze achtergrond is het meningsverschil tussen de steden en de regeringscommissie tijdens de eerste conferentiedagen te situeren. Bergeyck wou wel de uitvoerrechten op inheemse wol alsook de invoerrechten op wolwaren en Oosterse textielen verhogen doch trapsgewijze, om psychologisch het buitenland niet te misnoegen ten koste van de nog relatief bloeiende kant-, tapijt- en linnennijverheid en om economisch het binnenland in staat te stellen de uitheemse fabrikaten te vervangen. De steden verwierpen deze strategie als een fiscaal maneuver en Bergeyck gaf toe. Dit beslissingsoverwicht was meer symptomatisch dan causaal voor de verhouding steden-regeringscommissie bij het bepalen van de verdere protectiepolitiek. Door het bemoeilijken of afsnijden van de invoer van eindprodukten (protectionistische invoerrechten op gelooid leder, ijzerwaren, handschoenen, knopen en prohibitieve op kant, kledingstukken, zijden, gouden en zilveren stoffen) en van de uitvoer van grondstoffen (hoge heffing op ruw vlas en exportverbod van oud koper en ijzererts) hoopten de steden het kader te scheppen waarbinnen de nijverheio zich ten volle kon ontwikkelen. Deze doelgerichte nijverheidspolitiek was vrijwel uitsluitend op protectie gebaseerd. De evenzeer mercantilistische maatregelen van redres bleven beperkt tot herhaalde aansporingen van de Raad van State aan de stedelijke magistraten, hun octrooipolitiek te intensifiëren. Doch aantrekking van gekwalificeerde arbeidskrachten, technische kennis en eventueel werktuigen uit den vreemde, oordeelkundige premieverlening onder haar vele vormen bij invoer, verwerking of uitvoer konden door de centrale overheid rationeler en efficiënter dan door de steden gehanteerd worden. Politiek noch financieel was de Zuidnederlandse regering in 1699 hiertoe bij machte. Sprekend voor haar financiële bewegingsnauwte was de gevoelige verhoging, zonder voorkennis der confererende steden, van de invoerrechten op zout, wijnen en azijn als compensatie voor het voorziene en weldra effectieve verlies van douanerechten. Naast de oprichting van verbods- en tariefbarrières leidden de eerste reeks conferenties ook tot de afschaffing van de weliswaar lage uitvoerrechten op autochtone textiel- en metaalwaren als stimulans tegen de afnemende export. Dit kon niet veel baten, omdat de regressie van de exportnijverheden niet wezenlijk aan de uitvoerheffing te wijten was. Trouwens het weren van vreemde produkten op de interne markt liet reeds vóór de uitvaardiging van de bedoelde tariefwetgeving een supplementair ongunstige weerslag op de Zuidnederlandse export vermoeden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 211]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Toch heeft het radikalisme van de buitenlandse retorsie, zowel in formulering als toepassing, de regering nog pijnlijk verrast: de vergelding van de ‘groten’, Engeland, Frankrijk en de Republiek door haar politiek, deze van de ‘kleinen’, Luik, Gulik en Berg door haar economisch effect. Daarnaast drukte vooral op Max Emanuel de distantiëring van de traditioneel wantrouwige en op dat ogenblik gevoelerige Spaanse regering, die ten onrechte de conferenties hield voor een afgedwongen concessie aan de Brusselse Naties. Ook binnenlandse factoren waren voor de spoedige intrekking van de nieuwe tariefwetgeving verantwoordelijk. De kooplieden ageerden hevig tegen de verhoogde douanerechten en prohibities, die rechtstreeks en onrechtstreeks in- en uitvoer zouden treffen. Misnoegdheid manifesteerde zich tevens - de invloed der kooplieden was hier zeker niet vreemd - in de arbeidsintensieve export- en luxenijverheden, die hun achteruitgang in verband brachten met de recente wijziging in de regeringspolitiek, inz. met de preferentiële bescherming van de wolnijverheid. Het uitvoerverbod van wol, de hoge -rechten op ruw vlas en de exclusieve verkoop van wol(waren) in besloten steden benadeelden het platteland, dat ook in andere sectoren onder het stedelijk mercantilisme te lijden had. Van een niet geringe invloed waren verder de voortdurende klachten van de oostelijke provincies, Gelderland, Limburg en Luxemburg. De uitvoerbaarheid van de protectiemaatregelen in deze grensgewesten, gezien hun economische verbondenheid met het vreemde ommeland, was op de conferenties nooit ter sprake gekomen. Ten slotte was ook de regering door het geringe resultaat van de nijverheidsbevordering - we komen hier dadelijk op terug - en door het fiscaal verlies ondanks de voorzorgsmaatregelen diep ontgoocheld. Het versterkend samengaan van deze verschillende factoren culmineerde in de beslissing, eerst bij Bergeyck en Max Emanuel, daarna bij de Raad van State, zij het om telkens andere redenen, de politiek der conferenties te verlaten. Het volledige transito-herstel, de vervanging van het importverbod van wolwaren door een gecontroleerde invoer gekoppeld aan een systeem van aanmoediging der interne produktie en de verzachting van de tariefwetgeving werden door Bergeyck geïnspireerd en in grote trekken uitgewerkt. De transito-ordonnantie van 29 mei 1700 was zeker een goedgekozen eerste stap tot neutralisering van het buitenlands ongenoegen en... fiscaal verlies, al bevorderde ze ook de smokkelhandel. Economisch was het halsysteem moeilijk te verdedigen, omdat het de financiële opoffering van magistraat, kooplieden en consument overschatte en eens te meer platteland noch kleine steden in het concept kon integreren. Uit de tarieven van 3 augustus 1700 ten slotte sprak duidelijk het streven naar een compromis tussen de tariefwetgeving vóór en deze van de conferenties, tussen bescherming behoevende nijverheidssectoren en naar meer vrijheid zoekende handelstrafieken; een project dat Bergeyck anderhalf jaar voordien progressief had gepland en nu regressief moest toepassen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 212]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Toen de Brabantse steden op het einde van de eerste reeks conferenties aandrongen op een vrije doorvaart naar de zee op basis van een rechtstreekse kanaalverbinding en Antwerpen ultimatief de afschaffing van alle interstedelijke rechten eiste, hebben deze binnenlands gelegen steden ongetwijfeld in de eerste plaats hun eigen voordeel beoogd, ondanks de interne vrijhandel- en algemeen welzijn-formuleringen waarin hun verzuchtingen waren verpakt. Onder impuls van Bergeyck, die er de economische waarde van inzag voor het verlichten van de nijverheid en het ventileren van de handel, stond de regering dadelijk achter deze infrastructurele verbeteringen. Het blijft echter een open vraag of deze voorstellen aan de beslissing van de stedenvergadering mochten onderworpen worden, precies omdat nu vrijwel uitsluitend binnenlandse factoren voor de al dan niet realisering verantwoordelijk waren. Door de promulgatie tot afschaffing van de interurbaine rechten als laatste artikel aan het Eeuwig Edict toe te voegen, heeft de regeringscommissie de discussie hierover handig doch overhaast voorkomen. De moeilijkheden waren slechts uitgesteld, maar toch, vooral dank zij de strakke houding van de regering, bleef dit artikel van kracht, ook na de intrekking van het plakkaat. Gewijd aan het kanaalconcept, waren zowel de tweede als derde reeks conferenties al even teleurstellend. Namen, Bergen en Leuven, enige maanden voordien nog één der vurigste protagonisten, hielden zich afzijdig met de kortzichtige bewering, als zou het project hun toch van geen nut zijn. De aanvankelijke geestdrift van Antwerpen, Brussel en Mechelen sloeg spoedig om in een vinnige strijd over de lokalisering van het eindtraject van het kanaal. Behalve Oostende hebben de Vlaamse steden van bij de aanvang weinig vertrouwen in de hele onderneming gehad. Ze namen een ontwijkende en afwachtende houding aan, die zeker verband hield met de onverbloemde afwijzing door de belangrijkste Zuidnederlandse stad, Gent. Toch bleef de regering vasthouden aan het vrije doorvaart- en kanaalplan, en om het aannemelijker te maken, wijzigde ze het project inhoudelijk en de stedenbijeenkomst formeel. Andermaal waren de steden - de nood of... dwang waren te zwak - niet bereid een deel van hun particularisme onder de vorm van voorrechten, inkomsten en machtsposities af te staan voor projecten die op lange termijn de economische groei en eenheid der Zuidelijke Nederlanden zouden bevorderen, doch op korte termijn individuele offers vroegen. Omdat dit ook en wellicht nog meer gold voor de centrale overheid, mag het bijeenroepen der steden en hun verregaande medezeggenschap niet als een louter democratische beslissing beschouwd worden. De regering liet immers aan de steden het recht, ook om hun meer direct contact, het economisch leven te saneren. Dit impliceerde echter de plicht de volle financiële last hiervan te dragen, met de ‘vrijheid’ deze eventueel gedeeltelijk naar andere instanties over te hevelen, doch in geen geval naar de regering. Waren de conferenties wezenlijk in hun opzet mislukt, toch hebben ze ook tot | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 213]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
positieve resultaten geleid. Als politiek gebeuren illustreerden ze treffend de hoge autonomie van de Spaanse Nederlanden, op regeringsvlak belichaamd in de Raad van State, en de ruime inspraak van de steden, voor zover althans hun adviezen en beslissingen niet ingingen tegen de eigen macht van de regering te Madrid en te Brussel. Op economisch gebied werd het effect van de maatregelen fel verzwakt door de beperkte geografische ruimte van de Zuidelijke Nederlanden, de verdeeldheid tussen de Raad van State en Max Emanuel, en de spoedige intrekking der edicten, die resp. de verwachte stijging van de interne vraag, het dynamisme van de opleving en het nodige groeiproces remden. Toch staat het vast, dat hoofdzakelijk niet op uitvoer gerichte nijverheden een gunstiger tijd kenden en het ritme der inplanting van nieuwe ondernemingen werd versneld, al bleef dit beperkt tot enkele eenheden. Het gehandhaafd invoerverbod van Oosterse textielen en imitaties heeft de frauduleuze invoer niet kunnen stuiten, maar toch indijken. Op binnenlands vlak leidden de conferenties tot een sectoriële of gehele afschaffing der interstedelijke rechten, de opheffing van de wolstapel te Brugge voor Antwerpse kooplieden en droegen zeker bij tot de economische samenhorigheid van de Zuidnederlandse gewesten - van een nationaal gevoel was niet in het minst sprake. Negatief ten slotte toonden ze aan, dat alleen de regering de interne vrijhandel kon verwezenlijken, een al te eenzijdige nijverheidsbevordering in de Zuidelijke Nederlanden onhoudbaar was en gezocht diende te worden naar, zoals de Raad van State formuleerde, ‘un millieu qui puisse remedier touts les susdits inconvenients, que l'on at experimenté et qui ne nous escarte pas de la principale veue que nos fabricateurs trouvent de l'advantage dans la vente de leurs fabricques de maniere quils puissent gaigner de la main dans le debit des fabricques estrangeres’Ga naar voetnoot179.. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Glossarium van technische termen voorkomend in dit artikelGa naar voetnoot180.barackaenen (= barkannen): half wollen, half linnen stof, gebruikt voor mantels bij kerkgang en begrafenis bast: naam voor sommige geblokte of geruite katoenen en zijden stoffen boere caffen: fluwelen stof uit goud- of zilverdraad op satijn of damast, thans geciseleerd fluweel geheten | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 214]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
damast: zijden, katoenen, wollen stof waarin figuren geweven zijn fustein (ook fustijn): half linnen, half katoenen stof, soms ook uit zijde of kamwol vervaardigd, geschikt voor rokken en kamizolen greinen: gemengde stoffen met een ketting uit katoen of linnen en een inslag uit wol kamelot: stof van haar en wol, wel eens met kettingzijde gemengeld, bestemd voor winterkleding legatuur: weefsel uit zijde en katoen, wol en katoen of vlas vervaardigd, geschikt voor wandbekleding meselaenen (= mesolanen): half wollen, half linnen stof mockaeden (= mocaden): fluweelachtig weefsel, in de aard van trijpen, doch van mindere kwaliteit, geschikt voor tapisseriewerk, bekleding van zetels, stoelen, enz. trijpen: fluweelachtig weefsel van Turks garen met als grondketting linnen of getwijnd sajetgaren, vooral voor meubelbekleding aangewend | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lijst van gebruikte afkortingen
|
|