De auteurs
Drs. F. Boersma (geb. 1940), studeerde te Leiden, 1966 doctoraal, sinds 1964 leraar geschiedenis in Den Haag. Werkte mee aan een aantal door de regering betaalde films.
Prof. dr. J. Roelink (geb. 1910), studeerde aan de V.U., promotie 1946 bij Van Schelven. Medewerker aan de A.G.N. en de Historische W.P. en redacteur van de B.G.N. Publiceerde vooral over de zestiende eeuw. Was tot 1961 werkzaam bij het onderwijs, tevens docent didactiek aan de V.U. en de Universiteit van Amsterdam (1949-1962). Studieleider, later rector van de Vrije Leergangen (m.o.-opl.) van 1949 tot 1961. Wetensch. hoofdambtenaar aan de V.U. (1961), lector (1964), gewoon hoogleraar vad. geschiedenis van de M.E. (1969).
J. Steur (geb. 1905), studeerde geschiedenis en staatsinrichting M.O., was korte tijd leraar aan de R.H.B.S. te Zaltbommel, daarna volontair op het A.R.A., wetenschappelijk assistent op het Kon. Huisarchief, archivaris-bibliothecaris op het departement van O.K. & W. Na de oorlog archivaris bij het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, vervolgens verbonden aan het Rijksarchief in Utrecht. Thans werkzaam op het A.R.A. als waarnemend rijksarchivaris der tweede afdeling. Publiceerde artikelen over de koninklijke familie en hun relaties met de Nassause landen. Opdrachthouder van de Rijkscommissie voor Vad. Gesch. tot het uitgeven van aanvullende documenten op Colenbranders Gedenkstukken voor de regering van Willem I.
Mr. Jan den Tex is geboren te Amsterdam 8 mei 1899. Hij promoveerde aan de Gem. Universiteit van Amsterdam in 1926 op proefschrift ‘Locke en Spinoza over de Tolerantie’. Werkt sinds 1946 aan een vijfdelige biografie van Oldenbarnevelt waarvan de eerste drie delen verschenen zijn in 1960 tot 1966.
Dr. A.J. van de Ven (geb. 1897) studeerde te Utrecht en promoveerde er bij Prof. Jhr. Dr. D.G. Rengers Hora Siccama in 1923 cum laude tot doctor in de Rechtsgeleerdheid op proefschrift ‘Over den oorsprong van het aartsbisschoppelijk Kapittel der Oud-Bisschoppelijke Clerezij’. Legde in 1924 het examen af als wetenschappelijk archiefambtenaar 1e klasse, was in de jaren 1925-1946 werkzaam als chartermeester bij de Provinciale Archiefinspectie in Gelderland en werd in 1946 benoemd tot Rijksarchivaris in de provincie Utrecht. Gepensioneerd in 1963. Is sedert 1955 in functie als archivaris der Oud-Katholieke Kerk van Nederland (Oud-Bisschoppelijke Clerezij). Publiceerde naast verschillende archiefinventarissen artikelen over onderwerpen uit de Gelderse en Utrechtse geschiedenis, oud-vaderlands recht en kerkgeschiedenis. Heeft een door wijlen J. Bruggeman en hemzelf bewerkte inventaris der collectie Franse archivalia in het bezit der Oud-Katholieke kerk (z.g. Fonds Port-Royal) voor publicatie gereed.