Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden. Deel 84
(1969)– [tijdschrift] Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 185]
| |
Register op de bijdragen en mededelingen van het historisch genootschap deel 73 (1968) t/m 84 (1969)Ga naar voetnoot* | |
[pagina 186]
| |
akveld, l.m., Journaal van de reis van Piet Heyn naar Brazilië en West-Afrika 1624-1625. B. en M. 76. p. 85-174. alberts, w. jappe, Bijdrage tot de geschiedenis van de betrekkingen tussen Gelre en Deventer. B. en M. 75, p. 3-12. alberts, w. jappe, Middelnederlandse heiligenlevens uit de kring van de devotio moderna. B. en M. 75, p. 13-64. alberts, w. jappe, De overrentmeestersrekening van Zutphen over het jaar 1457-1458. B. en M. 77, p. 51-189. alberts, w. jappe, Het financiële beheer van de stad Zutphen in 1445/46 op grondslag van de oudste overrentmeestersrekening en de bijbehorende onderrentmeestersrekening. B. en M. 78, p. 77-228. alberts, w. jappe, De Arnhemse stadsrekening van 1447/1448. B. en M. 79, p. 105-218. alberts, w. jappe, De tolrekeningen van Lobith over de jaren 1404/1405 en 1408/1409. B. en M. 81, p. 58-177.
bellush, b., The academy and American foreign policy. B. en M. 81, p. 34-56. boersma, f., De diplomatieke reis van Daniël van der Meulen en Nicolaes Bruyninck naar het Duitse leger bij Emmerik, augustus 1599. B. en M. 84, p. 24-66. bonenfant, p., Les traits essentiels du règne de Philippe le Bon. B. en M. 74, p. 10*-28*. boogman, j.c., Achtergronden en algemene tendenties van het buitenlands beleid van Nederland en België in het midden van den 19e eeuw. B. en M. 76, p. 43-71. brugmans, i.j., Standen en klassen in Nederland gedurende de negentiende eeuw. B. en M. 74, p. 30*-50*. bijl, m. van der, De Franse politieke agent Helvetius over de situatie in de Nederlandse republiek in het jaar 1706. B. en M. 80, p. 152-194.
caenegem, r.c. van, Boekenrecht en gewoonterecht: Het Romeinse recht in de Zuidelijke Nederlanden op het einde der Middeleeuwen. B. en M. 80, p. 12-33. coolhaas, w.ph., De Nisero-kwestie, professor Harting en Gladstone. B. en M. 78, p. 271-325. coolhaas, w.ph., Een bron van het historische gedeelte van Hugo de Groots De Iure Praedae. B. en M. 79, p. 415-540. coornaert, e., La correspondance commerciale au XVIe siècle. B. en M. 73, p. 12*-24*. craeybeckx, j., Alva's tiende penning een mythe? B. en M. 76, p. 10-40. | |
[pagina 187]
| |
daszinska, b.z., Bartholomee Wasowski S.J., foederatorum ordinum Batavorum Descriptio. B. en M. 74, p. 3-43. dorsten, j.a. van zie: geurts, p.a.m. driel, g. van en j.w. marsilje, De rekeningen van Hulst over 1326 en 1341. B. en M. 80, p. 95-140. duke, a.c., An enquiry into the troubles of Asperen, 1566-1567. B. en M. 82, p. 207-227. duyverman, j.p., De vice-president en de koningin-moeder. (Baron Mackay van Ophemert en Anna Paulowna in 1862/1863.) B. en M. 82, p. 228-240. duyverman, j.p., Een Kamerheer en disgrâce (Mr. AE. baron Mackay van Ophemert, 1845/46). B. en M. 83, p. 99-115.
ganshof, f.l., Op de vooravond van de eerste crisis in het regeringsbeleid van het Frankisch rijk onder Lodewijk de Vrome. De jaren 828 en 829. B. en M. 82, p. 12-31. geurts, p.a.m. en j.a. van dorsten, Drie redevoeringen van Bonaventura Vulcanius over de stichting van de Leidse universiteit. B. en M. 79, p. 387-413.
hengel, c.g. van den, Grondbezit in de Gelderse polder te Zevenbergen 1574-1609. B. en M. 79, p. 335-386. heringa, j., Diplomatiek ceremonieel in het midden van de achttiende eeuw. B. en M. 75, p. 75-114. heijst, j. van, Robert Fruin in brieven en andere stukken. B. en M. 77, p. 239-392. heijst, j. van en th.j. meier, Robert Fruins rede ‘Onze Tijd vergeleken met dien der Sophisten’ (1849). B. en M. 79, p. 541-589. heijst, j. van, zie kernkamp, j.h. hooykaas, g.j., Brieven van A.G.A. van Rappard aan C.J. van Assen. B. en M. 80, p. 195-280. hooykaas, g.j., Het archief-Weitzel, een bijdrage tot de kennis van koning Willem III en zijn regering. B. en M. 83, p. 213-223. hugenholtz, f.w.n., Het kaas- en broodvolk. B. en M. 81, p. 14-32.
jong, l. de, De verslagen van de parlementaire enquête-commissie ‘Regeringsbeleid 1940-1945’ en hun waarde als historische bron. B. en M. 73, p. 26*-54*.
kalveen, c.a. van, Kroniekfragment uit Grave (1552-1558). B. en M. 77, p. 191-202. kalveen, c.a. van, Het polderdistrict Veluwe in de Middeleeuwen. B. en M. 79, p. 219-334. | |
[pagina 188]
| |
kernkamp, j.h., klaassen-meijer, a.j. en f. nauta, De rekeningen betreffende de exploratietocht van Den Swerten Ruyter naar het Middellandse Zeegebied in 1589/1590. B. en M. 73, p. 3-54. kernkamp, j.h. en j. van heijst, De brieven van Buzanval aan Daniël van der Meulen (1595-1599). B. en M. 76, p. 175-262. klaassen-meijer, a.j., zie kernkamp, j.h. koreman, j., De stadsrekening van Maastricht over het jaar 1399/1400. B. en M. 82, p. 59-206. kossmann, e.h., België en Nederland, 1780-1830; enkele beschouwingen en vragen. B. en M. 77, p. 27-46. locher, g.w., Nieuwe relaties tussen de culturele antropologie en de geschiedenis. B. en M. 83, p. 33-52.
marsilje, j.w., zie: driel, g. van meijer, th.j., zie heijst, j. van
nauta, f., zie kernkamp, j.h.
oestreich, g., Politischer Neustoizismus und niederländische Bewegung in Europa und besonders in Brandenburg-Preußen. Ein Beitrag zur Entwicklung des modernen Staates. B. en M. 79, p. 11-75. offringa, c., Johannes van Vloten: Aufklärung en liberalisme. B. en M. 83, p. 150-212. postma, f., De visie van de Nederlandse regering op het verdrag van Augsburg aan de vooravond van de 80-jarige oorlog. B. en M. 80, p. 141-151.
reinsma, r., De autobiografie van Jan Jacob Rochussen (1797-1871). B. en M. 73, p. 55-138. reinsma, r., De samenwerking tussen G.-G. de Eerens en Cornets de Groot en haar nasleep. B. en M. 74, p. 68-87. roelink, j., ‘Van sinen lechame...’ B. en M. 84, p. 139-150. roessingh, h.k., Gelderse landmaten in de 17e en 18e eeuw. Een empirische benadering. B. en M. 83, p. 53-98.
schilfgaarde, p. van, Thorbecke tegenover Fransen van de Putte in 1866. B. en M. 74, p. 44-67. schilfgaarde, p. van, De liberale politiek in de laatste jaren van Thorbecke. B. en M. 75, p. 115-148. schöffer, i., Viel onze Gouden Eeuw in een tijdvak van crisis? B. en M. 78, p. 45-74. | |
[pagina 189]
| |
schulte nordholt, j.w., Nederlanders in Nieuw Nederland. De oorlog van Kieft (met als bijlage het ‘Journael van Nieu-Nederland’). B. en M. 80, p. 38-94. slicher van bath, b.h., Economische ontwikkeling en sociale verschuivingen in de pre-industriële maatschappij van West-Europa. B. en M. 79, p. 77-99. stehkämpfer, h., Zum Parteiwechsel der fünf Utrechter Stadtstifte im Verlauf des großen Schismas. B. en M. 76, p. 75-84. steur, j., November 1813 een handschrift van mr. Hendrik baron Collot d'Escury, heer van Heinenoord. B. en M. 77, p. 203-238. steur, j., Documenten betreffende het ontstaan der grondwet van 1814. B. en M. 78, p. 229-270. steur, j., Staatssecretarie en kabinet des konings onder Willem I. B. en M. 84, p. 88-138.
tex, j. den, Oldenbarnevelts geschil met de hoven van justitie. B. en M. 84, p. 5-23. tongerloo, l. van, Een Hessisch diplomaat over de staatse politiek ten opzichte van Duitsland (1630). B. en M. 75, p. 65-74.
veenendaal, a.j., De advocaat Lipman exponent van de Amsterdamse geest in 1830. B. en M. 83, p. 116-149. ven, a.j. van de, Een standaardwerk van pater Polman. B. en M. 84, p. 67-87. voet, l., Het Plantijnse huis te Leiden. De bedrijvigheid van het drukkersgeslacht Raphelengius en zijn betrekkingen met Antwerpen. B. en M. 75, p. 10*-34*. vroede, m. de, Het openbaar lager onderwijs in België onder koning Willem I: De katholieke school. B. en M. 78, p. 10-42.
wal, s.l. van der, De nationaal-socialistische beweging in Nederlands-Indië. B. en M. 82, p. 35-56. wee, h. van der, De economie als factor bij het begin van de Opstand in de Zuidelijke Nederlanden. B. en M. 83, p. 15-32. wels, c.b., De formatie van het eerste ministerie-Thorbecke. B. en M. 76, p. 263-317. wilson, ch., Taxation and the decline of empires, an unfashionable theme. B. en M. 77, p. 10-23. winter, p.j. van, Louisiana gekocht en betaald. B. en M. 75, p. 37*-55*. woltring, j., Een Indische gouvernementsnota uit (ca.) 1871 omtrent onze rechten op Nieuw Guinea en hetgeen nopens de inwendige toestand van dat eiland op dat ogenblik bekend was. B. en M. 75, p. 147-173. |
|