Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap. Deel 82
(1968)– [tijdschrift] Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 228]
| |
De Vice-President en de Koningin-Moeder (Baron Mackay van Ophemert en Anna Paulowna in 1862/1863) medegedeeld door Dr. J.P. DuyvermanMr. Aeneas baron Mackay van Ophemert (1807-1876) vestigde zich na Utrechtse rechtenstudie, besloten met een promotie in 1829, als advocaat in Den Haag, huwde in 1837 Jkvr. M.C.A.J. Fagel (1817-1886), was van 1840-1850 referendaris bij de Raad van State, tevens - van 1843-1859 - gecommitteerde van de regering bij de Maatschappij van Weldadigheid, werd in oktober 1848 benoemd tot lid van de Tweede Kamer, in 1849 lid van Gedeputeerde Staten (eerder, in 1846, lid van Provinciale Staten) en werd wederom lid van de Tweede Kamer, voor Arnhem, van 1850-1862. Het vice-presidentschap van de Raad van State onder de nieuwe wet, in 1862 verkregen op voordracht van Thorbecke, vervulde hij tot zijn overlijden. Sinds 1865 was hij Minister van Staat. In 1835 zag hij zich benoemd tot kamerheer van de Prins en de Prinses van Oranje, Willem en Anna Paulowna, en na de troonbestijging van Willem II in 1840 als zodanig alleen bij de Koningin. Na vele moeilijkheden met haar diende hij eindelijk in november 1845 zijn demissie in, welke démarche hij handhaafde ondanks herhaaldelijk verzoek van Koning en Koningin om te blijven.Ga naar voetnoot1 Zo ging hij begin 1846 met onbepaald verlof; ontslag kreeg hij op verzoek in verband met zijn Kamerlidmaatschap eerst in oktober 1848, onder gelijktijdige benoeming tot honorair kamerheer.Ga naar voetnoot2 Voor de geschiedschrijving van zijn tijd is hij een bijna onvervangbare bron door zijn decennia lang bijgehouden dagboeken (in zeer moeilijk handschrift), waar tal van gesprekken, met de beide Koningen, met Anna Paulowna, met Thorbecke e.a. nagenoeg woordelijk zijn weergegeven. | |
[pagina 229]
| |
Deze Mackay, anti-revolutionair, gereformeerd, trouw adept van de vijf jaar oudere Groen van Prinsterer, oom van Minister Aeneas Mackay (1888-1891), vroeg als Vice-President terstond na de terugkeer op 1 november 1862 uit Weimar van nu Koningin-Moeder Anna Paulowna, audiëntie aan. Zij vroeg wel aan haar Grootmeester, Mr. W.R. baron van Tuijll van Serooskerken, ‘si je la bondis depuis que j'étais devenu un homme important’, maar nodigde hem toch tot het diner op 5 november. Nu ontstond een uiterst intensief contact tot 5 juni 1863 gedurende zeker een veertigtal diners en bezoeken.
Anna Paulowna (1795-1865), dochter van Keizer Paul I, tante van Keizer Alexander II (1855-1881), huwde in 1816 de latere Willem II. Zij behield krachtens het huwelijkscontract haar Grieks-Katholieke godsdienst; in het paleis had zij een eigen kapel met een afzonderlijk koor en tot haar hofhouding behoorde ook een aartspriester. Met Alexander II bleef zij in nauw contact, bij belangrijke gebeurtenissen telegrafisch. Van haar sterk pro-Russische gezindheid gaf zij - binnenkamers - herhaaldelijk blijk. ‘Zij moet’, zegt Japikse,Ga naar voetnoot3 ‘zich altijd herinnerd hebben, dat zij een Keizerlijke Prinses was’. Eenmaal, in 1845, zei zij tot Mackay, zij het in boosheid, ‘het is een eer voor het land een Grootvorstin tot Koningin te hebben. Le Roi était flatté de pouvoir m'obtenir.’Ga naar voetnoot4 Von MohlGa naar voetnoot5 noemt haar wegens haar karakter gevreesd. ‘Ich habe Sie nur einmal gesehen in einer nachts um elf Uhr stattfindenden feierlichen Audienz, in welcher die alte Frau stark geschminkt und mit prachtvollen Juwelen, namentlich aber mit einem wegen seiner Unschätzbarkeit berühmten Perlengehänge, bedeckt erschien...’ De verhouding tot haar schoondochter Koningin Sophie - van wie zij tevens de tante was - in tegenstelling tot Anna duidelijk pro-Frans, was slecht en haar oudste zoon, Willem III, heeft zij bij testament bijna onterfd. Die ‘erhielt nur den auf etwa 600.000 Gulden sich belaufenden dritten Teil ihrer Russischen Mitgift und fast zum Spotte, einen Siegelstock und ein Invalidenhospital, mit der Bitte, solches auch künftig zu unterhalten’.Ga naar voetnoot6 | |
[pagina 230]
| |
Mackays dagboek, bijgehouden tot 13 februari 1876 (hij overleed de 6e maart) rapporteert nauwgezet over zijn bezoeken, diners, gesprekken in Boschlust en nu en dan in Buitenrust. Eénmaal, op 25 maart 1863, blijft de pen rusten: de conversatie was te vertrouwelijkGa naar voetnoot7. Reeds gedurende de eerste maaltijd, op 5 november 1862, komt de politiek aan de orde. Elle nous a dit que l'Empereur de Russie poursuivait son oeuvre avec calme et qu'il ne reculerait pas devant les difficultés. S.M. désapprouvait les prétentions de la Pologne, qui voulait des provinces qui appartenaient depuis longtemps à la Russie et auxquelles elle n'a aucun droit. Na afloop van het volgende diner, veertien dagen later, blijft Mackay na het vertrek van de andere gasten. H.M. spreekt (weer) over buitenlandse aangelegenheden en uit de vrees ‘que nous allons importuner la Suède’ door de opheffing van het gezantschap. Op 25 november houden Zweden, Turkije en Griekenland Haar bezig. Zij is van oordeel dat de mogendheden destijds een fout hebben gemaakt door voor Griekenland een Beierse prins met weinig capaciteiten te kiezen. Zijn huwelijk is bovendien kinderloos. Met een in Griekenland geboren prins zou men misschien anders hebben gehandeld. Gedurende de maaltijd van 1 december klaagt H.M. over de jeugd van tegenwoordig. Mackay denkt: Zij heeft in wezen gelijk ‘car l'obéissance ni la crainte du Seigneur ne sont plus la base de l'éducation’. Wederom na het vertrek der anderen volgt een tweegesprek waarbij de gastvrouw zich verklaart tegen de inkomstenbelasting: men vergeet de lasten die op de rijken drukken. Het diner van 10 december verloopt zonder bijzonderheden, maar de 13e komt de Koningin weer terug op Zweden. ‘S.M. y voit une séparation des alliances du pays de celles de la famille Royale. Les Alliances de la famille peuvent être utiles et quelquefois nécessaires.’Ga naar voetnoot8 | |
[pagina 231]
| |
Donderdag 16 december wordt - in klein gezelschap - Mackay aan de rechterzijde van de gastvrouw genood: ‘c'est pour faire honneur à votre rang.’ Zij vraagt wat Mackay denkt van het verdrag met Engeland ter bestrijding van de zeeroverij. Deze is met Haar van mening dat het gevaarlijk is de Engelsen in onze Archipel te brengen. Zij is ook verontrust door hun bezit van een deel van Borneo. Mackay berust; daaraan is nu niets meer te doen; wij hebben de gelegenheid laten voorbijgaan deze bezitting te kopen. Op 20 december eindigt de maaltijd met een ‘conférence confidentielle’ over de Eerste Kamer en moet Mackay de geschiedenis van zijn benoeming vertellen; de 23e wordt over beide Kamers gesproken. Wederom neemt H.M. het de Minister van Buitenlandse Zaken kwalijk dat deze het gezantschap in Stockholm heeft gevoegd bij dat in Kopenhagen.Ga naar voetnoot9 Tweede Kerstdag heeft Mackay de stilzwijgende toestemming geen gehoor te geven aan de invitatie; hij is verhinderd door een Bidstonde. Op 28 december spreekt de Koningin haar ongenoegen uit over de Eerste Kamer die de begroting van Buitenlandse Zaken niet heeft verworpen en 3 januari 1863 bespreekt Zij, op Buitenrust, de mogelijke gevolgen van het afstemmen met 30 tegen 4 stemmen van de begroting van Koloniën. Zal het ministerie heengaan? Mackay - Je ne pense pas. S'il m'est permis de dire mon opinion, je ne l'apprecierai pas. D'abord le vote n'a pas été contre le Ministère quoique la question en soit une qui regarde le cabinet. Plusieurs des votants-contre sont des partisans du Ministère. Puis, ce n'est pas le moment de renvoyer le Ministère. Il est à peine en activité. Il doit encore proposer en décembre de loix importants; on serait embarassé en ce moment à former un autre cabinet et dans la Seconde Chambre le Ministère a la majorité. Enfin un Ministère libéral comme celui-ci ne peut pas partir par un événement. Il faut qu'il tombe sous son propre poids. Par exemple après les loix financières. Si le Ministère ne peut pas trouver un Ministre | |
[pagina 232]
| |
des Colonies et quand le Cabinet ne fut pas d'accord dans son sein, il pourrait se dissoudre, mais il ne doit pas être renvoyé. | |
[pagina 233]
| |
qu'elle...Ga naar voetnoota ne l'a cru. Je sais que quelques membres sont effrayés du rôle que la Chambre a joué. Donderdag 6 januari wordt Mackay geinviteerd ter ere van de Russische Kerstmis, tevens het herdenkingsfeest van 1812; vier dagen later komen weer buitenlandse kwesties ter tafel. H.M. blijft hopen op een Russische wraak voor de Krimoorlog en de 15e verklaart Zij zich sterk anti-Engels; die zullen nog eens voor die oorlog worden gestraft. Quelle politique pour un état chrétien de soutenir la Turquie contre la Russie. Jamais la Russie ne pourra-t-elle se soumettre à la condition de n'avoir qu'une flotte défensive sur la Mer Noire. C'est comme si les Hollandais ne soient plus maitre sur le Zuiderzee. Zij vertelt dan het verhaal van de verovering van Sébastopol. Nú zijn er weer moeilijkheden met Turkije. De bladen vertellen de leugen dat Rusland wapens zendt naar Servië. Een oorlog nu zou voor Rusland een ramp zijn; men kan daar nu geen oorlog hebben. Het diner van woensdag de 21e leidt tot persoonlijker gesprekken, maar de volgende woensdag vernemen de gasten van een telegram uit Warschau: het oproer tengevolge van de recrutering is niet algemeen: de adel en de boeren houden zich rustig maar de derde stand en de arbeiders zijn in beweging (remuants). De 17e februari - toen er weer een telegram was gekomen - voegt Zij eraan toe: ‘le clergé Catholique se montre très mal’. Anna Paulowna wordt dan ziek en eerst 25 maart laat Zij weten de Heer Mackay 's avonds om negen uur te willen ontvangen. Zijn verslag? Je trouve S.M. seule dans son salon particulier en robe de soie avec un bonnet et toussante. Réception des plus gracieuses. Entame plusieurs topics. | |
[pagina 234]
| |
Gedurende het diner van 14 april houdt de amnestie verleend aan de Polen H.M. zeer bezig. De Keizer had die getekend bij het verlaten van de kerk na de grote Paas-dienst ‘pour faire un acte de charité et de reconnaissance’. H.M. was er zeer mee ingenomen. Deze daad loopt vooruit op de diplomatie en verijdelt die. Zij had al gelezen dat de liberale families met deze amnestie spotten. De 18e noteert Mackay dat ook hij gelooft dat de Keizer de diplomatie een poets heeft willen bakken. Hij meent ‘que l'Empereur a voulu prévenir les Prussiens, qui lui enverraient des notes pour l'engager à faire des concessions.’ Hij ontvangt op de 14e ter lezing twee artikelen uit de courant van St. Petersburg over de houding van de Polen en de emancipatie, en een boekje vertaald door Anna's aartspriester Soudakoff over de houding van de Christelijke Kerk, dat men de volgende dinsdag bij het diner bespreekt. H.M. vertelt verder ‘que les Jésuites avaient bien profité de l'absence de l'Empereur Alexandre en 1814/1815 pour convertir plusieurs grandes familles au Romanisme.’ Op 30 april laat de Koningin-Moeder een telegram van de Keizer lezen, dat zij ‘un document historique’ noemt. Moskou en andere steden hebben de Keizer hulde gebracht, waarvoor hij zeer gevoelig is. Toen gravin Van Limburg Stirum en baron Van Tuijl waren vertrokken, volgde weer een vertrouwelijk gesprek. Dan verneemt Mackay van een Franse démarche ter verkrijging ook van onze adhesie met het voorstel dat Franrkijk zo juist aan | |
[pagina 235]
| |
Rusland heeft gedaan in het belang van Polen en van de vrede in Europa.Ga naar voetnoot15 Mackay zou gaarne het antwoord en vooral de persoonlijke mening van Thorbecke kennen. De gastvrouw gelooft dat de Keizer Napoleon zich niet bedient van de heer Baudin; Zij denkt aan een ander kanaal en dat kan slechts Koningin Sophie zijn.Ga naar voetnoot16 Mackay was tegenstander van de adhesiebetuiging; wij hadden onze neutraliteit moeten bewaren. In de eerste dagen van mei spreekt hij erover met Thorbecke. M- Mijnheer Thorbecke, wat ben ik verbaasd geweest van onze toetreding tot de démarche van Frankrijk tegenover Rusland. | |
[pagina 236]
| |
den er ons best hebben afgemaakt. De Fransche politiek kan de onze niet zijn. Dan bespreekt hij de kwestie met Betz, Minister van Financiën. Die vond de aansluiting natuurlijk en eenvoudig. Er werd alleen gevraagd om maatregelen om de vrede in Europa te bewaren. Wij konden het te eerder doen omdat het een familiehof was. De gehele maand mei blijft in deze kring de Poolse nota het gesprek van den dag. De Koningin-Moeder vertelt de 6e mei dat de Russische gezant onze regering had gevraagd met het telegram aan de Keizer te wachten tot hij de grote mogendheden had geantwoord. Men had dit onmogelijk genoemd. Zij blijft verontwaardigd over onze démarche en schrijft alles toe aan de invloed van de Koningin, die sinds haar huwelijk zich tegen Rusland heeft verklaard. ‘Elle n'a pas même reçu le Ministre de Russie à son audience de trône et l'a invité à diner avec le Ministre Belge.’ Zij is anti-Russisch en pro-Thorbecke, wiens vrouw zij intiem ontvangt. Mackay poogt gerust te stellen. De maatregel is meer dan impopulair en kunstgrepen worden slecht beloond. De gastvrouw gelooft, dat ook het verlangen om goed te zijn met de Katholieken niet zonder invloed is geweest. Zaterdag 9 mei worden vele gesprekken gevoerd, met Anna Paulowna voor en na het diner, met Minister Van der Maesen en met de heer De Kock.Ga naar voetnoot17 Voor het diner moet Mackay H.M. uitleggen dat Thorbecke het Grootkruis Nederlandsche Leeuw heeft ontvangen voor de Wet Middelbaar Onderwijs. Alle ministers hadden onderscheidingen ontvangen na de verdediging van een organieke wet. De Koning kon voor Thorbecke niet minder doen. Na tafel komt de cause célèbre weer aan de orde. H.M. is boos over een zin in het Russische antwoord van Prins Gortschakoff, waar deze zegt dat Keizer Alexander had gehandeld ‘dans des vues personnelles’, woorden die zij kwetsend vond voor de nagedachtenis van haar broer. Zij deelt dan een Mackay onbekend feit mede n.l. dat in 1830 de Russen de bedoeling hadden ons te hulp te komen. Zij weet | |
[pagina 237]
| |
dat doordat Prins Lieven die de portefeuille had gehad gedurende de afwezigheid van Graaf Nesselrode, terugkerende naar zijn post in Londen haar in Den Haag had gezegd: ‘Nous venons à votre aide. L'armée de la Pologne fera l'avant garde.’ Zij heeft dat bevestigd gevonden in de brieven van de Keizer, haar broer Nicolaas I, aan Koning Willem II, die haar na diens dood waren ter hand gesteld. Pruisen had zich tegen de interventie verzet.Ga naar voetnoot18 Maar wat gebeurde er? Polen komt in opstand; Frankrijk heeft die revolutie gevoed en in plaats dat het Poolse leger tegen Frankrijk optreedt wordt het de vijand van Rusland. H.M. twijfelt er niet aan dat de Fransen in de huidige revolutie ook de hand hebben. ‘Il faut affaiblir la Russie, isoler la Prusse et gagner les petites Puissances. Puis prendre la Belgique et marcher vers le Rhin. Le Roi Léopold se porte bien, mieux qu'on ne croit et c'est une bénédiction.’ Het had H.M. ook gefrappeerd dat het Katholieke blad De Tijd het enige was dat de maatregel van de regering verdedigde en zich verheugd toonde over het partijkiezen voor de Polen. De andere bladen zeiden niets. De invloed van Koningin Sophie noemt zij groot. ‘Elle a gagné l'Empereur et a été gagnée par lui. Lors de la visite de l'Empereur à Stuttgart la Reine a été enchantée de l'Empereur. On a même trouvé que c'était beaucoup trop.’ Beiden zijn van oordeel dat het bij deze ene stap niet zal blijven; H.M. meent dat Thorbecke de Katholieken heeft willen winnen. Op straat ontmoet Mackay Minister Van der Maesen, die van mening is dat wij niet anders konden handelen. ‘Moesten wij dan weer achteraan komen en ons loin houden? Als alle Naties mededoen, moeten wij dan niets doen?’ Mackay noemt dan verschillende landen die weigerden en ziet ons gebonden aan de Franse politiek. Gaat die verder, dan moeten wij mee, hetgeen de Minister ontkent. Mackay noteert tot besluit: ‘Mr. Van der Maesen est Catholique Romain. Le Catholicisme est-il dehors de la question?’ Het gesprek met de heer De Kock verloopt wat anders. Hij meent dat zolang Frankrijk en Engeland verenigd zijn wij ons aan die mogendheden moeten houden, dat wij ons op den duur niet aan alles kunnen onttrekken. Als Mackay dan naar België wijst zegt De Kock: ‘België is in eene andere positie en de neutraliteit van België is gewaarborgd; wij zijn onafhankelijk.’ | |
[pagina 238]
| |
Mackay - ‘Wij zijn dus in het Franse schuitje.’ De Kock - ‘Ja, wat wil je.’
Gedurende het diner van 18 mei spreekt H.M. nog steeds over ‘la fameuse adhésion’ en twee dagen later ontmoet Mackay op het grote diner, dat de Belgische gezant geeft ter ere van de drie zo juist gesloten verdragenGa naar voetnoot19 de internuntius Mgr. Vecchiotti, die over Polen zegt: Ce n'est pas une cause réligieuse et pas une cause nationale, c'est une cause révolutionnaire. On parle de nationalisme, mais qu'est-ce que ce nationalisme? Ce n'est que le principe révolutionnaire; pas autre chose.
Deze woorden verbazen Mackay ten zeerste en hij rust niet alvorens de hele gang van zaken te kennen. Ziehier zijn resultaat. Minister Van der Maesen kwam met de nota om die door de Koning te laten tekenen en vond deze in het paleis van de Prins van Oranje, waar een groot bal zou worden gegeven. Z.M. was met de architect bezig om een der salons in te richten. Z.M. op een ladder met een lamp, de architect onderaan. De Minister drong aan op tekening omdat er haast bij was en Z.M. parafeerde de nota aan de gezant te Petersburg, de heer GeversGa naar voetnoot20. Maar wat gebeurde er toen? Op het bal zei de Koning tegen de Russische gezant Mansouroff, het geheel eens te zijn met wat Rusland in Polen deed. Deze telegrafeerde dat terstond aan Prins Gortschakoff in Petersburg. Toen de heer Gevers hem de nota wilde overhandigen, werd hij niet ontvangen omdat Gortschakoff reeds in het bezit ervan was. De gezant telegrafeerde naar Den Haag om nieuwe orders en die luidden: nota overhandigenGa naar voetnoot21. De heer Gevers ging weer terug, om te worden ont- | |
[pagina 239]
| |
vangen ‘assez du haut de sa grandeur’. Gortschakoff merkte op wat hij gelezen had in het telegram van Mansouroff en zei tenslotte dat de Russische regering op de nota zou antwoorden. Mackay eindigt dit dagboekblad met een overpeinzing. Le Roi a agi imprudemment mais le Ministre légèrement. Le Ministre aurait dû fixer l'attention du Roi pour une mesure d'une telle importance; mais il parait que le Roi a subi (?) lui-même une pression du côté du Ministre ou bien le Roi avait-il voulu faire plaisir à la France? Mais pourquoi donc ces protestations d'approbation des mesures de la Russie? Le Ministre a-t-il été pressé par la France ou par son désir de gagner les Catholiques? De adhesie-betuiging doet Groen van Prinsterer in de Tweede Kamer interpelleren. De strijd, woensdag 20 mei aangevangen, duurt met onderbreking tot zaterdag 23 mei (Handelingen p. 762-811). Groens motie van de eerste dag luidt na wijziging de 23e: De Kamer den Minister gehoord, en van oordeel dat op het wenschelijke in de tegenwoordige omstandigheden eener volstrekte onzijdigheid in de door den Minister van Buitenlandsche Zaken overgelegde nota te weinig gelet is, gaat over tot de orde van den dag.’
Zij wordt verworpen (met 40 tegen 25 stemmen) tot verwondering van Anna Paulowna, die er een republikeinse tendens in ziet en het betreurt dat ‘les relations de famille’ worden weggecijferd. Woensdag 27 mei weet Zij meer te vertellen: S.M. me raconte en secret que la Chambre d'Affaires Russes Secrète a fait communication de la réponse à notre lettre d'adhésion. S.M. trouve la réponse fort peu agréable. S.M. sait que Mr. Van der Maesen a eu connaissance de cette lettre samedi avant d'aller à la Chambre. Ce n'était as vrai ce que Mr. Van der Maesen a dit dans la Chambre qu'il n'avait rien | |
[pagina 240]
| |
reçu.Ga naar voetnoot22 S.M. croit qu'avec un autre Ministre que Mr. Mansouroff la lettre d'adhésion n'aurait pas été envoyée. |
|