| |
| |
| |
De oudste kapittelrekening van Oudmunster uit het jaar 1295,
Medegedeeld door Mr. R. Van Roijen.
De achterstaande text, voorzooveel met groote letter gedrukt, vormt de langst bewaard gebleven rekening van het kapittel van Oudmunster te Utrecht. Zij wordt gevonden in 's kapittels archief onder no. 184 en is geschreven op perkament met afmetingen 71½ bij 24 c.m. Van dergelijke in rolvorm gestelde stukken van comptabelen aard bevat het genoemde archief nog een aantal (13), liggende tusschen de jaren 1296 en 1346. Met het jaar 1347 vangt daarop de serie, in boekvorm op papier gestelde, rekeningen aan, die zich, behoudens eenige onderbreking tusschen 1359-1370 en 1412-1422, als een vrijwel gave rij - zoowel voor de groote als kleine kamer dienende - over meerdere eeuwen voortzet. Vergelijken wij deze reeks met die van de 4 andere kapittelkerken, dan blijken voor het kapittel van Oudmunster de stukken het verst terug te gaan; bij St. Pieter is het aanvangsjaar 1370, bij St. Jan 1379 (fabriek 1367), bij den Dom 1394 (voor de Groote Kamer n.l., voor de Kleine Kamer 1389); de rekeningreeks van St. Marie kan de vergelijking veel minder doorstaan, daar de betrekkelijke serie eerst met 1473 inzet, hetgeen niet wordt goedgemaakt door de omstandigheid, dat van de Groote Kamer van dit kapittel ééne rekening van 1417 is behouden gebleven. Een kleine compensatie voor het verlies der vroegere rekeningen zal moeten worden gezien in een bewaard uitvoerig ‘manuaal’Ga naar voetnoot1) van dit kapittel,
| |
| |
dat tot de eerste helft der 14e eeuw moet worden gerekend en een aantal jaren is gebezigd. Alzoo neemt de rekening van Oudmunster, hierachter gesteld, eene achtenswaardige plaats in; terloops worde opgemerkt, dat de stukken van rekenplichtigen aard, in het Bisschoppelijk Archief zich bevindendGa naar voetnoot1), van lateren datum zijn.
Gelijk werd opgemerkt, zijn meerdere dergelijke rolrekeningen in het Oudmunsterarchief behouden; zij dragen de jaarcijfers 1296 (Inventaris Vermeulen no. 567), 1299 (no. 184 Rekeningen Groote Kamer), 1300 (no. 623 en 634 Inventaris Vermeulen), 1315 en 1330 (1e afd. Oudmr. no. 70), 1319 (1e afd. Oudmr. no. 14), 1336 (1e afd. Oudmr. no. 96), 1337 (1e afd. Oudmr. no. 102), 1339 (1e afd. Oudmr. no. 112), 1340 (1e afd. Oudmr. no. 122), 1342 (1e afd. Oudmr. no. 131), 1344 (no. 145 1e afd.), 1346 (no. 165 1e afd.). Niet alle zijn gelijkwaardig te achten. Vanzelfsprekend overtreffen de latere de vroegere in omvang alleen reeds door de vermelding van het sterk toegenomen goederenbezit; onder genoemde nummers zijn exemplaren, die voor onze begrippen de sporen dragen van een kladrekening en de bestemming kunnen hebben gehad te eeniger tijd in den loop of kort na het besluit van het dienstjaar plaats te moeten maken voor een in het net geschreven rekening. Of dit is geschied, is niet uit te maken. Wel echter geeft het feit, dat de laatste van de opgesomde rolrekeningen het jaar 1346 aangaat en de eerste rekening van de bovenvermelde Oudmunsterreeks het jaar 1347 betreft, ruimte aan eene veronderstelling, dat men in laatstgenoemd jaar met de aanlegging in boekvorm kan zijn begonnen. Evenwel blijft ook mogelijk, dat de kameraar na 1347 met de aanhouding van rolrekeningen is doorgegaan, daar deze vorm ongetwijfeld voor den boek- | |
| |
houder-schrijver vele voordeelen moet hebben gehad; naderhand kunnen deze dan zijn vernietigd, omdat de noodige wetenschap uit de rekeningserie kon worden geput; bij ontstentenis van oudere boekrekeningen zullen de over de voorliggende jaren nog aanwezige rolrekeningen zijn bewaard, waarvan aldus een 13-tal tot ons is gekomen.
Aanvankelijk moet het beheer bij één functionaris hebben berust. Overeenkomstig de latere regeling moet een kanunnik daartoe bij toerbeurt zijn aangewezen; bijzondere gaven voor de behartiging van de belangen in het tijdelijke zullen afwijkingen in het leven hebben geroepen, zoodat men in b.v. 1299 en 1302 eenzelfde kameraar Matheus (Eremberti) ziet fungeeren. Het geheele beheer berustte bij dezen kameraar aanvankelijk in vollen omvang. Het opschrift der hierna volgende rekening luidt dan ook... ‘recepta de bonis camere ecclesie S. Salvatoris’.
Wanneer men de hierachter in grootere letter gedrukte rekening, voorzooveel de ontvangstafdeeling betreft, vluchtig overziet, valt onmiddellijk op, dat het zwaartepunt van het kapittelbezit in den aanvang is opgesomd. Ook thans zal een kapitalist zijn opgave voor de vermogensbelasting dienovereenkomstig indeelen. Na post gemerkt no. 14 ‘de Utermere’ vermeldt de optelling reeds ruim 410 pond. Hierbij vergeleken vertoont het aan het slot der ontvangsten (na no. 160) genoemd cijfer een veel te bescheiden stijging. Hoe de opteller tot dit resultaat is gekomen, is niet duidelijk. Het blijft evenwel vast staan, dat de belangrijkste goederen het eerst worden gememoreerd. Blijkens de onmiddellijk opvolgende, hiervoor opgesomde, rekeningen bestond voor de gekozen volgorde gegronde redenen. Die van 1296 licht ons in, dat de in de hierachter afgedrukte rekening onder de nos. 1-14 en 15 tot 44 genoemde goederen de ‘magna bona’ vertegenwoordigen, van welke in de rekeningen van 1299, 1300, 1302 en 1319 als ‘maiora bona’ nader wordt gesproken. Zien wij goed, dan vormde dit gedeelte van het kapittelbezit de kern van zijn bezit en van zijn bestaan. Immers verschillende der onder 1-44 genoemde goederen zullen op de oudste koninklijke en bisschoppelijke schenkingen terug gaan. Van deze magna bona moet in de oudste tijden zoowel het onderhoud van het kerkgebouw als de gemeenschappelijke huishouding zijn gefinancierd; naderhand plachten, in den tijd waarvan
| |
| |
archiefstukken tot ons zijn gekomen, uit deze goederen de uitdeelingen aan de kanunikken plaats te vindenGa naar voetnoot1). Daarnaast waren, zooals ook in het Domkapittel, de andere bezittingen, die wij in 1300 genoemd vinden als de ‘bona minoris officii camere S. Salvatoris’, voor de memories en viering der feesten bestemd. Deze laatste houden onverbrekelijk verband met elkaar, daar de instelling van zeer vele feesten plaats vond bij erfstelling door leden van het kapittel alsook door anderen, die voor de bekostiging daarvan gelden afzonderden, met bepaling dat mede hun sterfdag zou worden herdacht. Door den loop der eeuwen ziet men mitsdien eene zeer groote toeneming van het goederenbezit van deze latere kleine kamer, gepaard gaande dienovereenkomstig met belangrijke uitbreiding van het getal der memories en feesten; daartegenover blijft de Groote Kamer de gevestigde instelling zonder noemenswaardige wijzigingen.
Gelijk bij kennisneming van de hierachter in druk gebrachte langst bewaarde rekening zal blijken, zijn bij verschillende posten overeenkomstige gegevens met kleine letter gesteld, ontleend aan de bovengenoemde rolrekeningen, speciaal van 1296 en 1300, een enkele maal aan die stammende uit 1315 of aan de eerste rekening van de serie, aanvangende 1347; van bewerking van de overige rekeningen is afgezien, aangezien met het voortschrijden der jaren eene vergelijking van alle posten haast onoverwinlijke moeilijkheden oplevert en de toelichting alsdan door haar omvang verwarrend zou werken. Menige aanteekening is voorts ontleend aan het Necrologium van OudmunsterGa naar voetnoot2), aangelegd in de 1e helft der 15e eeuw, dat langen tijd dienst heeft gedaan en aan het Goederenregister, zich bevindend in Archief Oudmunster no. 6 met opschrift: ‘Istud registrum collectum est et scriptum per Johannem dictum ViskerGa naar voetnoot3), nostrum concanonicum, de quibusdam bonis
| |
| |
nostre ecclesie Sancti Salvatoris in quorum bonorum possessione vel quasi fuit ipsa ecclesia anno Domini 1300.’ In Oudmunster no. 4, waarin het op bldz. 31 seqq in lateren vormGa naar voetnoot1) voorkomt, is hieraan toegevoegd: ‘sed multa bona sunt postmodum empta et hic conscripta’. Voor zooveel de in de hierachter volgende rekening genoemde posten tevens in bedoeld goederenregister van kanunnik Johannes Visscher werden aangetroffen, zijn aan het laatste verschillende bijzonderheden ontleend en bijgesteld met kleine letter, gelijk gemakkelijk te ontwaren valtGa naar voetnoot2).
Daar de bewerking van eene rekening als de onderhavige in verband met andere soortgelijke vele moeilijkheden oplevert, daar nu eens de overeenkomstige posten in het oog springen, dan weer zelfs met de grootste inspanning niet kunnen worden gevonden, heeft de bewerker - ten einde aan de onvolmaaktheid, die hiervan het gevolg is, te ontkomen - besloten alle regels in achterstaande rekening van 1295 te nummeren van 1-265, en om daarop alle in de rekening voorkomende plaats- en eigennamen in klapper te brengen; hierdoor werd de vergelijking der latere, vorengenoemde stukken zeer vergemakkelijkt. Na de bewerking der rekening, gelijk die hier wordt aangeboden, zijn mede de in de toevoegingen gestelde namen in de klapper opgenomen, met dien verstande, dat doorgaans de weinigzeggende namen van pachters van de onderscheiden kapittelgoederen, overeenkomstig de door Dr. Heeringa in diens Indices op de: Rekeningen van het Bisdom Utrecht (1378-1573)Ga naar voetnoot3) gevolgde gedragslijn voor de latere toevoegingen buiten beschouwing zijn gelaten. Het lijdt geen twijfel, dat door de aangebrachte nummering der regels, correspondeerende met de klapper de stof gemakkelijker toegankelijk is gemaakt, dan zij anders met vermelding van het bladzijdenummer zou zijn geweest.
R. VAN ROIJEN.
| |
| |
| |
Anno domini 1295 a festo beati remigii recepta de bonis camere ecclesie sancti Salvatoris per matheumGa naar voetnoot1).
1. | De decimis in Gasperwerde et aliisGa naar voetnoot2) Giselbertus de Goye 140 libras
In de rekening van 1296 is deze post, waarmede de opsomming der magna bona aanvangt, aldus gespecificeerd: In Gasperwerde:
De Ummehage: Engelbertus Scamere |
15 lib. |
Under den Wert: Hubertus de Turri |
21 lib. 10 sol. |
Hamme: Arnoldus Snerke |
9 lib. |
Helsdinghen: Henric de Helsdinghen |
13 lib. 5 sol. |
Sliterhuve: Theodoricus dts Vorbroet |
14 lib. |
Enge, den Wert et Bonic: dominus Hubertus de Everdinghen senior |
13 lib. 5 sol. |
Vincswerde: Bertoldus Scinkel |
14 lib. 10 sol. |
Nesse: Gerardus Sprunc |
5 lib. 10 sol. |
De Huven: Petrus Cuckoc (?) |
4 lib. 15 sol. |
Decimas minutas Rutgerus presbiter |
50 sol. |
Orden...(?) mit idem Rutgherus |
7 lib. |
|
| |
| |
|
Decimas de Everdinghen: Henricus de Everdinghen |
15 lib. |
Decimas de Godbrechtinghen, Tulle, Wale, Huntswic et Pistelcorne: Swederus de Vianen et Wesselo de Everdinghen |
75 lib. |
De rekening van 1300 (maiora bona camere eccl. Sancti Salv.) bevat het navolgende: |
|
Decima de Gasperwerde |
(ontvangst niet genoemd) |
Decima de Everdinghen Henricus de Everdinghen |
15 libr. Mart. et Petri |
Decima de Godebrechtinghe, Tulle, Wale, Hunswijc et PisteltiendeGa naar voetnoot1), Wesselo |
60 libr. Mart. et Petri |
Rekening 1347: De Decimis in Ghasperde et in Goberdinghe a domino de Arkel |
130 libras |
|
2. | De decimis in Laxmunde Dominus Hubertus de Vianen 46 libras
Rekening 1296 (magna bona) 52 libras.
Het goederenregister samengesteld door kanunnik Johannes Visscher in 1300 zegt van dit bezit: Apud Lexmunde decime maiores et minute; media pars iurisdictionis, media pars census et piscature ibidem; pertinent pro indiviso ad istas duas congregationes, hoc excepto quod ecclesia Sancti Martini habet precipue decimam quinque mansorum, in cuius recompensam habet ecclesia nostra collationem vel ius patronatus ecclesie de Lexmunde. Proventus vero nostre partis in decimis istis distribuuntur inter prebendas plenas et semiplenas, quoadmodum supra de decimis in Outena signatum apparet. - Zie hierna onder no. 3.
|
3. | De censu et iurisdictione ibidem idem 2 libras
Rekening 1296 (magna bona): de censu, iurisdictione et piscatura ibidem 2 libras Andree.
Rekening 1300 (maiora bona): Decima de Laxmunde, de Clareboutstiende (cf. hieronder no. 60), de censu, iurisdictione, piscaria et minuta decima ibidem, Dominus Hubertus de Vianen 40 solidos Traiectenses. Andree.
Rekening 1347 Groote Kamer: de iurisdictione in L. a domino Wilhelmi de Duvenvorde 3 libr. 4 st. Martini tantum.
Brom 1886.
|
| |
| |
4. | De decimis in Iudefaes 8 libras
Rekening 1296 (magna bona) conform met toevoeging: Stephanus de Weyda.
Rekening 1300 maiora bona: dominus Jacobus de Olthusen 8 libr. Martini et Petr.
Rekening 1347 Groote Kamer: de decimis in Jutfaes 35 pont.
Het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300 luidt: Apud Judefaes decime quinque mansorum, de quibus dantur duo libre ad memoriam illorum de Lent XIVo Kal. Febr. Met het patronaatsrecht behoorden deze tienden aan Oudmunster. Brom in voce. Zie hieronder onder no. 207.
|
5. | De decimis et censu in Linscoten ac predio ibidem 70 libras
Rekening 1296 conform, met toevoeging: Erembertus et Gerardus Vrenke 100 libr. - Rekening 1300 maiora bona: dominus Erembertus 100 libr. Martini et Petri. Rekening 1347 Groote Kamer: a Rovere de Montforde 180 et 60 pont. - Eene uitvoerige omschrijving van de iurisdictio bassa, census et decime in Linscoten - de laatste onderscheiden wordende in de Oevertiende, Tusschentwezlusen, de Grote tiende, de Rapinentiende ende Polretiende - vindt men in Oudmunster no. 1 (liber catenatus) bldz. 13. - Zie Brom 1056, 1071, 1078, 1113, 1134.
|
6. | De decimis in Oldewater 20 libras
Rekening 1296 onder magna bona conform met toevoeging: Henricus de Hunthorst. 22 libr. In een aanhangsel daarvan wordt gezegd: dominus Hermannus de Worden. Rekening 1300 (maiora bona): de decima in Oldewater, Petrus Vere et Reynerus Ansekiin pro 26 libr. Martini et Petri. Tusschengevoegd: Decima minuta in Oldewater Hugo Symonis 15 sol. Rekening 1347 (Gr. Kam.) de decimis in Oudewater Hermannus Coutemont 36 libr. - Over de herkomst van dit bezit, gekocht in 1240 van Rotardus miles de Hamme, zie Brom 938 (Vermeulen 106 en 108).
|
7. | De Achtersloet 26 libras 10 sol.
Rekening 1296 (magna bona): conform met toevoeging: Giselbertus de Ruel. Rekening 1300 conform. Mart. et Pet. Zie voor de goederen in Achtersloot de aanteekening bij no. 134.
|
8. | De Custwic et Milant 15 libras
|
| |
| |
|
Rekening 1296 (magna bona): conform; in het aanhangsel daarvan wordt hieraan toegevoegd: Hermannus de Worden. Rekening 1315 Kl. Kamer: de Custwic in Milant 33 libras 11 sol. 3 denar.
Het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300 luidt:
De bonis in Milant et Custwiec; agitur memoria Henrici episcopi infra IIo Nonas Juny. De istis bonis habet episcopus noster portionem praecipuam 62 librarum, videlicet de Milant 50 lib. et de Custwiec 12 lib. De toto vero residuo, undecumque etiam proveniente iurisdictione excepta, quod est episcopi, recipiet idem episcopus partem mediam. Et sex conventuales ecclesie reliquam partem. De parte autem ecclesiarum fit talis divisio, videlicet ubi ecclesia Beati Martini recipit 10 lib., ibi recipiet ecclesia nostra 7½ libr., Sancti Petri 7½ lib., Sancti Johannis 7½ lib., Sancte Marie 9 libr. et Sancti Pauli 5 libras et sic proportionaliter de summa totali excrescente nunc et in futurum.
Custwiec habet 2 partes, quae dicitur Rugheweyde, una vero pars habet 16 mansos, alia autem pars, quae appellatur Pascua Inferior 42 mansos minus 6 iugera. - Milant habet 4 partes, videlicet Dyepermye, Zecvelt, Nyencoep et Camerike; de pacto predictorum precium episcopus annuatim dictis ecclesiis solvere tenetur 45 libr. prout infra IIo Nonas Juny plenius continetur. Et prout pactum de Custwyc prima Dominica post Martini per colonos exsolvitur, sic eciam de Milant prima Dominica post Johann. Baptiste.
Zie Brom 1726, 1911, 2077, 2243, 2274 en 2802 jo. Rekeningen van het Bisdom Utrecht door Dr. K. Heeringa, 1378-1573, I, bldz. 13.
|
9. | De decimis in Marcenbruke 5 libras
Rekening 1296 (magna bona) hieraan toegevoegd: Wilhelmus de Brokelhede 7 libr. Rekening 1300: Splinter de Loenreslote 7 libr. et 10 sol. Mart. et Petri. Rekening 1347: 12 pond.
|
10. | De decimis in Hermalrewert 7 libras
Rekening 1296 (magna bona): conform, met toevoeging: Johannes de Malcen, 60 modios avene. In het aanhangsel daarvan: Ulric de Hermale, 65 modios. Martini et Petri et haec decima est de 12 mansis cum iurisdictione et censu, de qua decima habet prepositus noster 100 modios avene
|
| |
| |
|
et quidquid ultra 100 modios superfuerit, habebit capitulum. - Het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300 voegt hierbij: et si minus quam 100 modii inde pervenerit, illud totum prepositus percipiet; quid autem de decima minuta, censu et iurisdictione dirivari poterit, hoc competit camerario ecclesie.
Rekening 1300 (maiora bona): Lambert Utenhove 60 modios avene. Martini et Nativitate Domini. - Rekening 1347: 180 modios avene 47 pont, modio pro 5 sol. et 3 denar. computato.
|
11. | De Poderoy 10 libras
Rekening 1296 (magna bona): conform, met toevoeging: Hugemannus de Gysen. In het aanhangsel daarvan: Hugemannus filius domini Wastradi de Gisen. Martini.
|
12. | De Altena 27 libras 10 sol.
Rekening 1296 (magna bona): conform, met toevoeging: Dominus de Horne. In Nativitate Johannis Baptiste. 27 libr. et 10 sol. Traiectenses. In het aanhangsel daarvan: Dom. de Horne sive Wilhelmus de Worpe pro eo. - Blijkens het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300 was de voor de verdeeling van deze gelden getroffen regeling een maatstaf voor de besteding van vele andere opbrengsten. Aan het kapittel kwam 20 mark en aan de proost 6 mark; ‘... de 20 vero marcis capituli habet semiplena prebenda in distributione septimum denarium tantummodo, videlicet ubi plena prebendia recipient 7 solidos, ibi semiplena unum solidum tantummodo recipiet.’ De oorspronkelijke pacht was 26 Keulsche mark van 27½ sol.
Zie Brom 969, 1382, 1577, 1746, 2938, 2946, 2964 en 2965.
|
13. | De Gisen 10 libras
Rekening 1296 (magna bona): De Gisen, prepositus noster 20 libras in Carnisprivium et Pentecostes. In de rekening 1300 (maiora bona): de decimis et area etc. 20 libr. In het aanhangsel van de rekening van 1296: De Gisen, idem dominus de Horne.Ga naar voetnoot1) - Het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300 zegt hiervan: quarum pars media pertinet ad prepositum, alia vero ad capitulum.
|
14. | De Utermere 24 libras 10 sol.
Rekening 1296 (magna bona): De Utermere prepositus
|
| |
| |
|
maiorGa naar voetnoot1) 25 libras. Petri ad Cathedram et Ascensio Domini. In het aanhangsel daarvan: De Utermere, Jacobus Mundolf ibidem. Rekening 1300 (maiora bona): de piscaria in Utermere Jac. Mundolf 32 libr. 19 sol. 6 (?) den. Pet. ad Cath. et Acs. - Het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300 zegt hiervan: Stagnum quod appellatur Utermere commune est ecclesie nostre et Sancti Martini, de parte vero nostra fit distributio sicut de aliis bonis maioribus, hoc excepto quod prebendarius dormitorii habebit 20 denarios et camerarius ecclesie 20 denarios. Huius proventus debantur antiquitus ad denarios piscium.
Summa 410 librae et 10 solidiGa naar voetnoot2). |
15. | Ga naar voetnoot3) In Apikewolde de duobus mansis Arnoldus et Wilhelmus 6 libras 10 sol.
|
| |
| |
|
In de rekening 1296: Arn. et Wilh. de Ricwoude etc. 6½ libr. Martini et firtella buturi ad opus camerarii. Ad vitam eorum. In de rekening 1300 maiora bona: Arnoldus Gertrudis et W. de R. Martini et Petri.
|
16. | De manso in Bartangen 30 sol.
Rekening 1300 (maiora bona): De manso in Bartangen. Henricus de Otterspoer... (? onleesbaar) libras. Martini. - Het Necrologium van Oudmunster luidt: Xo Kal. Sept. (23 Aug.) obiit Mengotus, praepositus, qui contulit nobis unum mansum in Bartangen, pro quo dantur hic 10 sol. de bonis in Reynaerscoep. (Mengotus wordt als domproost bij Pijnacker Hordijk genoemd tusschen 1118 en 1131.)
|
17. | De decimis magnis et minutis in Bodegrave 9 libras 10 sol.
Rekening 1296: In Bodegrave, decima magna et minuta de octo mansis, Wilhelmus Yde, 13 libr. 17 sol. 6 den. Mart. et Petri. Rekening 1347: Florencius de Inghen. 6 pond 15 st. - Het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300 vermeldt: Apud Bodegraven decime 8 mansorum, pertinet ad warscatum. Decima vero minuta pertinent ad camerarium ecclesie nostre; est et ibidem alia decima, quae appellatur Camertiende, quam nostri maiores et antecessores affirmabant similiter ad camerarium pertinere.
|
18. | De telonio in Worden et predio in Bodegrave 26 sol.
Rekening 1296 conform met toevoeging: Dominus de Worden 26 sol. Petri. - Rekening 1300: De telonio in Worden, dominus Guido seu ballivus suus, 45 sol. et 4 den. Martini. Cf. ook Oudmr. no. 4, bldz. 141 vo.
|
19. | Census de dimidio manso in Vloten 20 sol.
Rekening 1296: In Vloten dat censum Rotardus... verder cf. Martini.
|
20. | Lubertus Bolle de dimidio manso 20 sol.
Rekening 1296: cf. met toevoeging: in iustitia H. Ultra Vecht. 30 sol. Martini.
|
21. | Tarant de Merloghe de 7½ mansis. Census est 13 sol. 9 den.
|
| |
| |
|
Rekening 1296: Tarant apud Merloghe. Idem 1300 (maiora bona): de censu 7½ mansorum et iustitia apud Merloghe 13 sol. 9 den. Traiectenses. Martini.
|
22. | Dominus Walterus Scade de dimidio manso in Goye 35 sol.
Rekening 1296: conform... in Goye apud Uutwege. Rekening 1300 (maiora bona): de dimidio manso apud Uutwegen, dominus Walterus Scade, miles, 7 libras. Martini et Petri. Rekening 1315: Berhardus de 4 iugeribus apud Utweghe 50 sol. pullos 4. (Kl. Kam.)
|
23. | Ga naar voetnoot1) Dewekinus de Ecke de Echtelt. Census est 40 sol.
Rekening 1296: conform. Victoris. Idem rekening 1300Ga naar voetnoot2) (maiora bona).
|
24. | Theodoricus de Velde de duobus iugeribus iuxta Loric 6 sol. 8 den.
Rekening 1300: conform. 8 sol. Petri. Nihil iuris habet et plus valent.
|
25. | Arnoldus ex manso de uno iugere Henrici Bouman 10 sol.
Rekening 1296: conform. Martini.
|
26. | De area Custodis in OldellaGa naar voetnoot3) 5 sol.
Rekening 1296: conform. Idem 1300 (maiora bona): De area custodis in Oldella, Petronilla soror Werneri. 5 sol. Martini.
|
27. | Arnoldus Scilant et Jacobi Alardi de Mordrecht. Census est 3 sol. novorum
Rekening 1296: conform... dant censum de Mordrecht de tribus firtellis 3 sol. novorum. Martini.
|
28. | De area Waddini retro Sanctum Petrum Dominus H. de Bucholt 32 den.
|
| |
| |
|
Rekening 1296: conform... dat censum dominus H. de Bucholt. Idem 1300 (maiora bona): De area Waddini. - Cf. hierna onder no. 150.
|
29. | De area Luberti ibidem Everardus Luscus 2 sol.
Rekening 1296: conform. Martini. Idem 1300.
|
30. | De area Andree Weyteman Dominus Joannes de Koesvelt 2 den.
Rekening 1296: dat censum dms J. de K. Rekening 1300: De area Andre Witemans. Hierboven is geschreven: e(st) dominus H. de Bucholt, dabit... (?)
|
31. | De campo retro eandem aream Albero Goutnagel 2 den.
Rekening 1296: dat censum A.G. - Rekening 1300, bovengeschreven: Giselbertus Calewart.
|
32. | Giselbertus de Alsmer 18 den.
Rekening 1296: Giselb. de Alsmer sive de Blasenberg dat censum 18 den. Evenzoo in de rekening van 1300.
|
33. | Rudolfus Lutfart de quinque iugeribus et una area in Goye 15 den.
Rekening 1296 conform; in de rekening van 1300 zonder plaatsaanduiding.
|
34. | Jacobus et Henricus de tribus iugeribus cum dimidio in Godbrechtinghe 3 den. 1 ob.
Rekening 1296: Henricus de Aken. Eerst stond er Petrus et Henricus de Aken.
|
35. | Wilhelmus de Everdinghe de uno iugere 7 den. 2 ob.
Rekening 1296 conform 7½ den. Eveneens in de rekening van 1300.
|
36. | Bernardus Boc de Everdinghen 3 den.
Rekening 1296 conform; in die van 1300: B.B. de 2 iugeribus.
|
37. | Engelbertus de Es 1 den.
Rekening 1300: Domina Clementia de Kulenburg de 2 iugeribus.
|
38. | Theodoricus filius Nanne de uno iugere et uno hunt 1 den.
Rekening 1300: Theodoricus Eygenbroec et Katrina etc.
|
39. | Henricus Scinkel de uno iugere et uno hunt 1 den.
Rekening 1296 conform: In de rekening van 1300: Swederus de Vianen de... etc.
|
40. | Jacobus Bruno de 10 hunt 12 den. et ob.
Rekening 1296: Jacobus Bruno de Wellincwic dat censum
|
| |
| |
|
de 10 hunt ut credo 12½ den. Eveneens aldus in de rekening 1300.
|
41. | De area in Wic quae fuit Henrici de Zeyst (niet ingevuld)
Rekening 1300 conform 9 den.; in de rekening van 1296 echter: Henrici de Diest.
|
42. | Gerardus Sprunc in Wercunde de dimidio manso. Census est 20 den.
Evenzoo in de rekeningen van 1296 en 1300 opgegeven.
|
43. | Otto de Blochove. De Mulacker. Census est. 16 den.
Rekening 1296 conform; rekening 1300: De Mulacker Theodoricus de Aken 16 denar.
|
44. | De Personatu in Worden Decanus NosterGa naar voetnoot1) (niet ingevuld)
Rekening 1296: De personatu in Oudewater decanus noster dabit 20 solidos. In de rekening 1300: de personatu in Oldewater etc. 20 sol.; eveneens in het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300 in Oudmr. no. 4.
Summa 27 libras 7 denarios 1 obolus. |
45. | Ga naar voetnoot2) Illi de Reynarscop in Universo 30 libr. 23 den.Ga naar voetnoot3)
In de rekening 1296 wordt vermeld: Reynarscop habemus 42 iugera duobus hunt minus, de quolibet iugere dantur 17 solidi et 6 denarii. - Dezelfde grootte wordt aangegeven in het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300.
De rekening 1300 (bona minoris officii) luidt: De Reynarscop:
|
| |
| |
|
Bertoldus (1296: Bertoldus de Ysela) de 12 iugeribus 10 lib. 10 sol.
Hugo de Vloten de 10 iugeribus 8 libras 15 solidos.
Johannes de Zanten de 10 iugeribus 8 libras 15 solidos.
Gerardus filius Nicolai Blosart de 5 iugeribus 4 libr. 7 sol. 6 den.
Adam de 5 iugeribus minus 2 hunt 4 libras 20 den.
|
46. | Dominus Gerardus de Wesemale 2 libras
Rekening 1300 (maiora bona): Dominus Gerardus de Wesemale marcam et dimidium Coloniensium legalium. Martini. Dominus de Wesemale 4 marcas et dimidium Col. leg. Martini. - In de goederenlijst van kanunnik Johannes Visscher van 1300 luidt het: .... pertinent indiviso et mero iure propretario ad ecclesiam Sancti Martini et nostram; et hec bona tenent illi de Wesemale in pactum hereditarium pro 16 marcis Coloniensium legalium, de quibus recipiet ecclesia Sancti Martini 10 marcas et nostra ecclesia 6 marcas; isti dabantur olim ad denarios piscuum. - Zie over deze veel beschreven schenking van bisschop Ansfrid, laatstelijk Dr. R.R. Post, de St. Maartenskerk kathedraal sedert St. Bonifacius tot de regering van bisschop Adelbold, in Historisch Tijdschrift 1931, bldz. 295-324 en de aldaar besproken litteratuur. - Zie Brom 938, 1095 (in den index foutief 1085), 1119, 1120, 1251, 1270, 1271, 1272, 1286, 1297, 1425 (10 jaar achterstallig), 1704, 1784, 1854, 1868, 1919, 1977, 2333, 2380.
|
47. | De Tungerlo 7 sol. 6 den.
Rekening 1300 (maiora bona): Abbas de Tungerlo 3 sol. Colon. legalium. Martini.
Voor de goederenlijst 1296 zie hiervoor onder no. 45. - Voor de schenking door bisschop Ansfrid, zie hiervoor onder no. 46. - Brom 1700. De verhouding Wesemale tot Tongerloo blijkt duidelijk uit Brom, nos. 1247-1250, 1252, 1253, 1265-1267, 1269, 1270, 1296, 1297. De verlijbrieven van het aan Oudmunster behoorend 1/3 deel moeten verloren zijn gegaan.
|
48. | Johannes Dunk... (?) de duobus mansis 10 libras
Zie de noot bij no. 45 onder Paris.
|
49. | Prepositus Noster ad tres memorias 15 sol.
Rekening 1296 en die van 1300 conform.
|
50. | De Velua Custos 5 sol.
Rekening 1296: De Velua dat custos 5 solidos. Jacobi. -
|
| |
| |
|
Blijkens de goederenlijst van kanunnik Johannes Visscher van 1300 bezat het kapittel goederen: supra Veluam in Hessende, in Hoenscorne et Brele... 7 mansi vel 6, de quibus dabit thesaurarius noster 5 sol. ad memoriam Blitgeri prepositi Vo Ydus Octobris et quid superest, pertinet ad luminaria Sancti Crucis et luminare nocturnale. - In het Necrologium van Oudmunster wordt Blitgerus, presbiter, praepositus noster, als de schenker der goederen genoemd. Hij wordt bij Pijnacker Hordijk als proost genoemd tusschen 1158 en 1162.
|
51. | Ga naar voetnoot1) In Wicke Petrus Mudde de 7 areis 40 sol.
Rekening 1296: conform; rekening 1300, Martini et Petri, rekening 1315: 48 sol. et 10 pullos. 1347 = 1315. - Blijkens het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300 waren deze grondstukken afkomstig van schenkingen van Henricus de Alfen, subdiaconus, concanonicus noster, Johannes de Nova Fossa en zekeren weldoener, genoemd als Ghiselbertus.
|
52. | Wilhelmus Cuc, de dimidio manso apud Scalcwic 4 libras
Rekening 1296: 5½ libr. Eveneens in 1300. Martini et Petri.
|
53. | Ibidem Theodorus de Osterhem de dimidio manso 8 libras 10 sol.
Rekening 1296: conform, met nadere uitleg: de quibus dabuntur 6½ libras ad memoriam et festa Werneri scolastici et 20 solidos ad festum Translationis Bonefacii et 10 solidos capellano in capella Sancte Crucis. Rekening 1300: Martini et Petri. Een van deze twee halve hoeven wordt bedoeld bij Brom 2565.
|
54. | Ibidem Dominus Wilhelmus de Blochove de dimidio manso 9 libras
Rekening 1296: conform met uitleg: 9 libras. Martini et Petri, de quibus habebit presbiter serviens ad altare Jo-
|
| |
| |
|
hannis Halfpape 36 solidos et 5 libras ad memoriam domini Egberti prout ipse ordinavit. Residuum dabitur ad memoriam Henrici decani in recompensam bonorum de Tulle. - Blijkens mededeelingen in het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300, dat geruimen tijd is bijgehouden geworden, wordt vermeld: venditus est ad pavimentum ecclesie, met toevoeging van de verschuldigde diensten.
|
55. | Apud Hauten. Arnoldus Grimer de 4 hunt 12 sol.
Rekening 1296: conform. Rekening 1300 (bona minoris officii) eveneens aldus. 12 sol. Remigii. 1315: Kl. Kam. Henricus filius Amelii 15 sol. 2 pullos. - Goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300: de quibus celebratur festum Sancti Victoris.
|
56. | Arnoldus ex manso apud Bulhove de 2½ iugeribus 10 sol.
Rekening 1296: ...apud Bulhorne apud Goye. Rekening 1300 (bona minoris officii): Hugo de Loen apud Bulhorne in Goye... 15 sol. Rekening 1315: Johannes filius Ghiselberti Seine... 18 sol. pullos 2. - Martini et Petri.
|
57. | Idem Arnoldus de 4 iugeribus in Goye 20 sol.
Rekening 1296: Arnoldus ad vitam suam ex manso de 4 vel 5 iugeribus in Goye apud Westerhem 50 sol. Martini et Petri. Rekening 1300 (maiora bona): de 5 iugeribus apud Westrem, Arnoldus ex manso 2 libras. Martini et Petri. De uno iugere in Goye Arnoldus ex manso 10 solidos. Martini.
|
58. | Wilhelmus Edele de 8 iugeribus in KovelwadeGa naar voetnoot1) 5 libras
Rekening 1296: ...5 libras, ad warscatum dantur 10 sol.Ga naar voetnoot2). Rekening 1300 (bona minoris officii): de 7 iug. apud Kovelwade Thomas Edele. 5 libr. Martini et Petri. - 1315 Goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300: Petrus filius Thomas Edele de 7 iug. iuxta Coppel 6 libr. ad vitam. capones 2.
|
59. | De Insula in Jarsfelt. Henric Overdijc 2 libras
Rekening 1296: De insula in Jarsfelt, quae communis est
|
| |
| |
|
nobis et dominis Sancti Martini. 2 libr. Martini. ad 5 ann. Het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300 zegt: Pars autem nostra pertinet ad lectoriam ewangeliorum et epistolarum.
|
60. | De Clareboutstinden apud Laxmunde (geen opbrengst vermeld)
Rekening 1296: conform met toevoeging: et est uterdiec. Eveneens zonder opbrengstvermelding. Rekening 1300, zie de aanteekening bij no. 3. - Het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300 zegt hiervan: Item versus Lexmunde ab alia parte Lecke in loco qui vocatur Odenroy, Cla reboetstiende; uterdiec est; de illa fiant quod placet.
|
61. | Ga naar voetnoot1) Gerardus Musekin de 4½ iugeribus et domo (a) 4 libras 10 sol.
Adam frater domini Rutgeri (b) 5 sol.
(a) Rekening 1296: conform, met toevoeging: Martini et Petri. De quibus deducentur tres librae ad denarios piscarie in Lecka et de hiis tribus libris habebit prepositus 20 solidos; item deducentur 5 solidi ad reverentiam Spes Mea, quid instituit dominus Nicolaus Coleman. Zie no. 215.
(b) In genoemde rekening van 1296 staat deze post, conform, na no. 75, alwaar Rutger wordt genoemd: concanonicus noster.
|
62. | De Piscariis in LeckaGa naar voetnoot2).
|
| |
| |
|
Het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300 luidt: Piscarie in Lecka, descendentes a Scoenhoven usque ad locum qui dicitur Zietwende, proxime iacentes supra Scoenenberch. Fundus etiam istius piscarie in ipsa Lecka pertinet ad ecclesiam nostram; huius proventus in festo Pasche distribuunturGa naar voetnoot1).
|
63. | Arnoldus de Beyla 16 sol.
Rekening 1300; Petrus de Beyla 12 sol. Dordracenses.
|
64. | Theodoricus de Wic 20 sol. 8 den.
Rekening 1300: Theod. de Wike 20 sol.
|
65. | Gerardus Nannonis 26 sol. 4 den.
Rekening 1300 Ger. fil. Nann. 16 sol.
|
66. | Johannes de Slusa 5 sol. 4 den.
Rekening 1300: conform. 4 sol. omnis infra Octavas Pasche et hunc inde hereditarie. In de rekening 1339 worden van deze visscherij 5 posten genoemd, van welke twee ten name stonden van dominus Herbernus de Liesvelt.
Summa 84 libras 5 sol. 9 den. |
67. | De Veno de 5 mansis 13 libras 10 sol.
Rekening 1296: In Veno in iurisdictione domini Stephani de Zulen habemus 5 mansos, dantur 13½ libras, Martini omnes. (1300: domini Joh. de Zulen, militis):
Giselbertus filius Aleydis de 3 firtellis 2 libr. 6 den.
Nicolaus Zasse de una firtella 13½ sol.
Theodoricus Herte de dimidio manso 27 sol.
Petrus dictus Line de dimidio manso 27 sol.
Theodoricus dictus Scoutekin de 3 fertellis 2 libr. 6 den.
Henricus filius Steneldis de dimidio manso 27 sol.Ga naar voetnoot1).
Gerardus Zasse de uno manso 2½ libr. et 4 sol.
Henricus de Capella de 3 firtellis 2 libr. et 6 den.
Rekening 1300 (bona minoris officii)... De Veno 43 sol.
Traiect., residuum videlicet 10 libr. recipiet camerarius alterius camere.
|
| |
| |
|
Blijkens het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300 werden van de opbrengst 10 libre afgenomen ter verdeeling ‘in festo Natalis Domini et vocantur denarii de Veno’, terwijl verder naderaangegeven memories werden gevierd.
|
68. | Hugo de Vloten de veno in Alendorp 10 sol.
Rekening 1296: conform... quem habet pro uno iugere. 10 sol. Victoris. Blijkens het Necrologium van Oudmunster werden uit deze opbrengst en die van de Gulden hoeve (no. 137) uitkeeringen gedaan in festo Symonis et Judae apostolorum.
|
69. | Gerardus Ridder de 6 iugeribus 27 sol.
Rekening 1300 (bona minoris officii): filius Ger. Ridder etc. Martini et Petri.
|
70. | Theodoricus Zunderlant de dimidia fertella 10 sol.
Rekening 1300 (bona minoris officii): Sanderus filius Hermanni de firtella vel minus. 15 sol. Martini. ad 4 annos a data presentium.
|
71. | Lubertus Bolle de dimidio manso Predicto 20 sol.
Rekening 1296: conform. 30 sol. Petri. Rekening 1300 (bona minoris officii): 3 libras de dim. manso. Mart. et Petri.
|
72. | Johannes de Hove de dimidio manso 3 libras
Rekening 1296: conform... in Veno in jurisdicione prepositi Sancti Johannis. Rekening 1300 (bona minoris officii): 3 libras. Victoris et Pasche.
|
73. | Lubertus Edelkint de una fertella 20 sol.
Rekening 1296: conform... de una fertella, que seritur. 20 sol. Pasche.
|
74. | Gerardus de Veno de 4 iugeribus 16 sol.
Rekening 1296: conform. In Nativitate Domini. - Rekening 1300 (bona minoris officii): ...idem de una firtella 20 solidos. Pasche; idem de 4 iugerib. etc.
|
75. | Ga naar voetnoot1) Johannes de Zulen de manso domini Stephani 5 libras
Rekening 1296: De manso domini Stephani. Pertinet ad warscatum. 18 sol. 4 denarios. - Rekening 1300 (maiora bona): De manso, qui vocatur mansus domini Stephani,
|
| |
| |
|
dominus Johannes de Zulen, 5 libr. Martini et Petri. - Het Necrologium van Oudmunster vermeldt: VIIIo Idus Aprilis (6 Apr.) obiit Stephanus, subdiaconus, frater noster, qui dedit nobis firtellam supra Venum in iurisdictione domini Ludolphi ultra Vecht. Quidquid inde provenerit, distribuetur hic.
|
76. | Hugo de Vloten de firtella in Heyencoep 2 libras
Rekening 1300 (bona minoris officii): conform. Martini et Petri. - Rekening 1315: Wilhelm filius Hugo de VI. de 6 iugeribus apud Themaet. 3 libr. - Blijkens het Necrologium van Oudmunster werd dit land geschonken door Arnoldus, prepositus St. Martini, vermeld tusschen 1164 en 1173. Hij overleed IIo Kal. Dec.
|
77. | Idem de 2 iugeribus iuxta Marne 9 sol.
Rekening 1296: Hugo (gewijzigd in Gerardus) de Vloten de 2 iug. iuxta M. iuxta domum domini G. de Vorne 20 solidos. Martini. - Rekening 1300 (bona minoris officii): Gerardus Wilhelmi etc. ad 6 annos. 25 sol. - Het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300 luidt: Ab ista parte pontis Maerne non longe a domo Wilhelmi de Voerne 2 iugera, de quibus fit memoria Walteri VIIo Idus Aprilis. Zie hierna no. 78.
|
78. | Idem apud Uthove de 4 hunt 30 den.
Rekening 1296: idem gewijzigd in Hugo. 2½ sol. Martini. - Het land was afkomstig van Walterus, proost van Oudmunster, die het bij testament van Incarnacionis Dominice (25 Maart of 25 Dec.) 1220 o.m. aan het kapittel schonk (Oudm. no. 4, bldz. 26). Het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300 deelt mede: Apud Vloten iuxta Nuethove 4 hunt, de quibus celebratur festum Sancti Andree.
|
79. | Ga naar voetnoot1) Johannes de Molendino de area apud Vloten 12 sol.
Rekening 1296: conform, 12 sol. In Nativitate Marie Virginis. - Rekening 1300: Arnoldus filius Joh. de M. 14 sol. 4½ den. pullos 6.
|
80. | Hermannus Noteboom de area ibidem 12 sol.
Rekening 1296: de area ibidem, que continet 3 hunt. In Nativitate Marie.
|
| |
| |
81. | Ibidem Wilhelmus Textor de area 6 sol.
Rekening 1296: eodem termino (als no. 80). - Rekening 1315: 7 sol. 2 den. pullos 3.
|
82. | Ibidem Aleydis de area 5 sol.
Rekening 1296: eodem termino (als no. 80). - Rekening 1315: 6 sol.
|
83. | Ibidem Johannes de Hoflant de area 10 sol.
Rekening 1296: eodem termino (als no. 80). - Rekening 1315: 12 sol. pullos 7.
|
84. | Idem Johannes de 7 iugeribus prope Themaet 50 sol.
Rekening 1296: 2½ libr. Martini et Petri.
|
85. | Theodoricus Noteboem de 11 iugeribus apud Vloten 4 libras 2 sol.
Rekening 1296: conform. 4 libr. 2 sol. Martini et Petri. - 1315: 4 libr. 18 sol. 4 den. ad vitam. - Blijkens het Necrologium van Oudmunster werd uit deze opbrengst o.m. de memorie van heer Johannes Halfpape, deken van Oudm., op 30 Jan. gevierd.
|
86. | Gerardus de Putcupe de dimidio manso 50 sol.
Rekening 1296: conform, met toevoeging: iuxta Hermelen in Brodike. 2½ libr. Mart. et Petri. - Rekening 1315 (Kl. kam.) Gerardus de Cattenbrock de ½ manso apud Putcupe. 6 libr. ad vitam, pullos 6. - Het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300 luidt: Apud Harmalen iuxta Putcupe dimidius mansus, de quo dantur ad memoriam Gerardi, militis, 10 sol. infra VIo Kal. Martii, item Sophie 10 sol. infra VIIo Kal. Juny et de toto residuo agitur memoria Reymari prepositi infra XVIo Kal. Jan.
|
87. | Dominus Wychardus de Putcupe 5 sol.
Rekening 1296: Dominus W. dat 5 sol. de Putcupe. Rekening 1300 (bona minoris officii): Capitulum Sancti Martini de bonis apud P. 5 sol. - Het Necrologium van Oudmunster vermeldt: XIIo Kal. Aprilis (21 Maart) obiit Cecilia, soror nostra, quae dedit nobis aream in terra dominorum Sancti Martini iuxta Putcupe, quae continet 28 iugera... 5 solidos. Item dedit nobis ibidem dimidium iuger vel iuxta et quod inde provenerit, dabitur hic.
|
88. | Theodoricus de Zeyst de dimidio iugere apud Hermale 20 den.
Rekening 1296: conform. - Rekening 1300 (bona minoris officii): ibidem (sc. apud Putcupe). - Rekening 1315 (Kl. Kam.) 32 den. Martini.
|
| |
| |
89. | Johannes Volcmar de 11 iugeribus prope Worden 3 libras
Rekening 1296: prope Worden in Oudelant. 4 libr. Martini et Petri. - Rekening 1300 (bona minoris officii): in Oldelant apud Worden, Tatso Volbarg 5 libr. Martini et Petri. - Het Necrologium van Oudmunster vermeldt: Nonas Aprilis (5 Apr.) obiit Hermannus, dominus de Woerden, miles, qui dedit nobis apud Woerden in Oudelant 10 iugera cum censu, iurisdictione et decima, ut fructus inde provenientes aeque distribuantur in anniversario suo et uxoris suae Salome, cuius anniversarius est in Vigilia Sancte Katarinae Virginis. Zie hierbij Brom 2598 (Vermeulen 568), alwaar zijne vrouw Elizabet wordt genoemd, alsmede Brom 2599.
|
90. | Johannes Speyart de 6 iugeribus ibidem 40 sol.
Rekening 1296: conform, echter: de 9 iug. 40 sol. Martini et Petri. ad 5 annos.
|
91. | Petrus Scutter et Hugo Symonis de Oldewater 3 libr.
Rekening 1296: conform; de firtella et 5 areis in Oldewater. 5 libras. Martini et Petri. ad vitam. Evenzoo rekening 1300. Het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300 luidt: In Oudewater 5 aree et extra oppidum una firtella; hec fuerunt empta pro 23 libris, de quibus dantur 3 libre ad memoriam Florentii comitis Vo Kal. July.
|
92. | Presbiter de Worden de 3 iugeribus in Oldelant 25 sol.
Rekening 1296: conform, echter 30 sol. Rekening 1300 (bona minoris officii): de 3 iug. ibidem (sc. Worden) dominus Lambertus de Worden. 30 sol. MartiniGa naar voetnoot1).
|
93. | Ga naar voetnoot2 Wedigo apud Oldewater de area 20 den.
Rekening 1300 (bona minoris officii): Wedigo de Oldewater de area in Oldewater. 20 den. Martini.
|
94. | Ga naar voetnoot3) Fredericus Holtscomaker 10 sol.
|
| |
| |
|
Rekening 1296: Johannes Holtscomaker et Machteldis mater sua. 9 sol. Pasche. et 20 den. de censu quam habet custos. Martini.
|
95. | Giselbertus et Th(eodoricus) 18 sol.
Rekening 1296: Giselbertus Ultra Vecht et Theodoricus dictus Oldenridder. 19 sol. Martini.
|
96. | Dydardus 6 sol. 3 den.
Rekening 1296 cf. met 6 sol.; eveneens in de rekening 1300. Martini.
|
97. | Martinus 6 sol. 3 den.
Rekening 1296: 6 sol. Martini. Eveneens in de rekening 1300.
|
98. | Gersindis 6 sol. 3 den.
Rekening 1296: 6 sol. Martini. Eveneens in de rekening 1300.
|
99. | Gerardus de Woude 6 sol. 3 den.
Rekening 1296: 6 sol. Martini. Eveneens in de rekening 1300.
|
100. | Johannes Munter 6 sol. 3 den.
Rekening 1296: 6 sol. Martini; in de rekening 1300: 10 sol.
|
101. | Benedicta 6 sol. 3 den.
Rekening 1296: 6 sol. Martini; in de rekening 1300: quedam puella. 6 sol.
|
102. | Jacobus Phie 6 sol. 3 den.
Rekening 1296: Jacobus filius Fie. 6 sol. Martini. In de rekening 1300 wordt alhier, evenals in no. 94 genoemd: Johannes Holtscomaker. 6 sol.
|
103. | Hermannus 7 sol. 3 den.
Rekening 1296: 7 sol. Martini. Eveneens 1300.
|
104. | Petrus Margarete 10 sol.
Rekening 1296: 10 sol. In Nativitate Marie Virginis; 1300 idem.
|
| |
De areis supra fossatum.
Rekening 1296: supra fossatum has habemus areas. Rekening 1300: De areis supra novum fossatumGa naar voetnoot1).
Het Necrologium van Oudmunster luidt: VIo Kal. Apr. (27 Maart) obiit Otto, episcopus, qui dedit nobis areas
| |
| |
supra fossatum, de quibus agitur memoria sua et parentum suorum, deductis 20 sol. ad commemorationem omnium fratrum... etc. et fiet compulsatio.
105. | De Domo Bucholts 20 sol.
Rekening 1296: Zie de aanteekening bij het volgend nummer. - Rekening 1300 (bona minoris officii): Nicolaus de Garde de domibus et areis quas inhabitat. solvit 20 solidos. Petri ad Cath. et Petr. et Pauli. Nicolaus ex Garde 4 sol. de areaGa naar voetnoot1) retro domum suam. Zie Brom 2628 en 2629 (Vermeulen 544 en 545) jo. Brom 2841.
|
106. | De Prima Area Symon 25 sol.
Rekening 1296: Jacobus dictus Vosse sive Symon de prima area in superiori parte et de area vacua que iacet ex opposito. 25 sol. Remigii. - Deze hofstede wordt bedoeld bij Brom 2156 en 2157.
Rekening 1300 (bona minoris officii): Johannes Dole de area iuxta domum suam, quae iacet vacua. 5 sol. Remigii. Symon Specharinc de domo et area 3 libras. Vict. et PascheGa naar voetnoot2).
|
107. | De Secunda Gerardus Gans 20 sol.
Rekening 1296: conform. Vict. et Pasche. Idem 1300.
|
108. | De Tertia Jacobus de Mosa 55 sol.
Rekening 1296: Jacobus de Mase 2 libr. eisdem terminis. - Rekening 1300 (bona minoris officii): J.d.M. de domo et area 3 libras.
|
109. | De Quarta Jacobus Ouderman 20 sol. |
110. | De Quinta Arnoldus Ouderman 8 sol.
Deze hofsteden worden bedoeld bij Brom 2187.
|
111. | De Sexta Jacobus et Arnoldus Predicti 8 sol.
In de rekening 1300 (bona minoris officii) zijn de nummers 109-111 te samen genomen.
|
112. | De Septima Truda 10 sol.
Rekening 1300: conform.
|
113. | De Ultima Johannes Speccharing 10 sol.
Rekening 1300: conform. Blijkens het goederenregister van
|
| |
| |
|
Johannes Visscher van 1300 werden van de opbrengsten dezer 8 grondstukken de memoriediensten voor bisschop Otto gelezen.
|
114. | De Granario 5 libras
Rekening 1296: De granario de media parte Gerardus Viske 2½ libras. Victoris et Pasche. De altera parte frater Hermannus de Altwic 2½ libras. In Nativitate Johannis Baptiste.
|
115. | Ga naar voetnoot1) Arnoldus Heyden de area iuxta pontem telonii 6 sol. 7 den.
Rekening 1296: conform... iuxta pontem thelonii extra civitate. 7 sol. minus 4 den. In Nat. Johannis. - Rekening 1300 (bona minoris officii): De area iuxta pontem telonii extra civitate, Cristina. 12 sol. In Decoll. Johannis.
|
116. | Jacobus de Damasco de area 8 sol.
Rekening 1296: Mater Jac. de Damasco de area ibidem. 8 sol. In Nat. Domini. Tertiam partem habebunt moniales de Sancto Servacio. - Blijkens het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300 werden van de 2 andere deelen de memoriediensten voor zekeren Harmannus en Hyldegundis IIo Kal. Jan. gehouden; over de ligging luidt het: Prope domum Damasche a parte meridionali.
|
117. | In Antiqua Sprincwika de area et domo Nicolaus Pellifex 12 sol.
Rekening 1296: conform. 20 sol. Victoris et Pasche. - Rekening 1300 (bona minoris officii): Petrus Witvoet de area in Antiqua Springwika. 15 sol. eod. term. - Het Necrologium van Oudmunster luidt: Idus Oct. (15 Oct.) obiit Ghelpertus, presbiter, canonicus noster, qui dedit nobis aream et domum in Sprinwica antiqua, de qua datur hic quidquid inde provenerit. Het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300 bepaalt de plaats: versus pontem monachorum. Cf. Brom 2368 en 2365.
|
118. | Hyldegundis de Spangen de area iuxta Regulares 12 sol.
Rekening 1300 (bona minoris officii): Nicolaus dictus Verki prope Regulares de dimidio area. 35 sol. Vict. et Pasche. Het Necrologium van Oudmunster luidt: IIIo May
|
| |
| |
|
(29 Apr.) obiit Rothardus de Woerden, miles, qui dedit nobis aream iuxta novam fossam prope Regulares... etc. Het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300 bepaalt de plaats: prope Regulares a parte septemtrionali.
|
119. | In Nova Sprincwika de 2 areis 25 sol.
Rekening 1296: conform... iuxta Sanctam Katrinam de 2 areis, quae sunt unitae. 25 sol. Vict. et Pasche. Het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300 bepaalt de plaats: in Nova Sprincwica a parte australi domus hospitalis Sancte Katerine due aree contique.
|
120. | Nicolaus Piers de area in Insula 5 sol.
Rekening 1296: conform. 5 sol. Pasche. Ad memoriam Jacobi Albi sed mortua matre ipsius Jacobi habebimus 10 solidos. - Rekening 1300: 10 sol.
|
121. | Vivinus de area iuxta pontem urbis 10 sol.
Rekening 1296: conform. 10 sol. Victoris. Quod si non deditur, petatur a commandario Sancte Katrine. Rekening 1300 (bona minoris officii): De area iuxta pontem urbis fratres domus Sancte Kathrine 10 sol. Victoris. Blijkens een akte van 1276 mense Martij (Oudmunster no. 4, bldz. 3) had het kapittel een ruiling aangegaan met den commendator en fratres domus hospitalis Sancti Joh. Sancteque Katerine, waarbij Oudm. overdroeg haar erf in Lambarderhout, grenzende aan: ‘...ex una parte et domum dictorum fratrum ex altera’, terwijl het kapittel kreeg ‘10 sol. traiectenses decipiendi annuatim ab area dictorum fratrum sita supra forum salis in Traiecto in extremo fine versus urbem, in qua nunc habitat Gerlacus et Lisa, uxor eius.’ - Deze overeenkomst wordt bedoeld bij Brom 1692 en 1865 (identiek)Ga naar voetnoot1). Vivinus weduwe zie Brom 2841.
|
122. | Bya Lonis de area iuxta capellam Sancti Johannis 6 sol. 7 den.
Rekening 1296: conform. 5 sol. In Nat. Sancti Johannis.
Rekening 1300 (bona minoris officii): Henricus van der Woert de area prope capellam Sancti Johannis 15 sol. In Nat. Johann.
|
| |
| |
123. | De area Johannis Biscop 5 sol.
Rekening 1296: De area Johannis Biscop camerarius Sancti Johannis 5 sol. In Nat. Sancti Johann. Evenzoo rekening 1300.
|
124. | Domina de Golda de bonis que habet ab Ecclesia 30 sol.
Rekening 1296: Domina de Gouda de decima quae dicitur broctinde et census et iurisdictio. 30 sol. Victoris. Rekening 1300 (bona minoris officii): Domicella de Golda. De bonis ibidem. 30 sol. In Nat. Domini. - 1315: 48 sol. Victoris. Cf. Dr. G. Brom: Regesten van Oorkonden betr. het Sticht Utrecht no. 2284: 1289 (Febr. 23) in crastino Pet. ad Cat.: Sophie, vrouw van Gouda, gehuwd met Jan van Renesse neemt de broektienden met tijns en gerecht ten noorden van den Ysel, tusschen Hendrikssloot en de Zijtwende van het kapittel van Oudmunster in erfpacht.
|
125. | Herman Criek in Marsewen de areis in Mar(s)feen 4 libras
Rekening 1296: Herman Criek in Marsenbruke de areis in Marsen. 4 libr. Victoris et Purific. beate Virginis. - Rekening 1300 (bona minoris officii): Herm. Cr. de areis in Marcen. 4 libr. Martini et Petri.
|
126. | Wilhelmus de Spangen de manso in Spangen 20 sol.
Rekening 1296: 30 sol. Martini. Ad vitam suam habet. - Eveneens rekening 1300.
|
127. | Giselbertus Zandradis de dimidio manso in Brokelhede 50 sol.
Rekening 1296: Henricus, presbiter de Brokelhede, de 10 iugeribus apud Brokelhede. 4 libras. Remigii. Dabit deinceps 4½ libr. - Rekening 1300 (bona minoris officii): Giselbertus Akerman de 10 iugeribus apud Brokelhede. 6 libras. Remigii.
|
128. | Nicolaus et Giselbertus, fratres, de area in Brokelhede 12 sol.
Rekening 1296: Nicolaus filius Giselberti et Giselbertus fratres de uno iugere et area apud Brokelhede. 12 sol. Remigii. De namen zijn naderhand doorgehaald en vervangen door: Splinterus de Evenar. Rekening 1300 = rekening 1296.
|
129. | Petrus Errewin de manso in Tekencoep 33 sol. 4 den.
Rekening 1296: 50 sol. - Rekening 1300 (bona minoris officii): conform. 3 libras 10 sol. Martini.
|
| |
| |
130. | Ga naar voetnoot1) Giselbertus Longus de Iutfaes de manso 7 libr.
Rekening 1300 (bona minoris officii): In inferiori parte civitatis in Judefas, G. Longus de ½ manso in Judefas, item de ½ manso in Galecoep. 12 libr. Mart. et Petr. - Blijkens het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300, dat hierna eenigen tijd lang werd bijgehouden, nam het goederenbezit van het kapittel onder Jutfaas in het begin der 14e eeuw sterk toe.
|
131. | Camerarius Sancti Martini de bonis Overrien ad memoriam Willibrordi 10 sol.
Rekening 1296: ... Willibrordi (te lezen als Willibrandi) episcopi. 10 sol. Rekening 1300 (bona minoris officii): conform, echter zonder: ad mem. W.Ga naar voetnoot2) - Het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300 zegt: Overrien 34 iugera vel circiter, serviunt ad memoriam Willibrandi episcopi VIo Kal. Augusti. Zie voor zijn sterfdag in 1233, Pijnacker Hordijck, bldz. 38.
|
132. | Idem de manso in Iudefaes ad memoriam Wilhelmi Episcopi 10 sol.
Rekening 1296: conform. - Het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300 luidt: Apud Judefaes in loco qui appellatur Heemstede mansus, quem legavit Wilhelmus episcopus sex conventualibus ecclesiis pro ipsius memoria celebranda Vo Kal. May. - Bisschop Willem wordt genoemd tusschen 1054 en 27 Apr. 1076, zijn sterfdag. Cf. Pijnacker Hordijck.
|
133. | Snoy de Geno ad memoriam patris sui 16 sol.
Rekening 1296: S. de Geno dat... etc. Zie hierna bij no. 168 en no. 212.
|
134. | Dominus Rudolph de Eyteren de 12 iugeribus 4 libr.
Rekening 1296: Albertus Keyser de 12 iugeribus in Bralant in Achtersloet. 8 libras. Martini et Petri. - Het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300 vermeldt: Apud Aftersloet in iurisdictione dominorum Sancti Martini in Bralant 13 iugera, de quibus agitur memoria Goetscalci, militis, IIIIo Idus January. Item apud
|
| |
| |
|
Aftersloet habet ecclesia 13 mansos vel circiter cum decimis, iuribus, iurisdictione, censu et hominibus et decimas 22 mansorum. Brom 1879. Zie hiervoor no. 7.
|
135. | Everardus Oudecalle de 4½ iugeribus 4 libras 10 sol. 6 den.
Rekening 1296: Everardus Oudekalle de 4½ iugeribus prope Yselam in iustitia Giselberti de Iselsteyne et Wilhelmi de Reno, qui fuerunt domini Arnoldi de Hollandia. 5 libr. 5 sol. Martini et Petri. Evenzoo rekening 1300.
|
136. | Lambertus Witteman de uno iugere et 2 hunt 22 sol.
Rekening 1296: cf. en voorts... iuxta insulam civitatis. 22 sol. Martini.
|
137. | Hyldewaris et Bezela de Aureo manso 11 libras
Rekening 1296: conform. Martini et Petri. Iste mansus est ecclesie nostre cum decima maiore et minuta et censu et iurisdictione. - De Guldenhoeve onder Alendorp behoorde vermoedelijk reeds vanaf oude tijden tot de proosdijgoederen. Met betrekking tot Amelius de Insula, miles, - die reeds in 1227 als Amelius de Werde wordt genoemd (Brom 768) als een der ministeriales, nobiles, van den bisschop - zijn enkele oorkonden rakende dit bezit bewaard. Op 22 Sept. 1247 werd aan dezen Amelius door proost Henricus van St. Salvator bedoelde hoeve, die hij tot dusverre van de proosdij in leen gehouden had in vrijen eigendom overgedragen (Brom 1108). De oorkonde van 1247 Nov. 7 (Brom 1114) vult deze transactie aan in dien zin, dat Amelius aan den proost overdroeg 1½ hoeve bij Tulle en ½ hoeve bij Gelekendamme, om die vervolgens als leengoed te bezitten. Voor de afrekening ‘de conventione sive emptione vel etiam venditione’, door Amelius met het kap. gesloten, ontving hij op 7 Jan. 1248 40 (volgens een andere kwijting 50) pond. (Brom 1123.) - Naderhand blijkt het goed, waarvan hier sprake is, weder aan het kapittel te zijn teruggekomen. - Cf. mede Brom 907 d.d. 1238 Febr. 22, alwaar mede van deze hoeve sprake is, die gezegd wordt te liggen tusschen Alendorp en Cruft. - Men verwarre deze Guldenhoeve van Oudmunster evenwel niet met een gelijknamig bezit van hetzelfde kapittel, gelegen in het gerecht van het Lijnpad bij het huis Voorne, in 1421 gekocht van de abdij van St. Paulus te Utrecht.
|
| |
| |
| |
De bonis et areis in civitate sitis.
Rekening 1296: hieraan toegevoegd: lurisdictio in Veteri Valle est nostra ex una parte.
138. | Hermannus Creyt de 5 iugeribus cum decimis in Oltwic 5 libras 17 sol.Ga naar voetnoot1)
Rekening 1296: 5 iugera cum decima super Oldewic et de decima unius iugeris et duorum hunt 6 libr. Martini et Petri.
|
139. | Dominus Rotardus de Stella de campo in Oldella 50 sol.
Rekening 1296: hieraan toegevoegd: qui iacet retro areas nostras. 2½ libr. - Rekening 1300 (maiora bona) 4 libr. Martini. Habet ad vitam. - De Stella wordt genoemd bij Brom 2525.
|
140. | Johannes Rufus de Area 10 sol.
Rekening 1296: Johannes Rufus lapicida. 10 sol. Victoris.
|
141. | Johannes Stenbicker 12 sol. 3 den.
Rekening 1296: 12 sol. Martini.
|
142. | Johannes Romar 10 sol.
Rekening 1300 (bona maiora): dominus Johannes Romar. In het Necrologium van Oudmunster is vermeld: anno 1340 obiit Johannes dictus Romaer decanus Sancti Petri, dantur canonicis et chorisociis 24 sol. equaliter dividendi in vigilia et in missa animarum.
|
143. | Henric Vinke 12 sol. 3 den.
Rekening 1296: 12 sol. Martini.
|
144. | Albero Goltnagel 10 sol. 3 den.
Rekening 1296: conform: 10 sol. In Nativ. Beate Marie Virginis.
|
145. | Item idem de alia 20 sol. 3 den.
Rekening 1296: conform 20 sol. Martini. Goederenlijst 1300 (bona minoris officii): Rutgerus 10 sol.
|
146. | Wernerus 9 sol.
Rekening 1296: conform. Martini.
|
147. | Nicolaus Pellifex 8 sol. 3 den.
Rekening 1296: conform. 8 sol. Martini.
|
148. | Gerard Wannenoot 6 sol. 6 den.
Rekening 1296: conform. 6½ sol. Martini.
|
149. | Bruno Lapicida 8 sol. 3 den.
Rekening 1296: conform; 7½ sol. Martini.
|
| |
| |
150. | Volsindis 8 sol. 2 den.
Rekening 1296: Henso de Kovorden et Volsindis uxor eius. 8 sol. Martini. - Het Necrologium van Oudmunster luidt: Nonas Augusti (5 Aug.) obiit Volsindis, soror nostra, quae contulit nobis dimidiam aream retro domum quondam dormitorii nostri a parte meridionali et aliam aream, apud Sanctum Petrum in iurisdictione dominorum ibidem a parte meridionali supra dammum, pro qua datur hic pensio iam dicte areae super dammum et pensio areae in loco qui appellatur Winwert sitae.
|
151. | Conradus 8 sol. 3 den.
Rekening 1296: conform. 8 sol. Martini.
|
152. | Henricus Egidii 8 sol. 3 den.
Rekening 1296: conform. 8 sol. Martini. Aldaar volgen na deze opgave de posten genummerd 94 en volgende. Eveneens rekening 1300, alwaar de 23 op de Oudelle betrekking hebbende posten (later?) omhaald zijn met aanduiding: Martini.
|
153. | Lisa Tullonis de area in qua moratur 8 sol. 4 den.
Rekening 1296: conform. In festo Pasche. Goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300 (bona minoris officii): De area domini Tullonis retro Sanctum Petrum. 8 sol. 4 den. In division. Apostolorum.
|
154. | Mildradas iuxta Portam Sancti Pauli 6 sol. 9 den.
Rekening 1296: hieraan toegevoegd: versus meridiem. Goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300 (bona minoris officii): de area versus portam meridionalem Sancti Pauli. 7 sol. Victoris et Pasche.
|
155. | Gertrudis de area in Oldella 6 sol.
Rekening 1296: hieraan toegevoegd: in iurisdictione abbatis Sancti Pauli. Victoris.
|
156. | Greta filia Henrici carpentarii de area ibidem 10 sol.
Rekening 1296 conform. Goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300 (bona minoris officii): In eodem latere Oldelle Heylwigis de area. 10 sol. Victoris et Pasche.
|
157. | Clementia filia Gertrudis de area iuxta Sanctum Servatium 9 sol.
Rekening 1296 en goederenlijst 1300: conform. Victoris.
|
158. | Neudo Appelman de area ibidem 17 sol.
Rekening 1300 (bona minoris officii): Petrus Olderidder de area versus Sanctum Servatium 30 sol. Pasche. In de
|
| |
| |
|
rekening 1296 is aan de post toegevoegd: et de prima area 8 solidos ad lumminaria Laurencii.
|
159. | Goruinus Sloyer de area in Tinstrate 4 sol.
Rekening 1296: conform. 3½ sed 4 sol. ut credo. Petri ad Cathedram. Rekening 1300: Tinestrate. - Het Necrologium van Oudmunster vermeldt: Xo Kal. May (22 April) obiit Amelongus, presbiter, canonicus, qui dedit nobis aream in Tuistraet in memoriam sui. Cf. Oudmr. 182*, bldz. 6, Goederenregister 1348.
|
160. | Ad presentiam Theodorici de Burkerke et idus 5 libr.
Deze post ontbreekt te dezer plaatse in de rekening 1296. Over Th. de Burkerke cf. hierna no. 165.
Summa summarum receptorum 459 libr. 4 sol. 5 den. & obolusGa naar voetnoot1) |
| |
Exposita de bonis camere anno predicto a festo remigii.
161. | In mense OCTOBRIS de festis et memoriis 15 libras |
162. | Ad kalendas per totum annum 55 sol. |
163. | Ad idus per totum annum 55 sol. |
164. | Ad presentiam Werneri patris Werneri 10 sol.
Het Necrologium van Oudmunster luidt: VIIIo Idus obiit Wernerus, pater Werneri scolastici, pro quo legavit idem Wernerus scolasticus 10 solidos... etc.
|
165. | Ad presentiam Theodoricus de Burkerke et idus 45 sol.
Rekening 1347: In anniversario Theod. de Burk. 40 sol.; ad Idus 5 sol. Het Necrologium van Oudmunster vermeldt: IIo Idus (14 Oct.) obiit Theodoricus de Civili Ecclesia, presbiter, canonicus noster, qui dedit nobis 6 iugera apud Jutfaes, item prope Insulam Civitatis 4 iugera et 1 hunt; item apud Vloten 2 iugera, nunc vendita... etc. De omnibus istis dantur ad Idus per annum 3 libre et hoc die 2 libre inter presentes. Residuum vero deputatum est ad lampadem in choro dependentem et ad 2 candelas in summo altari, quae diebus singulis ibidem ardent debitis horis et ad lampadem in Capella Sancte Crucis. Zie over Th. de Burkerke vooral: Codex Dipl. Neerl., genoemd hierna bij no. 207, t.a.p.
|
| |
| |
166. | Sociis de 5 festis: Dionisii, Victoris, Luce Virginis et Symon et Iude 17 sol. 2 den. |
167. | Ad presentiam Nicolai Kalander 10 sol.
Het Necrologium van Oudmunster vermeldt: XIIIIo Kal. Nov. (17 Oct.) obiit Nicolaus dictus Kalander, sacerdos, pro quo dantur 10 sol. de area in Vloeten inter praesentes. - In het Rechtsboek van den Dom van H. Wstinc (uitgeg. door Mr. S. Muller Fz. bldz. 302) wordt hij vermeld als kanunnik van Oudmunster. Cf. hiervoor onder no. 61.
|
168. | Ad presentiam Theodoricus Snoy 20 solidos, Vicariis 30 solidos, Ad Calceos 20 solidos.
Rekening 1347: Item in anniversario Theod. Snoy 40 sol., item ab eodem presbiteris 30 sol. - Het Necrologium van Oudmunster verluidt: XIIIo Kal. Nov. (18 Oct.) obiit Theodoricus dictus Snoy, subdiaconus, canonicus noster, pro quo dantur hic 40 solidi dividendi inter presentes... praeterea dantur hic 30 solidi 5Ga naar voetnoot1) sacerdotibus in ecclesia, videlicet Maioris Criptae et Minoris, S. Crucis, Sancti Petri Sanctique Nicolai et capellano Capellae Sancte Crucis. Item dantur hic 20 sol. ad calceos quos camerarius, qui fuerit pro tempore, procurabit dari pauperibus scolaribus. Haec fient de (uno) manso in Middelbroec prope Parys vel Diefdiec.
Theodoricus was een zoon van Arnoldus, dictus Snoy, miles (de Everdinghen - Brom 1187); zijne moeder heette Jutta; een broer Arnoldus, laycus; voor deze alle waren diensten ingesteld.
|
169. | Ad Sequentiam Virginalis Turma 20 den.
Het Necrologium van Oudmunster vermeldt: XIIo Kal. Novembris (17 October) Undecim milium Virginum. Duplex festum. In hoc festo dantur de bonis magistri HenriciGa naar voetnoot2), qui obiit XVo Kal. Dec., 20 solidi dominis et cuilibet sociorum duo denarios. Item hoc die dabitur unus denarius cuilibet canonico presenti de sequentia: Virginalis turma. Hoc instituit Wernerus scolasticus et hoc fiet de ½ manso apud Scalcwiic. Residuum datur ad altare. - Rekening 1347 en vlg.: de seq. virg. termina.
|
| |
| |
170. | Ad presentiam Nicolai Coleman 20 sol.
Het Necrologium van Oudmunster luidt: Obiit Nicolaus dictus Coleman, presbiter, canonicus noster, pro quo dantur duo librae distribuendae inter praesentes, ut supra Kal. Jan. Et hoc de 5 iugeribus apud Gheersdorp iuxta Camericker sluse.
|
171. | In mense NOVEMBRIS de festis et memoriis 13 libr. |
172. | Ad presentiam Hyldegundis Machelmi 10 sol.
Rekening 1347, 1348: alleen: Hyldegundis; 1447: Hyldegundis, uxor Hermanni Ouderidder. Hij wordt genoemd bij Brom op 1230 en 1235.
|
173. | Ad presentiam Henrici decani 40 sol.
Rekening 1348, 1447: de memoria Henrici Posch, decani 30 sol., de anniversario. Cf. Pynacker Hordijk, bldz. 68. 10 sol.
|
174. | Dominus BertholdoGa naar voetnoot1) vicario de Cripta 36 sol. |
175. | Dominus Theodoricus de Sancta Cruce 34 sol.
Het Necrologium van Oudmunster luidt: VIIIo Kal. Septembris (25 Augustus) obiit Theodoricus dictus de Sancta Cruce, presbiter, vicarius altaris Sancte Andree in cripta, dantur... etc.
|
176. | Magistro Petro canonico nostro 10 libras
Summa 58 libras 13 sol. 10 den. |
177. | In mense DECEMBRIS de festis et memoriis 14 libras |
178. | De Achtersloet 13 libras 30 den. |
179. | De Veno 10 libras minus 4 sol. |
180. | De Wesemale 40 sol. 10 den.
Zie hiervoor onder no. 46.
|
181. | De Tungerlo 8 sol. 9 den.
Zie hiervoor onder no. 47.
|
182. | Sociis de festis Katrine et Andre 7 sol. |
183. | Ad Sequentiam Virginalis 20 den.
Rekening 1447: de sequentia Katharine virginis.
|
184. | Domino Theodorico de Capella ex parte domini Werneri 10 sol.
Het Necrologium van Oudmunster luidt: VIIo Kal. Martii (23 Febr.) obiit magister Wernerus, presbiter, praeben-
|
| |
| |
|
darius animarum ecclesie nostrae. Dantur 10 sol de 6 iugeribus de Haestrecht, ut supra Kalendis Januarii. Met dezen geestelijke is een andere persoon bedoeld als met den meermalen vermelden dominus Wernerus, den in 1292 gestorven scholaster.
|
185. | Fratribus domini Theodorici ex parte domini Arnoldi de Hollandia 19 sol. 6 den.
Wie met deze broeders zijn bedoeld, is niet gebleken. Het Necrologium van Oudmunster vermeldt op IIIIo Kal. Jan. (29 Dec.): Obiit Arnoldus de Hollandia, dyaconus, canonicus noster, pro quo dantur hic 3 libre distribuendae inter praesentes. Item 10 sol. sociis chori... etc. et visitabitur sepulchrum ipsius Arnoldi in Capella Sancte Crucis. Praedictae 6 libr. recipientur de 11 iugeribus apud Woerden versus Gheersdorp a parte meridionali Reni. Item dantur 10 sol. vicario capellae in memoriam eius, sed hoc de 5 iugeribus iuxta Yselam et prope locum quae appellatur Maerne. Hanc vero terram legavit idem Arnoldus ecclesie ad memoriam parentum et amicorum suorum, prout in registro de bonis ecclesie aparetGa naar voetnoot1). Arnoldus' vader heette Henricus ex Insula (Necrolog. Oudmr.). Zie hierna no. 236.
|
186. | De Lynscoten 35 libras
Zie no. 222.
|
187. | De Oldewater 10 libras minus 2½ den. |
188. | De Laxmunde 23 libras 10 sol. 15 den. |
189. | De Paris 50 sol. 30 den. |
190. | De Marcenbruke 50 sol. 30 den. |
191. | Ad presentiam Brunonis 5 sol. |
192. | Sociis de Festo Sancti Nicolai 42 den. |
193. | Ad festum Conceptionis Beate Virginis dominis et sociis. |
194. | Ad octavam Conceptionis dominis 10 sol., Sociis 22 den. |
195. | De Lecka 70 libras |
196. | De Warscato 12 libras 5 sol. |
197. | De Oldella 8 libras 15 sol. |
198. | De Hermalrewert 3 libras 10 sol. |
| |
| |
199. | De Granario 49 sol. 7 den.
Videlicet 216 libras 6 sol. |
200. | In mense JANUARIO de festis et memoriis 12 libras |
201. | Ad presentiam domini Arnoldi de Hollandia dominis et sociis 32 sol.
Zie onder no. 185.
|
202. | Ad presentiam Werneri Scolastici 25 sol.
Blijkens het Necrologium van Oudmunster stierf hij in 1292. Zie aldaar de voor hem gehouden diensten. Cf. hierna onder no. 235.
|
203. | Monialibus de Sancto Servacio 32 den. |
204. | Theodorico de Capella ex parte domini Arnoldi de Hollandia 19 sol. 6 den. |
205. | Dominis de Sancta Maria de censu terre quam colit Lambertus Witteman 8 den. |
206. | Ad presentiam domini Jacobi camerarii 50 sol.
Het Necrologium van Oudmunster vermeldt op XIIo Kal. Febr. Agnetis Virginis (21 Jan.): Hoc die dabitur unus denarius cuilibet canonico presenti in missa de sequentia: Laus sit regi, glorie... etc., et hoc de 7 iugeribus in Covelwade et hoc instituit Jacobus camerarius; residuum ad altare. Hij wordt ook t.a.p. vermeld op Vo Kal. Sept.
|
207. | Ad presentiam illorum de Lente 40 sol.
Het Necrologium van Oudmunster luidt: XIV Kal. Febr. (19 Jan.) Memoria Ysebrandi de Lent, militis et suorum, qui contulit ecclesie nostre ius personatus de Judtfaes cum omnibus suis appendiciis, pro quibus dantur hic 2 libre inter canonicos... de decima de Judtfaes. Zie de akte van overdracht d.d. 7 Juni 1225 in: Codex Diplomaticus Neerlandicus, 2e serie, IV, 2e afd. bldz. 168. Cf. hiervoor nos. 4 et 160.
|
208. | Ad sequentiam Sancte Agnetis 20 den.
Rekening 1348: Item de sequentia Sancte Agnetis virginalis termina. Cf. onder no. 169.
|
209. | Ad presentiam Aleydis, matris Arnoldi de Hollandia 10 sol.
Zie no. 185 en 201.
|
210. | Sociis de festis Sebastiani et Conversionis Pauli 6 sol. 4 den. |
211. | Ad presentiam Wilhelmi de Oldengeyne dominis 10 sol., Vicariis 6 sol.
|
| |
| |
|
Het Necrologium van Oudmunster vermeldt: VIIIo Kal. Febr. (27 Jan.) obiit Wilhelmus de Antiquo Gheno, laycus, pro quo dantur 10 sol. canonicis et 6 sol. sex vicariis presbiteris, dividendi inter presentes... et hoc de 34 iugeribus in Bloclant apud Montforde.
|
212. | Ad presentiam Bernardi Snoy 10 sol.
Het Necrologium van Oudmunster vermeldt: IIIo Kal. Febr. (30 Jan.) obiit Bernardus Snoy, miles, dantur 10 sol. de dimidio manso apud Blochoven.
|
213. | Ad presentiam Johannis Decani 20 sol.
Het Necrologium van Oudmunster luidt: IIo Kal. Febr. (31 Jan.) obiit Joannis Halvepape, decanus noster, pro quo dantur hic 20 solidi, dividendi inter canonicos utsupra Kal. Jan. et hoc de 11 jugeribus apud Vloten.
|
214. | In mense FEBRUARII de festis et memoriis 6 libras |
215. | Ad Reverentiam Spes Mea 4 sol. pro vino. |
216. | De manso Domini Stephani 29 sol. 2 den.
Videlicet 30½ libras et 7 sol. |
217. | In mense MARCIO de festis et memoriis 5 libras |
218. | De Warscato 12 libras 5 sol. |
219. | De Achtersloet 13 libras 30 den. |
220. | Ad festum Sancti Gregorii 10 sol., Sociis 38 den. |
221. | In Supplementum den... (?) de Dammo 5 sol. |
222. | De Linscoten 35 libras
Zie no. 186.
|
223. | De Oldewater 10 libras minus 2½ den. |
224. | De Manso domini Stephani 50 sol. 30 den. |
225. | De Laxmunde 25 libras 30 den. |
226. | De Hermalrewert 3 libras 10 sol. |
227. | De Paris 52 sol. 6 den. |
228. | De Utermere 12 libras 6 sol. 8 den. |
229. | De Lecka 70 libras
Videlicet 192 libras 9 sol. 7 den. 1 obolus. |
230. | In mense APRILI de festis et memoriis 8 libras |
231. | Ad presentiam Lamberti Officialis 20 sol.
Rekening 1348: Item Lamberti de Zeyst, officialis.
|
232. | De Marcenbruke 46 sol. 8 den. |
233. | De Gysen 10 libras 10 sol. |
234. | De Granario 49 sol. 7 den. |
235. | Ad presentiam Walteri, fratris Werneri 10 sol.
Rekening 1348: ...Werneri scolastici. Met den hier genoemden Walterus kan onmogelijk bedoeld zijn de bij
|
| |
| |
|
Pijnacker Hordijk bldz. 65 en 70/71 vermelde proost van Oudmunster van dien naam; deze stierf nl. in 1220, hetgeen uitsluit dat hij een broeder was van den scholaster Wernerus, die in 1292 overleed. Cf. onder no. 184 en 202.
|
236. | Ad presentiam Henrici, patris Arnoldi de Hollandia 10 sol.
Zie no. 185, 201 en 209.
|
237. | In mense MAY de festis et memoriis 7 libras |
238. | Sociis de festis Johannis ante Portam Latinam, octava Ascensionis Pancratii et Trinitatis 13 sol. 4 den. |
239. | In mense JUNII de festis et memoriis 6 libr. 10 sol. |
240. | De Utermere 12 libras 6 sol. 8 den. |
241. | Ad presentiam quondam Henrici Episcopi 15 libras
Bisschop Henricus, bij Pijnacker Hordijk vermeld tusschen 1250 en 1267.
|
242. | Ad presentiam Engelberti Decani 50 sol.
Engelbert van Ysenbroch of Isenbroke, bij Pijnacker Hordijk vermeld als deken St. Marie en St. Pieter, tusschen 1245 en 1277.
|
243. | De Altena 27 libras 10 sol. |
244. | Ad presentiam Petronille, sororis Arnoldi de Hollant 10 sol.
Summa 97 libras 6 sol. 4 den. |
245. | In mense JULII de festis et memoriis 10 libras |
246. | Sociis de Octava Sancti Johannis, Octava Apostolorum, Divisione Apostolorum, Friderici Jacobi Apostolorum et Octava Marie Magdalene 21 sol. |
247. | Ad presentiam Suaneldis, Matris Werneri 10 sol. Rekening 1348: ...Werneri scolastici. |
248. | In mense AUGUSTO de festis et memoriis 8 libras |
249. | Ad presentiam Jacobi, Decani Sancti Johannis 50 sol.
Rekening 1348: conform. Bij Pijnacker Hordijk vermeld tusschen 1257 en 1283.
|
250. | Ad presentiam Eremberti dominis 5 libras et 10 sol., Vicariis 8 sol.
Het Necrologium van Oudmunster luidt: IIo Nonas Dec. (4 Dec.) Barbarae Virginis duplex festum quod instituit Matheus Erenberti, decanus noster. Dantur de 4 iugeribus iuxta Overmeere 30 sol.... etc. Vermoedelijk is deze deken hier bedoeld; de op VIo Idus genoemde Erembertus dictus Pellecussen, kanunnik van Oudmunster komt niet in aanmerking, daar hij in 1308 gestorven is. Mogelijk is ook:
|
| |
| |
|
Petrus Eremberti, deken St. Jan, bij Pijnacker Hordijk vermeld op 1292.
|
251. | Presbitero de Sancta Cruce 5 sol. |
252. | Ad Candelam Ecberti 15 sol.
Rekening 1348: In anniversario Ecberti canonici. - Het Necrologium van Oudmunster luidt: Idus (15) Julii obiit Ecbertus, presbyter, canonicus noster; hic dantur 30 sol. dividendi inter praesentes... etc. Praeterea ecclesie nostre redditus 15 solidi ad candelam ardendam perpetuo in summo altari horis debitis; e.l. op VIII Idus May (8 May) obiit Godeldis, mater domini Ecberti,... etc.
|
253. | Sociis de festis Laurentii, Bartholomei et Augustini 11 sol. |
254. | De piscariis in Lecka 4 libras 7 sol. 6 den. |
255. | In mense SEPTEMBRIS de festis et memoriis 8 libras |
256. | Domino preposito de piscariis in Lecka 2 libras |
257. | De Festo Translacionis Sancti Bonifacii 20 sol. |
258. | De Festo Sancti Mathei Apostoli 10 sol. |
259. | Ad presentiam Emundi 20 sol.
Rekening 1348 onder Augustus: item Emundi canonici. - Het Necrologium van Oudmunster luidt: VIIIo Kal. Sept. (25 Aug.) obiit Emundus, presbiter, canonicus noster, pro quo dantur hic 20 sol. dividendi praesentibus.
|
260. | Sociis de Festis Lamberti, Mathei, Exaltationis Crucis et Octava Nativitatis 14 sol. 6 den. |
261. | Thesaurus ad Candelam Henrici de Marcen 30 sol.
Het Necrologium van Oudmunster luidt: Idus (15) Oct. obiit Henricus de Maersen, subdiaconus, concanonicus noster, pro quo dantur hic 2 libre de bonis in Maersen, dividende inter praesentes ut supra Kal. Jan. Praeterea ad 2 candelas quae ardebunt perpetuo in summo altari horis debitis, videlicet ad Mat. missas, Vesp. et in Compl.; dedit redditus 30 sol., quae recipiuntur de eisdem bonis.
|
262. | In Festo Sancti Nicolai ad Candelas 5 sol. |
263. | In Festo Conceptionis Beate Virginis ad Candelas 30 den. |
264. | Ad Candelam Domini Florencii 10 sol.
Rekening 1348: ... Florentii prepositi majoris 20 st. - Het Necrologium van Oudmunster vermeldt op verschillende data, o.a. VIIo Kal. Nov. en VIo Kal. Dec.: Memoria Florencii presbiteri, prepositi ecclesie majoris, concano-
|
| |
| |
|
nici nostri; dantur dominis 15 sol. et sociis 5 sol. ut de memoria custodis et hoc de bonis in MaerscalckerweerdtGa naar voetnoot1) et fiet compulsatio et sepulchri eius visitatio in medio ecclesie. Op VIIo Kal. Jan. heet hij: Florentius de Jutfaes. De bij Pijnacker Hordijk op bldz. 46 bij Florentius van Holland gestelde laatste aanteekening dient te vervallen, hebbende op Florentius van Jutfaes betrekking.
|
265. | De Echtelt 10 sol.
Summa 52 libras 19 sol. 6 den.
Summa summarum expositorum 448 libras 11 sol. 8 den. |
| |
| |
| |
Indices.
N.B. De achter de namen geplaatste cijfers verwijzen naar de nummers van de posten van de rekening.
Achtersloot 7, 134, 178, 219. |
Adam, frater domini Rutgeri 61. |
Adelbold (bisschop -) 46. |
Albero Goltnagel 31, 144, 145. |
Alendorp 68. |
Aleyda 82. |
- de Hollandia 209. |
Alfen (Henricus de -, kanunnik Oudm.) 51. |
Alsmer 32. |
- (Giselbertus de - sive de Blasenberch) 32. |
Altena 12, noot na 14, 243. |
Amelongus (kanunnik Oudm.) 159. |
Ansfrid, bs. 46, 47. |
Antiquo Geno, zie Oldengeyn. |
Appelman (Neudo -) 158. |
Apikewolde 15. |
Arnoldus de Beyla 63. |
- Grimer 55, 56, 57. |
- Heyden 115. |
- de Hollandia 185, 201, 204, 209, 236, 244. |
- (proost St. Maarten) 76. |
- Ouderman 110, 111. |
- Scilant 27. |
Aureus mansus apud Vloten 137. |
|
Bartangen 16. |
Benedicta 101. |
Bezela 137. |
Bernardus Boc in Everdinghen 36. |
- Snoy 212. |
Bertoldus (vicarius) 174. |
Betuwe 23, noot. |
Beyla (Arnoldus de -) 63. |
Biscop (Joannes -, camerarius St. Joh.) 123. |
Blasenberch, zie op Alsmer. |
Blitgerus (proost Oudm.) 50. |
Blochove (½ hoeve te -) 54, 212. |
- (Otto de -) 43. |
- (dominus Wilhelmus de -) 54. |
Bloclant 211. |
Boc (Bernardus -) 36. |
Bodegraven 17, 18. |
Bolle (Lubbertus -) 20, 71. |
Bonic (onder Gasperweerde) 1. |
Bonifacius, bs. 46. |
Bouman 25. |
Bralant 134. |
Brele 50. |
Brodike 86. |
Brokelhede 127, 128. |
- (Wilhelmus de -) 9. |
Bruno 191. |
- (lapicida) 149. |
- (Jacobus -) 40. |
Bucholt (dominus H. de -) 28, 30, 105. |
| |
| |
Bulhorne (In het Goy) 56. |
Burkercke (Theod. de -, kanunnik Oudm.) 160, 165. |
Bya Lonis 122. |
|
Camerike 8. |
Camerikersluse 170. |
Camertiende 17. |
Cattenbrock (Gerardus de -) 86. |
Civili Ecclesia, zie op Burkercke. |
Clareboutstiend bij Lexmond 3, 60. |
Clementia, fil. Gertrudis 157. |
Coleman (Nicolaus -, kanunnik Oudm.) 61, 170. |
Conradus 151. |
Coppel 58. |
Covelwade 23, noot, 58. |
Creyt (Hermannus -) 138. |
Crieck (Hermannus - in Maerseveen) 125. |
Crucis (... sancte -) 175, 251. |
Cuc (Wilhelmus -) 52. |
Custwijc (tienden te -) 8. |
|
Damasco (Jacobus de -) 116. |
Diefdijc 168. |
Drentia, noot na 14. |
Duvenvoorde (Dominus Wilhelmus de -) 3. |
Dydardus 96. |
Dyepermye 8. |
|
Ecbertus (kanunnik St. Salv.) 252. |
Ecclesia (Theod. de Civili - zie Burkercke. |
Echtelt 23, 264. |
Ecke (Dewekinus de -) 23. |
Edele (Thomas -) 58. |
- (Wilhelmus -) 58. |
Edelkint (Lubertus -) 73. |
Egidii (Henricus -) 152. |
Emundus (kanunnik Oudm.) 259. |
Enge (- onder Gasperweerde) 1. |
Engelbertus de Ese 37. |
- (de Ysenbroch, decanus St. Marie en St. Pieter) 242. |
Erembertus (dominus -) 5. |
Eremberti 250. |
Errewijn (Petrus -) 129. |
Ese (Engelberus de -) 37. |
Everdinghen 1, 35, 36. |
- (dominus Hubertus de -) 1. |
- (Wesselo de -) 1. |
- (Wilhelmus de -) 35. |
Everhardus Oudecalle 135. |
Eyteren (dominus Rudolph de -) 134. |
|
Florencius (comes -) 91. |
- (dominus - de Jutfaes, prepositus majoris eccl., kan. Oudm.) 264. |
Fredericus Holtscomaker 94. |
|
Gans (Gerardus -) 107. |
Garde (Dominus Nicolaus de -) 105. |
Gasperwerde 1. |
Geno (Snoy de -) 133. |
Gerardus Musekin 61. |
- Nannonis 65. |
- de Putcupe 86. |
- Ridder 69. |
- Sprunc 42. |
- de Veno 74. |
- Wannenoot 148. |
- de Woude 99. |
Gersdorp (bij Woerden) 92, 170, 185. |
| |
| |
Gertrudis 155. |
Ghelpertus (kanunnik Oudm.) 117. |
Gheersdorp, zie op Gersdorp. |
Ghiselbertus Ultravecht 95. |
- (weldoener van Oudm.) 51. |
- in Brokelhede 128. |
- Long de Jutfaes 130. |
- de Alsmer 32. |
- Zandradis 127. |
Giesen 13, 233. |
- (Hugemannus de -, fil. Wastradi de -) 11. |
Godbrechtinge 1 en de noot daarbij, 34. |
Godeldis, mater dom. Ecberti 252. |
Goetscalcus, miles 134. |
Golda (Sophie, domina de -, uxor Joh. de Renesse) 124. |
Golderake 62, noot. |
Goltnagel (Albero -) 144, 145, 31. |
Goruinus Sloyer 159. |
Goye (Gijsbertus de -) 1. |
Goye 22, 57. |
Greta, fil. Henrici 156. |
Grimer (Arnoldus -) 55, 56, 57. |
Gronewech 1, noot. |
Groninghen noot na 14. |
Grote tiend bij Linschoten 5. |
Guldenhoeve bij Vloten 137. |
- in het gerecht Lijnpad 137. |
Gysen, zie op Giesen. |
|
Haestrecht 184. |
Halfpape (heer Joh. -, deken Oudm.) 85, 213. |
Hamme 1. |
Hauten 55. |
Helsdinghen 1. |
Heemstede 132. |
Hendrickssloot 124. |
Henricus III (Duitsche Keizer) noot na 14. |
- Bouman 25. |
- Egidii 152. |
- episcopus 8, 241. |
- in Godbrechtinge 34. |
- de Hollandia 236. |
- de Marcen 261. |
- de Overdijc in Jaersfelt 59. |
- Scinkel 39. |
- Posc, deken Oudm. 169, 173. |
- Vinke 143. |
- de Zeyst 41. |
Hermannus 103. |
- Creyt 138. |
- Criek in Marseveen 125. |
- Noteboom 80. |
Hermalen 86, 88. |
- (Gerardus de -) zie op Sophie. |
Hermalreweert 10, 198, 226. |
Hessende (op de Veluwe) 50. |
Heyden (Arnoldus -) 115. |
Heyencoep 76. |
Hoenscorne 50. |
Hoflant (Johannes de -) 83. |
Holland (graaf van -) 264. |
Hollandia (Aleyda de -) 209. |
- Arnoldus de -, kanunnik Oudm.) 135, 185, 201, 204, 209, 236, 244. |
- (Henricus de -) 236. |
- (Petronella de -) 244. |
Horne (dominus de -) 12, 13. |
Holtscomaker (Fredericus -) 94. |
Houten 55. |
Hove (Johannes de -) 72. |
Hugo Symonis 91. |
- de Vloten 68, 76. |
Hunthorst (Henricus de -) 6. |
| |
| |
Huntswic 1 en 1, noot. |
Huven (onder Gasperweerde) 1 en 1 noot. |
Hyldegundis Machelmi (vr. van Herm. Ouderidder (?) 172. |
- de Spangen 118. |
Hyldewardis 137. |
|
Insula (Insula Civitatis, de Weerd) 120, 136, 165. |
- (Henricus ex -) 185. |
Isenbroch, zie Ysenbroch. |
|
Jacobus Alardi de Mordrecht 27. |
- Bruno 40. |
- kanunnik Oud, kameraar 206. |
- de Damsco 116. |
- decanus St. Joh. 249. |
- in Godbrechtinge 34. |
- de Mosa 108. |
- Ouderman 109, 111. |
- Phie 102. |
Jan (kapel St. Jan) 122. |
- (deken Ct. -) 249. |
Jarsfelt 59. |
Johannes Biscop 123. |
- decanus 213. |
- de Hoflant 83. |
- de Hove 72. |
- (dom.) de Koesvelt 30. |
- de Molendino apud Vloten 79. |
- Munter 100. |
- Romar 142. |
- Rufus 140. |
- de Slusa 66. |
- Speccharinc 113. |
- Speyart 90. |
- Stenbicker 141. |
- Volcmar 89. |
- de Zulen 75. |
Jutfaes 4, 130, 132, 165. |
- (personatus de -) 207. |
- (dom. Florentius de -, kanunnik Oudm., zie op Florentius. |
Jutta, vr. van Arn. Snoy, miles, 168. |
|
Kalander (Nicolaus -, kanunnik Oudm.) 167. |
Kamerick, zie op Camerick. |
Katrine (conventus St. -) 119, 121. |
Koesvelt (dominus Joh. de -) 30. |
Kovelwade, zie op Covelwade. |
Koverden, zie op Volsindis. |
Kulenborch (domina Clementia de -) 37. |
|
Lambarderhout 121. |
Lambertus Witteman 136, 205. |
Lecka 45 (noot), 60, 62, 195, 229, 253, 256. |
Lent (Ysbrandus de -, miles) 4, 207. |
Lexmund 2, 3, 60, 188, 225. |
Liesvelt (dominus Herbernus de -) 66. |
Linschoten 5, 186, 222. |
Lisa Tullonis 153. |
Loenreslote (Splinterus de -) 9. |
Long (Giselbertus -) 130. |
Lonis (Bya -) 122. |
Loric 24. |
Lubertus (achter S. Pieter) 29. |
- Bolle 20, 71. |
- Edelkint 73. |
Lutgart (Rudolf - in 't Goy) 33. |
| |
| |
Maarschalkerweert 264. |
Maarssen 125, 261. |
Maarten (St. -) 87, 131, 134, 46. |
Machelmi (Hyldegundis -) 172. |
Marcen (Henricus de -, subdiaconus, canonicus St. Salv.) 261. |
Marcenbruke 9, 125, 190, 232. |
Margarete (Petrus -) 104. |
Maria 205. |
Martinus 97. |
Meern (Maerne, Marne) 77, 185. |
Mengotus (proost v.d. Dom) 16. |
Merloghe 21. |
Middelbruec 5, noot, 168. |
Milant 8. |
Mildradas 154. |
Milengrave 1, noot. |
Molendino (Johann. de -) 79. |
Montforde 211. |
- (Rovere de -) 5. |
Mordrecht 27. |
Mosa (Jacob de -) 108. |
Mudde (Petrus - in Wijc) 51. |
Mulacker 43. |
Munter (Johannes -) 100. |
Musekin (Gerardus -) 61. |
|
Nannonis (Gerardus -) 65. |
Nanne (Theodoric. fil. -) 38. |
Nesse onder Gasperweerde 1, en noot daarbij. |
Neudo Appelman 158. |
Neyencoep 8. |
Nicolaus in Brokelhede 128. |
- Kalander (kan. Oudm.) 167. |
- Coleman (kan. Oudm.) 170, 61. |
- Pellifex 117, 147. |
- Piers 120. |
Noteboem (Hermannus -) 80. |
- (Theodoricus -) 85. |
Nova Fossa (Johannes de -) 51. |
|
Odenroy (bij Lexmond) 60. |
Oldella 26, 139, 155, 156, 197. |
Oldelant (bij Woerden) 82, 89. |
Oldengeyne (Wilhelm. de -) 211. |
Oldenridder (Herman -) 172. |
- (Theodor. -) 95. |
Oldewater 6, 44, 91, 93, 187, 223. |
Olthusen (dom. Jacobus de -) 4. |
Oltwic 138. |
Osterhem (Theodor. de -) 53. |
Otterspoer (Henric. de -) 16. |
Otto (bs. -) na 104. |
- de Blochove 43. |
Overdijc (Henric -) 59. |
Oudecalle (Everhardus -) 135. |
Ouderidder, zie Oldenridder. |
Ouderman (Arnoldus -) 110, 111. |
- (Jacobus -) 109, 111. |
Oudewater, zie Oldewater. |
Outena, zie Altena. |
Over de Vecht, zie Ultravecht. |
Oevertiende (bij Linsch.) 5. |
Overmeere 250. |
Overrijn 131. |
|
Paris (Prijs bij Everdingen) 45, 168, 189, 227. |
Pascua Inferior (Lege weyde) 8. |
Paulus (St. Paulus abdij) 154. |
Pellecussen (Petrus Erembertus, dictus Pellecussen) 250. |
Pellifex (Nic. -) 117, 147. |
Petronella de Hollandia 243. |
-, soror Werneri 26. |
| |
| |
Petrus, canonicus St. Salv. 176. |
- Eremberti, deken St. Jan 250. |
- Errewin 129. |
- Margarete 104. |
- Mudde in Wijc 51. |
- Seutter 91. |
Phie (Jacobus -) 102. |
Pistelcorne of Pisteltiend, 1 en de noot bij 1. |
Piers (Nicolaus -) 120. |
Pieter (St. Pieter) 28, 29, 150. |
Poederoyen 11. |
Polretiende (bij Linschoten) 5. |
Portengen, zie onder Bartangen. |
Posc (deken Henr. -) 169, 173. |
Putcupe (Gerardus de - of de Cattenbrock) 86. |
- (dominus Wychardus de -) 87. |
- 86, 88. |
|
Rapinentiend (bij Linschoten) 5. |
Regulares 118. |
Renesse, zie op Golda. |
Reno (Wilhelmus de -) 135. |
- (Hartbundus de -) 137. |
Renus (flumen -) 185. |
Reynarscop 45. |
Ridder (Gerardus Ridder) 69. |
Romar (Johannes -, decanus S. Petri) 142. |
Rotardus (dominus - de Stella) 139. |
Rover de Montforde, 5 |
Rudolph (dominus - de Eyteren) 134. |
Rudolphus Lutgart int Goy 33. |
Ruel (Giseibertus de -) 7. |
Rufus (Johannes -, lapicida) 140. |
Rugheweyde 8. |
Rutger (dominus -, canonicus St. Salv.) 61. |
Salome (vrouw van heer Herman van Woerden) 89. |
Scade (dominus Walterus -) 22. |
Scalcwijc, 1 noot, 52, 53, 169. |
Scilant 27. |
Scinckel (Henricus -) 39. |
Scoenenberch 62. |
Scoenhoven 62. |
Scutter (Petrus -) 91. |
Secvelt 8. |
Servaes (St. -) 116, 157, 203. |
Sliterhuve 1. |
Sloetacker 1, noot. |
Sloyer (Gosuinus -) 159. |
Slusa (Johannes de -) 66. |
Snoy de Geno 133. |
- (Arnoldus, dictus -) 168. |
- (Bernhardus -) 212. |
- (Theodoricus -, subdiaconus, canonicus St. Salvo) 1, 45, 68. |
Sophie (vrouw van Gerardus van Hermelen) 86. |
Spangen 126. |
Spangen (Hyldegundis de -) 118. |
Speccharinck (Johannes -) 113. |
Speyart (Johannes -) 90. |
Sprincwica antiqua 117. |
- nova 119. |
Sprunc (Gerardus - in Werchoven) 42. |
Stadsbrug 121. |
Stale, visscherij in de Ysel, 62, noot. |
Stenbicker (Johannes -) 141. |
Stephanus (dominus -, subdiaconus, canonicus St. Salv.) 75, 216, 224. |
Stella (dominus Rotardus de -) 139. |
Suaneldis, mater Werneri, 247. |
| |
| |
Symon 106. |
Symonis (Hugo -) 91. |
|
Tarant (- de Merloghe) 21. |
Tekencoep 129. |
Textor (Wilhelmus -) 81. |
Themaet 84. |
Theodoricus dictus Oldenridder 95. |
- de Burkercke 160, 165. |
- de Capella 184, 204. |
- (dominus -, de Sancta Cruce, presbiter vicarius altaris St. Andree in cripta) 175. |
- de Osterhem 53. |
- filius Nanne 38. |
- Noteboom 85. |
- Snoy 168. |
- de Wic 64. |
- de Zeyst 88. |
- de Zunderlant 70. |
- (dominus -) 184, 185, 204. |
Tolsteegbrug (pons theleonis) 115. |
Tongerlo 45, 47, 181. |
Truda 112. |
Tuistrate of Twistrate 159. |
Tuleo (? dominus -) 153. |
Tulle 1, 1 noot. |
Tullonis (Lisa -) 153. |
Tusschentwezlusentiend bij Linschoten 5. |
|
Ultravecht (iustitia Hermanni -) 20. |
- (iustitia domini Ludolii -) 75. |
- (Ghiselbertus -) 95. |
Ummehage 1, 1 noot. |
Utermere 14, 228, 240. |
Uthove 78. |
Uutwege in 't Goy 22. |
Velde (Theodoricus de -) 24. |
Velua 50. |
Veno (de -, het Veen) 51, 67, 179. |
- (Gerardus de -) 74. |
Vianen (Hubertus de -) 2, 3. |
- (Swederus de -) 1, 39. |
Vincsweerde (onder Hagestein) 1. |
Vinke (Henricus -) 143. |
Virgo 169, 183. |
Vivinus 121. |
Vloten 19, 78, 79, 85, 137, 165. |
- (Gerardus de -) 77. |
- (Hugo de -) 68, 76, 77. |
- (Wilhelmus filius Hugo de -) 76. |
Volcmar (Johannes -) 89. |
Volsindis (vrouw van Hemso de Kovorden) 150. |
Vorne (dominus Gerardus de -) 77. |
Vrencke (Gerardus -) 5. |
|
Waddinus 28. |
Wale ('t Waal) 1 en 1, noot. |
Walterus, prepositus S. Salv., 78. |
- frater Werneri scolastici 235. |
Wannenoot (Gerardus -) 148. |
Wedigo de Oldewater 93. |
Weerd 120. |
Weert (Under den - in Hagestein) 1. |
- (Op den - in Hagestein) 1, noot. |
Weilincwic 40. |
Wercunde 42. |
Wernerus 146. |
- (dominus -, presbiter, praebendarius animarum S. Salv.) 184. |
| |
| |
- (- scolasticus) 54, 164, 169, 202, 235. |
- (Suaneldis, mater Werneri) 247. |
Westerhem of Westrem in 't Goy 57. |
Wesemale (Gerardus de -) 45, 46, 180. |
Weyda (Steph. de -) 4. |
Weyteman (Andreas -) 30. |
Wilhelmus (dominus - de Blochove) 54. |
- Cuc 52. |
- Edele 58. |
- episcopus 132. |
- de Everdinge 35. |
- de Oldengeyne 211. |
- de Spangen 126. |
- Textor 81. |
Willebrandus episcopus 131. |
Willibrordus episcopus 131. |
Winwert 150. |
Witteman (Lambertus -) 136, 205. |
Worden 44, 89, 90, 92. |
- (tol te -) 18. |
- (dominus Hermannus de -, miles) 6, 8, 89. |
- (Lambertus de -, pastoor) 92. |
- (Guido de -) 18. |
- (dominus Rothardus de -, miles) 118. |
Woude (Gerardus de -) 99. |
Wyc 41, 51. |
- (Theodoricus de -) 64. |
Wychardus (- de Putcupe) 87. |
|
Ysenbroch (Engelbertus de -, decanus St. Marie en S. Peter) 242. |
Ysela (piscaria in -) 62, noot. |
IJselmudo 62, noot. |
Yselsteyn (Giselbertus de -) 135. |
Yssel 124, 135, 185. |
|
Zandradis (?) (Giselbertus de -) 127. |
Zecvelt 8. |
Zelandia, noot na 14; 15 noot. |
Ziepe 1, noot. |
Zietwende 62, 124. |
Zulen (dominus Stephanus de -) 67. |
- (dominus Johannes de -) 67, 75. |
Zunderlant (Theodoricus -) 70. |
|
-
voetnoot1)
- Als zoodanig staat het in den Inventaris van St. Marie in het h.s. bekend. Cf. Handleiding voor het ordenen en beschrijven van archieven door mrs S. Muller, J.A. Feith en R. Fruin Th.Az., waarin wordt medegedeeld, dat manualen die boeken zijn, waarin de rekenplichtige ambtenaar dagelijks zijne aanteekeningen stelde, die later ten grondslag werden gelegd aan de door hem uit te brengen rekening. Zij zijn in Middeleeuwsche archieven slechts zeer zelden bewaard.
-
voetnoot1)
- Rekeningen en Registers van het bisdom Utrecht (1325-1336), uitgegeven door Mr. S. Muller Fz. in Werken Hist. Genootschap, Nieuwe Serie nos. 53 en 56.
-
voetnoot1)
- Zie Inventaris van het Archief van het Kapittel ten Dom door Dr. K. Heeringa, Inleiding.
-
voetnoot2)
- Archief Oudmr. no. 4, uitgegeven door A.J.J. van Rossum in het Archief van het Aartsbisdom Utrecht, deel X, XI en XII. Een afschrift hiervan uit de 16e eeuw berust in het Archief van Oudmunster onder no. 5.
-
voetnoot3)
- Hij overleed blijkens het Necrologium in 1309 als deken.
-
voetnoot1)
- Vermoedelijk dateerende uit de jaren 1380-1390.
-
voetnoot2)
- Een overeenkomstig register kent - voorzooveel de Kleine Kamer betreffende - het Domkapittel (c. 1320). Zie no. 598 van den Inventaris van het Archief van het Kapittel ten Dom a.g.w. Het stuk is uitgegeven door Mr. S. Muller Fz. in het Rechtsboek van den Dom (Oud-Vad. Rechtsbronnen) bldz. 299.
-
voetnoot3)
- Werken Historisch Genootschap, 3e serie, no. 60.
-
voetnoot1)
- Matheus Eremberti, die als kameraar in de rekeningen van 1299 en 1302 eveneens voorkomt.
-
voetnoot2)
- Het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300, bevat de volgende toelichting: De Gasperde decime. Iste decime pertinebant olim ad denarios piscuum ut credo, quarum partes tales sunt: Onder den Wert habet 12 mansos, 3 firtellas et 3 iugera; Op den Wert 3¼ mansos; Ommehaghe, Huven et Nesse 16 mansos, Bonic 18 iugera vel plus, Hamme 9 mansos et firtellam, Sliterhove, Helsdinghen et Vinscwert 21 mansos; inter Ziepe et Milengrave iacent 19 mansi; de his pertinet media pars ad duo capitula et pars reliqua ad sacerdotes de Gasperde et Everdinghen. Enghe 6 mansos et 1½ iuger.
In Everdinghen: decime de 18 mansis vel circiter, quarum media pars pertinet ad nostram ecclesiam, aliam vero partem illi de Sancto Martini infeodaverunt.
In Godebrectinge decime de 300 iugeribus inter Sloetacker et Gronewech. - De Huntswiec decime de 240 iugeribus inter Hove et Pothusen. In Scalcwiec et que dicuntur Pisteltiende, decime; in Wale decime, in Tulle decime.
-
voetnoot1)
- Later bij afwisseling, episteltiende genoemd wordende.
-
voetnoot1)
- Zie ook Oorkondenboek Sticht Utrecht bldz. 46 en 97.
-
voetnoot2)
- De rekening 1296 besluit bovenstaande opgave der magna bona met:
De Zelandia. Incertum est quid pervenerit.
De Groninga.
De rekening 1300 bevat onder maiora bona zonder opbrengstvermelding de posten: De bonis in Groninghen, de bonis in Drentia, de bonis in Zelandia. - Het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300 verluidt aangaande de bezittingen in Zeeland. bona provenientia de ecclesiis Zelandie pertinent ad warscatum; voorts omtrent de bona in Groninghen in comitatu Drentie, dat van de opbrengst daarvan krachtens schenking van Keizer Henricus IIIe 2/3 aan het Domkapittel en 1/3 aan Oudmunster toekwam ‘prout hec reperiuntur plenius et lucide non solum in memorialibus nostre ecclesie, verum etiam in registris, documentis et munimentis antiquissimis ecclesie Beati Martini. Si quid ergo de bonis huiusmodi nostre ecclesie pervenerit in futurum, de illo fiet talis distributio qualis de decimis in Outena fieri consuevit. De bonis istis olim infeodati solvere consueverunt ad cellarium vini 100 libras et 100 solidos illius monete. Item 40 libras de iustitia et moneta ibidem ad cellarium elemosinarum cum servitio quod fiebat camerariis.’
-
voetnoot3)
- In de rekening 1300 (maiora bona) staat boven de posten 15-44 als opschrift: Ista pertinent ad warscatum. Een tweede opsomming van deze goederen uit 1300, met latere bijvoegingen, cf. Oudmunster no. 4, bldz. 41, met opschrift: Hec sunt bona specialiter ad warscatum spectantia, quod alio modo vocabatur antiquitus vestitura fratrum; bona in Zelandia simuli modo pertinent ad vestituram dominorum. Zie ook aldaar, bldz. 141-142. Vgl. Liber Camere van den Dom (uitg. Mr. S. Muller Fz., bldz. 48), alwaar wordt onderscheiden in magnum en parvum waerscat.
-
voetnoot1)
- In de rekening van 1296 staat voor 23 een post: De Covelwade pertinet ad warscatum 10 sol. Bij de opgave in Oudmr. no. 4 (bldz. 141 vo.-142) van de voor kleeding bestemde goederen luidt het hiervan: De Kovelwade de 8 iugeribus; pactus; 10 sol. et 15 sol. in circumcisione Domini. Cf. no. 58.
-
voetnoot2)
- Omtrent den omvang van het latere bezit in de Betuwe (c. 1350-1380) geeft de opgave in Oudmr. no. 4, genoemd in de vorige noot, een beeld.
-
voetnoot3)
- Zie over de Oudelle, waar Oudmr. de iurisdictio temporalis, voor zooveel het Oostelijk gedeelte betreffende, bezat, vooral het Goederenregister van 1348. (Inv. Oudmr. no. 182*.)
-
voetnoot1)
- Het collatierecht van Woerden behoorende sinds 1265 aan Oudmunster. Zie Vermeulen 259, gedrukt v.d.B. II, 127.
-
voetnoot2)
- De rekening 1296 opent na no. 45 een nieuw hoofdstuk met opschrift ‘Hec sunt bona sita sparsim extra civitatem in superiore parte exceptis magnis bonis.’ Het vangt aan aldus:
De Wesemal, dominus Gerardus, 2½ libr. et 2½ sol. Martini.
De Tungerlo. 3 solidos Colonienses. Martim.
In Paris, Otto de Hunt de uno manso 7 libr. Mart. et Petri. Idem de alio manso 7 libr. eisdem terminis, de quibus dabuntur preposito nostro 20 sol. pro piscaria in Lecka et de residuo fiet memoriam domini Theodorici Snoy prout ordinavit.
-
voetnoot3)
- Hierbij staat aangeteekend: defalcaverunt ad morgengelt 23 sol. 2 denar.
-
voetnoot1)
- De rekening van 1300 (bona minoris officii) vangt aldus aan:
In superiori parte civitatis de manso in Middelbruec Theodoricus de Zassekin, 5 libr. 17 sol. et 6 den. Martini et Petri. Daarna volgt het hiergenoemde no. 51, met welke post de rekeningen der Kleine Kamer naderhand steeds beginnen, gevolgd door nos. 54, 53, 52, 55, 56, 59 en 58; daarop pleegt het verzamelnummer ‘De Veno’ - cf. hierna no. 67 - te worden vermeld.
-
voetnoot1)
- Over den naam Kovelwade, zie Dr. K. Heeringa in Jaarboekje van ‘Oud Utrecht’ 1924, Bijdrage tot de oude geschiedenis van de Stad Utrecht en haar naaste omgeving, bldz. 60.
-
voetnoot1)
- De Rekening 1300 (maiora bona) vermeldt hiervan: In Laxmunde de 4½ iugeribus, domibus et area Albertus filius Acrini 5 libras et 10 sol. Martini et Petri. De istis denariis deducentur due libre ad denarios piscarie in Lecka et due libre habebit prepositus noster de dominio piscarie in Lecka et 5 sol. ad reverentiam Spes Mea; de eo autem quid tunc residuum fuerit, agatur festum Sancti Odulphi et propinetur, si placet, vinum in eius vigilia.
Na de vermelding van no. 62 met de bijbehoorende regels 63-66, die alle omhaald zijn met toevoeging van de termijnbetaling: Pasche, heeft de rekening 1296 als opschrift: Extra civitatem in inferiori parte.
-
voetnoot2)
- Voor deze post heeft de rekening 1300 (maiora bona) een post: De piscariis in Ysela, waaraan geen verdere gegevens zijn toegevoegd. Het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300 bericht hierover: Item omnes piscarie in Ysela, que Stale appellantur, iacentes infra Golderake et Yselmijde. In isto etiam loco fundus est ecclesie nostre. De provenientibus istius fiet quod adhuc placebit dominis. Cf. hiernevens Brom 1788 juncto 1449.
-
voetnoot1)
- Zie Vermeulen, Inventaris van het archief der provincie Utrecht no. 316. - De inspringing der volgende nummers 63-66 geeft de onderverdeeling van post 62 aan.
-
voetnoot1)
- Zie Vermeulen, Inventaris van het archief der provincie Utrecht no. 316. - De inspringing der volgende nummers 63-66 geeft de onderverdeeling van post 62 aan.
-
voetnoot1)
- De rekening 1296 vangt hierna eene nieuwe afdeeling aan met opschrift: met opschrift: Hec sunt bona sita in inferiori parte civitatis, magnis bonis exceptis.
-
voetnoot1)
- In de goederenlijst 1300 (bona minoris officii) zijn de posten 79 tot en met 85 door een accolade verbonden met eene opmerking: ad decem (annos).
-
voetnoot1)
- In de rekening 1296 staat nog een post, op deze omgeving betrekking hebbende: Johannes de Gersdorp de 11 hereditarie iugeribus apud Worden. 7 libras. Nicolai et Pasche. Zie noot bij no. 185.
-
voetnoot2
- In de rekening 1296 volgen na deze post de nos. 124 en volg.
-
voetnoot3)
- In de rekening 1296 volgen de posten 94 tot en met 104 op no. 152; tezamen vormen de posten 139-152 en 94-104 naderhand in de rekening 1300 en later het hoofdstuk: De Oldella.
-
voetnoot1)
- Over het adjectief ‘novus’ zie Mr. S. Muller, Rechtsbronnen van den Dom, in Werken Vereen. uitg. bronnen Oud Vad. Recht, 2e reeks no. 5, bldz. 5. Zie over de hier bedoelde erven ook het Goederenregister van 1348, Oudmr. Inv. no. 182*.
-
voetnoot1)
- Na no. 113 bevat 1296 de vermelding van dit grondstuk: Dominus Nicolaus de Garde de spacio retro domum suam. 4 sol. In dedicatione ecclesie.
-
voetnoot2)
- Een verdere mededeeling vermeldt, dat een deel van dit erf toen bij Truda in gebruik was. Bedoelde rekening van 1300 kent hier geen genummerde erven.
-
voetnoot1)
- 1296 vangt hier een nieuw hoofdstuk aan: Hec sunt aree in civitate sparsim sitae.
-
voetnoot1)
- De Lambarderhoeve of Lambarderhout lag onder Vleuten volgens het Goederenregister van Oudmr. van 1348. Inv. Oudmr. no. 182*, bldz. 6vo. De door Brom aangegeven ligging is foutief.
-
voetnoot1)
- In de rekening 1296 komt hierna een post voor: Hartbundus de Reno 4½ libras, que dicuntur pertinere ad presbiterum de Jutfaes. Martini et Petri.
-
voetnoot2)
- Zie het Rechtsboek van den Dom van H. Wstinc, uitg. Mr. S. Muller Fz., bldz. 309.
-
voetnoot1)
- Hierbij is aangeteekend: Defalcavit ad morgengelt 3 solidos.
-
voetnoot1)
- Hieronder staat geschreven: 45 libr. 9 sol. 5 denar.
-
voetnoot2)
- Magister Henricus Posc, deken van Oudmunster.
-
voetnoot1)
- Bertholdus, vicarius, vroeger priester celebrant te Everdingen. Zie Brom, nos. 2643, 2645 en 2660 uit het jaar 1295.
-
voetnoot1)
- Blijkbaar wordt hier verwezen naar het goederenregister van kanunnik Johannes Visscher van 1300, dat gedurende de grootste helft der 14e eeuw werd bijgehouden.
-
voetnoot1)
- Zie het Goederenregister van Oudmr. van 1348 bldz. 8vo, waar het bezit in Maarschalkerweerd wordt omschreven als 7 hoeven met de iurisdictio temporalis, census et decimae, ongedeeld behoorende aan den Dom en Oudmr.; als oppervlakte wordt genoemd 112 morgen, grenzende, stroomopwaarts gerekend, aan het gerecht Bunnik.
|