| |
| |
| |
Inventaris van de Ruyter's inboedel, opgemaakt 22-24 maartGa naar voetnoot1) 1677,
Medegedeeld door P.J. Blok.
In de prachtige, thans ten Rijksarchieve in Den Haag berustende verzameling, die in 1896 door den Nederlandschen Staat verworven werd van de familie De Ruyter de Wildt, bij wie, als nakomelingen van De Ruyter, nog altijd het archief van den admiraal en zijn zoon en schoonzoon De Witte berustte, bevindt zich in den bundel no. 189 (Aanw. 1896, XLV, uitvoerig beschreven in dl. XIX der Verslagen omtrent 's Rijks Oude Archieven) een aantal stukken, betrekking hebbende op De Ruyter's nalatenschap. Daaronder schijnt mij van het meeste belang bovengenoemde inventaris, een handschrift van 19 blz. folio. Het wordt genoemd op de laatste blz.: ‘Eventaris van Vaders za.r nagelaten goederen noch onverdeelt’. Die inventaris, zooals in het opschrift staat, niet door een notaris maar ‘van ons (de kinderen) opgenomen’, bevat niet alleen de nauwkeurige beschrijving van alle goederen, die in het sterfhuis werden gevonden, van de zolders tot den kelder toe, maar ook de gedetailleerde beschrijving van den inhoud van alle daar aanwezige kisten, kasten en laden, in het bijzonder ook van de daarin gevonden papieren van financieelen en persoonlijken aard.
Door dezen inventaris zijn wij in staat gesteld om niet alleen De Ruyter's bezit te leeren kennen maar ook - | |
| |
en tot in bijzonderheden - de indeeling van zijn huis en de verdeeling van de meubelen, de kostbaarheden, de schilderijen, het linnengoed, de tin- en ijzerwerken enz. over de vertrekken en gangen. Dit huis (Prins Hendrikkade no. 131) is van binnen zeer verbouwd en verhaspeld, maar de zolders en de kelder met oude keuken zijn nog ongeveer in den ouden staat en een scherpzinnig architect zou met behulp van dezen inventaris, dunkt mij, wel in staat zijn - de voorgevel schijnt geheel intact te zijn, behalve natuurlijk de vensterglazen - om het geheele huis te restaureeren in den staat, waarin onze groote admiraal het 31 jaren bewoond heeft. Mag ik dit denkbeeld aanbevelen bij de vrienden van Amsterdam's oudheid en de tallooze Nederlanders, die eerbied hebben voor de nagedachtenis van De Ruyter?
Maar de inventaris is ook van belang voor de kennis van De Ruyter en zijn vrouw zelf. Wij zien eruit, hoe eenvoudig zijn huishouding was, hoe nauwkeurig en ordelijk zijn financieel beheer, hoe gering zijn belangstelling in letteren en kunst. De hem door Zeeland geschonken Atlas van Blaeu, een gedeelte van Aitzema's geschiedverhaal, waarin ook zijn daden waren vermeld, zeemansboeken en een drietal bijbels waren met ‘eenighe’ boeken ten dezen zijn eenig bezit. Aan kunstvoorwerpen vinden wij, behalve eenige beeldjes en schilderijen van blijkbaar weinig waarde, zooals ieder burgerman ze had, in zijn huis alleen de door hem ontvangen geschenken en eenige schilderijen, groot en klein, portretten van hemzelven en van eenige zijner onderbevelhebbers, benevens af beeldingen op zijn krijgsdaden betrekking hebbend. Hoe eenvoudig zijn zijn zeekisten, zijn kleeding en lijfsieraden; en wat zijn vrouw aangaat, hoe eenvoudig ook hare kleeding en sieraden, hoe goed voorzien haar linnen- en tinkasten, de trots der Hollandsche vrouwen van die dagen; hun zilver en porselein mochten gezien worden zooals bij den lateren rijkdom van den admiraal paste, maar zeer bijzonder is het toch niet.
Inderdaad, de waarde van dezen inventaris kan niet worden betwijfeld en ik meende daarom hem niet aan belangstellenden te mogen onthouden.
| |
| |
Wie van De Ruyter's kinderen heeft of hebben dezen inventaris opgemaakt? Dit is niet precies te zeggen maar ik acht het hoogstwaarschijnlijk, dat zijn eenige zoon, Engel, met hulp van de andere kinderen (‘ons’) de samensteller ervan is. De schrijver zelf van dit ms. is hij niet, want zijn ons van elders bekend schrift vertoont een geheel ander karakter. Maar het ms. is blijkbaar ook niet het eenige geweest: achteraan, op de laatste, overigens onbeschreven pagina staat, behalve een soort notarismerkGa naar voetnoot1), de naam van ‘Frere Potts’, dat is ds. Potts, tweede echtgenoot van Alida De Ruyter, met een paar nader te vermelden woorden in het schrift van Engel. Ik houd ons ms. dus òf voor het oorspronkelijk opgemaakte stuk - de talrijke aanteekeningen op den kant: verbeteringen en aanteekeningen over de latere verdeeling der goederen, wijzen daarop - òf voor een der na de opmaking gemaakte afschriften en dan wel dat van broeder Potts. De zusters: Cornelia (De Witte) en Alida (Potts) en de halfzuster Margaretha (gehuwd met ds. Somer) worden herhaaldelijk als ‘Maseur’ aangeduid, hare echtgenooten als ‘Frere de Witte’, ‘Frere Potts’, ‘Frere Somer’, wat voor het auteurschap van broeder Engel zou pleiten. Wel wordt diens (voormalige) kamer in het huisGa naar voetnoot2) ook als die van ‘Frere De Ruyter’ aangeduid, maar dit kan een bij de familie gebruikelijke aanduiding zijn. Alles samengenomen, houd ik Engel de Ruyter, die ook bij de begrafenis van den admiraal, de verdere regelingen omtrent diens nalatenschap, de onderhandelingen over de graftombe enz. de
hoofdrol speelt, ja herhaaldelijk namens de kinderen optreedtGa naar voetnoot3), voor den auteur van dit stuk. De spelling van sommige woorden wijst op den auteur als iemand, die niet bekend was met het Latijn, zoodat de predikanten Potts en Somer uitgesloten zijn.
| |
| |
Het ms. wordt hier in zijn geheel uitgegeven met weglating alleen van de soms moeilijk of in het geheel niet leesbare en lang niet altijd op de juiste plaats te zetten aanteekeningen voor de latere verdeeling bij de boedelscheiding tusschen ‘Moeder’ en de kinderen, waarbij de zeer duidelijke bepalingen van het laatste testament van den admiraalGa naar voetnoot1) nauwkeurig zijn in het oog gehouden.
Het stuk is door mij met aanteekeningen omtrent den inhoud voorzien. Voor een aantal uitdrukkingen betreffende meubels en andere voorwerpen mocht ik rekenen op de vriendelijke hulp van de heeren A.W.M. Mensing en dr. F.W. Hudig te Amsterdam, de uitnemende kenners van deze dingen. De aanteekeningen met letters hebben betrekking op de bewoordingen van den tekst; die met cijfers geven verklaring van de verschillende posten, met verwijzing, zoo noodig, naar mijn pas verschenen levensbeschrijving van De Ruyter.
P.J.B.
| |
Inventaris vanden boedel ende melbelaereGa naar voetnoot2) goederen van onse Heer Vader De Ruyter zal.r van ons opgenomen den 22 Maart 1677.
1o. | Ga naar voetnoota) In het eerste casje van boven beginnende, eenige particuliere brieven ende scheeps reeckeninge bevonden. |
2o. | In het 2de casje niet. |
3o. | In het 3de insgelijcs. |
| |
| |
Op de opperste Vliering niets.
Op de 2de zolder: Cocks ende Cajuits gereetschapGa naar voetnootc). Op de 3de zolder:
2 perssen, 2 tafels en schraegen, een matras, twee oude Turcse tapijten, een vaetje, 2 kleerebennen, een servette planck, een baekermat, een groote kleerbaggeGa naar voetnoot4), ettelycke kleerstocken, 2 groote kussens met wapens, een groene ende witte deecken, 2 brandt sacken, en eenige rommelingen.
Op de 4de solder:
Een scheepskist ende daerin bevonden;
| |
| |
De groote zeekistGa naar voetnoot3):
1o. | Een kist van Vader zal.r klederen. |
2o. | Japonsche dekens. |
3o. | Een schilderijtje van St. Michiel. |
4o. | Pascaerten. |
De 3de kist:
2 stucken damast. |
2 silvereGa naar voetnoote) blompotten, wegen 17 pondt ende een halff (een rycksdaelder d'once). |
Een copere schael, met corael ingeleyt. |
2 silvere schotels tot de blompotten, 6 pdt 2 quarte. |
Noch 2 silvere schotels, 5 pd. 14 oncen ende een halff. |
een silver schoteltje, daer het JuweelGa naar voetnoot4) in was, weecht |
6 oncen en 3 quart. |
een roet fulpe koocker met silvere messen ende vurcken. |
een silvere lampet met de can. |
een silvere schaeckbort. |
4 silvere eeckertjesGa naar voetnoot5). |
9 silvere lepels. |
een silvere peperdoosje. |
een silvere kommetje. |
Int leere kisje:
Een coraele degenGa naar voetnoot6). |
Een rotting met diamanten. |
12 koockertjes met schaertjes. |
| |
| |
Een Papier met goude kante. |
Vier paer slaep laeckens. |
13 tafel laeckens. |
25 handtdoecken. |
12 van de beste handtdoecken. |
27 servetten. |
12 sloopen. |
Int sluytmantje:
Op de onderste solder:
1o. | Een koffer met 12 oostindische seitsenGa naar voetnoot1). |
2o. | De wapens ende waepenrock in deselve koffer. |
3o. | Sluytbennen, tafel en rommelingen. |
4o. | Inde tinnekist:
9 groote schotels van tin. |
een pottagie schotel. |
2 tinne plaeten. |
25 tinne schotels, wat minder. |
13 tinne schotels, een soorte minder. |
12 tinne schotels, een soorte minder. |
8 boter schotels. |
6 moster schotels. |
2 waterpotten. |
9 dosyn tailjooreGa naar voetnoot2), ende vyer. |
|
5o. | Een ledekandt met sijn toebehooren ende bedde, 3 dekens. |
Op het kantoor:
| |
| |
4o. | Een lanteern. |
5o. | 3 witte tonnetjes. |
6o. | witte textstofferGa naar voetnoot1). |
7o. | Een bedde met sijn toebehooren ende gordijnen. |
8o. | Een spaensche stoelGa naar voetnoot2) ende 2 matstoelen. |
In de zijdtkamerGa naar voetnootf):
1o. Een tafel met een Turckse kleet. |
6 blauwe tryppe stoelen. |
Een bedde met dekens ende beddekleet. |
Een spiegel. |
SweersGa naar voetnoot3) schilderytje. |
2 groote schilderyen ende 6 kleyne schilderyenGa naar voetnootg). |
In het casje:
6 porceleyne teebackjes. |
7 porceleyne kleyne schoteltjes. |
2 porceleyne suyckerpotjes met voten. |
Een witte aarde suyckerpotGa naar voetnooth). |
In het onderste casjen:
Int voorhuys:
| |
| |
7o. | Tromp, Van Meppelen, Van der Hulst en Vader en Dirck TeddesGa naar voetnoot1). |
8o. | De geweercas met geweer. |
| Het schipGa naar voetnoot2). |
| Het soldaetje. |
| 2 st. matte stoelen. |
| Een kisje met koper beslach, daer vader en moeders lijwaet in is. |
In de gang:
De Binnencamer:
In het Casje onder de glasen:
1o. | Een stuck tafelgoet. |
2o. | Een stuck fijn lijwaet. |
3o. | Een stuck moye lijwaet. |
In het Casje achter de deur:
1o. | Een stuck moye lijwaet. |
2o. | Een stuck lijwaet. |
| |
| |
3o. | Een stuck fijn lijwaet. |
4o. | Een klijn stuckje lijwaet. |
5o. | Een stuck lijwaet. |
Op het Casje:
Een sacardaneGa naar voetnoot4) cas ende daerin:
14 paer laeckens. |
Noch 3 dito laeckens op de bedden. |
20 paer lijwaete sloopen. |
7 paer sloopen, ende een. |
3 paer sloopen. |
6 paer kleine sloopen. |
2 dosijn roosjes servettenGa naar voetnoot5). |
1 dosijn wat fijnder. |
3 dosijn pauwe servettenGa naar voetnoot6). |
1 dosijn roosecrans servettenGa naar voetnoot7). |
1 ende een halff dosijn gecruysteGa naar voetnoot8) roosjes servetten. |
Een damaste spreye. |
12 moye handtdoecken. |
49 dito. Een gedeelte inde cast. |
8 lange handtdoeken. |
7 tafel laeckens. |
| |
| |
Int portael:
4 spaensche stoelen. |
Een pers met kussen. |
Een horologie hangende. |
De papegayGa naar voetnoot2). |
Int LantteernGa naar voetnoot3):
Een spiegel. |
Een tafel ende Turcks kleet. |
Een rustbank ende groen kussen. |
6 groene stoelen met een armstoel. |
4 stuks schilderyen. |
Een vuysterGa naar voetnoot4). |
2 gordijnen, 2 rabatten ende een groene spreye. |
Een bedde met 2 oorkussen. |
3 deeckens ende een beddekleedt. |
6 porcelijne drylingenGa naar voetnoot5). |
6 acht kante backjes. |
7 kleyne backjes. |
2 kommen. |
4 klapmusjesGa naar voetnoot6). |
10 porcelyne saussiertjes. |
In de Cas van het Lantteern:
| |
| |
15 servetten, verscheyde soorten. |
Een watte deken van sijde. |
Een kisje daer bevonden maar noch niet geopent. |
Het achterste kasje te besichtigen. |
Eenige doosjes met quyttantien, dit noch optenemenGa naar voetnooti). |
Een kistje ende daarin bevonden deze obligatien:
Op den Haegh: |
|
1o. Een obligatie op den ontfanger Pauw van tien duysent gl.Ga naar voetnootk) vervaltGa naar voetnoot1) den 13 January 1672 |
f 10000. |
2o. Noch een dito als boven, den 8 Jan. |
f 10000. |
3o. Noch een dito als boven, den 8 Jan. |
f 10000. |
4o. Een obligatie op den ontfanger Berkel, van den 31 December 1644 |
f 6000. |
5o. Noch op den ontvanger Pauw, vervallen den 31 December |
f 8000. |
6o. Noch een obligatie op Pauw, vervallen op 19 December |
f 2200. |
7o. Noch een op Berkel, vervallen den 11 September |
f 1600. |
8o. Noch op den ontfanger Pauw, vervallen den 24 Febr. |
f 20000. |
9o. Noch op den ontfanger Pauw, vervallen den 14 April |
f 8000. |
| |
| |
Rotterdam: |
|
1o. Een obligatie op de Admiraliteyt van Rotterdam, vervalt den 6 November |
f 6000. |
2o. Noch een als boven, vervalt den 24 Aug. |
f 5000. |
Noch een als boven, vervalt den 27 Oct. en April |
f 1000. |
Noch een als boven, vervalt den 7 Nov. |
f 2000. |
Noch 6 obligatiën als boven, vervallen den 26 April |
f 32000. |
Zeelandt: |
|
3 obligatien op de Oost Indische Compagnie in Zeelant, vervalt den 9 Juni. |
f 15000. |
Noch een als boven, vervalt den 9 Juni. |
f 1500. |
Een obligatie op Van der Stringe, vervalt den 22 Febr. |
f 3600. |
Noch op de stadt van Vlissinge, vervalt den 10 Jan. |
f 1800. |
Amsterdam: |
|
Een obligatie op de Amsterdamsche Oostindische Compagnie, vervalt den 2 Maart 1668 |
f 12000. |
Een obligatie op d'Admiraliteyt van Amsterdam, vervalt den 4 Meij en November |
f 8000. |
Een obligatie noch als boven, vervalt den 4 Meij en November |
f 4000. |
Een obligatie op Wttdebogaert, vervalt den 24 Maart |
f 10000. |
Noch een dito als boven, vervalt den 24 Maart. |
f 10000. |
Noch een obligatie op Wttdebogaert, vervalt den 18 January |
f 1000. |
Noch op denselven, vervalt den 15 Maart |
f 6000. |
Capitale leeningeGa naar voetnoot1) op Wttdebogaert, vervalt den 15 October |
f 1200. |
Noch een ander op deselve, vervalt den 27 Juny |
f 1000. |
Noch een ander op deselve, vervalt den 17 December |
f 686. |
| |
| |
Noch een ander op deselve, vervalt den 14 April |
f 1400. |
Vrieslandt: |
|
Een obligatie op Vrieslandt, vervalt den 1 Sept. |
f 7250. |
|
Een obligatie op Frere de Witte, vervalt den 1 Mey |
f 12796. |
Noch op Frere de Witte, vervalt den 8 July. |
f 6000. |
Obligatie op Evert van Gelder, vervalt den 18 April 1674 |
f 1000. |
Een obligatie op de stadt van Vlissingen van 600 gl. berustende onder Moy LucretiaGa naar voetnoot1), het sterfhuys toecomende, waervan sij d'interest moet ontfangen, so lange sij leeft. Den boedel is schuldich aen moye Lucresia f 2000, het welcke den boedel aen Maseur de obligatie heeft overgedaen, soo dat aen moye van Maseur moet goet gedaen worden.
Rotterdam: |
|
Een ordonnantie van het binnenjachtGa naar voetnoot2) van Rotterdam op de Admiraliteyt |
f 1318.13. |
Noch een affreeckeninge van het jaar 1674: op Rotterdam, een ordonnantie van |
f 20673.12. |
Haghe: |
|
Een erffrente op Pauw, van de Staet aen Vader zal.r vereert, vervalt 28 Sept. 1673. |
f 6000. |
Walcheren: |
|
4 lyffrenten op Walcheren, yeder van f 2000, vervalt den 4 Sept., comt tot f 8000 |
f 8000. |
Haegh: |
|
3 lyffrente brieven op Pauw van 5270 gl. yeder, tsamen 15750 gl., vervalt den 16 Maart |
f 15750. |
| |
| |
Amsterdam: |
|
Een obligatie op pandt der MinneGa naar voetnoot1), ten laste van de Heeren Lucas, Occho en Hendrick Friesenburgh, de somma van |
f 13000. |
vervalt den 13 December, loopt tegen 4 pct.
Memorie van eenige betaelde ordonnantien.
Noch in het selfde kistje bevonden:
1o. | het juweel van VranckrijckGa naar voetnoot2). |
2o. | het juweel van Brandenburgh. |
3o. | 2 touren peerls om het hooft. |
4o. | 2 groot peer peerls met haecken. |
5o. | een paer peerls tot het juweel van Denemarcken. |
6o. | 2 groote diamante ringen met een kleyne. |
7o. | 2 ringen met roode steenen. |
8o. | 3 hoepringen. |
9o. | 3 reeckenboecken in 4o van de reeckeningeGa naar voetnoot3). |
10o. | 24 goude ducatons a 15 gl. stuck. |
11o. | 11 halve goude ducatons à 7 gl. 10 stuyv. |
12o. | 5 albertijnen à 6 gl. 10 stuyv. |
13o. | noch 2 pourtraiten van gout van DenemarckenGa naar voetnoot4). |
14o. | 7 ducaten, à 5 gl. |
15o. | 7 spaensche pistolen ende een halff, à 9 gl. |
16o. | 2 dubloenen, van 36 gl. yeder. |
17o. | 2 dubloenen, van 18 gl. |
18o. | 2 MoortseGa naar voetnoot5) ducaten à 10 gl. |
19o. | 2 roose nobels, à 11 gl. |
20o. | Een kruysaet, van 50 gl. |
21o. | Een Hungersche ducaet, à 20 gl. |
22o. | Een vreemt stuk met een beeltenisse. |
23o. | Een stuck van Mantua. |
24o. | 2 Fransche pistoletten à 9 gl. stuck. Een dito halve. |
25o. | Een stuckje Frans gelt. |
26o. | 3 stucks gout, een Engels, Portugees en Spaens. |
| |
| |
Int achtsterste kasje:
1o. | Een Testament met gout beslagen. |
2o. | Een silvere doos en daerin bevonden:
I. D'Acte van NobiliteytGa naar voetnoot9). |
|
II. De reeckeninge in banco, de somme van |
f 16720.12. |
3o. Tot Frere Somers aen gelt |
f 2400. |
4o. Tot Frere Potts aen gelt |
f 1950. |
5o. Aen Nicht AndringaGa naar voetnoot10) |
f 315. |
|
| |
| |
5o. Sackjes contanten, yeder sack à 200 ducatons |
f 3150. |
6o. Noch een sackje à 300 gl. |
f 300. |
7o. Noch een post van contanten, yder van 200 ducatons |
f 5040. |
8o. Aen Frere de WitGa naar voetnoot1) |
f 1844.9.12. |
Op de groote Zael: |
|
1o. Int kistje is gevonden 30 sacken met contanten, yeder met 200 ducatons |
f 18900. |
2o. Noch 8 sacken |
f 5040. |
3o. Een sacardaneGa naar voetnoot2) cas. |
|
In de cas bevonden van de Zael:
1o. | Een vergult lampetGa naar voetnoot3) met een can van Rotterdam. |
2o. | Een silver lampet met een goude plaet ende kan van AmsterdamGa naar voetnoot4). |
3o. | Een silver lampet met een can van Conte de GuysyGa naar voetnoot5). |
4o. | Een silvere strickbenGa naar voetnoot6). |
5o. | Een silvere ovale schotel. |
6o. | Een gedreve schael. |
7o. | Een silvere schencktailjoor. |
8o. | 2 gedreve candelaebers. |
9o. | 2 gladde candelaebers. |
10o. | 4 soutvaten. |
11o. | 2 silvere candeelcannen. |
12o. | Een silver spouwbecken. |
13o. | Een olye, peper, asyn cannetje en schotel. |
14o. | Een goude can van ChattamGa naar voetnoot7). |
15o. | Een silver scavotGa naar voetnoot8). |
| |
| |
16o. | 2 silvere mosterpotten. |
17o. | Een silver spouwpotje. |
18o. | Een silvere ysbeekerGa naar voetnoot1). |
19o. | Een silvere candeelcroes. |
20o. | Een vergult cannetje met decksel. |
21o. | Een vergulde copje met een decksel. |
22o. | 4 silvere gewitGa naar voetnoot2) cruus. |
23o. | 2 silvere comphoren. |
24o. | Een silver montstuck tot een trompet. |
25o. | 17 silvere commetjes. |
26o. | 6 kleyne soutvaetjes. |
27o. | Een silver vergulde schael. |
28o. | Een gewerkt backje met ingelegt silver. |
29o. | Een kaerssnuyter ende backje. |
30o. | Een silvere peperdoos. |
31o. | 28 silvere lepels. |
32o. | 6 eyerlepels, een mostertlepeltje, een vacklepeltjeGa naar voetnoot3). |
Lijwaet in de cas van de Zael:
1o. | 10 tafellaeckens. |
2o. | 36 damaste servetten. |
3o. | 24 fijne damaste servetten. |
4o. | 36 fijne servetten met ringroosjesGa naar voetnoot4). |
5o. | 36 fijne servetten. |
6o. | 24 servetten, spiegelwerckGa naar voetnoot5). |
7o. | 21 servetten, roosjes. |
8o. | 9 paer slaeplaeckens. |
9o. | Vaders gouden houwerGa naar voetnoot6). |
10o. | 2 porceleijne flesschen. |
11o. | Een porceleijne kandeelpotje. |
12o. | 8 marmere beelden. Het beelt van Marseille. |
13o. | Een ysere plaet met een copere randt. |
14o. | 3 groote schilderyen met vergulde lijsten. |
15o. | Een ledekant met een damaste behangsel. |
16o. | Een ledekant met 4 kussens, 2 deeckens ende een beddecleet. |
| |
| |
17o. | Een stille tafelGa naar voetnoot1) met een sacardaneGa naar voetnoot2) voet. |
18o. | Een spiegel. |
19o. | De gordijnen en tafelcleet. |
20o. | Een armstoel met 7 roo fluweele stoelen. |
21o. | Een groote camermat. |
Op het Hangcamer, naest de Zael:
1o. | Het bedde met 2 deeckens ende een beddecleet ende 2 kussens. |
2o. | 2 geele gordijnen en rabbat. |
3o. | 2 schilderijtjes van Jephta. |
4o. | 3 alebaster schilderijtjes. |
5o. | Een spiegel. |
6o. | Een kasje ende daerin bevonden:
Io. | 21 paer slechte laeckens. |
IIo. | 9 slechte tafellaeckens. |
IIIo. | 10 slechte servetten. |
IVo. | Eenige speceryen. |
|
Het Hanckcamertje boven den trap:
1o. | Count de MonteyesGa naar voetnoot3) pourtraict. |
2o. | Vice-admirael de LyeffdeGa naar voetnoot4). |
3o. | 3 albaste soutvaetjes en eenige kleyne beeltjes. |
4o. | Een porceleyne candeelpot. |
5o. | Twee groote porceleijne flessen. |
6o. | 4 halve lampetten, een van de 4 geleymt. |
7o. | 3 drylingenGa naar voetnoot5) synese. |
8o. | 6 moye dubbele boterschotels. |
9o. | 6 gewone dito. |
10o. | Anderhalf dosijn porceleijne boterschoteltjes. |
11o. | 6 porceleijne asynbackjes. |
12o. | 3 fijne porceleijne backjes. |
13o. | 6 dito, wat slechter. |
14o. | 3 noch kleynder. |
15o. | Een porceleijne clapmusjeGa naar voetnoot6). |
16o. | Een porceleijne peperbackje. |
| |
| |
17o. | 2 porceleyne vlesjes. |
18o. | Een delvenaerGa naar voetnoot1). |
19o. | 2 brandtsacken. |
20o. | 3 tabuletjes gelackt root. |
Het camertje boven de trap:
1o. | 2 schilderyen. |
2o. | Een groen scherm. |
3o. | Noch 3 schilderyen. |
4o. | Een slaepbanck. |
5o. | Een bedde met deeckens en 2 hooftkussen. |
6o. | Een groote kleerbenne. |
Het kleyn camertje naest Frere de Ruyters:
1o. | Een bedde, 2 deeckens met een beddecleet, 2 kussens met 2 groene gordijnen ende rabbat. |
2o. | 6 schilderijtjes ende een spiegel. |
3o. | 3 sitte kussens. |
Op Frere de Ruyters camer:
1o. | 9 schilderijtjes, de soorten. |
2o. | 4 stoelen en 4 kussens. |
3o. | 2 koffertjes. |
4o. | 1 tafel met een tapijt, 2 lijwaetse backjes. |
5o. | Een kas. |
6o. | Een bedde met 2 deeckens en 2 kussens ende 2 gordijnen en rabbat. |
7o. | 2 blauwe gordijnen. |
8o. | Eenige glasen, cannen en schotels en 2 glase flessen, 2 delfse backen en pot, 2 blicke trommels. |
9o. | 2 koffers. |
10o. | Een kleerborretjeGa naar voetnoot2). |
Op de solder:
In de Eetzael:
1o. | In de gang een kannebort met 6 kannen. |
2o. | 5 schilderijen als pourtraicten. |
3o. | Eenige boecken. |
4o. | Een bedde met 2 deeckens, 2 kussens, een beddecleet, rabat en gordijnen. |
| |
| |
5o. | 10 stoelen ende een armstoel. |
6o. | Een schencktafeltje. |
7o. | 12 kussens. |
8o. | 2 kannekasten. |
9o. | 2 gordijnen voor de glasen. |
10o. | Een lampetschotel. |
11o. | 2 dubbele boterschotels. |
12o. | 2 porceleijne backen. |
13o. | 19 porceleijne backen ende een drylingGa naar voetnoot1). |
14o. | 2 schuyers. |
15o. | Een roodt hout kistje. |
16o. | Een glasecas, daarin bevonden:
Io. | Een boeckGa naar voetnoot2) met goude sloote. |
IIo. | Een met goude knippen. |
IIIo. | 2 met silvere sloote. |
IVo. | 3 almanacken met silvere sloten. |
Vo. | Een stuck silver VadersGa naar voetnootl). |
VIo. | Een silvere pomado doosje. |
VIIo. | Een silver safferaen doosje. |
VIIIo. | Een silvere vos. |
IXo. | Een bloet corale ritsje. |
Xo. | Een poyerdoos en spoeleback. |
XIo. | 6 silvere lepels met bloetcorael. |
XIIo. | 6 silvere vorcken met corael. |
XIIIo. | Een partye silver poppegoetje. |
|
17o. | Een silver tas en tuych. |
18o. | Een spiegel. |
19o. | Een kruydtdoosje. |
20o. | Een ysere vuysterGa naar voetnoot3). |
21o. | Een pers. |
In de spinde:
1o. | 2 porceleyne schotels. |
2o. | 2 groffe dito. |
3o. | Een partye glasen ende vlessen. |
| |
| |
4o. | 5 schaelen. |
6o | Ga naar voetnootm). Een groote witte can. |
7o. | Een blicke trommel. |
8o. | Een tafel en Turcks kleedt. |
Op de plaetse:
In de keucken:
1o. | 6 kopere ketels en 3 decksels. |
2o. | Een kopere pitaeckerGa naar voetnoot2). |
3o. | Een kopere boterpanne. |
4o. | 2 taerte pannen. |
5o. | 3 kopere candelaers. |
6o. | 3 kopere blaeckers. |
7o. | Een kopere schuymspaen. |
8o. | Een kopere betpan. |
9o. | Een groote smoorpan. |
10o. | Een kopere vijssel. |
11o. | 2 kopere koeckpanne. |
12o. | 3 kopere braedtpanne. |
13o. | 3 kopere snuyters. |
14o. | Een kopere aschketel. |
Tinne.
1o. | Een groote tinne pottagie schotel. |
2o. | 5 dito groote tinne schotels. |
3o. | Noch 5 dito, een slachje kleynder. |
4o. | 8 dito tinne schotels, wat kleynder. |
5o. | 33 Tafelborden. |
6o. | 7 tinne lepels. |
7o. | Een tinne flapcan. |
8o. | Een tinne komme. |
9o. | Een tinne stoofpan. |
10o. | 2 tinne inckkoockers. |
11o. | Een tinne trechter. |
12o. | Een tinne teepotje. |
13o. | Een tinne commetje en oliekannetje. |
| |
| |
14o. | Een botercroes. |
15o. | Een tinne gaeteplaet. |
16o. | 4 tinne waterpotten. |
17o. | 3 blicke decksels. |
18o. | Een blicke rasper en decksel. |
19o. | 6 blicke blaeckers. |
20o. | Een blicke braedtpan. |
21o. | Een salm pannetje. |
22o. | Een blicke pomp. |
| 2 blicke taertplaete. |
| Een blicke schuymspaen. |
| Een blicke stolp. |
| Een blicke oliebackje. |
| Een blicke emmer. |
| Een tinne zeepback. |
IJserwerk.
1o. | 2 roosters. |
2o. | 2 hengelsGa naar voetnoot1). |
3o. | 3 tangen. |
4o. | Een koleschop. |
5o. | Een drieplepelGa naar voetnoot2). |
6o. | Een schuymlepel. |
7o. | Een ysere hengeltjeGa naar voetnoot3). |
8o. | Een ysere vorck. |
9o. | Een ysere pothengsel. |
10o. | 2 hackmessen. |
11o. | 2 speeten. |
12o. | Een ysere schop. |
13o. | Een hangent spit. |
14o. | Een kannetje met een silver deckselGa naar voetnootn). |
15o. | 3 stuck ysers. |
16o. | Een partye aerdewerck. |
17o. | Een tafel met een kleetje. |
18o. | 8 stoelen. |
| |
| |
19o. | Een spiegel. |
20o. | 6 kussens. |
21o. | Een geschilderde en een blancke emmer. Wijn. |
In de kelder:
Eenige tobben en rommelinge en vleeskuypen. |
Scheepsgereetschap.
Een groen tafelkleet opde 4e solder. |
Een stryckkleedt. |
Tinnegoet.
8 groote schotels en een lampet. |
10 schotels, wat kleynder (46 pd. 4/2). |
4 kleyne schotels, 16 pd. |
7 boterschotels, 11 pd. en een half. |
4 mostertschoteltjes. |
2 potagieschotels } 40 pd. en vierendel. |
15 bancquet schotels } 40 pd. en vierendel. |
6 groote en kleyne kommetjes, 23 pd. en halff. |
70 tafelborden, 83 pd. en vierendel. |
9 soutvatten, 2 plaeten, 2 spalettenGa naar voetnoot1), 2 musterpotten. |
4 à 5 lepels 16 pd. en vierendel. |
kannen, pintjes, halffjes, musjes, 31 pd. en halff. |
4 waterpotten en steeckbecken, 17 pd. |
8 candelaeren ende olycan, 13 pd. |
6 inckcoockers, 15 pd.
Tinne inde hutteGa naar voetnoot2), onder en boven, 31 pd. |
2 comphoren ende een copere candelaer, een snuyter, een vyssel ende stamper, 14 pd. ende halff. |
4 copere craenen. |
In de kas inde Lanteern:
| |
| |
Memorie met de lijst, moet geliquideert werden.
2 ordonnantien van 't wagengeltGa naar voetnoot1), beloopende 800 g., is berustende onder Hulsthout doch staet beswaerlyck ontfangen te werden.
Trestant vande laetste maent van dito compagnie noch tontfangen.
Wapenen tot DordrechtGa naar voetnoot2).
Buyten de doos apart gevonden:
In memorie te houden hetgeene noch van 't geld van Denemarcken moet ontfangen werdenGa naar voetnoot3).
Een partye brieven so van sijn Hoocheyt als den Staet ende weynich andereGa naar voetnoot4).
Een vyerkant doosje met rekeningen ende quytantien van Denemarcken ende de Staet.
Een doos met capitale leeningen van 't jaar 1673 met weynich apparentie van betaelingeGa naar voetnoot5).
Eenige quytantien van 200penningen.
Quytantien van 't houwelycks goet.
Een graftbrieff berustende onder Maseur PottsGa naar voetnoot6).
't Geschildert doosje, daerin bevonden:
De huysbrieff ende grontbrieff.
d'Acte van het groote BurgerrechtGa naar voetnoot7).
Wtstaende schulden noch te ontfangen.
By den ontfanger Slicher wegens Vader zal.r tractamentGa naar voetnoot8) te ontfangen.
De ordonnantien van het tafelgeltGa naar voetnoot9), te 's-Gravenhage bedroegen over de acht duysent gulden, berusten, soe ick geloeff, by de solliciteur Hulsthout.
| |
| |
2 ordonnantien van over de acht hondert guldens van wagengelt syn aengeteeckent by de compagnieGa naar voetnooto).
D'Interesten van de naeste obligatien en lijffrenten moeten noch ontfangen werden.
Te Rotterdam moet ontfangen werden f 4083.
Io. | Van de H.r AlmondeGa naar voetnoot1) voor overgenomen victualie. |
IIo. | Moet de rekeninge vermeerdert werden met hetgeene Dakket daernae heeft bygevoecht. |
IIIo. | Voor 't gebruyck en breken van 't kajuyts- en schipsgoetGa naar voetnoot2). |
IVo. | Can met Frere De Ruyter ende also met het sterfhuys rescontreren. |
Noch moeten ontfangen worden alle de kostpenningen van de laetste expeditie, wtgenomen 15000 gl., welcke Vader syn betaelt, voordat in see is gegaen.
Op het boeck tot Rotterdam staet als ontfangen van Vader zal.r tgeene tot een nieuwe mast tot CadixGa naar voetnoot3) is geemployeert, twelck oft geroyeert moet werden ofte op de declaratie gesteldt, als voor 't Collegie ter Admiraliteyt respecteerende.
Noch moet ontfangen werden d'affrekeninge en declaratie van extraordinaire oncosten van capt. Callenburgh, sijn eenige penningen tot Palermo en NapelsGa naar voetnoot4) getoucheert, die het sterffhuys sullen affgecort worden. Doch wt dito penningen is een maent gagie aende matroosen betaelt, die dito Collegie wederom in reeckeninge moet gebracht werden.
Item moet aen het Collegie gerestitueert werden een somme van over de 1200 gl., welcke te veel betaelt is.
Noch werdt per memorie aengeteeckent de missive van sijn Majesteyt van Spanjen van den 18 Meert 1676Ga naar voetnoot5),
| |
| |
waarin belooft wert een somma van 6000 ducaten 's jaers na het overgaen van Messina, by Pieter DacketGa naar voetnoot1), nae het originele int frans te vernemen.
Noch moet in den Inventaris hetgeene van het houwelycksgoetGa naar voetnoot2) wt den Boedel genoeten is.
1o. heeft maseur de WitteGa naar voetnoot3) genoten een somme van f 1600;
2o. heeft maseur Potts genoten een somme van f 1600Ga naar voetnootp).
Noch heeft monfrere van GelderGa naar voetnoot4) genoten van den boedel vyer duysent acht hondert guldens.
Door maseur Somer genoten wt den boedel de somma van 12000 gl.
Noch maseur Somer debet 1200 gl. van wege de juweelenGa naar voetnoot5).
|
-
voetnoot1)
- Uit de aanteekening onder f) hier beneden blijkt, dat de inventarisatie 24 Maart is voortgezet.
-
voetnoot1)
- De in het algemeen gestelde notarieele akte van boedelscheiding, d.d. 11 Mei 1677, is in denzelfden bundel aanwezig. Notaris was David Doornick te Amsterdam.
-
voetnoot2)
- Hij woonde er sinds enkele jaren vlak naast. Vgl. De Balbian Verster in Verslag Scheepvaartmuseum 1925, blz. 82/3.
-
voetnoot1)
- d.d. 18 Dec. 1675. Laatstelijk uitgegeven door den vorigen gemeente-archivaris van Vlissingen, P.K. Dommisse, in zijn werk: Michiel De R. en zijn naaste familie (Vlissingen, 1907, blz. 100 vlg.). Het is door den admiraal 2 Jan. 1676 met een begeleidenden brief uit de vloot bij Messina welverzegeld naar huis gezonden en, na zijn begrafenis, op 26 Maart 1677 aan den Amsterdamschen notaris David Doornick ter hand gesteld; deze heeft het toen ten overstaan der familie geopend. De inventaris is 4 dagen te voren opgemaakt maar eerst 24 Maart voltooid (zie noot f).
-
voetnoota)
- Op den kant: Vaders cabbinet geopend. Volgt de inhoud daarvan.
-
voetnoot2)
- Laatstelijk kapitein van de Eendracht, het admiraalsschip op den tocht naar Sicilië.
-
voetnoot3)
- Het in 1659 te Kopenhagen na de verovering van Funen ontvangen geschenk. Zie mijn De Ruyter, blz. 165.
-
voetnootb)
- N.B. De Memorie wordt bij Moeder bewaert.
-
voetnootc)
- Op den kant: Het scheepsgereetschap van tin vercocht: 158 pd. - o. - o., amounteert.
-
voetnoot5)
- Mand voor het overbrengen van zieke kinderen.
-
voetnoot6)
- Met blik beslagen mand, beddewarmer (Wdbk. Nederl. taal i.v.).
-
voetnootd)
- Op den kant: Een kasje ende daerin: 2 witte deekens, 2 groene deekens, 1 beddekleet.
-
voetnoot7)
- Thans Nederl. Museum, no. 10412. Zie ook het volgende wapen, met zilveren beslag, aldaar no. 10413? Die van Lalande, mijn De Ruyter, blz. 136.
-
voetnoote)
- Op den kant: Dit silver is gebracht op de zael. Zie blz. 203.
-
voetnoot4)
- Denkelijk het ‘juweel’ van de orde van Denemarken. Zie blz. 191, noot 3 en blz. 201 en noot 2, waar die van Frankrijk, Brandenburg genoemd worden, dat van Denemarken niet.
-
voetnoot6)
- In 1676 te Napels van den onderkoning gekregen. Zie mijn De Ruyter, blz. 385. Nederl, Museum, no. 10403.
-
voetnoot3)
- Thans in het Rijksarchief (Aanwinsten 1896, XCV). Zij werden toebedeeld aan Engel, die ze nauwkeurig doorliep en aan het slot met enkele aanteekeningen omtrent den inhoud voorzag; zij werden door Brandt gebruikt en zijn na Engel's dood overeenkomstig diens beschikkingen zorgvuldig door de familie bewaard, totdat ze aan het Rijk werden afgestaan. Vgl. De Balbian Verster, in Verslag Scheepvaartmuseum 1925, blz. 75.
-
voetnoot2)
- Schabel,
zit- of voetbank met scharnieren.
-
voetnoot3)
- Vice-admiraal Isaac Sweers, gesneuveld bij Kijkduin, 23 Aug. 1673.
-
voetnootg)
- Op den kant: Een blauwe sjaal, 2 gordijnen, 2 rabatten, 2 oorkussens.
-
voetnooth)
- Op den kant: In de Banck: Een siecke panne, een tinne vlesse en wat boenders.
-
voetnoot5)
- Het schip, waarop De Ruyter in 1653 onder Tromp voer.
-
voetnoot1)
- D.i. Tjerk Hiddes de Vries; geschilderd omstreeks den Vierdaagschen Zeeslag, waarin Van der Hulst sneuvelde.
-
voetnoot3)
- Intocht van Willem III in Juni 1660? Daarvan kent Muller, Catalogus van historieprenten, no. 2170, 7 prenten.
-
voetnoot4)
- Het monsterkanon van 1669? Zie Muller, no. 2259.
-
voetnoot5)
- Kostbare indische houtsoort (Wdbk. Nederl. taal, i.v. Sakkerdaan).
-
voetnoot6)
- Het bekende schilderij van Jacobson (Rijksmuseum, no. 1287a). Vgl De Balbian Verster, in Verslag Scheepvaartmuseum 1925, blz. 81.
-
voetnoot7)
- Afbeelding van Tomyris, die Cyrus overwon en doodde.
-
voetnoot1)
- N.l. die van Blaeu, geschenk der Staten van Zeeland uit 1666. Zie mijn De Ruyter, blz. 272.
-
voetnoot2)
- Aitzema's Saeken van Staet en Oorlog, blijkbaar defect, want het geheel omvat 7 dikke deelen in de uitgave van 1669-72, in de eerste uitg. 12 deelen.
-
voetnoot5)
- Servetten met ingeweven roosvormige versiering.
-
voetnoot7)
- Eveneens met rozekransvormige versiering.
-
voetnoot8)
- Eveneens met kruisgewijs aangebrachte roosjes.
-
voetnoot2)
- Vogel in kooi, of op stokje, ofwel opgezet? of een afbeelding, het dier voorstellende?
-
voetnoot5)
- Groote porseleinen pronkschotel (Nederl. Wdbk. i.v.).
-
voetnoot6)
- Porseleinen kommetjes van den vorm eener omgekeerde klapmuts, muts met oorkleppen. Zij zijn uit den eersten tijd der O.I. Compagnie.
-
voetnoot7)
- Servetten met dobbelsteen-(blokjes)-versiering, als boven.
-
voetnooti)
- Deze beide laatste regels doorgeschrapt, op den kant: gesien.
-
voetnootk)
- Hierbij telkens op den kant aangegeven, aan wie zij zijn toebedeeld: Moeder, kinders en dan aan wie daarvan.
-
voetnoot1)
- N.l. de dag der eerste uitbetaling. Men houde hierbij in het oog, dat de nominale waarde is aangegeven; de beurswaarde was aanzienlijk minder, ten minste voor sommige posten. Vgl. over deze obligatiën: Grossmann, Die Amsterdamer Börse (Haag 1876), S. 12 ff. Met inbegrip der meubelen, kostbaarheden, het huis enz. is de waarde der geheele nalatenschap wel minstens op f 350.000 te schatten. Vgl. over het ontstaan van dit aanzienlijke vermogen mijn De Ruyter, blz. 310 en slothoofdstuk, waar gewezen is op het aanzienlijk bedrag aan buitgelden, die door De Ruyter vooral als luitenant-admiraal zijn ontvangen. Hij was een zuinig huisvader, zooals reeds in den aanvang van zijn zeemansloopbaan blijkt, en een goed financier.
-
voetnoot1)
- Van de rampjaren 1672 of 1673, toen aan de financiën der Staten buitengewoon zware eischen werden gesteld. Vgl. Grossmann, l.l.
-
voetnoot1)
- Zuster van De Ruyter, die in zijn testament haar een jaarrente van f 60. - besprak. De hier genoemde ‘Maseur’ is wel Cornelia de Witte, de oudste zuster.
-
voetnoot2)
- Gebruikt bij het overbrengen van het lijk van Rotterdam naar Amsterdam. Zie mijn De Ruyter, blz. 404 vlg.
-
voetnoot1)
- Dat wil zeggen: conventioneel pand, zoodat voor deze obligatie bij onderlinge overeenkomst een pand is gegeven (meded. de heer Oldewelt).
-
voetnoot4)
- Geschonken in 1659. Zie mijn De Ruyter, blz, 165.
-
voetnoot5)
- Herinneringen aan De Ruyter's tochten naar Barbarije?
-
voetnoot2)
- Van 1666. Vgl. mijn De Ruyter, blz. 265. Thans in de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam. Hier volgen eenige geschenken.
-
voetnoot4)
- Van 1659. Vgl. mijn De Ruyter, blz. 165.
-
voetnoot5)
- Van 1653? Vgl. mijn De Ruyter, blz. 94.
-
voetnoot6)
- Van 1665. Vgl. mijn De Ruyter, blz. 210.
-
voetnoot7)
- Van 1652. Vgl. mijn De Ruyter, blz. 82.
-
voetnoot8)
- Van 1641. Vgl. mijn De Ruyter, blz. 40 en 43 (medaille).
-
voetnoot9)
- Adelsbrief van Denemarken, van 1660 (Archief De Ruyter, no. 180, Rijksarchief). Zie mijn De Ruyter, blz. 169.
-
voetnoot10)
- Margriet van Gelder, 1673 gehuwd met kapitein Andringa, vroeger De Ruyter's secretaris op de Zeven Provinciën. Zie mijn De Ruyter, blz. 309 en noot 32 bij Hoofdst. XII.
-
voetnoot1)
- D.i. Johan de Witte, De Ruyter's schoonzoon.
-
voetnoot5)
- De graaf de Guiche, met De Ruyter bevriend. Vgl. mijn De Ruyter, blz. 305.
-
voetnoot7)
- De beroemde beker van 1667 (Rijksmuseum).
-
voetnoot8)
- Schavot: onderstel om er wat op te zetten (Verdam, Middeln. Wdbk. i.v.).
-
voetnoot1)
- Glazen beker, aan de buitenzijde ruw, op ijs gelijkend.
-
voetnoot5)
- Beeld en tegenbeeld zooals meer bij damast.
-
voetnoot6)
- Degen met gouden gevest, geschenk van de Admiraliteit (1666).
-
voetnoot3)
- De Engelsche admiraal Mountagu? of een Spaansch edelman?
-
voetnoot4)
- Jan de Liefde, gesneuveld bij Kijkduin, 23 Aug. 1673.
-
voetnoot2)
- Deze en de volgende zijn wel bijbels. Zie Brandt, blz. 987. Denkelijk kerkboeken.
-
voetnootm)
- Hier no. 5 bij vergissing overgeslagen.
-
voetnoot1)
- Een ervan zal bij den moordaanslag van 1672 gediend hebben. Vgl. mijn De Ruyter, blz. 334.
-
voetnoot1)
- Kettingen voor den ketel van een vuurhaard.
-
voetnoot2)
- Ook drooplepel, gebruikt om vet of vocht te laten druipen op iets, dat gebraden wordt (Wdbk. Nederl. taal i.v. Droopen).
-
voetnootn)
- Onderstreept, als hier niet bij behoorend.
-
voetnoot1)
- Zout- of mosterdlepeltjes, ital. spaletta.
-
voetnoot3)
- Archief De Ruyter (Rijksarchief), no. 174.
-
voetnoot4)
- Van 1666. Zie aldaar, no. 184, en mijn De Ruyter, blz. 265.
-
voetnoot5)
- De hem 13 April 1672 toegestane compagnie zeesoldaten. Zie Archief De Ruyter, no. 174.
-
voetnoot1)
- Bij het overbrengen uit Rotterdam van het lijk besteed. Zie mijn De Ruyter, blz. 404 vlg.
-
voetnoot2)
- Hoe zij daar kwamen, weet ik niet. Van de compagnie?
-
voetnoot3)
- Dit werd in den laatsten tijd slecht uitbetaald.
-
voetnoot6)
- Alida De Ruyter. Het eigendomsbewijs van het graf in de Nieuwe kerk?
-
voetnoot7)
- Van Amsterdam, hem geschonken in 1655 (Archief De Ruyter, no. 178).
-
voetnoot8)
- Restant van het verschuldigde wegens den tocht naar Sicilië.
-
voetnooto)
- Daarom hier uitgeschrapt. Bedoeld is de compagnie zeeseldaten.
-
voetnoot1)
- Philips van Almonde, die in 1676 naar Sicilië gezonden werd om het opperbevel over te nemen.
-
voetnoot2)
- Van de laatste expeditie, die naar Sicilië.
-
voetnoot4)
- Waar deze met het schip de Eendracht na De Ruyter's dood vertoefde. Zie aldaar, blz. 399.
-
voetnoot1)
- Denkelijk een van de beide knechts, die De Ruyter op de laatste reis bij zich had. Zie ook blz. 212.
-
voetnootp)
- Aan den kant: Memorie. Te vernemen mede naede verwesinge(?) van Frere Adriaen. Deze was 1656 gestorven.
-
voetnoot4)
- Jan van Gelder, De Ruyter's stiefzoon, gesneuveld bij Kijkduin 23 Aug. 1673. Diens erfgenamen schijnen dit nog schuldig gebleven te zijn.
-
voetnoot5)
- Haar in het testament toegekend. Het zijn die, welke zij als meisje ten geschenke had gekregen.
|