| |
| |
| |
Rekening van het lastgeld in Amsterdam, Waterland en het Noorderkwartier van Holland in 1507,
Medegedeeld door Dr. P.A. Meilink.
Statistieke gegevens voor den middeleeuwschen handel, zooals sommige Noordduitsche Hanzesteden voor eenige jaren van de 14e en 15e eeuw in haar pondgeldboeken bezittenGa naar voetnoot1), ontbreken voor de Hollandsche handelssteden geheel. De Sonttolregisters van de jaren 1497 en 1503 zijn de eerste bronnen, waaruit de grootte van haar handelsverkeer en de verhouding tegenover andere steden en stedengroepen op grond van een uitgebreid cijfermateriaal cenigermate nagegaan kan wordenGa naar voetnoot2), maar deze registers werpen uitteraard slechts op bepaalde zijden van het verkeer scherper licht. Alleen het Sontverkeer wordt in deze bron beroerd; omtrent de plaats van bestemming, de lading, de bevrachting (door landzaten of vreemdelingen) worden in de eerste helft der 16e eeuw daarentegen geen inlichtingen gegevenGa naar voetnoot3). De noodzakelijke
| |
| |
beperking, welke N. Ellinger-Bang zich in haar voortreffelijke uitgave heeft moeten opleggen, verhinderde haar de namen van de schippers op te nemen.
Elke bron, welke de bekende gegevens op eenige wijze aanvult, heeft daarom bijzondere waarde. De hierachter gepubliceerde rekening van Hendrick van der Schellinck, in 1507 belast met de ontvangst van het lastgeld op den inkomenden haring en goederen uit het Oosten binnen Amsterdam, Waterland en het Noorderkwartier van Holland, geeft op de vragen hoeveel schepen uit het Oostzeegebied, Noorwegen en Hamburg in Amsterdam, Waterland en het Noorderkwartier binnen kwamen, welke lading zij voerden, voor wier rekening zij bevracht waren, hoe groot ongeveer de schepen waren en andere vragen belangrijke inlichtingen.
Hoewel dit lastgeld slechts gedurende korten tijd geheven is (1 September-31 December 1507), mag de publicatie van dit materiaal met het oog op deze gegevens wenschelijk geacht worden.
| |
I. Het lastgeld van 1507.
De aanleiding tot het instellen van dit lastgeld was het gerucht, dat eenige Fransche zeeroovers, onder wie Jean Chapron, ‘cappiteyn’, met name genoemd werd, in de naburige wateren verschenen waren en de haringvisscherij en koopvaardij - vooral bij de gespannen politieke verhoudingen met Frankrijk - met gevaar bedreigden.
De Staten van Holland en Zeeland besloten door uitrusting van eenige karveelschepen de visscherij en scheepvaart de noodige bescherming te verleenen en uit een lastgeld op den inkomenden haring en koopmansgoederen - het gewone middel in deze omstandigheden - de onkosten te bestrijden. Slechts de eerste benoodigde gelden zouden door de steden naar een vastgestelden grondslag voorgeschoten worden, welke later uit het lastgeld terugbetaald zouden wordenGa naar voetnoot1).
| |
| |
Dit besluit moet ongeveer in het midden van Augustus 1507 genomen en de heffing van het lastgeld tegen 1 September bepaald zijn. Den 29en Augustus werd de Goudsche burgemeester Hendrik Goverts op voordracht van de Staten door het Hof van Holland met de algemeene ontvangst belastGa naar voetnoot1) en uit zijn commissiebrief blijkt, dat op dat oogenblik Vrederick Deyman reeds als ontvanger voor het kwartier Haarlem, Peter Carre voor het kwartier Rotterdam, Claes Dercksz. voor een ons niet nader bekend kwartier aanstellingen hadden ontvangen. Ook de ontvanger van het kwartier Amsterdam, Waterland en het Noorderkwartier van Holland, die zijn administratie blijkens zijn rekening op 1 September begonnen is, moet op dezen datum ongeveer aangesteld zijnGa naar voetnoot2). Slechts Rommer Symonsz., schout van Egmond aan zee, die met de ontvangst van het lastgeld op den haring in Egmond, Wijk aan Zee, Petten, Kamp, Kallantsoog en Huisduinen belast was, blijkt een commissie van lateren datum t.w. 16 September ontvangen te hebbenGa naar voetnoot3).
De heffing van het lastgeld, in de grootere plaatsen 1 September begonnen, heeft tot het eind van het jaar - praktisch voor de groote vaart tot begin NovemberGa naar voetnoot4) - voortgeduurd.
| |
| |
Voor een voortzetting van de heffing heeft in 1508 klaarblijkelijk geen reden bestaan.
De letterlijke inhoud van het Statenbesluit en de ordonnantie op de heffing is ons niet bekend, doch de rekening van Hendrick van der Schellinck, belast met de ontvangst in het kwartier Amsterdam c.a., die ons met een enkel ander stuk uit de administratie van deze belasting bewaard is, stelt ons in staat op de voornaamste vragen: van wie, op welke goederen en naar welke tarieven het lastgeld geheven werd, hoe de heffing geschiedde het antwoord te vinden.
| |
a. Wie waren het lastgeld schuldig?
De rekening van H. van der Schellinck laat geen twijfel, of alleen de ingezetenen van Holland betaalden het lastgeld of liever alleen van de goederen voor rekening van Hollandsche ingezetenen ingevoerd behoorden de schippers lastgeld op te brengen. De vrijstelling, welke Hollandsche schippers voor het deel hunner lading genoten, hetwelk aan vreemde kooplieden toebehoorde, ‘alzoe (dit lastgeld) up geen vremde personen goeden en spreekt’ (vgl. no. 3), wijst hierop met groote duidelijkheid. Waar niet-Hollandsche schippers lastgelden voor de lading betaalden (vgl. no. 22), moeten de goederen derhalve als Hollandsch koopmansgoed beschouwd worden. Deze opvatting wordt bevestigd door posten, waarin vreemde schippers, die gedeelten hunner lading voor Hollandsche kooplieden voerden, slechts voor dit gedeelte lastgeld betaalden (zie o.a. nrs. 46, 53, 55, 60).
Het is in verband hiermede duidelijk, dat Hollandsche of vreemde schippers, die in hun lading uitsluitend goederen van niet-Hollanders opgenomen hadden, in de ontvangstregisters niet verwacht kunnen worden.
Intusschen - ook verder schijnen de verplichtingen tot het betalen van lastgeld beperkt te zijn.
In de eerste plaats met betrekking tot de goederen, welke uit Noorwegen gebracht werden. Wij hebben in dit verkeer blijkens Van der Schellinck's rekening geen goederentol, maar een scheepstol gehad, die naar
| |
| |
de grootte van de schepen berekend werd. Vreemde schepen werden hierbij òf geheel òf wanneer zij gedeeltelijk aan Hollandsche ingezetenen toebehoorden, voor zoover zij vreemd eigendom waren, vrijgesteld, (vgl. o.a. nrs. 12, 19, 26). De vraag, of de goederen al of niet voor rekening van Hollandsche kooplieden geladen waren, schijnt daarbij van geen invloed geweest te zijn.
In de tweede plaats met betrekking tot de goederen, welke uit het Westen (Engeland, Vlaanderen, Frankrijk enz.) kwamen. De schepen in Van der Schellinck's rekening vermeld brachten met uitzondering van de schepen uit Noorwegen komende, van drie schepen, welke met haring binnenkwamen, en twee schepen uit Vere en Antwerpen, die resp. 36 en 60 hoed kolen uit nietbekende havens binnenbrachtenGa naar voetnoot1), uitsluitend Oostersche goederen aan. Het volkomen ontbreken van schepen met Westersche lading kan moeilijk als toevallig, nog minder als normaal verschijnsel opgevat worden. Ook als wij aannemen, dat het grootste deel van de Westersche goederen naar de Zeeuwsche wateren gevoerd of over de binnenwateren naar het Noorden is gekomen, een ander deel onmiddellijk naar het Oostzeegebied gebracht is, moet men de westvaart toch te ontwikkeld achtenGa naar voetnoot2), de behoefte aan wol voor de drapeniers in AmsterdamGa naar voetnoot3), HoornGa naar voetnoot4) en andere Noord-Hollandsche plaatsenGa naar voetnoot5), aan zout voor de inwoners van de Noord-Hollandsche dorpen, die ter vischvangst voerenGa naar voetnoot6), te dringend achten, het gebruik van wijn te belangrijk, om dit totale uitblijven van de westvaarders in Amsterdam en bijna geheel Noord-Holland uit toevallige omstandigheden te kunnen verklaren.
| |
| |
De post in Van der Schellinck's rekening voor belooning van een zekeren Claes Claeszoen, alias Biertapper, wijl hij de lading van de ‘scepen die van Oesten voer de stede van Amsterdamme gecommen zijn met goedt’ opgenomen hadGa naar voetnoot1), beschouwen wij in verband met het voorafgaande als een aanwijzing, dat de Westersche goederen van het lastgeld vrijgesteld waren.
Misschien moet deze vrijstelling, die eerst vreemd schijnt, daar de westvaart in de eerste plaats van de bescherming der oorlogsschepen geprofiteerd moet hebben, hieruit verklaard worden, dat de invoer der Westersche goederen in Holland zoowel over Zeeland en de binnenwateren als over het Marsdiep en het Vlie plaats vond en een gelijkmatige behandeling van den invoer langs deze beide wegen moeilijk viel.
| |
b. De tarieven.
Ten aanzien van het lastgeld waren vier grondslagen vastgesteld:
1. | voor het verkeer met Noorwegen, |
2. | voor den invoer van haring, |
3. | voor het verkeer met het Oostzeegebied, |
4. | voor het verkeer met Hamburg. |
Wij hebben reeds geconstateerd, hoe voor het verkeer met Noorwegen een scheepstol, variëerend naar de grootte van het schip, bestaan had. In Van der Schellinck's rekening, waarin het aantal lasten bij de meeste dezer schepen aangegeven wordt, worden de schepen onderscheiden, al naar gelang zij minder dan 70 last of 70 last en meer bevattenGa naar voetnoot2); de eerste betaalden 10 schillingen, de tweede 15 schillingen. Hoogere of lagere cijfers dan 40 en 80 last worden niet gegeven.
Ten opzichte van den haring wordt onderscheid gemaakt tusschen volle en ijle haring. Voor een last volle
| |
| |
haring - bevattende 12 tonnen - waren 4 schillingen, voor een last ijle haring 2 schillingen verschuldigd.
Voor de Oostzeegoederen hebben de volgende tarieven gegolden, t.w. voor
1 last rogge |
12 Gr. |
1 last tarwe |
20 Gr. |
1 ton meel |
1 Gr. |
1 last potasch |
6 Gr. |
1 last teer |
9 Gr.Ga naar voetnoot1) |
1 last pik |
12 Gr. |
1 vat hennip |
12 Gr. |
1 vat vlas |
12 Gr. |
1 honderd wagenschot meer dan 5 ℔ Gr. Vlaams waard |
20 Gr. |
1 honderd wagenschot minder dan 5 ℔ Gr. Vlaams waard of ‘cleyn hout’ |
10 Gr. |
1 honderd kuiphout (‘claphout’) |
20 Gr. |
1 hoed kolen |
1½ Gr. |
1 honderd steenen |
6 Gr. |
1 last huiden |
120 Gr.(?)Ga naar voetnoot2) |
1 last vleesch |
12 Gr. |
1 last noten |
12 Gr. |
1 last talk |
30 Gr. |
1 last ‘Joopen’ bierGa naar voetnoot3) |
15 Gr.Ga naar voetnoot4) |
In het verkeer met Hamburg, waarin alleen bier, hout en haver genoemd worden, golden ten slotte als tarief voor
1 ‘broute’Ga naar voetnoot5) Hamburger bier |
12 Gr. |
1 last haver |
3 Gr. |
1 honderd ‘cleyn hout’ |
5 Gr. |
1 hoed ‘spaeckhout’ |
1 Gr. |
| |
| |
| |
II. De heffing in Amsterdam, Waterland en het Noorderkwartier.
Wij wezen erop, hoe het land voor de heffing van de lastgelden in verschillende ontvangerschappen verdeeld was, waarbij Amsterdam, Waterland en het Noorderkwartier tezamen één district uitmaakten. Als ontvanger van dit kwartier was Hendrick van der Schellinck door 't Hot van Holland op voordracht van de Staten aangesteld.
De ontvanger werd in de verschillende havens, waar de schepen binnen kwamen, door andere dienaren bijgestaan. In Amsterdam voer een zekere Claes Claeszoen, alias Biertapper, de schepen tegemoet om de lading op te nemen en aan Van der Schellinck hiervan rapport te doen; in Hoorn, Enkhuizen en andere havens waren substituten voor dit doel werkzaam.
De verschuldigde lastgelden schijnen eerst later - dikwijls vele maanden later - afgedragen en ingevorderd te zijn. In November kon Van der Schellinck met den ontvanger-generaal Hendrick Goverts ongeveer 61 pond Vlaams verrekenen, in December opnieuw 54 pond, in September 1508 weder 67 ponden, in Mei 1510 nogmaals 10 pondGa naar voetnoot1). Of vreemde schippers - Staverensche, Hinde loper e.a., op wie verhaal minder gemakkelijk was - hierbij minder faciliteit genoten, blijkt niet.
De invordering schijnt dikwijls met groote moeite gepaard te zijn gegaan. De schippers, die plotseling voor een onverwachte belasting geplaatst werden, maakten soms groote moeilijkheden. Van der Schellinck bepleitte bij de afrekening met de commissarissen, belast met de afhooring, een ruime belooning voor de vele en groote moeiten, door hem bij de invordering gedaan, waarbij ‘hij dyckwijls in pericule van zijn lijve geweest is, alzoe de scippers mit bloete daggen hem vervorderden nae hem
| |
| |
te steecken’Ga naar voetnoot1). De posten voor den exploitier Claes Thymanszoen ‘voor 99 daggelden, die hij gevaceert (had) zoe binnen der stede van Amsterdam als tot Monickendamme, Eedam, Hoorn, Eynckhuysen, Medenblyck, Purmerend ende in anderen dorpen van Waterlant int doen van zekere sommacie ende execucie uptie unwillige personen, die hoer lastgelt niet betaelen en wouden’, als ook voor den exploitier Jan Duyst voor dergelijke sommaties en executies binnen Amsterdam wijzen er verder op met hoeveel bezwaren de inning gepaard is gegaanGa naar voetnoot2).
| |
III. De rekening van Hendrick van der Schellinck.
De rekening van Van der Schellinck is vermoedelijk in den vorm, waarin zij definitief afgehoord en ons bewaard is, grootendeels opgesteld in 1509 en wel waarschijnlijk met het oog op de afhooring, die aanvankelijk op St.-Jan 1509 bepaald wasGa naar voetnoot3).
De afhooring is in 1509 niet doorgegaan. Nadat eenige posten, die tot dusverre niet geind waren, betaald waren en in de reeds opgestelde rekening bijgeschreven, werd de rekening in dezen bijgewerkten vorm in 1510 opnieuw ingediend en den 24en November afgehoord en gesloten.
De bijzondere beteekenis van de rekening ligt daarin, dat voor de specificatie van de ontvangst niet naar een begeleidend register verwezen is, maar dat de geheele ontvangst post voor post in de rekening verschijnt en wij aldus een lijst van alle schepen, welke het lastgeld betaald hebben, in deze rekening voor ons hebben.
Uitteraard is deze lijst geen chronologisch register van de binnengekomen schepen, maar vermoedelijk is zij onmiddellijk afgeschreven naar het ‘ontfanckboeck ende blaffaert’ - een register van ontvangsten - hetwelk door den ontvanger bij de rekening overgelegd werdGa naar voetnoot4).
| |
| |
De namen van de schippers zijn hierbij waarschijnlijk onafhankelijk van den tijd en de haven van binnenkomst ingeschreven, naar gelang de posten betaald of door de substituten en exploitiers afgedragen werden.
Slechts in één opzicht heeft Van der Schellinck bij zijn ontvangsten onderscheid gemaakt en wel door de schepen, uit Hamburg komende, tegenover de andere onder een afzonderlijk hoofd te plaatsen. De posten, die in 1509 na de opstelling van zijn rekening ingekomen zijn, konden echter op de beschikbare ruimte van fol. 16 onder het betrokken hoofd niet meer ingeschreven worden, zoodat deze voor een gedeelte onder de schepen van het Hamburgsche verkeer geplaatst zijn.
| |
IV. De resultaten.
De rekening vermeldt in het geheel 141 schepen, waarvan 28 uit Hamburg gekomen zijn. Enkele schepen zijn hierbij dubbel vermeld, daar zij na 1 September binnengekomen, nogmaals uitgezeild en in hetzelfde jaar opnieuw ingekomen zijn. Zoo o.a. de schepen van Oloff van der Schellinck (nrs. 115, 127), Sybrant Takenz. van Enkhuizen (nrs. 120, 133) en Hadde Molenaer van Amsterdam (nrs. 121, 136) in het verkeer met Hamburg; zoo de schepen van Jan Claes van Ransdorp (nrs. 38, 54), Pieter Gerrits van Landsmeer (nrs. 72, 68), Jacob Jans van Zunderdam (nrs. 67, 13), Claes Pieters van Edam (nrs. 101, 61) in het verkeer met de Oostzeesteden.
Ten aanzien van de schepen, in het niet-Hamburgsche verkeer betrokken, onderscheiden wij:
a. | 3 schepen met een lading haring binnengekomen, |
b. | 15 schepen uit Noorwegen binnengekomen, |
c. | 2 schepen, waarbij het moeilijk te bepalen is, uit welke havens zij laatstelijk afgevaren waren (nrs. 9, 32)Ga naar voetnoot1), |
d. | 93 schepen, die te oordeelen naar de lading uit het Oostzeegebied gekomen zijn. |
| |
| |
De beantwoording van de vraag, waar deze schepen thuis behoorden, hangt daarvan af, of wij het domicilium van den schipper, die dikwijls slechts houder van een klein aantal scheepsparten was, of dat van de meerderheid van de houders der scheepsparten hiervoor als beslissend aannemen. Het is bekend, hoe deze dikwijls verschillend warenGa naar voetnoot1).
De rekening van Van der Schellinck vermeldt ons alleen de namen van de schippers en slechts een toevallige omstandigheid brengt aan het licht, dat eenige schepen, door schippers uit Staveren en Hindeloopen gevoerd (zie de nrs. 28, 83, 19, 26, 89), voor de helft of drie vierde gedeelte aan Hollandsche ingezetenen toebehoorden. Dergelijke verhoudingen zullen waarschijnlijk ook voor de schepen dezer Friesche plaatsen in het Oostzeeverkeer bestaan hebbenGa naar voetnoot2), maar elke zekere aanwijzing omtrent de verdeeling der scheepsparten van deze schepen of van de door Noord-Hollandsche schippers gevoerde schepen ontbreekt volkomen. De waarschijnlijkheid, dat het meerendeel der scheepsparten in deze laatste schepen ooit buiten Holland berust zou hebben, achten wij alleen niet groot.
Trachten wij met behulp van de cijfers over de laatste maanden van 1507 het verkeer met het Oostzeegebied over het geheele jaar in het ruwe te herleiden - dit evenwel met het grootste voorbehoudGa naar voetnoot3)!
| |
| |
Wij gaan hierbij uit van de onderstelling,
1) | dat de scheepvaartbeweging in dezen tijd ongeveer hetzelfde verloop had als 50 jaren later, wat niet onwaarschijnlijk isGa naar voetnoot1). |
2) | dat de frequentie van het Sontverkeer in de eerste en de tweede helft van Augustus ongeveer dezelfde was. |
3) | dat de schepen welke 1 September in Amsterdam en het Noorderkwartier inkwamen omstreeks een halve maand tevoren den Sonttol betaald haddenGa naar voetnoot2). |
Op grond van de Sonttoltabellen over de jaren 1560-1568, waarin de schepen, in het Oosten en Westen thuis behoorende, maandelijks zoowel voor de vaart naar het Westen of Oosten zijn samengeteldGa naar voetnoot3), mag het getal schepen, dat na 15 Augustus met bestemming voor het Westen den Sonttol passeerde, ongeveer op 30% van de geheele Sontpassage naar het Westen geschat wordenGa naar voetnoot4).
| |
| |
Naar dezen maatstaf zouden in 1507 een getal van ca 310 Sontvaarten, die Amsterdam of het Noorderkwartier als bestemming hadden, aangenomen moeten worden, waarvan ongeveer 300 vaarten van Hollandsche schippers geweest zouden zijn.
Voor de berekening van de geheele Sontpassage van de Hollandsche schepen zouden de westwaartsche Sontvaarten van de Hollandsche schepen, welke naar de Maashavens, Zeeland, Vlaanderen, Frankrijk, Engeland en Portugal gericht waren, alsmede de Hollandsche schepen, die in 1507 uitsluitend goederen van vreemde kooplieden in Amsterdam en het Noorderkwartier aangebracht hadden en daarom in Van der Schellincks rekening niet opgenomen waren, in rekening gebracht moeten worden.
Nemen wij de bekende cijfers van de Sontpassage in 1497, 1503, 1528 t.w. 455, 718, 520 voor heen- en terugvaart, dan wijkt ons resultaat niet ver van deze gegevens af, te minder wanneer wij er rekening mede houden, dat de handel in de eerste tien jaren van de 16e eeuw in de opgaande lijn was, welke eerst door den oorlog met Lübeck volgens uitlatingen van Amsterdam en andere steden in de Informatie onderbroken werd.
Wij moeten echter aan onze conclusie dan deze conclusiën verbinden,
1o) | dat het verkeer tusschen het Oostzeegebied en de Maashavens vrij gering geweest is. Het kleine aantal schepen uit de havens bezuiden het Y, welke heen en terug ongeveer 40 vaarten door de Sont gemaakt zullen hebben en in meerendeel wel op de Maashavens gevaren zullen hebbenGa naar voetnoot1), zal dus niet aangevuld moeten worden door een belangrijk aantal schepen van de Noord-Hollandsche steden; |
2o) | dat het directe verkeer van Hollandsche schepen tusschen de Oostzee en Zeeland, Vlaanderen, Engeland en Frankrijk in het begin der 16e eeuw nog vrij onbeduidend is geweest; |
| |
| |
3o) | dat het vrachtverkeer van Hollandsche schippers voor vreemde kooplieden naar Holland evenmin van veel beteekenis geweest is. Reeds het feit, dat in Van der Schellincks rekening de gemengde ladingen, welke dus gedeeltelijk aan Hollanders, gedeeltelijk aan niet-Hollanders toebehoorden, zelden voorkwamen - in het geheel bij 5 schepen t.w. nrs 3, 38, 74, 46, 55, waarbij resp. ½, ½, ¼, ⅛ aan Kamper burgers en ⅛ aan Bremer burgers toebehoorde - wees in dezelfde richting. |
Wij kunnen echter aan den anderen kant op grond van deze rekening ook het vervoer van Hollandsche goederen door vreemde schepen niet hoog aanslaan. Waar zij in deze rekening voorkwam (nos. 22, 53, 60, 73), waren het meest schepen, gevoerd door Staverensche schippers, welke waarschijnlijk voor een groot deel aan Hollandsche landzaten behoord hebbenGa naar voetnoot1).
Bevrachtingen van vreemde schepen door Hollanders op plaatsen buiten Amsterdam en het Noorderkwartier zijn ten slotte mogelijk, maar waarschijnlijk niet van zeer veel beteekenis geweest.
De goederen, welke uit het Oosten ingevoerd zijn geweest, zijn die, welke andere bronnen - o.a. de Danziger tolboeken van het eind der XVe eeuw - reeds aangewezen hebbenGa naar voetnoot2).
Vóór alles treft de groote roggeinvoer. Geen schip kwam bijna uit het Oosten, of het nam rogge mede. In het geheel voerden Hollandsche schepen 3740 last rogge aan, waarbij 150½ last voor een gedeelte aan vreemde kooplieden toekwam.
| |
| |
Nemen wij ook hier de bovengenoemde verhouding van 30%, dan werd in 1507 door Hollandsche schepen geïmporteerd ca. 125000 last roggeGa naar voetnoot1). Voor de berekening van den totalen roggeimport moet op den invoer in de Maashavens en verder op den belastingvrijen invoer van de niet-Hollandsche kooplieden - Friesche, Overijselsche, maar vooral Duitsche koopliedenGa naar voetnoot2) - gerekend worden. Alles tezamen mag men den import in Holland op weinig minder dan 15000 last jaarlijks schattenGa naar voetnoot3).
Tegenover den roggeimport heeft die van de tarwe in de eerste jaren der 16e eeuw nog weinig te beduiden gehad. Slechts 4 schepen brachten in kleine hoeveelheden - totaal 36½ last - dit product in Holland binnen.
| |
| |
Belangrijker waren daarentegen de aanvoer van potasch, waarvan in September tot December 1163 last op Hollandsche schepen geïmporteerd werd, en van teer, waarvan 238½ last in deze maanden ingevoerd werd. In denzelfden tijd werd ongeveer 37 last pik aangevoerd.
Zeer belangrijk was ten slotte de import van hout - kuiphout, wagenschot (zoowel het boven 5 ℔ groten Vlaams geschatte, als het minder waardevolle) en ander hout - waarvan elk schip bijna een hoeveelheid mede nam en in de genoemde maanden respect. een totaal van 134, 177 en 228 honderd ingevoerd werd.
Omtrent het verkeer met Noorwegen geeft de rekening van H. van der Schellinck minder inlichtingen. Vijftien schepen komen uit Noorsche havens terug, waarvan zes schepen door Friesche schippers gevoerd werden, welke evenwel voor het grootste deel aan Hollandsche ingezetenen toebehoorden. De grootte dezer schepen varieerde, voor zoover onze bron hierover mededeeling doet, tusschen 40 en 80 last.
Tegenover de Duitsche scheepvaart maakte hier de Hollandsche-Friesche scheepvaart reeds een goed figuur.
Welke havens door de Hollanders opgezocht werden, welke goederen vandaar uit geïmporteerd, wordt uit onze bron niet nader toegelicht.
Ten slotte het Hamburgsche verkeer, waarbij 29 Hollandsche en 4 Hamburgsche schepen in deze maanden genoemd worden.
Waarschijnlijk geven deze cijfers van de werkelijke verhoudingen een minder juist beeld en is een groote hoeveelheid goederen, in de eerste plaats bier, voor rekening van Hamburgsche kooplieden door Hollandsche, Friesche en Hamburgsche schippers geimporteerdGa naar voetnoot1) en in de rekening van Van der Schellinck dus niet opgenomen. De groote bloeitijd van de Hamburgsche brouwerijen, die haar vertegenwoordigingen in Holland hadden
| |
| |
en steeds aan de kleine scheepvaart van de Hollanders en Friezen emplooi hadden gegeven, was echter reeds voorbij.
Behalve bier - in het geheel 56½ ‘brouten’ - blijkt verder een belangrijke hoeveelheid haver - 155 last - en een kleine hoeveelheid hout ingevoerd te zijn.
| |
V. De uitgave.
Hoewel de beteekenis van de rekening voornamelijk gelegen is in de lijst van de schepen, welke zij bevat, hebben wij gemeend de rekening in haar geheel te moeten publiceeren, zoowel om het stuk haar karakter te doen behouden als om de verschillende gegevens, welke de uitgaafposten voor de geschiedenis dezer belasting bevatten, bekend te maken.
Den text hebben wij ons veroorloofd aldus te wijzigen, dat wij de schepen, welke in 1509/1510 ten gevolge van plaatsgebrek op fol. 16 door den ontvanger onder het hoofd der schepen van het Hamburgsche verkeer geplaatst werden zie hiervóór blz. 196), onder de schepen, welke uit de Oostzee kwamen, geplaatst hebben.
De nummering der posten hebben wij ten slotte om praktische redenen aangebracht.
P.A.M.
| |
Lastgeld int quartier van Vrieslant, Aemsterlant ende Waterlant.
Rekeninge Heyndrick van der Scellinck van 't lastgelt ende van den penningen daer off gecomen ende bij him ontfangen binnen der stede van Amsterdamme doer ordonnancie ende commissie van mijnen heren van den Raede navolgende zekere verclaeringe den ontfanger gegeven ondergeteyckent bij den grieffier, mentie maeckende hoeveel hij van den harinc ende andere coepmanscepe ontfangen soude blijckende bij de voers. commissie ende ordonnancie hier overgelevert ende van den penningen, die hij wederomme uutgegeven heeft sedert den eersten dach van Septembry anno XVc ende zeven tot den lesten dach
| |
| |
van December toe daeran volgende in handen van Heynrick Govertsz., ontvanger generael als bij den voers. Hove daertoe gecommitteert, die welcke bij den voers. Heynrick voert gedistribuert zijn totter betalinge van zekere scepen ende knechten van oirloge die den lande van Hollant, Zeelant ende Vrieslant van noede was haestelicken uut te maecken ende up te bringen omme den harinckbuyssen ende coepvaerders, die in de zee waren, niet genomen noch bescadicht en souden worden van Jan Chaproen, cappiteyn ende andere zeeroevers, die hem in den zee onthoudende waren etc., welcke rekeninge gemaeckt is in ponden, scellingen ende penningen groten Vlaems.
| |
Ontfanck.
1. |
Willem Arijsz. van Eynckhuysen: |
|
|
70 |
last rogge, van elcke last |
|
|
12 |
groten |
3 ℔. |
10 s. |
|
|
20 |
last assche, van elcke last |
|
|
6 |
groten |
|
10 s. |
|
|
1 |
hondert wageschot |
|
1 s. |
8 d. |
|
|
5 |
quartiers claphoutsGa naar voetnoot1) |
|
2 s. |
1 d. |
4 ℔. |
3 s. |
9 d. gr. |
|
2. |
Jan Jansz. Huich van Beuyckslot: |
|
|
29 |
last assen |
|
14 s. |
6 d. |
|
|
39 |
ende 3 quartier last rogge. |
1 ℔. |
19 s. |
9 d. |
|
|
3 |
hondert min 1 quartier waegeschot, dat waerdich was elcke hondert boven 5 ℔. groten Vlaems,.... van elcke hondert 20 gr. Vl. |
|
4 s. |
7 d. |
|
|
1 |
hondert claphouts |
|
1 s. |
8 d. |
3 ℔. |
|
6 d. |
| |
| |
3. |
Jan Claes van UudamGa naar voetnoot1): |
|
|
32 |
hondert groet wageschot, waerdicht zijnde boven de 5 ℔. groet (daeroff en heeft den voers. ontfanger niet meer off ontfangen dan halff gelt, overmits dat die helft van den goeden, die hij inne heeft, toebehoerde zekere poerters van Campen, die navolgende zijne commissie niet schuldich en zijn, alzoe die up geen vreemde personen goeden en spreekt) |
1 ℔. |
6 s. |
8 d. |
|
|
4 |
hondert claphouts ende een quartier voer de helft |
|
3 s. |
5½ d. |
|
|
de helft van vier last pecx, min twee tonnen |
|
1 s. |
11 d. |
|
|
vierdalff last rogge voer de helft |
|
1 s. |
10 d. |
|
|
15 |
deelen |
|
5 d. |
1 ℔. |
14 s. |
3½ d. |
|
4. |
Jan van Hoeren: |
|
|
47 |
last asschen |
1 ℔. |
3 s. |
6 d. |
|
|
2 |
hondert claphouts |
|
3 s. |
4 d. |
|
|
1 |
hondert cleyn wageschot. |
|
10 d. |
|
|
½ |
hondert groet wageschot, dat waerdich was thondert boven vijff pont |
|
10 d. |
|
|
34 |
last rogge |
1 ℔. |
14 s. |
|
3 ℔. |
2 s. |
6 d. |
|
5. |
Claes Bouwenszoen van Brouck: |
|
|
16 |
last roggen |
|
16 s. |
|
|
8 |
last teers, elcke last gerekent voer 10 grotenGa naar voetnoot2) |
|
6 s. |
|
|
72 |
last asche |
1 ℔. |
16 s. |
|
| |
| |
|
8 |
hondert cleyn wageschot, elcke hondert gerekent voer |
|
|
10 |
groten |
|
6 s. |
8 d. |
|
|
2 |
hondert claephouts |
|
3 s. |
4 d. |
3 ℔. |
8 s. |
|
|
6. |
Pouwels Jacobszoen van Brouck: |
|
|
30 |
last rogge |
1 ℔. |
10 s. |
|
|
10 |
last teers |
|
7 s. |
6 d. |
|
|
30 |
last assche |
|
15 s. |
|
|
2 |
hondert cleyn wageschot |
|
1 s. |
8 d. |
|
|
2 |
hondert claphouts |
|
3 s. |
4 d. |
2 ℔. |
17 s. |
6 d. |
|
7. |
Jacob Meessen van Amsterdamme: |
|
|
30 |
last rogge |
1 ℔. |
10 s. |
|
|
6 |
last peecx |
|
6 s. |
|
|
9 |
last assche |
|
4 s. |
6 d. |
|
|
½ |
hondert claphouts |
|
10 d. |
2 ℔. |
1 s. |
4 d. |
|
8. |
Willem Jacob Janszoen: |
|
|
55 |
last rogge |
2 ℔. |
15 s. |
|
|
3 |
hondert groet houts |
|
5 s. |
|
|
1 |
hondert claphouts |
|
1 s. |
8 d. |
3 ℔. |
1 s. |
8 d. |
|
9. |
Jacob van der Veer: |
|
|
36 |
hoet smeets coelen, van elk hoet 1 blanck |
|
4 s. |
6 d. |
|
10. |
Aelbert Imkes van Brouck: |
|
|
60 |
last rogge |
3 ℔. |
|
|
1 |
hondert claphouts |
|
1 s. |
8 d. |
|
|
1 |
hondert ende 1 quartier groet houts |
|
2 s. |
1 d. |
3 ℔. |
3 s. |
9 d. |
|
11. |
Ysbrant Claeszoen van Amsterdamme: |
|
|
23 |
last rogge |
|
1 ℔. |
3 s. |
|
|
12. |
Volckert Sakelsz. van Staveren: |
|
|
inne gecommen uut Noere- |
|
| |
| |
|
wegen, groet wesende 75 last ende behoert die drie deelen tot Staveren, compt hier voor 1 vierendeel |
|
3 s. |
9 d. |
|
13. |
Jacob JanszoenGa naar voetnoot1) (inne gecommen van Danswijck): |
|
|
81½ |
last roggen |
4 ℔. |
1 s. |
6 d. |
|
|
2½ |
hondert claphouts |
|
4 s. |
2 d. |
|
|
4 |
hondert cleyn houts |
|
3 s.Ga naar voetnoot2) |
4 d. |
4 ℔. |
9 s. |
|
|
14. |
Maertijn Tymmerman van Amsterdam (inne gecomen van Conincxberge): |
|
|
25 |
last rogge |
1 ℔. |
5 s. |
|
|
1 |
hondert cleyn houts |
|
10 d. |
|
|
10 |
last assche |
|
5 s. |
|
|
3 |
last pecx |
|
3 s. |
|
|
½ |
hondert claphouts |
|
10 d. |
1 ℔. |
14 s. |
8 d. |
|
15. |
Thyeman van Purmerende: |
|
|
innegecomen uut Noerwegen, groet wesende 60 last; compt hier voort geheele scip |
|
10 s. |
|
16. |
Dirick Jans van Nyeuwendamme: |
|
|
12 |
hondert groet houts |
1 ℔. |
|
|
13 |
hondert cleyn houts |
|
10 s. |
10 d. |
|
|
2 |
hondert claphouts |
|
3 s. |
4 d. |
1 ℔. |
14 s. |
2 d. |
|
17. |
Symon Pietersz. van Nyeuwendamme: |
|
|
12 |
hondert groet houts |
1 ℔. |
|
|
3 |
hondert claphoutsGa naar voetnoot3) |
|
2 s. |
6 d. |
|
|
11½ |
laest asche |
|
5 s. |
9 d. |
|
|
2 |
last rogge |
|
2 s. |
|
1 ℔. |
10 s. |
3 d. |
| |
| |
18. |
Claes Martsz. van Schellinckwoude: |
|
|
47 |
last rogge |
2 ℔. |
7 s. |
|
|
1 |
hondert claphout |
|
1 s. |
8 d. |
|
|
1 |
last assche |
|
6 d. |
2 ℔. |
9 s. |
2 d. |
|
19. |
Wijbrant van Hindeloepen: |
|
|
innegecomen, groet wesende 70 last; behoert tvierendeel tot Hindeloepen, compt hier voer die drie delen |
|
11 s. |
3 d. |
|
20. |
Lyeuwe Hesselsz. van der Schellinck: |
|
|
60 |
last rogge |
|
3 ℔. |
|
|
21. |
Jacob Claesz. van Aemsterdamme: |
|
|
44½ |
last rogge |
2 ℔. |
4 s. |
6 d. |
|
|
1½ |
hondert claphouts |
|
2 s. |
6 d. |
|
|
1 |
hondert cleyn houts |
|
10 d. |
2 ℔. |
8 s.(?) |
10 d |
|
22. |
Evert Hannesz. van Staveren: |
|
|
27½ |
last rogge |
1 ℔. |
7 s. |
6 d. |
|
|
1½ |
hondert claphouts |
|
2 s. |
6 d. |
1 ℔. |
10 s. |
|
|
23. |
Jan Wittert van Rarop: |
|
|
62 |
last rogge |
3 ℔. |
2 s. |
|
|
6½ |
hondert groet houts |
|
10 s. |
10 d. |
|
|
2 |
hondert claphouts |
|
3 s. |
4 d. |
3 ℔. |
16 s. |
2 d. |
|
24. |
Maerten Jansz. van Raerop: |
|
|
82 |
last rogge |
4 ℔. |
2 s. |
|
|
4½ |
hondert cleyn houts |
|
3 s. |
9 d. |
|
|
1½ |
hondert claphouts |
|
2 s. |
6 d. |
4 ℔. |
8 s. |
3 d. |
|
25. |
Claes Zegersz. van Ziericxzee: |
|
|
26 |
last rogge |
1 ℔. |
6 s. |
|
|
3 |
quartierenGa naar voetnoot1) claphouts |
|
7 s. |
6 d. |
1 ℔. |
13 s. |
6 d. |
| |
| |
26. |
Reynier van Staveren: |
|
|
groet wesende 55 last ende behoert 1 vierendeel tot Staveren; compt hier van 3 vierendeelen |
|
7 s. |
6 d. |
|
27. |
Mathys Jansz. van Uutdamme (inne gecomen van Conincxberge): |
|
|
45 |
last rogge |
2 ℔. |
5 s. |
|
|
24 |
last asche |
|
12 s. |
|
|
5½Ga naar voetnoot1) |
last peecx |
|
5 s. |
6 d. |
|
|
8 |
hondert groet houts |
|
13 s. |
4 d. |
|
|
1½ |
hondert claphouts |
|
2 s. |
6 d. |
3 ℔. |
19 s.Ga naar voetnoot2) |
4 d. |
|
28. |
Sipke van Hindeloepen: |
|
|
groet wesende 60 last, behoert die helft tot Hindeloepen ende Staveren, ergo hier voer de helft |
|
5 s. |
|
|
29. |
Albert Gerijtsz. van Amsterdamme (inne gecomen van Danswyck): |
|
|
25½ |
last rogges |
1 ℔. |
5 s. |
6 d. |
|
|
9 |
tonnen meels |
|
9 d. |
|
|
1 |
hondert claphout |
|
1 s. |
8 d. |
1 ℔. |
7 s. |
11 d. |
|
30. |
Reyn Jacobsz. van Hoorn: |
|
|
52 |
last rogges |
2 ℔. |
12 s. |
|
|
20 |
last assche |
|
10 s. |
|
|
3Ga naar voetnoot3) |
hondert groet houts |
|
5 s. |
|
|
1½ |
hondert claphouts |
|
2 s. |
6 d. |
3 ℔. |
9 s. |
6 d. |
|
31. |
Jan Bruunincxz. van Dordrecht: |
|
|
30 |
last rogges |
1 ℔. |
10 s. |
|
|
½ |
last teers |
|
4½ d. |
|
|
1 |
hondert cleyn houts |
|
10 d. |
1 ℔. |
11 s. |
2½ d. |
| |
| |
32. |
Volckert Claesz. van Antwerpen: |
|
|
60 |
hoet coelen |
|
7 s. |
6 d. |
|
33. |
Symon Roeloffzoen is inne gecommen uut Noerreweghen, groet wesende 40 last, compt hier voer 't ghehele scip |
|
10 s. |
|
|
34. |
Heyne Vaeder van Brouck: |
|
|
29 |
last rogges |
1 ℔. |
9 s. |
|
|
30 |
last assche |
|
15 s. |
|
|
11 |
last teers |
|
8 s. |
3 d. |
|
|
5 |
hondert claphouts |
|
8 s. |
4 d. |
|
|
3 |
honderd cleyn houts |
|
2 s. |
6 d. |
3 ℔. |
3 s. |
6 d. |
|
35. |
Willem Ymckes van Brouck: |
|
|
23 |
last rogges |
1 ℔. |
3 s. |
|
|
40 |
last asschen |
1 ℔. |
|
|
16 |
last teers |
|
12 s. |
|
|
2 |
hondert claphouts |
|
3 s. |
4 d. |
|
|
2½ |
hondert cleyn houts |
|
2 s. |
1 d. |
3 ℔. |
|
5 d. |
|
36. |
Pieter Baerntszoen van Holesloot: |
|
|
115 |
last rogge |
|
|
1 |
vat vlas |
|
5 ℔. |
16 s. |
|
|
37. |
Claes Jonge van Rarop: |
|
|
61 |
last rogges |
3 ℔. |
1 s. |
|
|
1½ |
hondert groet houts |
|
2 s. |
6 d. |
|
|
1½ |
hondert claphouts |
|
2 s. |
6 d. |
3 ℔. |
6 s. |
|
|
38. |
Jan Claeszoen van Rarop: |
|
|
55 |
last roggen |
2 ℔. |
15 s. |
|
|
9 |
hondert cleyn houts |
|
7 s. |
6 d. |
|
|
2 |
hondert claphouts |
|
3 s. |
4 d. |
|
|
1 |
last pecx |
|
1 s. |
|
|
behoert die een helft tot Campen, compt hier voer die helft |
|
1 ℔. |
13 s. |
5 d. |
|
39. |
Claes Gerijts van Lantsmeer: |
|
|
78 |
last rogges |
3 ℔. |
18 s. |
|
|
2 |
hondert claphouts |
|
3 s. |
4 d. |
|
| |
| |
|
3 |
hondert groet houts |
|
5 s. |
|
|
2 |
last peecx |
|
2 s. |
|
4 ℔. |
8 s. |
4 d. |
|
40. |
Jacob Jan Reynsz. van Overleeck: |
|
|
36 |
last rogge |
1 ℔. |
16 s. |
|
|
5 |
last en 2 tonnen assche |
|
2 s. |
7 d. |
|
|
3 |
hondert min een quartier claephouts |
|
4 s. |
7 d. |
2 ℔. |
4 s.Ga naar voetnoot1) |
2 d. |
|
41. |
Dirick Thyemans van Amsterdamme: |
|
|
50 |
last rogge |
2 ℔. |
10 s. |
|
|
28 |
last teers |
1 ℔. |
1 s. |
|
|
12 |
last asche |
|
6 s. |
|
|
1 |
hondert claephouts |
|
1 s. |
8 d. |
|
|
1 |
cleyn hondert houts |
|
10 d. |
3 ℔. |
19 s. |
6 d. |
|
42. |
Hillebrant Thyemess.: |
|
|
51 |
last rogges |
2 ℔. |
11 s. |
|
|
4½ |
hondert groot houts |
|
7 s. |
6 d. |
|
|
2 |
hondert claphouts |
|
3 s. |
6 d. |
3 ℔. |
2 s. |
|
|
43. |
Oude Claes van Brouck: |
|
|
28 |
last rogges |
1 ℔. |
8 s. |
|
|
28 |
last teers |
1 ℔. |
1 s. |
|
|
35 |
last assche |
|
17 s. |
6 d. |
|
|
1 |
hondert cleyn houts |
|
10 d. |
|
|
2½ |
hondert claphouts |
|
4 s. |
2 d. |
3 ℔. |
11 s. |
8 d.Ga naar voetnoot2) |
|
44. |
Pieter Ysbrantsz. van Amsterdamme: |
|
|
74 |
last rogges |
3 ℔. |
14 s. |
|
|
1 |
hondert claphouts |
|
1 s. |
8 d. |
3 ℔. |
15 s. |
8 d. |
|
45. |
Mathys Reyersz.: |
|
|
25 |
hondert groet houts |
2 ℔. |
1 s. |
8 d. |
|
|
10 |
last rogges |
|
10 s. |
|
2 ℔. |
11 s. |
8 d. |
|
46. |
Gerbrant Symonsz. van Monyckendamme: |
|
|
16 |
last teers |
|
12 s. |
|
| |
| |
|
28 |
last rogges |
1 ℔. |
8 s. |
|
|
4 |
hondert cleyn houts |
|
3 s. |
4 d. |
|
|
4 |
hondert groet houts |
|
6 s. |
8 d. |
|
|
2 |
hondert claphout |
|
3 s. |
4 d. |
|
|
hier off compt een achtendel tot Campen; compt hier voer die andere zeven deelen |
|
2 ℔. |
6 s. |
8 d. |
|
47. |
Jacob Semmiesz. van Monickendamme: |
|
|
47 |
last rogges |
2 ℔. |
7 s. |
|
|
3½ |
hondert cleyn houts |
|
2 s. |
11 d. |
|
|
1½ |
hondert claphouts |
|
2 s. |
6 d. |
2 ℔. |
12 s. |
5 d. |
|
48. |
Claes Symonsz. van Monickendamme: |
|
|
48 |
last rogges |
2 ℔. |
8 s. |
|
|
8 |
hondert cleyn wageschot |
|
6 s. |
8 d. |
|
|
2½ |
hondert claphouts |
|
4 s. |
2 d. |
2 ℔. |
18 s. |
2 d.Ga naar voetnoot1) |
|
49. |
Dirick Willemsz.: |
|
|
14 |
last rogge |
|
14 s. |
|
|
24 |
last teers |
|
18 s. |
|
|
44 |
last asschen |
1 ℔. |
2 s. |
|
|
6½ |
hondert clein houts |
|
5 s. |
5 d. |
|
|
2 |
hondert claphouts |
|
3 s. |
4 d. |
3 ℔. |
2 s. |
9 d. |
|
50. |
Reyn Jansz. van Monikendamme: |
|
|
27½ |
last rogge |
1 ℔. |
7 s. |
6 d. |
|
|
37 |
last asschen |
|
18 s. |
6 d. |
|
|
10 |
last teers |
|
7 s. |
6 d. |
|
|
2 |
hondert claphouts |
|
3 s. |
4 d. |
|
|
4½ |
hondert cleyn houts |
|
3 s. |
9 d. |
3 ℔. |
|
9 d.Ga naar voetnoot2) |
|
51. |
Andries Pietersz. van Midlye: |
|
|
60 |
last rogge |
3 ℔. |
|
|
1½ |
hondert groet claphout |
|
2 s. |
6 d. |
3 ℔. |
2 s. |
6 d. |
| |
| |
52. |
Jacob Dirickxz. van Amsterdamme: |
|
|
32½ |
last rogge |
1 ℔. |
12 s |
6 d. |
|
|
14 |
last taerus |
1 ℔. |
3 s. |
4 d. |
|
|
36 |
last asschen |
|
18 s. |
|
|
2 |
last pecx |
|
2 s. |
|
|
1 |
hondert claphouts |
|
1 s. |
8 d. |
3 ℔. |
17 s. |
6 d. |
|
53. |
Reyer Symonsz. van Staveren: |
|
|
60 |
last rogges |
3 ℔. |
|
|
5 |
quartier groet hout |
|
2 s. |
1 d. |
|
|
1½ |
hondert claphouts |
|
2 s. |
6 d. |
|
|
behoert hier off 1½ vierendeel tot Staveren, compt hier voer die 2½ vierendelen |
|
2 ℔. |
4 s. |
3½ d.Ga naar voetnoot1) |
|
54. |
Jan Claesz. van Rarop: |
|
|
40 |
last rogges |
2 ℔. |
|
|
6 |
honderd cleyn houts |
|
5 s. |
|
|
1½ |
hondert claphouts |
|
2 s. |
6 d. |
2 ℔. |
7 s. |
6 d. |
|
55. |
Vrederick Adams van der Scellinck: |
|
|
18 |
last rogge min een quartier |
|
17 s. |
9 d. |
|
|
25 |
last asschen |
|
12 s. |
6 d. |
|
|
2 |
hondert groet hout |
|
4 s. |
4 d. |
|
|
1 |
hondert claphouts |
|
1 s. |
8 d. |
|
|
compt tot Bremen een achten dele; compt hier voer die zeven deelen |
|
1 ℔. |
14 s. |
4½ d.Ga naar voetnoot2) |
|
56. |
Heynrick Oetsz. van der Scellinck: |
|
|
23½ |
lastGa naar voetnoot3) taerus |
1 ℔. |
19 s. |
2 d. |
|
|
4½Ga naar voetnoot4) |
hondert cleyn houts |
|
3 s. |
9 d. |
|
|
1 |
hondert claphouts |
|
1 s. |
8 d. |
2 ℔. |
4 s. |
7 d. |
| |
| |
57. |
Dirick Lauwerijsz.: |
|
|
is inne gecomen uut Bergen in Noerwegen; compt hier voer tgeheele scip |
|
10 s. |
|
|
58. |
Geryt Schuytken van Enckhuysen: |
|
|
is inne gecomen van Bergen in Noerwegen; compt hier voer tgeheele scip |
|
10 s. |
|
|
59. |
Pieter Heynenz. van der Schellinck: |
|
|
20½ |
hondert groet houts |
1 ℔. |
14 s. |
2 d. |
|
|
5 |
hondert 1 quartier claphouts |
|
8 s. |
9 d. |
|
|
5 |
last asche |
|
2 s. |
6 d. |
|
|
3 |
last rogges |
|
3 s. |
|
|
20(?) |
hondert cleyn houts |
|
16 s. |
8 d. |
3 ℔. |
5 s. |
1 d. |
|
60. |
Evert Heynesz. van Staveren: |
|
|
7½ |
last rogges |
|
7 s. |
6 d. |
|
|
6 |
hondert min 1 quartier cleyn houts |
|
4 s. |
9 d. |
|
|
1 |
hondert claphouts |
|
1 s. |
8 d. |
|
|
comt hier voer een vierendel |
|
3 s. |
6 d. |
|
61. |
Claes Pietersz.Ga naar voetnoot1): |
|
|
26 |
last rogges |
1 ℔. |
6 s. |
|
|
26 |
last teers |
|
19 s. |
6 d. |
|
|
60 |
last aschen |
1 ℔. |
10 s. |
|
|
7 |
hondert cleyn houts |
|
5 s. |
10 d. |
|
|
2 |
hondert claphouts |
|
3 s. |
4 d. |
4 ℔. |
4 s. |
8 d. |
|
62. |
Claes van Nyerop: |
|
|
is inne gecomen uut Noerwegen, groet wesende 80 last, compt voer tgeheele scip |
|
5 s. |
|
| |
| |
63. |
Dirick Hem van Brouck: |
|
|
67 |
last rogges |
3 ℔. |
7 s. |
|
|
1 |
hondert cleyn houts |
|
10 d. |
3 ℔. |
7 s. |
10 d. |
|
64. |
Hillebrant van Brouck: |
|
|
70 |
last rogge |
3 ℔. |
10 s. |
|
|
4 |
hondert groet houts |
|
6 s. |
8 d. |
|
|
2 |
hondert claphouts |
|
3 s. |
4 d. |
4 ℔. |
|
|
65. |
Jan de Cat van Brouck: |
|
|
79 |
last rogges |
3 ℔. |
19 s. |
|
|
3 |
hondert cleyn houts |
|
2 s. |
6 d. |
|
|
2 |
hondert claphouts |
|
3 s. |
4 d. |
4 ℔. |
4 s. |
10 d. |
|
66. |
Taems Pietersz. van Brouck: |
|
|
43 |
last rogges |
2 ℔. |
3 s. |
|
|
5½ |
hondert groet houts |
|
9 s. |
2 d. |
|
|
1½ |
hondert claphouts |
|
2 s. |
6 d. |
2 ℔. |
14 s. |
8 d. |
|
67. |
Jacob Jansz. van Sunderdam: |
|
|
80 |
last rogges |
4 ℔. |
|
|
5½ |
hondert cleyn houts |
|
4 s. |
7 d. |
|
|
2 |
hondert claphouts |
|
3 s. |
4 d. |
4 ℔. |
7 s. |
11 d. |
|
68. |
Pieter Gerijtsz.Ga naar voetnoot1): |
|
|
41½ |
last rogge |
2 ℔. |
1 s. |
6 d. |
|
|
5 |
hondert cleyn houts |
|
4 s. |
2 d. |
|
|
4 |
hondert groet houts |
|
6 s. |
8 d. |
|
|
2 |
hondert claphouts |
|
3 s. |
4 d. |
2 ℔. |
15 s. |
8 d. |
|
69. |
Job Jan Recx van Rarop: |
|
|
40 |
last roggen |
2 ℔. |
|
|
4 |
last pecx |
|
4 s. |
|
|
16 |
hondert groet houts |
1 ℔. |
6 s. |
8 d. |
|
|
2 |
hondert min 1 quartier claphouts |
|
2 s. |
11 d. |
3 ℔. |
13 s. |
7 d. |
|
70. |
Aelbert Symonsz. van Enckhuyssen: |
|
|
70 |
last rogges |
3 ℔. |
10 s. |
|
|
1½ |
hondert claphouts |
|
2 s. |
6 d. |
3 ℔. |
12 s. |
6 d. |
| |
| |
71. |
Hillebrant Claesz. van Zuyerwoude: |
|
|
34 |
last rogge |
1 ℔. |
14 s. |
|
|
8 |
hondert cleyn houts |
|
6 s. |
8 d. |
|
|
1½ |
hondert claphouts |
|
2 s. |
6 d. |
2 ℔. |
3 s. |
2 d. |
|
72. |
Pieter Gerijtsz. van Lantsmeer: |
|
|
40 |
last rogge |
2 ℔. |
|
|
10 |
hondert groet houts |
|
16 s. |
8 d. |
|
|
3 |
last pecx |
|
3 s. |
|
|
3Ga naar voetnoot1) |
hondert claphouts |
|
5 s. |
|
3 ℔. |
4 s. |
8 d. |
|
73. |
Knechten van Staveren: |
|
|
45 |
last rogge |
2 ℔. |
5 s. |
|
|
½ |
hondert cleyn houts |
|
1 s. |
8 d. |
|
|
1 |
hondert wagescotGa naar voetnoot2) |
|
5 d. |
|
|
hier off behoert tot Staveren 1 vierendel; compt hier voer die andere 3 vierendelen |
|
1 ℔. |
15 s. |
3½ d. |
|
74. |
Pieter Symonsz. van der Schellinck: |
|
|
70 |
last asschen |
1 ℔. |
15 s. |
|
|
10 |
last teers |
|
7 s. |
6 d. |
|
|
20 |
last roggen |
1 ℔. |
|
|
2½ |
hondert claphouts |
|
2 s. |
6 d. |
|
|
behoert 1 vierendel tot Campen; compt hier voer die andere drie delen |
|
2 ℔. |
3 s.(?) |
9 d. |
|
75. |
Aerent Claes van Raerop: |
|
|
is inne gecomen uut Noerrewegen, groet weesende 75 last; comt hier voer 't geheele scip |
|
15 s. |
|
|
76. |
Coppen Roeze van Dordrecht: |
|
|
4½ |
last taerus |
|
7 s. |
6 d. |
|
|
6½ |
last rogges |
|
6 s. |
6 d. |
|
|
½ |
last assche |
|
3 d. |
|
| |
| |
|
1 |
hondert claphouts |
|
1 s. |
8 d. |
|
|
3 |
quartier cleyn wagescot |
|
7½ d. |
|
16 s. |
6½ d. |
|
77. |
Symon Teeyng van Ypeldam: |
|
|
70 |
last assche |
1 ℔. |
15 s. |
|
|
3 |
last teers |
|
2 s. |
3 d. |
|
|
17 |
last rogges |
|
17 s. |
|
|
8 |
hondert cleyn houts |
|
6 s. |
8 d. |
|
|
2 |
hondert claphouts |
|
3 s. |
4 d. |
3 ℔. |
4 s. |
3 d. |
|
78. |
Geryt Preuys van Raerop: |
|
|
71 |
last rogge |
3 ℔. |
11 s. |
|
|
4 |
last pecx |
|
4 s. |
|
|
9Ga naar voetnoot1) |
last assche |
|
4 s. |
6 d. |
|
|
3½ |
hondert cleyn houts |
|
2 s. |
11 d. |
|
|
4 |
hondert claphouts |
|
6 s. |
8 d. |
4 ℔. |
9 s. |
1 d. |
|
79. |
Maet van Puremerende: |
|
|
75 |
last rogge |
3 ℔. |
15 s. |
|
|
1½ |
hondert claphouts |
|
2 s. |
6 d. |
3 ℔. |
17 s. |
6 d. |
|
80. |
Jan Smit van Amsterdamme: |
|
|
85 |
last rogge |
4 ℔. |
5 s. |
|
|
2 |
vaten hennips |
|
2 s. |
|
|
1 |
hondert spaeren |
|
1 d. |
4 ℔. |
7 s. |
1 d. |
|
81. |
Feycken van der Scellinck: |
|
|
90 |
last rogges |
4 ℔. |
10 s. |
|
|
2 |
hondert groet houts |
|
3 s. |
4 d. |
|
|
1 |
hondert claphouts |
|
1 s. |
8 d. |
4 ℔. |
15 s. |
|
82. |
Meynert Sicxz. van der Scellinck: |
|
|
80 |
last rogges |
4 ℔. |
|
|
1 |
hondert claphouts |
|
1 s. |
8 d. |
4 ℔. |
1 s. |
8 d. |
|
83. |
Wijbrant van Hindelopen: |
|
|
is inne gecomen, groet wesende 60 last; behoert die eene helft tot Hindeloepen; compt hier over die helft |
|
5 s. |
|
| |
| |
84. |
Jacob Molenaer: |
|
|
is inne gecommen uut Noerrewegen, groet wesende 70 last, comp(t) hier voer 't gehele scip. |
|
15 s. |
|
|
85. |
Taems Jansz. van Purmerende: |
|
|
5 |
last vollen harinck |
1 ℔. |
|
|
3 |
last yelen harinck |
|
6 s. |
|
1 ℔. |
6 s. |
|
|
86. |
Ruyter Tys van Purmerende: |
|
|
16 |
last vollen harinck |
3 ℔. |
4 s. |
|
|
2 |
last yelen harinck |
|
4 s. |
|
3 ℔. |
8 s. |
|
|
87. |
Cornelys Pietersz. van Gysp: |
|
|
24 |
last vollen harincx |
4 ℔. |
16 s. |
|
|
1 |
last yelen harincx, min één ton |
|
1 s. |
8 d. |
4 ℔. |
17 s. |
8 d. |
|
88. |
Noem, mijn heer genoemt, van Amsterdamme: |
|
|
is inne gecomen uut Noerrewegen, groet wesende 60 last; comp(t) hier voert geheele scip |
|
10 s. |
|
|
89. |
Foppe van Staveren: |
|
|
is inne gecomen, groet wesende 65 last, behoert 1 vierendel tot Staveren; comp(t) hier over die drie delen |
|
7 s. |
6 d. |
|
90. |
Reylke van der Scellinck: |
|
|
60 |
last rogges |
3 ℔. |
|
|
4 |
hondert spaerren |
|
4 d. |
3 ℔. |
|
4 d. |
|
91. |
Jacob van Neeck van Edamme: |
|
|
37 |
lastGa naar voetnoot1) rogge |
1 ℔. |
17 s. |
|
|
6 |
hondert groet houts |
|
10 s. |
|
| |
| |
|
3½ |
hondert cleyn houts |
|
2 s. |
11 d. |
|
|
1 |
hondert claphouts |
|
1 s. |
8 d. |
2 ℔. |
11 s. |
8 d.Ga naar voetnoot1) |
|
92. |
Pinck(?) van Eedamme: |
|
|
31 |
last assche |
|
15 s. |
6 d. |
|
|
18 |
hondert cleyn houts |
|
15 s. |
|
|
44 |
lastGa naar voetnoot2) teers |
1 ℔. |
13 s. |
|
|
4 |
hondert claphouts |
|
6 s. |
8 d. |
3 ℔. |
10 s. |
2 d. |
|
93. |
Eevert Woutersz. van Hoeren: |
|
|
20 |
last taerus |
1 ℔. |
13 s. |
4 d. |
|
|
56 |
last rogge |
2 ℔. |
16 s. |
|
|
3 |
hondert claphouts |
|
2 s. |
6 d. |
|
|
4 |
hondert groet houts |
|
6 s. |
8 d. |
4 ℔. |
18 s. |
6 d. |
|
94. |
Jacop Gerytsz. van der Beets: |
|
|
32½ |
last rogge |
1 ℔. |
12 s. |
6 d. |
|
|
12 |
last teers |
|
9 s. |
|
|
30 |
lastGa naar voetnoot3) assche |
|
15 s. |
|
|
6 |
hondert cleyn houts |
|
5 s. |
|
|
2 |
hondert claphouts |
|
3 s. |
4 d. |
3 ℔. |
4 s. |
10 d. |
|
95. |
Pieter Brantges van der Beets: |
|
|
22 |
last rogge |
1 ℔. |
2 s. |
|
|
7 |
hondertGa naar voetnoot4) groet houts |
|
11 s. |
8 d. |
|
|
5 |
hondert cleyn houts |
|
4 s. |
2 d. |
|
|
2 |
hondert claphouts |
|
3 s. |
4 d. |
2 ℔. |
1 s. |
2 d. |
|
96. |
Jan Brouck van Amsterdamme: |
|
|
60 |
last rogge |
3 ℔. |
|
|
1 |
hondert sparren |
|
2 d. |
|
|
2 |
hondert steens |
|
1 s. |
|
|
½ |
vat henips |
|
6 d. |
3 ℔. |
1 s. |
8 d. |
|
97. |
Douwe Kerstensz. van der Schellinck: |
|
|
20 |
last vleys |
1 ℔. |
|
| |
| |
|
31 |
last noeten |
1 ℔. |
11 s. |
|
|
2½ |
lastGa naar voetnoot1) huyden |
1 ℔. |
5 s. |
|
|
6 |
last taerus |
|
10 s. |
|
|
8 |
last rogges |
|
8 s. |
|
|
1 |
last Joopen biers |
|
1 s. |
3 d. |
|
|
½ |
last tallyckx |
|
1 s. |
6 d. |
4 ℔. |
16 s. |
9 d. |
|
98. |
Claes Lambertsz. van Zuerwoude. |
|
|
is inne gecomen van Noerrewegen; comt hiervoor 'tgeheele scip |
|
10 s. |
|
|
99. |
Heyn Claesz. van Brouck: |
|
|
54 |
last rogge |
2 ℔. |
4 s.Ga naar voetnoot2) |
|
|
8 |
hondert groet houts |
|
13 s. |
4 d. |
|
|
1½ |
hondert claphouts |
|
2 s. |
6 d. |
3 ℔. |
19 s. |
10 d. |
|
100. |
Pouwels Andriesz. van Eedamme: |
|
|
47 |
last rogge |
2 ℔. |
7 s. |
|
|
3 |
last assche |
|
1 s. |
6 d. |
|
|
6 |
last taerus |
|
10 s. |
|
|
1 |
hondert claphouts |
|
1 s. |
8 d. |
3 ℔. |
|
2 d. |
|
101. |
Claes Pieters van Eedame: |
|
|
64 |
last rogges |
3 ℔. |
4 s. |
|
|
3 |
hondert cleyn houts |
|
2 s. |
6 d. |
3 ℔. |
6 s. |
6 d. |
|
102. |
Jan Thymansz. van Hoern: |
|
|
55½ |
last rogge |
2 ℔. |
15 s. |
6 d. |
|
|
4 |
hondert groet houts |
|
6 s. |
8 d. |
|
|
5 |
quartieren claphouts |
|
2 s. |
1 d. |
|
|
1 |
last pecx |
|
1 s. |
|
|
½ |
hondert cleyn houts |
|
5 d. |
3 ℔. |
5 s. |
8 d. |
|
103. |
Pieter Jansz. van Eedamme: |
|
|
58 |
last rogge |
2 ℔. |
18 s. |
|
| |
| |
|
3 |
hondert groet houts |
|
5 s. |
|
|
2 |
hondert claphouts |
|
3 s. |
4 d. |
3 ℔. |
6 s. |
4 d. |
|
104. |
Reyer Simonszoen van Monikendamme: |
|
|
60 |
last rogge |
3 ℔. |
|
|
3000 |
schaelen |
|
3 s. |
|
3 ℔. |
3 s. |
|
|
105. |
Florys Reyer Aemszoen van Eedamme: |
|
|
70 |
last assche |
1 ℔. |
15 s. |
|
|
8 |
last teers |
|
6 s. |
|
|
7 |
last rogge |
|
7 s. |
|
|
2 |
hondert cleyn houts |
|
1 s. |
8 d. |
|
|
1 |
hondert claphouts |
|
1 s. |
8 d. |
2 ℔. |
11 s. |
4 d. |
|
106. |
Oelfert van Eynckhuysen: |
|
|
44 |
last rogges |
2 ℔. |
4 s. |
|
|
20 |
last assche |
|
10 s. |
|
|
12 |
hondert cleyn houts |
|
10 s. |
|
|
3 |
hondert claphouts |
|
5 s. |
|
3 ℔. |
10 s.Ga naar voetnoot1) |
|
|
107. |
Gerbrant Pietersz.: |
|
|
35 |
last rogges |
1 ℔. |
15 s. |
|
|
8 |
hondert groet houts |
|
13 s. |
4 d. |
|
|
2 |
hondert claphouts |
|
3 s. |
4 d. |
2 ℔. |
11 s. |
7 d.(?) |
|
108.Ga naar voetnoot2) |
Vrederick Wolffertsz. van Eynckhuysen: |
|
|
86 |
lasten assche |
2 ℔. |
3 s. |
|
|
20 |
hondert cleyn wagescot |
|
16 s. |
8 d. |
2 ℔. |
19 s. |
8 d. |
|
109. |
Wouter Gerytsz. van Eynckhuysen: |
|
|
32 |
last rogge |
|
32 s. |
|
| |
| |
110. |
Gerbrant Herkesz. van Eynckhuysen: |
|
|
36 |
last rogge |
36 s. |
|
|
32 |
hondert sparren |
|
|
4 |
hondert sliessen (zijn saemen gecoft om 12 postulaeten) |
|
2 ℔. |
|
|
111. |
Dirick Gerbrantsz. van Eynckhuysen: |
|
|
32 |
last assche |
16 s. |
|
|
8 |
last rogge |
8 s. |
|
|
8 |
hondert cleyn wageschot |
6 s. |
8 d. |
|
|
3 |
hondert claphouts |
5 s. |
|
35 s. |
8 d. |
|
112. |
Pieter Dirick Gerbrantsz. van Eynckhuysen: |
|
|
32 |
lastGa naar voetnoot1) assche |
16 s. |
|
|
8 |
last rogges |
8 s. |
|
|
1(?) |
hondert claphouts |
1 s. |
8 d. |
|
25 s. |
8 d. |
|
113. |
Gysbrecht Jansz. van Eynckhuysen: |
|
|
16 |
last rogge |
16 s. |
|
|
6 |
hondert cleyn wageschot |
5 s. |
|
|
1 |
hondert claphouts |
1 s. |
4 d. |
|
22 s. |
4 d. |
|
Ander ontfanck van Hamburchge ende Elffe. |
|
114. |
Garbrant Claeszoen van der Schellinck: |
|
|
1 |
brout Hamburger biers |
|
1 s. |
|
|
115. |
Oloff van der Scellinck: |
|
|
2½ |
brout Hamburger biers. |
2 s. |
6 d. |
|
|
2 |
hondert min een quartier cleyn houts |
|
9 d. |
|
3 s. |
3 d. |
| |
| |
116. |
Jan de Wael van Haerlem: |
|
|
3½(?) |
hondert cleyn houts |
1 s. |
7½ d. |
|
|
2 |
brout Hamburger biers |
2 s. |
|
3 s. |
7½ d. |
|
117. |
Pouwels Janszoen van Hoern: |
|
|
2½ |
brout Hamburger biers. |
|
2 s. |
6 d. |
|
118. |
Pieter Diricxzoen van Haerlem: |
|
|
22 |
last haevers |
|
5 s. |
6 d. |
|
119. |
Hille van het Schellinck: |
|
|
½ |
brout Hamburger biers |
|
6 d. |
|
120. |
Sybrant Takenz. van Enckhuysen: |
|
|
3 |
brout Hamburger biers |
3 s. |
|
|
2 |
hondert spaeckhouts |
|
2 d. |
3 s. |
2 d. |
|
121. |
Hadde Molenaer van Amsterdamme: |
|
|
½ |
brout Hamburger biers |
|
6 d. |
|
122. |
Haecke Arisz. van Hairlem: |
|
|
2 |
brout Hamburger biers |
|
2 s. |
|
|
123. |
Albert Jacobsz.: |
|
|
26 |
last havers |
|
6 s. |
6 d. |
|
124. |
Harman Haeckvelt van Hamburch: |
|
|
½ |
brout Hamburger biers |
|
6 d. |
|
125. |
Reyner Vrederickxz. van Hamburch: |
|
|
2 |
brout Hamburger biers |
|
2 s. |
|
|
126. |
Lyeuwe Haeyrs van den Schellinck: |
|
|
17(?) |
last haevers |
|
5 s. |
11 d. |
|
127. |
Oeloff van der Scellinck: |
|
|
5 |
broute biers |
|
5 s. |
|
| |
| |
128. |
Hans Hoeck van Hamburch: |
|
|
2 |
brout Hamburger biers |
|
2 s. |
|
|
129. |
Cornelis Gelders(?) van der Scellinck: |
|
|
½ |
broute biers |
|
6 d. |
|
130. |
Pieter den Otter van Zaerdamme: |
|
|
6 |
brouten Hamburger biers. |
|
6 d. |
|
131. |
Douwe van der Schellinck: |
|
|
9 |
brouten Hamburger biers. |
9 s. |
|
|
5 |
hondert cleyn houts |
2 s. |
1 d. |
11 s. |
1 d. |
|
132. |
Volckert Jacops van Enckhuysen: |
|
|
3½ |
brout biers |
|
3 s. |
6 d. |
|
133. |
Sybrant Taelkensz. van Enckhuysen: |
|
|
19 |
last haevers |
|
4 s. |
9 gr. |
|
134. |
Jacob Backer van Enckhuysen: |
|
|
25 |
last havers |
|
6 s. |
3 d. |
|
135. |
Jan Jacobsz. van Hoern: |
|
|
3½ |
brout Hamburger biers. |
|
3 s. |
6 d. |
|
136. |
Hadde Moelenaer van Amsterdamme: |
|
|
½ |
brout Hamburger biers |
|
6 d. |
|
137. |
Isbrant Claesz. van Lantsmeer: |
|
|
30 |
last haevers |
|
7 s. |
6 d. |
|
138. |
Olfert Haeyckes van Enyckhuysen: |
|
|
16 |
last haevers |
|
4 s. |
|
|
139. |
Jan Molenaer van Hamburch: |
|
|
½ |
brout Hamburger biers. |
|
6 d. |
| |
| |
140. |
Haeck Jansz. van Eenyckhuysen: |
|
|
1 |
brout Hamburger biers |
|
1 s. |
|
|
141. |
Jan Speck van Hairlem: |
|
|
1 |
brout Hamburger biers |
|
1 s. |
|
|
|
Totalis somme van alden ontfange deser rekeninge |
297 ℔. |
6 s. |
10½ |
gr. Vl. |
| |
Uutgeven.
In penningen betaelt in handen van Heynrick Govertsz. gerekent in ponden groten Vlaems.
Heynrick Govertszoen betaelt den Xen dach van November XVc zeven blijckende bij sijne quitancy de somme 66 ℔ 13 s. beloepende in ponden deser rekeninge |
11 ℔. 2 s. 2 d. 15 mitenGa naar voetnoot1). |
|
Deselve Heynrick betaelt bij zijne quitancy in date den XIIen November anno XVc ende zeven die somme van vijftich ponden groten Vlaems, daeromme hier |
50 ℔. |
|
Noch denselven Heynrick betaelt bij zijne quitancy den VIIen dach van December anno XVc zeven 326 ℔. 13 s. 6 d. facit in ponden Vlaems |
54 ℔. 8 s. 11 d. |
|
Noch denselven Heynrick Govertszoen betaelt bij zijne quitancy den XIIIen in September anno XVc acht 402 ℔. 2 s. van 40 gr. beloepende in ponden Vlaems |
67 ℔. 4 d. |
| |
| |
Noch betaelt in handen van Dirick Pel, substituyt van den voern. Heynrick Govertsz. bij zijne quitancy den XIIen dach in Meye anno XVc thien de somma van |
10 ℔. 13 s.Ga naar voetnoot1) |
|
_____ |
Prima Somme |
182 ℔. 11 s. 5½ d. 3 miten Vl. |
Penningen betaelt bij maniere van rembourssement.
Heynrick van der Scellinck heeft betaelt de tresoriers der stede van Amsterdamme over de leeninge, die derselver stede gedaen heeft int beginssel, dat men die scepen van oerloge uutmaecte ende daerup die selve stede gestelt was te leenen die somme vier hondert ponden van 40 groten tpont ende welcke penningen die voern. stede den voern. Heynrick van der Scellinck off gecort hebben bij handen van hoer poerters, die ter cause van hoer goeden lastgelt schuldich waren, alst blijcken mach bij quitancy van Vrederick Deyman, die de voern. penningen ontfangen heeft ende oick bij quitanty van den tresoriers der voern. stede in date XXVIIIen in Februario anno XVc achte nae scriven die stede; facit in ponden Vlaems |
76 ℔. 13 s. 8 d. |
|
_____ |
IIe Somme |
76 ℔. 13 s. 8 d. |
Ander extraordinarysse penningen betaelt.
Heynrick van der Scellinck heeft betaelt Claes Claeszoen alias Biertapper |
| |
| |
voer 159 daegen, die hij gevaceert mit eenre schuyte int an ende off vaeren van de scepen die van Oesten voer de stede van Amsterdamme gecommen zijn mit goedt ende om dieselve scepen te besien, wat zij gelaeden hadden, diewelcke den voern. Heynrick van noode was te hebben ende die welcke hij gehuert heeft sdaechs om een stuver, blijckende bij zijne quitanty begreepende de somme van 7 ℔. 19 s. van 40 gr. tpont, die men hier overlevert, facit in ponden Vlaems |
26 s. 6 d. |
|
Claes Thymanszoen exploictier betaelt voer 99 dachgelden, die hij gevaceert heeft zoe binnen der stede van Amsterdamme als tot Monickendamme, Eedam, Hoorn, Eynckhuysen, Medenblyck, Purmurende ende in anderen dorpen van Waterlant int doen van zekere sommacie ende execucie upten unwillige personen, die hoer lastgelt niet betaelen en wouden, elcke dachgelt tot acht stuvers sdaechs gerekent navolgende zekere ordonnancy van den Hove, begripende quitanty die men hier over levert, beloepende ter somme van |
6 ℔. 12 s. |
|
Noch betaelt Jan Duyst exploictier voer 31 dachgelden bij him gevaceert int executeren, sommeren den persoenen, die onwillich waren lastgelt te betaelen binnen der stede van Amsterdamme, blijckende bij certifficacie van den voern. Jan Duyst, elck dachgelt tot acht stuvers gerekent, facit |
2 ℔. 1 s. 4 d. |
|
_____ |
IIIe Somme |
9 ℔. 19 s. 10 d. |
| |
| |
Reysen bij Heynrick van der Scellinck gedaen.
Eerst zoe is den voers. Heynrick doer scriven van Dirick Pel substituyt van Heynrick Govertszoen gecomen geweest alhier in dèn Haege den Ven dach van September anno XVc ende zeven mitter somme van 326 ℔. 13 s. 6 d. van 40 groten, daeromme de voern. Dirick gescreven hadde, blijckende bij zijne certifficacie, die hij hier overlevert, in welcke reyse hij gevaceert heeft drie geheele daegen elck dachgelt gerekent tot 3 s. 4 d. gr. Vlaems, daerinne gerekent zijn karriaege, facit |
10 s. |
|
Noch is den voers. Heynrick van der Scellinck gecomen geweest doer scriven van den voern. Dirick Pel alhier in den Haege upten XIIIen dach van September anno XVc acht mitter somme van 402 ℔. 2 s. die hij him overleverde blijckende bij certifficacie van Dirick Pel hier gelevert, in welcke reyse hij oeck gevaceert heeft drie daegen, facit als voeren |
10 s. |
|
Noch is Heynrick van der Scellinck doer scriven van Heynrick Govertsz. gecomen geweest alhier in den Haege den XVIIen dach van Novembri anno zeven mitter somme van 50 ponden groten Vlaems, die hij him leverde blijckende bij sijne quitanty, in welcke reyse hij gevaceert heeft oeck drie daegen, facit |
10 s. |
|
Heyndrick van der Scellinck is doer scriven van den Hoeve van Hollant gecommen van Amsterdamme des Woens- |
|
| |
| |
daechs nae sinte Jansdach anno XVc ende negen omme zijne rekeninge te doen blijckende bij den brieve hier overgelevert, ten welcken tyde hem gelast was thuys te trecken totdat men hem weder ontbode ende heeft in dezelve reyse gevaceert drie daegen |
10 s. |
|
Denselven Heynrick van der Scellinck is noch doer scriven van den Hove gecomen omme dese zijne rekeninge te doen ende heeft gevaceert onder varen, besongieren ende keren.....Ga naar voetnoot1) daegen, facit sdaechs als voeren |
2 ℔. 10 s.Ga naar voetnoot2) |
|
Den voers. Heynrick van der Schellinck heeft betaelt voer tmaecken deser rekening te grosseren ende dubbeleren samen |
6 s. 8 d.Ga naar voetnoot3) |
|
Heynrick van der Scellinck compt over de wedden van him ende zijnen substituyten die hij in Waterlant heeft moeten hebben als tot Hoorn, Eynckhuyssen ende daeromtrent, die welck him in gescrifte overleverden alle die coepmansceppen, die aldaer inne gebrocht worden ende diewelcke hij geloent ende voldaen heeft den XVen penning van zijnen ontfang, alzoe hij groeten zwaren arbeyt gedaen heeft int innen van den penningen, daeromme hij dyckwijls in pericule van zijne lijve geweest is, alzoe die scippers mit bloete daggen him vervorderden nae hem te steecken, beloepende |
14 ℔. 17 s. 4 d. |
| |
| |
Die commissaerissen als mrs. Jan Bouwensz., raidt, Franchois Cobel, advocaet van den lande ende Vincent Corneliss., die dese rekeningen gehoert ende gesloeten hebben ende daerover onledich geweest twie daigen, tot 3 s. gr. elcx sdaechs, facit |
18 s. |
|
Den duerwaerder van den lande Claes van Druyten van gelijcken |
1 s. |
|
_____ |
IVe Somme |
20 ℔. 13 s. |
Totalis Somme van alden uytgeven deser rekeninge |
279 ℔. 17 s. 11½ d. 3 myten vlaems. |
|
Dus blijft de ontfanger alhier schuldich |
17 ℔. 8 s. 10½ d. 1½ port.Ga naar voetnoot1) gr. |
Gehoert ende gesloeten bij de voirs. commissarissen int cloester van de Predicaren in den Haege XXIIIIen in Novembry XVc thien.
(w.g.) J. Bouwens, F. Cobel, Vinc. Corneliss.
(Archief van de Staten van Holland vóór 1572, voorl. inv. no. 775.)
|
-
voetnoot1)
- Vgl. voor deze pondgeldboeken en de literatuur dienaangaande II. Nirrnheim: Das Hamburgische Pfundzollbuch von 1369, S. XIV flg.
-
voetnoot2)
- Een belangrijke poging op grond van deze bronnen en andere gegevens de grootte der handelsvloten omstreeks het eind der 15e eeuw te berekenen is gedaan door W. Vogel: Zur Grösse der europäischen Handelsflotten im 15., 16. und 17. Jahrhundert. (Festschrift Dietrich Schäfer, S. 268 flg.)
-
voetnoot3)
- Eerst sinds 1557 wordt aangegeven of de schepen west- of oostwaarts voeren, terwijl sinds 1562 ook aanwijzingen omtrent de lading bestaan.
-
voetnoot1)
- De commissiebrief van H. Goverts is bekend uit een afschrift, voorkomende in een dossier van den landsadvocaat (Archief Staten van Holland vóór 1572. Voorl. Inv. no. 4240).
-
voetnoot2)
- Uit de achterstaande rekening (blz. 226) blijkt, dat de voorschotten van de stad Amsterdam aan Vrederick Deyman, die dus vóór Hendrick van der Schellinck benoemd schijnt te zijn, ter hand gesteld waren.
-
voetnoot3)
- De rekening van dezen Rommer Symonsz. is met eenige bijlagen bewaard in het archief van de Staten van Holland vóór 1572 (Voorl. Inv. no. 775b).
-
voetnoot4)
- Op Allerheiligen werden de tonnen volgens de ordonnantie der Amsterdamsche regeering van 1534 opgenomen, behalve 4 of 5, die men den geheelen winter liet liggen ter wille van de schepen, ‘die laet uyter zee commen als Hamborghers, Ditmersschen, Huysmers ende diergelycken’ (Häpke: Niederl. Akten I 161). De schepen, welke den Sonttol nog in November passeerden, vormden omstreeks het midden der 16e eeuw een onbeduidend aantal.
-
voetnoot1)
- Vermoedelijk zijn deze goederen uit Schotland ingevoerd.
-
voetnoot2)
- Zoowel Amsterdam als andere zeesteden verklaarden bij de informatie van 1514 zich met het ‘reeden ter zee, Oost ende West’ bezig te houden. (Informatie ed. R. Fruin, blz. 182, 85, 102.)
-
voetnoot5)
- O.a. Naarden vgl. Informatie, blz. 195.
-
voetnoot6)
- O.a. Jisp, Wormer, Purmerend (Informatie, blz. 65, 203) en de stranddorpen.
-
voetnoot2)
- Vermoedelijk is hier met de roggelast van ca 3¼ M3 inhoud (ruim 2000 K.G. wegende) gerekend, die voor koopvaardijschepen de meest gebruikelijke inhouds- en gewichtsmaat was.
-
voetnoot1)
- De rekeningpost no. 5 noemt wel het tarief van 10 gr., maar herleiding der betaalde bedragen voert steeds tot 9 gr.
-
voetnoot3)
- = Oostersch, meer in het bijzonder Danziger bier (vgl. Ned. Wbd. in voce).
-
voetnoot4)
- De vijf laatste artikelen komen alleen in de lading van no. 97 voor.
-
voetnoot5)
- Circa 28-30 ton volgens Dr. H.J. Smit: De registers van den biertol in Amsterdam (Histor. Gen. Bijdr. en Med. XXXVIII, blz. 8.)
-
voetnoot1)
- Zie hierachter blz. 228, 229.
Indirect, door inhouding van het lastgeld harer burgers ter aflossing van de leening bij de uitrusting van de oorlogsschepen gedaan, heeft Amsterdam verder een deel der gelden ontvangen.
-
voetnoot1)
- Vgl. in de Informatie o.a. de verklaring van Enkhuizen (blz. 103) en andere plaatsen. Nadere voorbeelden gaf onlangs Dr. E.C.G. Brünner: De waarde der Skibsfart-tabellen. Bijdr. Vad. Gesch. Oudh., IX (5e reeks) blz. 269 vlg.
-
voetnoot2)
- Nadere voorbeelden van Amsterdamsche reederijen met Friesche schippers geeft R. Häpke: Die Regierung Karls V., S. 26 A. 2.
-
voetnoot3)
- Op dit voorbehoud vestigen wij ten sterkste de aandacht. De volgende berekeningen gaan uit van de uitkomsten van enkele maanden en herleidingen, die dringend controle behoeven. De vermenigvuldiging, die wij moesten toepassen, verveelvoudigt natuurlijk elke fout, die bij de verschillende onderstellingen, waarvan wij uitgingen, licht mogelijk is. Het is ook alleen onze bedoeling een grove berekening te maken, waartoe de gegevens van 1507 schijnen te leiden, in de hoop dat materiaal van andere zijde deze wellicht zullen bevestigen.
-
voetnoot1)
- Blijkens de Sonttoltabellen wordt de duur van de vaart eerst later tot achter in het jaar (November en December) verlengd.
-
voetnoot2)
- Bij gunstigen wind duurde de reis van Denemarken naar Holland volgens Guicciardini's bericht 5-6 dagen (vgl. Häpke: Die Regierung Karls V.S. 3.)
-
voetnoot3)
- In 1560 voeren totaal westwaarts 948 schepen, in het Westen thuisbehoorend, waarvan naar bovenstaande maatstaf na midden Augustus 287 = 30%. De cijfers zijn verder voor
1562:1504 - 483 = 32%. |
1563:1805 - 563 = 36.7%. |
1564:1381 - 311 = 22.5%. |
1565:1603 - 573 = 35.7%. |
1566:1819 - 511 = 28.7%. |
1567:1612 - 494 = 30%. |
1568:1572 - 461 = 29.3%. |
Dit percentage, dat voor alle in het Westen thuisbehoorende schepen gold (Hamburgers, Oost-Friezen, Engelschen enz.), zal van dat der Hollanders niet ver afgeweken hebben.
-
voetnoot4)
- Het feit, dat een deel der westwaartsche Sontvaart verder westelijk dan Holland gericht was (Frankrijk, Engeland etc.), is geen factor, die op dit percentage invloed heeft uitgeoefend. De verschillende winden en getijden, die de Hollandsche schippers behoefden om binnen te komen, veroorzaakten zooveel vertraging, dat men even spoedig in Engeland en Frankrijk kon komen. (Vgl. de bijdrage in dit nr. der Bijdr. en Meded., blz. 112, 113.)
-
voetnoot1)
- De cijfers in de Sontvaarttabellen zijn voor 1497, 1503, 1538 resp. 14, 48, 11.
-
voetnoot1)
- Zie hiervóór blz. 197. Verder schepen gevoerd door schippers uit Zierikzee en Antwerpen (nrs. 9, 25, 32).
-
voetnoot2)
- Vgl. V. Lauffer: Danzigs Schiffs- und Waarenverkehr am Ende des XV. Jahrhunderts (Ztschr. des Westpreuss. Geschichtsverein, XXXIII). Stukgoederen (o.a. pelswerk en andere kostbare waren) komen in de rekening niet voor. Vermoedelijk waren deze vrijgesteld van lastgeld. In Lauffer's staten van 1490-1492 (S. 33) worden zij in een enkele lading genoemd.
-
voetnoot1)
- In 1492 vervoerden blijkens de opgaven bij Lauffer (S. 29 flg.) 27 Hollandsche schepen - een deel van alle Hollandsche schepen, daar slechts van 58 van de 562 uit Danzig uitgeloopen schepen aanwijzingen bewaard zijn - 1059 last rogge van Danzig naar Holland (een gemiddelde aldus van ca. 40 last tegenover dat van 42½ last in 1507). Totaal werd uit Danzig in 1492 uitgevoerd 10200 last rogge. Nemen wij aan, dat evenals in 1560 en vlg. jaren 80% van het graanvervoer door de Sont uit Danzig kwam (de export uit deze stad naar het Oostzeegebied kan hierbij verwaarloosd worden) en dat ruim 70% van het vervoer op Hollandsche schepen plaats had (vgl. Unger: De Hollandsche graanhandel, blz. 362), dan komt men in 1492 tot een totaal graanvervoer van ca. 12700 last, waarvan ca. 8500-9000 last op Hollandsche schepen. Het geringere aantal Sontvaarten in 1497 is hiermede in verhouding.
De abnormale toestanden in Holland in 1490 en 1491 hebben in deze jaren waarschijnlijk op het Oostzeeverkeer grooten invloed uitgeoefend en de gegevens voor 1490 en 1491 onbruikbaar gemaakt voor herleidingen.
-
voetnoot2)
- Zie de bijdrage in dit nr. der Bijdr. en Meded., o.a. blz. 94.
-
voetnoot3)
- Een opgave van 1539 (J.S. Theissen: De regeering van Karel V, blz. 219 noot) vermeldt voor de maanden Mei tot October van dit jaar een roggeimport in Amsterdam van 20000 last rogge. In 1539 maakten Hollandsche schepen 928 Sontvaarten, in 1503 (waarin waarschijnlijk het verkeer 't meest met dat van 1507 overeenkwam) 718 Sontvaarten. De totale import is dus naar verhouding sterker gestegen, misschien onder invloed van den invoer uit West-Noordduitschland.
-
voetnoot1)
- Vgl. H. Nirrnheim: Das Hamburgische Pfundzollbuch von 1369, XXXI, XXXII.
-
voetnoot1)
- In margine is aangeteekend: den ontfanckbouck ende blaffaert is hier oic overgegeven die de rentmeester geaffirmeert heeft bij zijnen eedt auctentijck te wesen ende is den ontfanck daernaer geaccordeert.
-
voetnoot2)
- Bij herleiding van het betaalde bedrag blijkt de last op 9 gr. gerekend te zijn.
-
voetnoot1)
- 4 d. 1 bl. in het h.s. veranderd tot 3½ d.
-
voetnoot2)
- 10 s. 3 d. in het h.s. veranderd tot 14 s. 4½ d.
-
voetnoot2)
- In het h.s. staat 1 hondert cleyn hout, ½ hondert wagescot.
-
voetnoot2)
- Vermoedelijk hier te lezen: 64 last rogge - 3 ℔ 4 s.
-
voetnoot2)
- De posten 108-113 waren in de rekening na no. 141 geschreven. Vgl. Inleiding blz. 196.
-
voetnoot1)
- Deze post werd niet gevalideerd (‘deurslegen bij gebreke van quytancy van Hendric Govertss. alzoe Pel gheen ontfanger en es geweest’).
-
voetnoot2)
- Dit cijfer is (met andere hand) namens de commissarissen belast met de auditie ingevuld.
-
voetnoot1)
- (?) Klaarblijkelijk munten ter grootte van 6 mijten.
|