| |
| |
| |
Gegevens betreffende landbouwtoestanden in Rijnland in het jaar 1575,
Medegedeeld door Mr. N.W. Posthumus.
De achterstaande gegevens uit het jaar 1575 aangaande het landbouwbedrijf van de in Rijnland gelegen gemeente Alfen zijn om verschillende redenen merkwaardig. De dorre opsomming van de eigenaars en van de afmetingen der gronden blijkt het mogelijk te maken een beeld te verkrijgen van den toestand van het platte land in den tijd, dat de Spaansche troepen dit onveilig maakten en de inundatie der landerijen een voorname plaats werd toegewezen bij de verdediging dezer gewesten.
Ons is niet met zekerheid bekend, met welk doel het hier gepubliceerde register is vervaardigd. Waarschijnlijk zijn het fiscale motieven geweest, die de overheid ertoe gebracht hebben de economische verhoudingen, waarin de landbewoners leefden, te onderzoeken en op te teekenen. De vermelding der ‘jaerscharen’ in het opschrift schijnt hierop te wijzen en men zal het register wel als een der eerste uit de reeks van boeken mogen beschouwen, waarin het landbezit en de overgang der landerijen hetzij door vervreemding of door versterf geregeld werd bijgehouden, en die tot op onze dagen onder den naam van Morgenboeken, Gaarderboeken of Schrikkeljaarboeken bekend zijn. Enkele gegevens uit het Morgenboek van 1541
| |
| |
omtrent den omvang van het pachtstelsel zijn reeds in 1896 door wijlen den heer Van Dissel gepubliceerdGa naar voetnoot1).
In zooverre neemt dit register een bijzondere plaats in deze serieën in, dat hieruit niet alleen waardevolle gegevens kunnen verkregen worden omtrent den omvang van het landbezit der grondeigenaren te Alfen één jaar na het beleg van Leiden, maar ook opgaven van het aantal morgen lands, dat uit militaire overwegingen onder water was gezet of uit vrees voor den vijand door de bewoners in den steek gelaten, dus ‘desolaet’ was, met andere woorden opgehouden had voor de eigenaars een bron van inkomsten te zijn. Dat de uitgestrektheid dezer desolate landen niet gering was, zal aanstonds blijken. In geen geval behoeft dit te verwonderen, indien wij bedenken, dat zoowel de onveiligheid van het platte land in het algemeen als de nabijheid der Spaansche troepen, die het beleg voor Oudewater hadden geslagen, in het bijzonder de bewoners hun woonplaatsen deden verlaten en elders een goed heenkomen zoeken. Ongetwijfeld heeft ook de langdurige aanwezigheid van den vijand in deze streken in verband met het beleg voor Leiden nog geruimen tijd nagewerkt. Bovendien was, zooals ook blijkt uit het opschrift van afd. VI, in Juli 1575 het land weer onder water gezet, in de hoop hierdoor Oudewater te kunnen ontzetten. Dat dit niet gelukt is, is bekend.
Het blijkt dan, dat in dezen tijd niet minder dan 92.6% van al het land desolaat of onbebouwd is, een percentage, dat een sterken indruk geeft van den moeilijken en treurigen toestand, waarin de landbevolking omstreeks 1575 moet geleefd hebben. Waar de bewoners gebleven zijn, is te vermoeden; zij zijn hoofdzakelijk naar de omliggende steden gevlucht, met name naar het toen reeds veilige Leiden. Vooral vrouwen en kinderen hebben zich in grooten getale daarheen gered.
Bij de geringe kennis, die wij van de grootte der
| |
| |
landbouwbedrijven uit vroeger tijd hebben, moeten wij deze bron, al loopt zij over een klein - maar historisch interessant - territoir, dankbaar aanvaarden. Zij brengt slechts één teleurstelling; over de uitgebreidheid van het pachtstelsel licht zij ons in tegenstelling met het morgenboek van 1541 niet in. Een enkel maal wordt meegedeeld, dat het land in huur is geweest, maar wij mogen deze gevallen niet als de eenige beschouwen, waarin pachters aanwezig waren. Het geldt dan bijna altijd een geestelijke stichting, die niet in de mogelijkheid verkeerde het land zelf te bebouwen en waarbij dus het pachtstelsel vanzelf was aangewezenGa naar voetnoot1).
Maar naast deze teleurstelling brengt het register ook een belofte. Het vestigt niet alleen de aandacht op de wenschelijkheid de eigendomsverhoudingen van den grond nauwkeuriger te bestudeeren dan tot heden is geschied, maar wijst ook de mogelijkheid daartoe aan. Daar dit handschrift, zooals gezegd, tot een serie registers behoort, waarin de veranderingen, die het grondbezit onderging, geregeld werden bijgehouden, moet het mogelijk zijn door de statistische bewerking der daarin voorkomende gegevens voor bepaalde streken een beeld te ontwerpen van de ontwikkeling der grondeigendomsverhoudingen over een lange reeks van jaren, ja zelfs over eeuwen. In het Archief van het Hoogheemraadschap Rijnland, waarin ik dit stukGa naar voetnoot2) aantrof, bleken mij dan ook bij mijn onderzoek de in den Catalogus van deze organisatie vermelde schrikkeljaarboeken der verschillende Rijnlandsche dorpen belangrijke gegevens hierover te bevatten. In elk schrikkeljaar werd opname gedaan en werden de wijzigingen aangeteekend; sommige dezer registers loopen van het begin der zeventiende tot de negentiende eeuw door.
Uit ons register blijkt, dat de totaaloppervlakte van het ambacht van Alfen volgens de meting der ambachts- | |
| |
bewaarders 1822 morgen 1½ hont bedroegGa naar voetnoot1). Dit verschilt aanmerkelijk met de opgave van het morgenboek van 1541, volgens welk het ambacht ruim 2293 morgen telde, en van die der Informacie van 1514, waarin verklaard wordt, dat er 2400 morgen land warenGa naar voetnoot2). Maar daarop volgt, dat hiervan 400 morgen zoo slecht waren, dat zij het ‘ongeld’, dus de grondbelasting, niet konden dragen. Zoo komen ook hier praktisch slechts 2000 morgen in aanmerking, hetgeen nog wel niet met de meting van 1575 overeenstemt, maar m.i. geen moeilijkheid behoeft op te leveren, daar in de Informacie afgeronde cijfers voorkomen, zoodat het cijfer van 1514 op een schatting berust; het onze daarentegen is het resultaat van een nauwkeurige opmeting der belaste gronden. Waarschijnlijk speelt ook in de opgave van 1541 dezelfde kwestie een rol.
Wel doet zich hierbij een nieuwe vraag voor. Daar nu gebleken is, dat het ambacht van Alfen inderdaad grooter is dan 1822 morgen, de verdeeling van den grondeigendom van 400 morgen in ons register mogelijk zelfs verzwegen is, mag het dan wel als geoorloofd worden beschouwd het voor wetenschappelijke doeleinden te gebruiken? M.i. door deze omissie misschien nog te meer. Immers het geldt hier blijkens de verklaring der Informacie volkomen waardelooze grond; wat voor waarde heeft het te weten, wie hiervan de eigenaars zijn? De financieele positie en de economische beteekenis van den eigenaar worden door het bezit dezer waardelooze landen allerminst vergroot. Indien het register ook deze landen bevatte, zouden in onze telling ongelijksoortige grootheden bijeengevoegd en het eerste voorschrift der statistische methode overtreden zijn. Men had dan misschien gevonden, dat er veel meer personen dan nu ‘groot’-grondbezitters waren, die praktisch echter allerminst daartoe konden gerekend worden.
Voordat wij overgaan tot het geven der cijfers omtrent de verdeeling van het landbezit nog één opmerking: het
| |
| |
geldt hier niet het totale landbezit der verschillende personen vast te stellen, maar hun bezit in het ambacht van Alfen. Het is zeer waarschijnlijk, dat vele der hier genoemde personen ook elders grond in eigendom hadden. Hun geheele landbouwbedrijf leeren wij dus niet kennen. Ons overzicht geeft uitsluitend een landbouwbedrijfsstatistiek binnen de grenzen van het ambacht van Alfen.
In het register worden de erven naar hun ligging vermeld, vandaar dat, wil men een overzicht van den totaaleigendom der eigenaren binnen het ambacht verkrijgen, de verschillende en versprokkelde deelen van hun bezit bijelkaar moeten worden geteld. De volgende cijfers betreffen dus geen ‘arrondierte’ grondstukken.
Het blijkt nu, dat de opgeteekende 209 erven aan 148 verschillende eigenaars toebehoorden, aldus onder hen verdeeld:
Er hadden |
|
minder dan |
1 morgen: |
3 personen. |
|
1-2 morgen: |
3 personen. |
|
2-3 morgen: |
6 personen. |
|
3-4 morgen: |
8 personen. |
|
4-5 morgen: |
5 personen. |
|
5-6 morgen: |
7 personen. |
|
6-7 morgen: |
6 personen. |
|
7-8 morgen: |
8 personen. |
|
8-9 morgen: |
7 personen. |
|
9-10 morgen: |
7 personen. |
|
10-15 morgen: |
24 personen. |
|
15-20 morgen: |
15 personen. |
|
20-25 morgen: |
21 personen. |
|
25-50 morgen: |
27 personen. |
|
50-75 morgen: |
1 persoon. |
|
_____ |
|
Totaal 148 personen. |
Hieruit is de volgende groepeering samen te stellen:
Dwergbedrijf (-1 m.): |
3 pers. = 2. -% |
Kleinbedrijf (1-5 m.): |
22 pers. = 14.9% |
Middelbedrijf (5-25 m.): |
95 pers. = 64.2% |
Grootbedrijf (25-75 m.): |
28 pers. = 18.9% |
|
_____ |
|
148 pers. = 100% |
| |
| |
Het middelbedrijf komt dus het meest voor, het kleinbedrijf heeft eenige, het dwergbedrijf zoo goed als geen beteekenis. Het grootbedrijf volgt in belangrijkheid terstond op het middelbedrijf.
Ook omtrent het verschijnsel der afwonende eigenaren worden eenige inlichtingen verkregen. De eigendom der geestelijke stichtingen inbegrepen was, voor zoover de opgaven een berekening toelaten, 18.6% van alle land in handen van vreemde, niet in het ambacht wonende personen. In werkelijkheid zal dit percentage wel hooger geweest zijn; onder de vermeldingen, dat de erfgenamen, de kinderen of de weezen van een of ander persoon thans eigenaars van het goed zijn, schuilt zeer zeker nog menig afwonend eigenaar, maar hoeveel, is uit den aard der zaak niet na te gaan.
Het landbezit der geestelijke gestichten alleen blijkt nog 7.9% van de totaaloppervlakte te bedragen. Voor het meerendeel waren deze instellingen te Leiden gevestigd.
N.W.P.
| |
Quoyer van den ambochte van Alphen, overgelevert by Gerrit Dircxz. uut de Steect ende Gerrit Dircxz. Capiteyn, ambachtbewaerders van den voirs. ambachte, beroerende jaerschaer ende gebruyckte landen van den zomer van (15)75.
I. Eerstelijck die westzyde ofte Horn, begrepen onder de Grote Polder.
1. | Thonis Dircxz. 11 mergen 2 hondt, waeroff desolaet ende ongebruyct geweest zijn 10 mergen 2 hondtGa naar voetnoot1), die reste gebruyct, als 1 mergen. |
2. | Vrerick Dircxz. 7 mergen 2½ hont, desolaet 6 mergen 2½ hont, gebruyct 1 mergen. |
3. | Die wedue van Dirck Gerritsz. 15 mergen, desolaet 13 mergen, ghebruyct 2 mergen. |
4. | Die weeskinderen van Willem Jansz. ende de wedue
|
| |
| |
| van Lenaert Jansz. tsamen 18½ mergen 1½ hont, desolaet 17½ mergen 1½ hont, ghebruyct 1 mergen. |
5. | Die kinderen van Cornelis Cornelisz. Zoipgen 18½ mergen 1½ hont, desolaet 17 mergen 1½ hont, ghebruyct 1½ mergen. |
6. | D'erffgenamen van Dirck Gerritsz. 18 mergen 1 hont, desolaet 16 mergen 1 hont, ghebruyct 2 mergen. |
7. | D'erffgenamen van Cornelis Jan Eewoutsz. 13½ merghen, all desolaet. |
8. | Dirck Adriaensz. huyrt van Heynrick Heermael ende van 't convent van Rodenburch off van meester Rutgaert tsamen 20 mergen 1½ hont, desolaet 17 mergen 1½ hont, ghebruyct 3 mergen. |
9. | Die wedue ende erffgenamen van Dirck Louwen 15½ mergen 1½ hont, desolaet 13½ mergen, ghebruyct 2 mergen (1½ hont.) |
10. | Symon Jansz. 7 mergen 1 hont, desolaet 5½ mergen 1 hont, gebruyct 1½ mergen. |
11. | Frans Claes buytensdijcx 3 hont. |
12. | Huych Jansz. 10½ mergen 1½ hont, desolaet 8½ mergen 1½ hont, ghebruyct 2 mergen. |
13. | Die kinderen van Aert Ghijssen huyren van Heynrick Verlaen ende van de Reguliers van Leyderdorp 18½ mergen 1½ hont, desolaet 16½ mergen 1½ hont, gebruyct 2 mergen. |
14. | Willem Elbertsz. ende Maerten Symonsz. tsamen 15½ mergen 2½ hont, desolaet 14½ mergen 2½ hont, gebruyct 1 mergen. |
15. | Appolonie Jacobs, daer 't huys op staet buytendijcx, 2 hont. |
16. | Maerten Symonsz. 19½ mergen 2 hont, desolaet 16½ mergen 2 hont, gebruyct 3 mergen. |
17. | Steven van Huesden 7½ mergen 2½ hont, desolaet 6½ mergen 2 hont, gebruyct 1 mergen. |
18. | Appolonie Jacobs 7 mergen 2½ hont, all desolaet. |
19. | Heynrick Gerritsz. 8 mergen 2 hont, desolaet 7 mergen 2 hont, ghebruyct 1 mergen. |
20. | D'erffgenamen van Beatris Jans 17 mergen 2½ hont, desolaet 16 mergen 2½ hont, ghebruyct 1 mergen. |
21. | D'erffgenamen van Claes Noyssen 17 mergen 3½ hont, desolaet 16 mergen ½ hont, gebruyct 1½ mergen. |
| |
| |
22. | Dirck Ghijssen 21 mergen 3½ hont, desolaet 19 mergen 3½ hont, gebruyct 2 mergen. |
23. | D'erffgenamen van Aert Sproncxz. 1½ mergen 1 hont, desolaet. |
24. | D'erffgenamen van Willem Cop 5½ mergen ½ hont, desolaet. |
25. | D'selve noch 5 mergen 2½ hont, all desolaet. |
26. | D'erffgenamen van Reyer Jansz. 5 mergen ½ hont, all desolaet. |
27. | Govert Cornelisz. 8½ mergen ½ hont, desolaet 7½ mergen 1 hont, gebruyct 1 mergen. |
28. | D'erffgenamen van Willem Coppen 33½ mergen, desolaet 29½ mergen, gebruyct 4 mergen. |
29. | Die kinderen van Willem Coppen 10½ mergen 1 hont, desolaet. |
30. | Die wedue van Willem Dircxz. Rynenburch 23 mergen 1 hont, desolaet 20 mergen 1 hont, gebruyct 3 mergen. |
31. | D'erffgenamen van Louris Fransz. 7½ mergen 1 hont, desolaet. |
32. | Cornelis Dircxz., alias Val, 19 mergen 2 hont, all desolaet. |
33. | Die kinderen van Frans Jansz. 2½ mergen 2½ hont, desolaet. |
34. | D'erffgenamen van Lenaert Gerritsz. 8½ mergen 1 hont, desolaet. |
35. | Jan Adriaensz. de Wilde, fugitive, 7 mergen 2½ hont, all desolaet. Belent an de oostzyde Cornelis Paedts, an de westzyde d'erffgenamen van Lenaert Gerritsz. voors., streckende van den Rijndijck tot d'erffgenamen van Symon Jansz.'s lant toe als bruyckers. |
36. | Den uuyterdijck, groot 3 hont, toebehorende Cornelis Dircxz., desolaet. |
37. | Cornelis Paedts 6 mergen 2 hont, desolaet 4 mergen 2 hont, gebruyct 2 mergen. |
38. | Die kinderen van Willem Jansz. Bouman 5½ mergen, desolaet 3½ mergen, gebruyct 2 mergen. |
39. | Die gasthuysmeesters binnen Leyden 11½ mergen, desolaet. |
40. | Willem Thonisz. tot Leyden 4½ mergen 1½ hondt, desolaet. |
| |
| |
41. | Die kinderen van Symon Jansz. 14½ mergen 1 hont, desolaet 11½ mergen 1 hont, gebruyct 3 mergen. |
42. | Noch 11½ mergen 2 hont, eertijts gebruyct by Boumans kinderen, desolaet. |
43. | Foy van Brouchoven 4 mergen 2 hont, desolaet. |
44. | Willem Jacobsz. Verloet 21 mergen 1 hont, desolaet. |
45. | D'erffgenamen van Cornelis Pietersz. 4 mergen 1 hont, desolaet. |
46. | Meester Jan Duyck 5½ mergen 2 hont, desolaet. Eertijts bruycker Huybert Thijsse. |
47. | 't Capittel van den Hogelande 6½ mergen 2 hont, desolaet. Eertijts bruycker Louris Fransz. cum sociis. |
48. | Meester Jan Duyck 5½ mergen 1 hont, desolaet. Eertijts bruycker Louris voors. cum sociis. |
49. | Ael Louris met Louris Fransz. kint 4 hondt, desolaet 1 hondt, gebruyct 3 hont. |
50. | Joncker Jacob Coppier 31 mergen 2 hont, desolaet. |
51. | Dirckgen Hoven 5 mergen 1 hont, desolaet. |
52. | Die pastorie tot Alphen 8 mergen, desolaet. Eertijts gebruyct by Willem Aertsz. ende Frans Jansz. |
53. | Claes Willemsz. 11 mergen, desolaet 9 mergen, gebruyct 2 mergen. |
54. | D'erffgenamen van Cathrijn Willem Bouwensz. 4 mergen 1½ hondt, all desolaet. |
55. | Eewout Pietersz., Willem Jacobsz. ende de kinderen van Cornelis Pietersz. tsamen 15½ mergen 2 hondt, desolaet. |
56. | Dirck Pietersz. kinderen 3½ mergen 2 hont, desolaet. |
57. | D'erffgenamen van Dirck Cornelisz. 4 mergen ½ hont, desolaet. |
58. | D'erffgenamen van Jan Vriessen 8 mergen 2 hont, desolaet. |
59. | D'erffgenamen van Willem Jansz. Bouman 6 mergen 2 hont. |
60. | Die leprosen tot Leyden 9 mergen, desolaet. Laetst gebruyct by Gerrit Jacobsz. |
61. | D'erffgenamen van meester Gerrit Verlaen 5½ mergen 1 hont, desolaet. |
| |
| |
62. | Meester Jan Hogelande t'Utrecht 5½ mergen 2½ hont, desolaet. Eertijts gebruyct by Jannetgen Dirck Heynen. |
63. | D'erffgenamen van Dirck Heynrick Claessen 5½ mergen 1½ hont, desolaet. |
64. | Jan Jansz. Broer 6 mergen, desolaet. |
65. | Die wedue van Vries Jansz. 6 mergen, desolaet 4 mergen, gebruyct 2 mergen. |
66. | Jacob Jansz. 12 mergen 3 hont, desolaet 10 mergen 3 hont, gebruyct 2 mergen. |
67. | D'erffgenamen van Jan van Oesterwijc 4½ mergen 2½ hont, desolaet. Eertijts gebruyct by Cornelis Janz. Lou. |
68. | Bastiaen Jansz. 14½ mergen 1½ hont, desolaet 13½ mergen 1½ hont, ghebruyct 1 mergen. |
69. | Die hoffstede, laetst gebruyct by Dirck Boeyensz., groot 10½ mergen 1 hont, d'welcke toebehorende is tot Amsterdam, desolaet. |
70. | Mees Gerritsz. 8½ mergen 2 hont, desolaet. |
71. | Meester Jan Hogelande t'Utrecht 6 mergen 3½ hont, desolaet, laetst gebruyct by Joost Jacobsz. |
72. | Jan Claes Jannen 5 mergen 3½ hont, desolaet 3 mergen 3½ hont, gebruyct 2 mergen. |
73. | D'erffgenamen van Haesgen Jans 13 mergen, desolaet. |
74. | Willem Jacobsz. 7½ mergen 2 hont, desolaet 6 mergen 2 hont, ghebruyct 1½ mergen. |
| |
II. Hier begint Jan van Alphens polder ende leyt allheel doorgaens desolaet ende ungebruyct.
75. | Dirck Adriaensz. 18 mergen 1 hont, desolaet. |
76. | Willem Evertsz. 3½ hondt, desolaet. |
77. | Die wedue ende erffgenamen van Dirck Louwen 22 mergen, desolaet. |
78. | Symon Jansz. 6 mergen. }All desolaet. |
79. | Huych Jansz. 9 mergen 2½ hont. }All desolaet. |
80. | Claes Willemsz. 5 mergen 5 hont. }All desolaet. |
81. | Dirck Boeyensz. 5½ mergen 2½ hont. }All desolaet. |
82. | Jacob Jansz. 16 mergen 2 hont. }All desolaet. |
| |
| |
83. | Die wedue van Vries Jansz. 5½ mergen 1 hont. }All desolaet. |
84. | D'erffgenamen van Dirck Heynricxz. 3 mergen ½ hont. }All desolaet. |
85. | Mees Gerritsz. 12 mergen 3½ hont. }All desolaet. |
86. | D'erffgenamen van Aert Ghijssen 10½ mergen 2½ hont. }All desolaet. |
87. | Willem Elbertsz. ende Maerten Symonsz. tsamen 10½ mergen. }All desolaet. |
88. | Maerten Symonsz. 12½ mergen 2 hont. }All desolaet. |
89. | Heynrick Gerritsz. 7½ mergen 1 hont. }All desolaet. |
90. | D'erffgenamen van Beatris Jans 6 mergen. }All desolaet. |
91. | D'erffgenamen van Claes Noyssen 1 mergen 3½ hont. }All desolaet. |
92. | D'erffgenamen van Symon Jansz. 7 mergen 1½ hont. }All desolaet. |
93. | Jan Heynricxz. 4½ mergen. }All desolaet. |
94. | Eewout Pietersz. }tsamen 2½ mergen.
Willem Jacobsz. ende de kinderen van Cornelis Pietersz. }tsamen 2½ mergen. }All desolaet. |
95. | D'erffgenamen van Dirck Pietersz. 1½ mergen 2 hont. }All desolaet. |
96. | D'erffgenamen van Dirck Cornelisz. 1½ mergen 2 hont. }All desolaet. |
97. | D'erffgenamen van Jan Vriessen 3 mergen 2½ hont. }All desolaet. |
98. | Die kinderen van Willem Jansz. Bouman 2 mergen ½ hont. }All desolaet. |
99. | Die leprosen tot Leyden 2 mergen 2½ hont. }All desolaet. |
100. | D'erffgenamen van meester Gerijt Verlaen 6½ mergen 2½ hont. }All desolaet. |
101. | Meester Jan Hogelande 2½ mergen 1 hont. }All desolaet. |
102. | D'erffgenamen van Dirck Heynricxz. 2½ mergen 2 hont. }All desolaet. |
103. | Jan Jansz. 3 mergen 1 hont. }All desolaet. |
| |
| |
104. | D'erffgenamen van Jan van Oesterwije 3 mergen 1 hont. }All desolaet. |
105. | Bastiaen Jansz. 10 mergen 4 hont. }All desolaet. |
106. | 't Landt, toecomende t'Amsterdam, eertijts gebruyct by Dirck Boeyensz., 7½ mergen 2½ hont. }All desolaet. |
107. | Meester Jan Hogelande t'Utrecht 7 mergen 2 hont. }All desolaet. |
108. | Willem van Loo 50 mergen 4 hont. }All desolaet. |
109. | Willem Jacobsz. 13 mergen 3½ hont. }All desolaet. |
110. | Jan Claes Jannen 5 mergen. }All desolaet. |
| |
III. Hier beghint 't Rietveltslandt, 't welck leyt van Coppierenkade ofte Dwerskade off, loopt nae de Burgooch ende leyt heel ende all desolaet ende ongebruyct.
111. | Thonis Direxz. 1½ mergen., }All desolaet. |
112. | Pieter Heynricxz. 1½ mergen. }All desolaet. |
113. | Ael Noyssen erffgenamen 3 mergen. }All desolaet. |
114. | Gerrit Dircxz. 3 mergen 1½ hont. }All desolaet. |
115. | Dirck Jaep Rycken 3½ mergen. }All desolaet. |
116. | D'erffgenamen van Claes Noyssen 3 hont. }All desolaet. |
117. | Die wedue van Dirck Gerritsz. 4 mergen ½ hont. }All desolaet. |
118. | Die kinderen van Vrerick Dircxz. 2 mergen. }All desolaet. |
119. | D'erffgenamen van Jan Buenissen 3 mergen. }All desolaet. |
120. | Jan Florijs 3½ mergen. }All desolaet. |
121. | De kinderen van Willem Jansz. met Barbare Jans tsamen 11½ mergen 1 hont. }All desolaet. |
122. | D'erffgenamen van Zoopges 19 mergen 1 hont. }All desolaet. |
123. | D'erffgenamen van Dirck Gerritsz. 12 mergen 1 hont. }All desolaet. |
124. | D'erffgenamen van Cornelis Jansz. 7½ mergen 2 hont. }All desolaet. |
| |
| |
| |
IV. Hier beghint dat landt tusschen Spykeboor ende Burgooch, ende is heel onvruchtbaer ende leyt desolaet.
125. | Willem Elbertsz. 1 mergen 2 hont. }Desolaet. |
126. | Die pastorie tot Buscoop 1 mergen. }Desolaet. |
127. | Joncker van Raphorst 15 mergen 2 hont. }Desolaet. |
128. | D'erffgenamen van Pieter Claes Jannen 8 mergen 2 hont. }Desolaet. |
129. | Gerrit Dircxz. Cuper, 3 mergen 1 hont. }Desolaet. |
130. | Claes Bouwensz. 5 mergen 1 hont. }Desolaet. |
131. | Die wedue van Dirck Gerritsz. 9 mergen ½ hont. }Desolaet. |
132. | Willem Aertsz. met Frans Jansz. kinderen tsamen 6 mergen. }Desolaet. |
133. | D'erffgenamen van Cornelis Jan Lou 18 mergen. }Desolaet. |
134. | Baertgen Sprongh dochter 6½ mergen. }Desolaet. |
135. | Andries Aertsz. ende Maerten Jacobsz. tsamen 16 mergen. }Desolaet. |
136. | D'erffgenamen van Symon Heynen 10 mergen. }Desolaet. |
137. | Dirck Boeyensz. ende d'erffgenamen van Maerten Molenaer 6 mergen 2 hont. }Desolaet. |
138. | Jacob Jansz. 1½ mergen. }Desolaet. |
139. | Lenaert Cornelisz. 5 mergen. }Desolaet. |
140. | Jan Maertsz. 16 mergen. }Desolaet. |
141. | Cornelis Jacobsz. 16 mergen. }Desolaet. |
142. | Jan Claes Jannen 4 mergen. }Desolaet. |
| |
V. Hier beghint 't lant tusschen Spyckeboor ende Boscoop, ghenaempt die...Ga naar voetnoot1)
143. | Gerrit Claes Reyntges 5 mergen, desolaet. |
| |
| |
144. | Cornelis Claesz. 19 mergen, desolaet 15 mergen, gebruyct 4. |
145. | Inge Symon Claessen 10 mergen 2 hont, desolaet 7 mergen 2 hont, gebruyct 3 mergen. |
146. | Claes Bouwensz. 3½ mergen, desolaet 2 mergen, gebruyct 1½ mergen. |
147. | Cornelis Jan Claesz. 4½ mergen 1½ hont, desolaet. |
148. | Aem Dircxz. 21 mergen, desolaet 17 mergen, gebruyct 4 mergen. |
149. | Die wedue van Cornelis Jansz. 17 mergen, desolaet 13 mergen, gebruyct 4 mergen. |
150. | Baernt Cornelisz. 25 mergen, desolaet 21 mergen, gebruyct 4 mergen. |
151. | Gerrit Claesz. 2 mergen, desolaet. |
152. | Cornelis Dircxz. 7 mergen, desolaet. |
153. | Claes Jansz. 2 mergen 1½ hont, desolaet. |
154. | Joost Jansz. 4½ mergen, desolaet. |
155. | D'erffgenamen van Jan van Zijl 3 mergen, desolaet. |
156. | Willem Thomasz. 2 mergen, desolaet. |
157. | D'erffgenamen van Jonge Neel Ariens 2 mergen, desolaet. |
158. | Jan Maertsz. 10½ mergen 1 hont, desolaet. |
159. | Lenaert Cornelisz. 11 mergen, desolaet. |
160. | Willem Jansz. kinderen 19½ mergen, desolaet 15½ mergen, gebruyct 4 mergen. |
161. | Cornelis Jacobsz. 12 mergen, desolaet. |
162. | Cornelis Baerntsz. 20 mergen, desolaet 17 mergen, gebruyct 3 mergen. |
| |
VI. Hier beghinnen die landen, ghelegen an den oostzyde van der Gouwe onder Alphen, weleke all tezamen omtrent den 17en July anno 75 onder water, omme Oudewater te ontsetten, gesedt zijn, ende hebben die buyren overmits 't water ende den viant zedert die tijt haer hoffsteden geruympt ende haer landen desolaet onder water moeten laten legghen.
163. | Die kinderen van Jan Aertsz. 27½ mergen 2 hont, desolaet. |
| |
| |
164. | Joncker Jacob Coppier 8 mergen, desolaet. |
165. | Heynrick Heermael 10½ mergen 2 hont, desolaet. |
166. | Allert Schatter ende andere 22½ mergen 2 hont, desolaet. |
167. | Meester Dirck Ramp 4 hondt, desolaet. |
168. | Joneffrouw Margriete van Calslagen 39 mergen 2½ hondt, all desolaet. |
169. | Foy van Brouckhoven, bailliu van Rijnlant, 19½ mergen ½ hont, ongebruyct. |
170. | Dirck Claesz. 13½ mergen ½ hont, desolaet 11½ mergen ½ hont, gebruyct 2 mergen. |
171. | Die hoffstede van Jan van Zijl, groot 35 mergen 3½ hont, toecomende t'Amsterdam, desolaet. |
172. | Die kinderen van Yde Thomas 9 mergen 3½ hont, desolaet 8 mergen 3½ hont, gebruyct 1 mergen. |
173. | Cornelis Stalpaert van der Wielen 9½ mergen 2 hont, desolaet. |
174. | Sinte Cathrynengasthuys tot Leyden met meer andere 23 mergen ½ hont, desolaet; laetst gebruyct by de erffgenamen van Jan Roeten. |
175. | Willem Cornelisz. tot Leyden 1½ mergen 2 hont, desolaet. |
176. | D'erffgenamen van Claes [Aelwijnsz.] 6½ mergen 1½ hont, desolaet; eertijts gebruyct by Mees Gerritsz. |
177. | Jan Conincxz. erven 9 mergen, desolaet. }Dit plach te bruycken Symon Heynen. |
178. | Cornelis Stallpaert 16½ mergen 2½ hont, desolaet. }Dit plach te bruycken Symon Heynen. |
179. | Meester Jacob van Endegeest met meer andere 16½ mergen 2½ hont, desolaet 13½ mergen 2½ hont, gebruyct 3 mergen by Cornelis Cornelisz. Hontscoop. |
180. | Symon Eymbertsz. 20 mergen ½ hont mette Reguliers ende andere, desolaet 16½ mergen ½ hont, gebruyct 3½ mergen. |
181. | Den Heyligen Geest tot Leyden mettet clooster van Rodenburch ende meer ander 23 mergen 2 hont, desolaet 20 mergen, gebruyct by Aris Jansz. 3 mergen. |
182. | Die kinderen van Symon Willemsz. 22½ mergen 1½ hont, desolaet 20 mergen 1½ hont, gebruyct 2½ mergen. |
183. | D'erffgenamen van Jan Govertsz. 15½ mergen
|
| |
| |
| 1 hont, desolaet 14½ mergen 1 hont, gebruyct 1 mergen. |
184. | Pieter Heynricxz. 10½ mergen, desolaet 8 mergen, gebruyct 2½ mergen. |
185. | Govert Jansz. 8½ mergen, desolaet 6½ mergen, ghebruyct 2 mergen. |
186. | Die weeskinderen van Jan Gerritsz. ende Dirkgen Hoven 8 mergen 1½ hont, desolaet. |
187. | Roel Korssen ende Jan Paedts met meer andere 45 mergen 1½ hont, desolaet 39 mergen 1½ hont, gebruyct 6 mergen. |
188. | D'erffgenamen van Pieter Haeck tot Middelburch 29 mergen 2 hont, desolaet 26 mergen 2 hondt, gebruyct by de kinderen van Barbare Sprongen 3 mergen. |
189. | Sinte Michiels susterhuys tot Leyden 13½ mergen, desolaet 12½ mergen, gebruyet by Mees Reyersz. 1 mergen. |
190. | Meester Jacob de Jonghe 21½ mergen 2½ hont, desolaet 19½ mergen 2½ hont, gebruyct by Claes ofte Jan Dircx zonen 2 mergen. |
191. | Symon Heynricxz. erffgenamen 14 mergen 1½ hont, desolaet 13 mergen 1½ hont, gebruyct by Gherijt Jansz. 1 mergen. |
192. | Die falyde bagynen 14½ mergen 2½ hont, desolaet 13½ mergen 2½ hont, gebruyct by Jan Cornelisz. 1 mergen. |
193. | Die landtcommanduer t'Utrecht 31 mergen 2 hont, desolaet 28 mergen 2 hont, gebruyct by de wedue van Jan Korssen 3 mergen. |
194. | Die kinderen van heer Gherijt van Renes 19½ mergen ½ hont, desolaet 17 mergen ½ hont, gebruyct by Gerrit Dircxz. 2½ mergen. |
195. | D'erffgenamen van Claes Aelwijnsz. 7½ mergen 1½ hont, desolaet 6½ mergen 1½ hont, gebruyct by Adriaen Neelen 1 mergen. |
196. | Cornelis Symon Pietersz. 25 mergen 1½ hont, desolaet 22 mergen 1½ hont, gebruyct 3 mergen. |
197. | Jacob Thonisz. 9 mergen 1½ hont, desolaet 8½ mergen 1½ hont, gebruyct by Gerrit Dircxz. 3 hondt. |
198. | Sinte Cathrynengasthuys, desolaet 9 mergen, laetst gebruyct by Aris Jansz. |
| |
| |
199. | D'erffgenamen van Jan Govertsz. 9½ mergen 1 hont, desolaet 8 mergen 1 hont, gebruyct 1½ mergen. |
200. | Cornelis Pietersz. ende meer andere 16½ mergen 2 hont, desolaet 13 mergen 2 hont, gebruyct 3½ mergen. |
201. | Heynrick Heermael 18 mergen 1 hont, desolaet 15½ mergen 1 hont, gebruyct by de wedue van Cornelis Dircxz. 2½ mergen. |
202. | D'erffgenamen van Cornelis Claes Pieterssen 9 mergen 5 hont, desolaet 8 mergen 5 hont, gebruyct by Roel Korssen 1 mergen. |
203. | Thomas Jansz. 13½ mergen 2½ hondt, desolaet 11 mergen 2½ hont, gebruyct 2½ mergen. |
204. | Pieter Dircxz. 21 mergen, desolaet 19 mergen, gebruyct 2 mergen. |
205. | Michiel Symonsz. 20½ mergen, desolaet 18½ mergen, gebruyct 2 mergen. |
206. | Die wedue van Ghijsbert Symonsz. 6½ mergen, desolaet. |
207. | Die kinderen van Ghijsbert Aertsz. 4½ mergen 1 hondt, desolaet. |
208. | Cornelis Jacobsz. Brouwer tot Amsterdam 30 mergen 2 hont, desolaet 27 mergen 2 hont, gebruyct by de wedue van Claes Ghijssen ende by Cornelis Ghijssen 3 mergen. |
209. | D'erffgenamen van Jan Gerrit Hoven 9 mergen, desolaet 8 mergen, gebruyct 1 mergen. |
Wy, Gerrit Dircxz. uut de Steect ende Gerrit Dircxz. Capiteyn, ambachtbewaerders van den ambachte van Alphen, verclaren alsdat wy alle die morgentalen volgende den aenbrengh, gaerbouck ende sekerheyt, daervan zijnde, terecht doen scryven hebben by onsen clerck nae onse beste wetenschap. In kennisse onse gewoonlicke handt hier elck onder gestelt opten 21en February 1576, stilo communi.
By mijn, Gherijt Dirckz.
Gherijt Dirckz.
Archief van het Hoogheemraadschap Rijnland. |
-
voetnoot1)
- Handelingen en Mededeelingen Maatsch. v. Nederl. Lett. 1896-97, bl. 152.
-
voetnoot1)
- Vgl. o.a. §§ 8, 13, 62, 71, 172, 181, 189, 192.
-
voetnoot2)
- Het hs., groot 8 fol., bevindt zich in een pakket morgenboeken van Alphen.
|