Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 34
(1913)– [tijdschrift] Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 272]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Adviezen van den Hollandschen ingenieur Johan van Valkenburg over de bevestiging van Rostock,
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 273]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en geven een duidelijk beeld der nieuwe methoden, die het eerst in ons land op dat gebied werden toegepast.’ Het zij mij vergund met enkele woorden deze ‘nieuwe methoden’ nader toe te lichten.
Het Italiaansche stelsel van bevestiging, in de 16de eeuw in zwang, had groote nadeelen: hooge muren en kostbaar metselwerkGa naar voetnoot1). Zoowel de benoodigde tijd als het even noodige geld ontbraken hier te lande om de bestaande verdedigingswerken in dien zin te wijzigen. Doch ook de vorderingen, welke de artillerie inmiddels gemaakt had, waren oorzaak, dat het vertrouwen op de superioriteit van het Italiaansche stelsel in vrij hevige mate werd geschokt; de hooge muren waren zichtbaar en dus vernielbaar. Deskundige schrijvers als Daniel SpeckleGa naar voetnoot2) stelden daarom voor, de muren te verlagen en de ravelijnen te vergrooten; in onze lage terreinen werden muren als bekleeding voor aarden wallen zelfs geheel weggelaten. Op het laatst der 16de eeuw hadden de meeste verdedigbare Nederlandsche steden dan ook oude, lage muren met rondeelen of kleine bastions tot omwalling; soms vóór de poorten een klein aardewerk. Later verhoogde men den bestaanden wal of wierp een nieuwen hoofdwal op; deze was naar oud-Gal- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 274]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lischen trant opgebouwd uit balken, mest, aarde enz. De hoofdwal bestond uit één hoogen en één of meer lage wallen (fausse-brayes); vóór dezen was een ± 30 M. breede hoofdgracht gegraven. De faussebraye werd tot plaatsing van geschut ingericht ter bestrijking van de gracht(en) en den bedekten weg. Vóór de saillanten der bastions lagen ravelijnen (zgn. halve manen of lunetten) en ook voor het midden van elk front een ravelijn. Natte grachten scheidden deze werken van den bedekten weg, die ter plaatse niet zeer breed was. De wallen waren meestal van aarde, in latere jaren soms bemuurd. De gemeenschap tusschen de verschillende deelen werd met vaartuigen onderhouden. De dubbele flanken der Italiaansche bevestigingswijze vervielen dus; de katten (cavaliers) in de bolwerken en op de courtines bleven. De bedekte weg werd van een banket en het glacis van palissaden met ijzeren pinnen (ambosaten) voorzien. Buiten het glacis werden nog afzonderlijke werken aangelegd, soms door een loopgraaf met de vesting verbonden. Behalve door lunetten trachtte men de steden meer weerstandsvermogen te geven door het aanbrengen van talrijke buitenwerken: contre-garden, ravelijnen, hoorn- en kroonwerken, ook vóór de courtines, meestal door grachten en fausse-brayes omgeven. Om meer stormvrijheid te geven werden ze met palissaden omringd; ook de hoofdwal werd er mee voorzien. Op de bermen plantte men zware doornheggen. Werd aanvankelijk de dikte der borstwering bepaald in verband met het indringingsvermogen der projectielen, in de 17de eeuw werd alles met behulp van zuiver theoretische formules berekend. Maurits voerde de contravallatie-linie (tegen de tot ontzet | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 275]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bestemde troepen) weer in. Een groote fout der Hollandsche genie-officieren was, dat zij niet voldoende aandacht wijdden aan de verbetering van den hoofdwal; zij trachtten de kleinere werkjes te versterken door het aanleggen van meerdere, vooruitspringende buitenwerken. Voorts werd de onderwal gedomineerd van de kruin van het glacis; bij vorst waren de wallen niet stormvrij meer en was het aantal buitenwerken veel te groot. Dit laatste was o.m. in hooge mate het geval bij Rijnberk (1606) en Breda (1624). Wat het tracé der werken betreft, hierin kwam weinig verandering; de basis hiervoor was het aantal zijden van den veelhoek. De courtines stonden loodrecht op de flanken. Het aldus gevormde stelsel van bevestiging, dat een vrij groote mate van weerstand opleverde, droeg den naam van Oud-Nederlandsche versterkingswijze en deze werd door Van Valkenburg toegepast.
Wat Van Valkenburg zelf betreft, het is mij niet mogen gelukken veel omtrent zijn leven te weten te komen. Hij werd geboren omstreeks 1575. De Raad van State bekrachtigde op 9 Januari 1606 zijn aanstelling tot ingenieur der Staten-Generaal, op een tractement van f 20. - 's maands, en verleende hem voorts aanspraak op de gewone daggelden, voor ingenieurs uitgetrokken. Op den 18den Januari d.a.v. legde hij den eed afGa naar voetnoot1). In de resolutiën van den Raad van State van 13 Februari 1606 vindt men vermeld | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 276]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat Van Valkenburg een ‘conducteur’ verzocht om hem te vergezellen op zijn reis naar Bergen-op-Zoom. Dit werd hem geweigerd, omdat men meende dat ‘de Supplt. hyertoe geen conducteur van doen heeft.’ Wel werd aan den ontvanger-generaal opgedragen hem een voorschot van f 42. - uit te betalen. Tweemalen, op 21 Aug. en 20 Sept. 1605, hadden de Spanjaarden onder Du Terrail getracht Bergenop-Zoom bij verrassing te nemen; de laatste maal waren zij door den dapperen gouverneur Paulus Bax met groote verliezen teruggeslagen. Vermoedelijk werd Van Valkenburg op Bergen-op-Zoom gedirigeerd, ten einde de vesting beter in staat van verweer te brengen. Enkele jaren later vinden wij hem vermeld als ontwerper van vestingplannen voor de Hanzesteden. De Hanze had, door den nood gedrongen, toenadering gezocht bij haar oude mededingers, de Nederlanden. Het heerschzuchtige Denemarken, dat op de hegemonie in de Oostzee aanspraak maakte en den Sont-tol steeds hooger opdreef, was hiervan de oorzaak. In 1606 hadden Lubeck, Hamburg, Bremen, Brunswijk, Luneburg en Maagdenburg een coalitie gesloten met den hertog van Luneburg; reeds in 1613 echter sloot Lubeck zich tot meerdere veiligheid zelfstandig bij de Staten aanGa naar voetnoot1). Twee jaren later volgden ook de andere genoemde stedenGa naar voetnoot2). In November 1615 trok graaf Frederik Hendrik met 7000 man op om de stad Brunswijk tegen de troepen van hertog Frederik van Brunswijk en de Denen te beschermen. Dientengevolge kwam in December 1615 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 277]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
een verdrag tusschen beide partijen tot stand, zeer ten nadeele van den hertog en sloten de zes genoemde steden, benevens Anklam, Wismar, Rostock, Greifswald en Stralsund in 1616 met de Staten-Generaal een verbond tot onderlinge bescherming. Van Oldenbarnevelt drong er persoonlijk op aan dat de toegetreden steden de uiterste zorg aan hunne fortificatiën zouden besteden en voor een goede verdediging zorg dragen. In het jaar 1611 ontving Van Valkenburg van de stad Bremen 20 Thaler voor het leveren van een ontwerp in schets tot versterking der stad. Op 5 Juni 1613 meldden Burgemeester en Raad van Lubeck aan die van Rostock de aankomst van Van Valkenburg, die na afloop van zijn werk te Lubeck gaarne naar Rostock zal komen; men noemt hem zeer bekwaam. Hij leverde inderdaad het ontwerp van bevestiging voor RostockGa naar voetnoot1) benevens een soort memorie van verdedigingGa naar voetnoot2) en keerde begin Augustus 1613 over Lubeck naar Holland terug. Op 2 December 1613 schrijft hij uit den Haag aan Dr. J. Doman te Rostock, dat hij een ander plan van bevestiging voor Rostock ontworpen heeft, dat f 100000 minder zal kosten en tevens minder terrein in beslag neemt. Prins Maurits keurt ook dit plan volkomen goed. Als uitvoerder van het werk (Wallmeister) beveelt hij aan zijn assistent Gerard van Wehnen. In 1615 ontvangt hij wederom 60 en 100 Thaler van de stad Bremen voor het leveren van fortificatorische plannen. Vijf jaren later had Rostock den hollandschen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 278]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kapitein HarzGa naar voetnoot1) met 2 andere hollandsche officieren in dienst voor den vestingbouw. Men wantrouwde hem echter en was weinig over zijn diensten tevreden; daarom schreef men in Mei 1620 naar Hamburg om Van Valkenburg te Rostock te krijgen. Den 29sten Januari 1623 schreef Stralsund aan Rostock, dat men gaarne Van Valkenburg zou raadplegen over de versterking der stad, doch vernomen had dat deze in Holland was. Men vroeg bericht wanneer hij terugverwacht werd. Reeds een week later schreef Rostock terug, dat Van Valkenburg een ontwerp van bevestiging gemaakt had, door Maurits goedgekeurd. Hij was op dat tijdstip te Hamburg. 10 Februari 1623 zendt Stralsund aan Rostock den opdrachtsbrief aan Van Valkenburg met verzoek het stuk te verzegelen en door te zenden; het vraagt of hij eerst te Stralsund mag komen, met het oog op de vorst; mocht hij verhinderd zijn, dan zijn assistent Van Wehnen. 14 Februari 1623 meldt Rostock terug, dat Van Valkenburg en Van Wehnen op last van Maurits uit Hamburg naar Holland zijn teruggekeerd. 8 October 1623 bedanken Burgemeester en Raad van Rostock Van Valkenburg per brief, dat hij zelf Rostock bezichtigd en een plan van bevestiging gemaakt heeft. 4 December 1623 schrijft onze ingenieur aan Johan Lutterman, raadsheer te Rostock, uit 's-Gavenhage, dat Maurits zijn meening over het ontwerp gezegd had en dat het voorloopig niet te duur zou zijn. 5 Februari 1624 meldt Van Valkenburg uit 's-Gra- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 279]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
venhage aan Rostock, dat hij weldra te Bremen en daarna te Rostock zal komen. Inderdaad kwam hij in Augustus te Rostock (op reis naar Stralsund) en heeft zelfs het land om de stadsmuren voor de negen bolwerken afgepaald. In Augustus van hetzelfde jaar ontving Van Valkenburg ‘welker vormals alhie etlike monate upgewachtet und de bo(l)werke utgesteken’ 600 Thlr. in specie, 1350 Mk. van de stad Bremen; in 1623 had hij 200 Thlr. voor hetzelfde werk ontvangen.. De bekwame ingenieur overleed vóór 1 November 1625Ga naar voetnoot1). Bij het doorlezen van de brieven, met betrekking tot Van Valkenburg door de regeeringscolleges der Hanzesteden gewisseld, valt het telkens op, dat zij de uiterste moeite doen om hem in hun dienst te krijgen, dat zij met den meesten lof over zijn kennis en bekwaamheid spreken en er vooral hoogen prijs op stellen, dat hij steeds onder toezicht van en in overleg met Prins Maurits werkt.
Een enkel woord over de geschiedenis der bevestiging van Rostock. Sedert de 13de eeuw had men er stadsmuren, twee voet dik. Later kwamen er torens bij (de Blauwe en de Keizertoren) en de Landpoorten, in het bijzonder de Kröpelinerpoort. De ‘Zwinger’ vóór de Steenpoort werd tusschen 1526 en 1532 gebouwd. Van de 15de eeuw dateeren de aardwerken, grachten met naar de binnenzijde opgeworpen wal, met struikgewas en boomen ondoordringbaar gemaakt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 280]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Omstreeks 1490 werd de stad met schansen voorzien; dit werk werd in de 16de eeuw voortgezet. In 1559 nam de Raad van Rostock het besluit de stad met rondeelen en wallen te versterken en reeds spoedig nam het werk een aanvang. Enkele jaren later werd de schansbouw onderbroken, toen de hertogen Johan Albrecht I en Ulrich in 1566 vóór Rostock een werk lieten bouwen, om aldus de stad te beheerschen; te dien einde lieten zij de Steenpoort tegen den grond werpen. Echter werd in 1573 een verdrag met de stad gesloten en dientengevolge in Februari 1574 het werk weer afgebroken. Door den bouwmeester Anton Bawald werd de afgebroken poort door een wal en een muur vervangen (1575-1584). In 1626 liet Rostock door Petrus van Kampen, aanbevolen door Van Valkenburg, diens latere plannen gedeeltelijk uitvoeren nl. alleen het nieuwe werk bij de Kröpelinerpoort: een ‘Drei Wall Bastion’ met een voorwal (fausse-braye) voorzien. Overigens zag de Raad tegen de zware kosten op.
J.E. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Memorial in welcher gestaldtt uffs neuw revidiert is umb die stadt Rostock in defention zu bringen wider eine belagerung undt wasz sunsten dar zu von notten is.Ehrstlyck is nottich dasz die stadt Rostock solle befesticht undt fortificiert werden als wie zu sehen Ist In der plante dar von Ein Ernfester hochw. Raht ettlicheGa naar voetnoot1) seyndt ubergeben, In solcher gestaldt von | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 281]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wallen graben faulse brayen undt brustwehren, dasz dieselbighe wallen hoch oben den feldt oder gemeynen landtboden hoch soll seyn 16 schuch, oben uff den Standt zum weijnichsten breijtt 40 schuch; die faulse braijen sollen under den lantboden oder MeylandtGa naar voetnoot1) tieff eingesenckt werden 10 schuch, ausz ursachen dasz die faulse braije In die tieffe des grabens desto besser sehen undt flancquieren kan; der wall muisz jeden fuisz hohe einen fuisz verliehren zu der abdachung uff gesetzt angeklopt undt nidergestampt alle ¾ fuisz höhe undt alsdan eine laghe queckenGa naar voetnoot2) eingelegt undt mith höysaht woll beseijhett undt dasselbighe continuern bisz uff die hohe von 16 schuch wie oben vermeldt is; oben uff den selbighen Standt soll eine brustwehr von 18 schuch breytt (hoch 6 schuch) oben breyt 12 schuch, auszwerts nach den graben soll ehr hoch seyn 4 schuch, alles uffgesetzt, gestampt undt geklopft wie vom walle gesprochen is. Die faulse braije solle vom fuisz vom walle nach dem felde zu breytt seyn 24 schuch welch platz der bedeckte wegk is umb die stucke zu gebrauchen; fur den selbighen soll ein Brustwehr von 24 schuch dick, hoch 6 schuch fur die Brust, oben breijtt 18 schuch, auszwerts hoch 4 schuch, Innerhalb zu versehen mitt ein banck oder trede von 3 schuch breijtt undt anderthalb schuch hoch. Weijtters soll den werckmeister muissen In acht nehmen dasz die pfäle so geschlagen seyndt, Rechnen soll dasz die selbighe vom landtboden perpendiculariter ausz den grundt bisz oben uff die lenghe; zu verstehen ist nehmblich, dasz 12 Rutten oben muisz | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 282]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gerechnett werden welche die lenghe der flancq oder espaule is dar noch die grundt linie oder anlegung vom wall muisz gerechnett werden. Umb die dieselbighe dar nach uff zu fuhren wie oben dar von gesprochen is. Item is nottich dasz man alle dasz Rysz undt streuche auch bäume, so ahn beytten zeytten des walles stehen, In den graben undt lancks den kanten des graben sollte abhauwen, dan es das gesicht verhindert dasz man nitt hin auswehrts das gesicht haben kan, auch nicht sehett wasz In den graben solt geschehen konnen. Is weytters auch in acht zu nehmen dasz man die schuszgattern oder schutbalcken bey gelegenheytt Ins werck Richte welches ein gantz nutzlich werck is wider die anschlege, dasz dieselbighe mitt einen schlag moghe niderfallen. Auch soll man Ingedenck seyn dasz man die landtwehre oder Klapgraben, so ausserhalb der stadt umher lieghen, solle einreyssen oder niderwerffen, uff dasz die stadt bey solchen fall drausz kein unheyll unstehe wie geschehen bey entsatz der Stadt Braunsweich; geschehen dan der stadts feyndt sich In dieselbighe Landtwehren getranchiert undt mitt Redoutten dar In verschantst hatte, dasz ehr so viel zu leichter die stadt habe dardurch belageren konnen, undt den secours oder entsatz so viel zu schwehrer Ins werck zu Richten gewesen; oder es wehre dasz man versichert wehre von die landtgesessen In furstenthumb Mekelenburgk dasz sie sich In die landtwehr In zeytt der noht Reterirn woltten umb dieselbige mitt alle gewaltt zu defendiren undt dasz man ettliche thausent soldaten dar bey hatte zur defension; sunsten pleybt die fortification der stadt fur sich allein undt diesen Argument Ist auch | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 283]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fur sich, ob man die soll niderwerffen oder stehen lassen, solt es darfur haltten das man sie solt niderwerffen oder man muste besser Motiven haben umb dieselbighe stehen zu lassen. Umb weytters diese stadts fortification zu defendirn mitt geschutz, so muissen ungefehr 14 halb CarthaunenGa naar voetnoot1) seyn, Nemblich uff die neuwen Modo gegossen dar von Jedes schwehr Ist 2200 ℔ kupffer, so 24 ℔ eysen schiesen. Item 16 quartierstucken, die Jeden 12 ℔ eysen schiessen, jedes wegt 1200 ℔; noch 16 stucken, so 6 ℔Ga naar voetnoot2) eysen schiessen, schwer Jedes ungefehr van 600 ℔; Noch 18 oder 20 kleijne draecken, so 3 ℔ eysen schiessen, Jedes wegt 280 oder 300 ℔.
Umb fur Raht von pulver zu thuen In zeytt der belagerung uff drey monatt zu Rechnen, alle taghe mitt Jeden halb Carthaune 10 schusz, Jeden schusz mitt 6 ℔ pulver, thuet In drey monatt oder 90 tage, ausz den 14 Cartaunen alle tage 10 schusz, 75600 ℔pulver.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 284]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Solt auch gantz nottich seyn dasz zwey feurmeuserGa naar voetnoot1) gegossen sollen werden umb granaten von 100 ℔zwehr zu werffen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Fur Raht so Ins zeughaus gehörig.Zum Ehrsten so viel kugeln zu den stucken, alsz schusse zu Jeden stuck In 90 tage vermeldt is.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 285]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Materialia.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 286]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alles dasz Jenighe, so hir vorn verzeychnett is, kan bey ein Ernfeste hochw. Raht vermindert oder vermehrt werden nach gelegenheytt der Zeytt undt Ihrer beste bequemheijtt, undt solle hochnöttich seyn | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 287]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
umb allen dieses undt sunderlich wegen des giessens sich ausz zu kundighen nach einen erfahren gieszmeister, so nach den neuwen Modo oder Manier zu giessen weisz, welches der gieszmeister Ihm hagenGa naar voetnoot1) meyn bestes wissen sechs oder sieben gulden hollandsch dasz Centner verrichten sollGa naar voetnoot2). Sollte noch weytters gantz hochnottich seyn dasz man die burgerschaft zu Compaignien vertheilen sollte, under Capiteynen, so die ansehenlichste undt treffelichste undt behertzte burgerpersonen seyn, die leuwtenambten naer Advenant, die fendrichen von den geraden Jungen patriciers, Ihre ...... wapen dar durch zu lehrnen hanttieren, wie In Niderlant die manier undt zu hamburgh schon angefanghen undt Ins werck gericht is. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De wijs auf die gelegentheijt der Stadt Rostock, umb die selbighe Jegen die surprinsen zu versekeren, als auch Jegen gewalt von belagerung zu fortifieren.Die Stadt Rostock is von solcher situation, dasz sie wegen der höhe lander so sich streckett von den Mullen thor nach den steinern thor, krepelins thor, und zum letsten am Braemousche thor bedarff eine gutte defention von flancquierung te hebben. Doch solte hochnöttich seijn für das ehrste die thoren Rings umb herr die Stadt zu versehen met duppelten pforten dar In, die weijl dieselbighe Jegen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 288]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
einen hastighen anfall nitt genuch versichert seind; solte derenthalben woll von nötten seijn an etlichen pforten Innerhalb den selbighen wolfskuijlen zu machen, welches seind zugkbrucken die Inwendich den thoren verfertiget werden; sollen auch muissen In nohts zeyt haspels In den thoren geleijt werden, und dasz nit allein In den lant thoren sondern auch in die wasser thoren, und fur das Ehest soll nicht allein solchen haspel aber auch ein wolfskuijl In dasz Bramousche thor geleyt und gemacht werden, ursachen halben dasz nur fur den selbigen thor einen Cingell oder Stakettung ab zu brechen Ist umb auf beijtten zeijtten des wals zu kohmen und sich selbst also drauf lageren, welcher anschlach In aller eijl solte kunnen gethan werden; dar nach sollen solchen obbemelten sachen nöttich sein gemacht an den mullen thor, krepelins thor, peters thor, und stein thor. Item soll auch dienstlich und gar von nötten seijn (dasz Infall man mitt den newen werck noch nitt will anfangen) die Brustwehr, so auf den wallen gants verfallen Ist, zu Repariern und auf seine behörliche höhe von 6 schuch auf zu fuhren mit eine trede oder banckett fur den selbighen von 1½ schuch hoch und zwey schuch breitt. Item alle die Bäume In den graben so woll an die zeijtte des wals als ahn den buijten kant gantsch wegh zu houwen, die weijl dieselbighe dasz gesicht In graben gantsch verhinderen; gleijchfals soll auch mit die Bäume gethan werden, so lancx den Brustwehr stehen, die weijl dieselbighe so hinderlich seijnd als die anderen, so In den graben stehen. Noch soll man achtung geben dasz der tham, so durch den graben gehett bey den middel wall zur aufhaltung des wassers, mit planckwerck werdt ge- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 289]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
macht, oben spitz zu lauffend und mitt eijsen spitzen drauf gesetzt. Soll auch weitters gedacht werden dasz man eine eijserne trallie oder gatter werck In das gewelb soll hencken, oder sonsten mit pahlwerck zu gemacht, dar dasz kleyne wasser In die stadt kumpt zwisschen den steinen und mullen thor, die weijl solches in zeijt von nöht voll gefahrlicheijts Ist, umb durch den selbighen ohn einigh mühe auf die wallen zu kohmen. Item sollen die herren noch geliefen the gedencken, dasz sie einen gutten anzahll granaden oder eijserne sprengkugels kauffen liessen zur nombre von 12 oder 1500, wie die zu Lubeck seind, und konnen solche granaden durch den artillerie meister von Lubeck Mr. Hans Nesewinckel quant In hollant gekauft und prepariert oder zu gemacht werden, welches nit allein gut Ist umb Resistenz zu thuen, wan der feindt eine pforte oder thor wolte petardieren oder sprengen umb die zu uberfallen. Aber sie seindt auch gut auf den Schiffen zu gebrauchen, so kan auch durch den Mr. Hansen bestelt werden, wan ein Erbaren Raht ein oder zwey stucke In hollant lassen giessen wolten. Soll auch nöttich seijn, dasz man etliche haspels zur nombre von 25 stuck liesz verfertigen, welche sehr dienstlich seijnd umb In den Töhren zu gebrauchen, alles folgentz die modelle dar von ubergeben. Umb dan die Stadt Rostock zu fortifieren mit Roijale bolwercken Ist eine verzeijchnusz gemacht auf die plante A mit 9 bolwercken, war von die gesichter der bolwercken von einer lengte zeijn als von 26 Rutten oder 312 schuch; die Streicken oder flancquen sind auch von einer lenghe als von 150 schuch oder 12 Rutten 6 schuch, aber die Cortinen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 290]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zwischen den Bolwercken seyn auf den ort eine Rutte oder zweij länger dan die ander; das kumpt umb den töhren auf Ihre platz zu behalten, und die weijl dasselbighe keyn streijt In der defention hadt, so kan solchen Irregulariteijt eijne gutte flancquierung nit hinderen, dan dieselbighe dran nit gebunden Ist, umb zu behalten dasz die pforten oder tohren ein Jeder auf seyne Respective ort bleijben möghe; die graben sollen breijt genohmen worden auf 160 schuch, die tieffe soll seyn bisz 5 schuch unden di Warnou, wan sie In sommers zeijt gar nidrick Ist. Was weitters von diesen bolwercken zu Remonstreren Ist, Ins particulaer, da von ist ein verzeijchnusz gemacht von dreij bolwercken, drin die Cazematten, faulse braijen und Contrescharpe notiert stehen, auch die breitte des grabens und dicke der Wälle. Wan nun aber ein Erbaren hochweijsen Raht Resolviert solten seyn, umb mit eine oder zweij Bolwercken dieses oder zu kumpstigen Jahrs wolten anfangen, soll hochnöttich seijn dasz man dasz bolwerck In die plante mit A verzeijchnett anfing; Imfall man mit zweij bolwercken In einen Jahr wolte furtfahren, soll dasz ander zeijn, verzeijchnet mit B; dar nach C und D, weijtters mit F und E, dar nach G und H und zum letsten mit I zu beschliessen. Was anlangt die unkosten umb solchen bolwerck mit seyne faulse braije, schutz freij fur das Canon oder geschutz, die contrascharpe und alles was dar zu von notten ist, soll kosten die Rutte auf 370 gulden brabantsch oder so viel marck lubecks; das bolwerck Ist grosz In seynen Circuijt 75 Rutten, als nemblich zwey facen oder gesichter, ein Jeder 26 Rutten, zwey flancquen, ein Jeden 12-6, machtt 25 Rutten, belauft also ein bolwerck zu kosten auf 27750 Marck lubecks ungefehr. Disz ist zu verstehen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 291]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wan es verdinght ist, so muissen dan auch solchen Leutten, die dasz arbeijt von den hernn verdingen, Ihre materialia selbst verschaffen als schuffeln und schuffpkarren, brettern und sonsten was sie anders mehr bedarfen; In Niderlant Ist brauchlich dasz sie werden bezahlt den dritten theil Ihrer verdingten lohns, wan die helft der arbeyt fertig Ist, die ⅔ theil wan dasz werck voln kohmen fertig Ist, aber die letste dritte theil ein monat oder sechs Wochen nach date von dasz Ihr werck fur gut ist angenohmen. Stehet weitters zu bedencken dasz man den project van neun bolwercken neher an der Stadts maur bringen kan, wie In die plante A mit den Rotten linien zu sehen Ist; dan dasselbighe desseing kan nitt passieren fur eine gutte flancquierung, ursach halben dasz die zweij bolwercken D und G sehr geswecht werden Ihn Ihre defention; behalven dasz so soll dan auch der steinen thurmb fur dasz stein thor ligend abgebrochen muissen worden mit sampt der newe steinen Brucke, dar In die Burgerschaft auch grosse verhinderung sollen haben, wegen des wassers und soll die furgedachte brucke auch abgebrochen muissen worden; auch soll der wall allenthalben an den maur kohmen, solches dasz furige desseing fur al menniglich zu preferiern Ist. In zeijt der noht soll man kunnen auf den Strant batterijen machen, wie auf der plante zu zehen Ist, und drinnen wacht halten, dasz man mit keinen boten oder schuijten her uber die Warnou fuhr, umb die Wasserthoren zu petardieren und sollen gleich woll In allen töhren bey nacht haspels geleijt werden, wert auch von nötten die unnödighe thoren zu zu mauren. Folgett dasz desseing mit den Ravelins welche seind wehren, so nitt annex an den wall ligen, die- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 292]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
selbighe seijnd gezeijchent auf die plante B mit zehen Ravelins; dan die weijl dieselbighe weijtter hin ausz Ins feldt streckend und also tieffer In die gartten kohmen, achte nitt nöttich dar von weijtters zu mentionnieren; doch umb dieselbighe auf zu bauwen soll fast die helft von die zeijt weijniger zeijn als den bolwercken da von furgedacht Ist, Dan sij nur gemacht werden von acht schuch hoch, drauf wirt eine Brustwehr gesest von sechs schuch hoch, dasz macht tho sammen mit den Wall 14 schuch hoch; die dicke des Wals ist oben 50 schuch breitt, die dicke der Burstwehr Ist 16 schuch, die graben seind breitt 60 schuch, tieff 12 schuch; fur den graben kumpt eine Contrescharpe mit einen bedeckten wech, alles wie zu zehen beij den zweij grossen Ravelins zu dem Ende gemacht, dar Ihn Jeden stuck apart mit seynen zahl Ist abgezeijchnett, die lenghe, breitte und hohe, wie van den bolwercken gedacht ist. Die unkosten belauffen sich auf Jeden Ravelin ungefehr auf 5440 marck Lubecks, die Rutte wert geschetst auf 80 Marck lubecks; Jeden Ravelin Ist grosz 68 Rutten, zwey facen Jeden von 24, Jeden flancq oder Streijch von 10 Rutte, macht zu sammen 68 RuttenGa naar voetnoot1).
Stads-Archief te Rostock. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina t.o. 292]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|