| |
| |
[pagina LXXXI]
[p. LXXXI] | |
Bijlage G.
Notulen der vergadering van het Bestuur van het Historisch Genootschap en de leden der Centrale Commissie voor de Historisch-statistische schetskaarten van Nederland, gehouden op Zaterdag 12 Januari 1901, des middags te 3 uur, in een lokaal boven de societeit Sic Semper te Utrecht.
Aanwezig de heeren: P.J. Blok, F.A. Hoefer, G.W. Kernkamp, S. Muller Fz., J.C. Overvoorde en A. Telting.
De heer A.A. Beekman, P.R. Bos, J.E. Heeres en J.C. Ramaer hebben bericht, verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen.
Nadat de heer Muller, die namens het Bestuur van het Historisch Genootschap de bijeenkomst leidt, de vergadering heeft geopend, stelt hij aan de orde het behandelen van den brief, door het Bestuur van het Historisch Genootschap aan de leden van de Commissie voor de samenstelling van een historischen atlas van Noord- en Zuid Nederland toegezonden.
Uit de opmerkingen, door de heeren Blok en Overvoorde aangaande den considerans van dit schrijven gemaakt, blijkt, dat er een misverstand bestaat ten opzichte van de verhouding tusschen het Bestuur van het Historisch Genootschap en de
| |
[pagina LXXXII]
[p. LXXXII] | |
Centrale commissie voor de schetskaarten De genoemde heeren verkeerden in de meening, dat het Bestuur van het Historisch Genootschap aan de Commissie voor de samenstelling van een historischen atlas, als zoodanig - en dus als aan een geheel zelfstandige commissie - de taak had opgedragen, toezicht te houden op de bewerking der schetskaarten. De heeren Muller en Kernkamp zetten uiteen, dat zulks niet in de bedoeling van het Bestuur heeft gelegen en ook niet heeft kunnen liggen, daar het Bestuur in de meening verkeerde dat de genoemde Commissie reeds was ontbonden; het Bestuur van het Historisch Genootschap heeft bedoeld, de in Nederland wonende leden der Commissie uit te noodigen, op te treden als een door het Bestuur van het Historisch Genootschap benoemde Commissie voor de zaak der schetskaarten; de Sprekers betreuren het, dat deze bedoeling niet duidelijk is gebleken uit het adres van den aan genoemde heeren gerichten brief, maar zij meenen dat de inhoud van dit schrijven geen twijfel aan die bedoeling kon overlaten.
De Voorzitter geeft thans zijn voornemen te kennen, aan de in Nederland wonende leden der Commissie voor de samenstelling van een historischen atlas van Noord- en Zuid-Nederland - de heeren Dr. W.F.A. Bannier, te Voorschoten, A.A Beekman, te Delft, Dr. H. Blink, te 's Gravenhage, Prof. P.J. Blok, te Leiden, P.R. Bos, te Groningen, Mr. J.E. Heeres, te Delft, H. Hettema Jr., te Leiden, F.A. Hoefer, te Hattem, Mr. J.C. Overvoorde, te Dordrecht, J.C. Ramaer, te Rotterdam, Mr. A. Telting, te 's Gravenhage, en R. Schuiling, te Deventer - nogmaals individueel de uitnoodiging te richten, zitting te willen nemen in een door het Bestuur van het Historisch Genootschap te benoemen commissie,
| |
[pagina LXXXIII]
[p. LXXXIII] | |
die volgens den wensch van de vergadering der contribuanten toezicht zal houden op de bewerking der schetskaarten Opdat deze bijeenkomst echter niet zonder resultaat blijve, stelt hij voor, met de aanwezige heeren - waarvan de heeren Blok, Hoefer en Telting zich alvast bereid verklaren de benoeming aan te nemen, terwijl de heer Overvoorde deze nog in beraad wenscht te houden - de punten te behandelen, in het schrijven van het Bestuur van het Historisch Genootschap vermeld, in de onderstelling en met de hoop, dat de benoeming ook door de afwezige heeren zal worden aangenomen. Aldus wordt goedgevonden.
Daarop komen de volgende onderwerpen in behandeling:
1. Het Historisch Genootschap kan, ten gevolge van de bepalingen zijner wet, geen crediet verleenen, maar is bereid de noodige - vermoedelijk niet aanzienlijke - administratiekosten der Commissie te dekken. Het bestuur zal echter gaarne een gespecificeerde begrooting ontvangen, waarop de te verleenen jaarlijksche som zou kunnen gebaseerd worden. - Goedgekeurd. Het aanbod van den heer Hoefer, om aan de Commissie een kast, waarin de schetskaarten bewaard kunnen worden, ten geschenke aan te bieden, wordt in dank aanvaard.
2. Het Historisch Genootschap zal de 16 stellen schetskaarten, die het ontvangt, aan de Commissie afstaan, en haar allengs een lijst toezenden, waarop vermeld wordt, hoeveel kaarten elk der contribuanten onder zich heeft. - Goedgekeurd.
3. De werkkring der Commissie zal bestaan in:
a. | Zich in betrekking te stellen met de Centrale commissie te Leipzig, om een uniforme wijze van werken te verzekeren, en verder alle inlich- |
| |
[pagina LXXXIV]
[p. LXXXIV] | |
| tingen bij haar in te winnen, noodig voor het vervaardigen van een handleiding bij het werk der teekenaars, voor zooverre de door de Leipziger commissie uitgegeven of uit te geven brochures niet op een voor Nederland voldoende wijze in deze behoefte voorzien. - Goedgekeurd. |
b. | Een lijst op te maken van de verschillende historische toestanden en feiten, die zij in kaart gebracht wenscht te zien. - Goedgekeurd. |
c. | In overleg met de Leipziger commissie de teekens vast te stellen, die bij het invullen van de kaarten gebruikt moeten worden - Goedgekeurd. |
d. | Zich in iedere provincie - door middel van de provinciale contribuanten of van in de provincie goed bekende personen - in betrekking te stellen met personen, die geschikt schijnen om het werk, voor het vervaardigen van de verschillende liggers vereischt, behoorlijk uit te voeren en, zoo noodig, hen in te lichten omtrent de daarbij te volgen methode. Spaarzaamheid met het uitdeelen van schetskaarten op aanvrage zij over het geheel aanbevolen. - Goedgekeurd. |
e. | In overleg te treden met de bezitters der schetskaarten over de verdeeling daarvan, en aldus aan ieder der (sub d bedoelde) personen 2 (of 3) exemplaren van de voor het doel noodige schetskaarten te verschaffen, onder voorwaarde dat de Commissie daarvan 1 (of 2) ingevuld terug ontvange, met een onderteekende opgave van de gebruikte bronnen of van andere bewijzen, waaruit de deugdelijkheid van den ligger kan blijken. - Goedgekeurd, met dien verstande, dat steeds 3 exemplaren zullen worden uitgereikt van de verlangde schetskaart, en 2 liggers terug zullen moeten worden gezonden. |
f. | Op een of andere wijze contrôle uit te oefenen
|
| |
[pagina LXXXV]
[p. LXXXV] | |
| over de deugdelijkheid van de vervaardigde liggers. - Goedgekeurd, met dien verstande, dat de Commissie vrij zal zijn in het bepalen van de wijze der contrôle. |
g. | Zorg te dragen voor het deponeeren van een der twee door haar ontvangen liggers in de Rijksarchiefdépôts in de verschillende provinciën; de tweede ligger zal gedeponeerd worden in een door de Commissie aan te wijzen centraal-depôt. - Goedgekeurd, onder bepaling dat dit centraaldepôt den naam zal dragen van ‘Nederlandsch Centraal-bureau voor historisch-statistische schetskaarten.’ |
h. | Jaarlijks aan het bestuur van het Historisch Genootschap een verslag over hare verrichtingen toe te zenden, benevens een lijst van de uitgegeven schetskaarten en de ontvangen liggers, opdat deze als bijlagen bij het jaarverslag van het Historisch Genootschap kunnen worden gedrukt. - Goedgekeurd. |
i. | Na verloop van een zeker aantal jaren, uit de liggers verzamelkaarten op kleine schaal te doen vervaardigen, die zullen kunnen dienen voor de samenstelling van den historischen atlas, die door het Taal- en Letterkundig Congres te Dordrecht gewenscht werd. - Goedgekeurd. |
Nadat aldus de werkkring van de Commissie is vastgesteld, wordt, op voorstel van den Voorzitter, besloten, aan alle leden der Commissie, zoodra zij hunne benoeming hebben aangenomen, mede te deelen wat op deze vergadering aangaande de werkzaamheden der Commissie is besloten, en het vertrouwen uit te spreken, dat zij zich daarmede zullen vereenigen.
De heer Overvoorde herinnert, dat vroeger door
| |
[pagina LXXXVI]
[p. LXXXVI] | |
het Bestuur van het Historisch Genootschap aan de door het congres van Dordrecht benoemde Commissie voor de samenstelling van een historischen atlas van Noord- en Zuid-Nederland een aantal schetskaarten is beloofd, en spreekt den wensch uit, dat, zoo mogelijk, deze commissie worde geholpen aan schetskaarten, die zij als werkmateriaal behoeft.
De voorzitter antwoordt, dat het Bestuur van het Historisch Genootschap alle schetskaarten, die het zelf ontvangt, ter beschikking heeft gesteld van de commissie, die het voor de zaak der schetskaarten heeft benoemd. Hij hoopt echter, dat de Commissie voor den historischen atlas op de volgende wijze zal kunnen worden geholpen aan het door haar verlangde materiaal. De regeering ontvangt van elke schetskaart 100 exemplaren; het Bestuur van het Historisch Genootschap is gaarne bereid, om de regeering er opmerkzaam op te maken, dat deze kaarten wellicht het best aan hare bestemming zullen beantwoorden, indien de regeering mocht goedvinden, deze 100 exemplaren te verdeelen onder de door het Bestuur van het Historisch Genootschap benoemde Commissie voor de schetskaarten en de door het Congres van Dordrecht benoemde Commissie voor de samenstelling van een historischen atlas van Noord- en Zuid-Nederland.
De vergadering wordt door den Voorzitter gesloten, onder dankbetuiging aan de aanwezigen voor hunne tegenwoordigheid. |
|