Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 10

[p. 452]

Vermaning van de Zuid-Hollandsche synode betreffende het standbeeld van Erasmus.

Acta der Provinciale Synode van Zuid-Holland, gehouden te Gorcum, 5-9 July 1622.

Art. 43. Sommige lidtmaten der kercke van Rotterdam hebben den Synodo mondelingh verthoont, dat door het wederoprichten van de vernieuwde Statua Erasmi Rotterodami groote onlust inde voors. kercke alreede was ontstaen, ende voorts meerder stonden te vreezen, indien intyts daerinne niet en werde voorsien, twelck sy oock derhalven versochten, dat door de ordere des Synodi soude mogen gedaen worden.

Hoewel dese saecke tot den Synodum niet en gehoorde, als niet wettelyck tot deselve gebracht sijnde, waer over sy vermaent sijn, is nochtans op deselve rypelyck geleth, ende by den Synodo eendrachtelyck goetgevonden dat den kerckenraedt van Rotterdam neerstelyck sal arbeyden om de lidmaten der gemeynte in dezen onrust met goede redenen te onderrichten, dat het oprichten van sulcke statuen een middelmatige saecke is ende een politycq gebruyck heeft, ende datse daeromme niet en behooren haer daer aen

[p. 453]

te stooten, veel weyniger daeromme de eenicheyt der kercke te breken ofte te verlaten. Ende om voorts te doen wat by deselve nae hare voorsichticheyt geacht sal werden tot bevreedinge der ontruste gemoederen te dienen. Ende ingevalle door den kercken raedt de voors. swaricheyt niet en soude connen wech genomen werden, soo sal de classis van Rotterdam deselve daerinne de handt bieden, alsmede des noot ende versocht sijnde de gedeputeerde des Synodi, de welcke alsdan de ontruste lidtmateu aldaer ernstelyck sullen vermaenen, dat sy de vreede der kercken willen betrachten, goede onderrichtinge plaetse geven ende haer tegen haere magistraet en de kerckeraedt met behoorlyck respeckt in alle gevoechelyckheyt dragen.