Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 7
(1884)– [tijdschrift] Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 115]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Grovesteyns expeditie, Anno 1712, in de 3 Bisdommen Metz, Toul en Verdun.Ga naar voetnoot1)
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 116]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
maakt geweest op denselven voet en conditien, die de Meijerij en Baronie gemaakt hadde. Naar die conventie een accoord van weerskanten getroffen sijnde en een geheel jaar sijnde gepasseert, sonder dat den Intendant voor de drie Bisdommen de minste devoir heeft gedaan om aan onse ontfangers van de contributie te voldoen, niettegenstaande de klagten, die daar over sijn geschied. En menigvuldige partijen, die gesonden sijn geweest om ostagiers uyt de Bisdommen af te haalen, om haar daardoor te dwingen tot de betalinge der contributie. De Franschen Intendant heeft sig altijd met veele uytvlugten weeten te excuseeren; men heeft die klagten verscheyden maalen gerepeteert en partijen gesonden, maar geen effect daar van gehad, tot dat de Gen. van Grovesteyn sig voornemende, met approbatie van haar Hoog Mogende, haar te doen sien dat hij met een consederabel corps haar tot reeden souden brengen. De betalinge met de agterstallen soude wel sijn, ten waare dat het ongeluk van de affaire van Denain en het opgeeven van het beleg van LondereyGa naar voetnoot1), als meede de groote aparentie van de vreede, die gemaakt stond te worden, terwijl den G.v. Grovesteyn in de volle marsch was, om de drie Bisdommen te executeeren. Om dan sijn project te maaken in alle sekerheyd, so hadde de Generaal de geheele winter te vooren in Bouchain sijnde, alwaar hij Gouverneur van was, verscheyde geaffideerde persoonen de situatie van de rievieren, pasagien, defiléen en bosschen laten recognosceeren, waar van den Gen. oock selfs een grondige kennis had. Naar rijpelijk alles wel overlegt te | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 117]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hebben, gaf den Generaal Grovesteyn sijn project te kennen aan sijn Hoog Edele den Prins Eugenius van Savoijen, die in der waarheyd de saak wat zwaer vonde, niettegenstaande wel wetende dat alles in goede en sekere handen was, soo wierd het volk, dat de Generaal aan sijn Hoogheyd vroeg, geaccordeert na sijn welgevallen. Maar ook kennisse gegeeven hebbende aan de Graaf van Tilly, aan sijn Hoogheyd den Erfprins van Hessen Cassel, en den Generael Dopff, als den Generael van de cavalleríe en dragonders sijnde, wierden de navolgende trouppen gecommandeert, met ordre om voor vier dagen brood mede te neemen.
Bij het voorseyde corps was gecommandeert de Brigadier Glinstra, vier Collonels en buyten die de Collonel Spleni van de hussaaren, en Collin Lambert, Collonel van 't regiment der vrij compagnien, daar boven vier Lt. Collonels, vier Majors, en bij ieder esquadron dubbelde officiers, als mede veele andere | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 118]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
officiers, die als volontairs mede gegaan sijn; de heer Mosburger als Generael Quartiermeester van het geheele corps. De voorseyde trouppes hadden ordre om den 10 Junij na middags om vier uuren sig te vinden op de paradeplaats, aan de linker vleugel van de groote armee, welke front maakte tegen Chateau Cambresis, alwaar den Hertog van Ormondt stond met het Engelse corps appart gecampeert. 's Avonds naar de taptoe vond sig den Generael Grovesteyn aan 't hoofd van het detachement en begosten te marcheeren tussen agt en negen uuren, regt naar was Enguin, het bosch van Chattillon voorbij, regt naar Proissy, alwaar men de rivier d'Oyse passeerde tusschen tien en half 11 uuren. De Graaf van Cogay, Generaal van de Fransche dragonders, stont gecampeert langs de rivier d'Oyse met een corps dragonders, omtrent een uur van Guise, om alle passasie van de rivier te beletten, als mede om Champagne en TiracheGa naar voetnoot1) te decken voor alle excecutie, die de geallieerde trouppes souden kunnen doen, om het land in contributie te setten. Den 11 dito 's morgens marcheerde den Generaal naar Vervin, hoofdstad van de Tirache, welke borgers van die stad de poorten met wagens en karren hadden gebaricadeert. De stad word gesommeerd om open te doen en sig te submitteeren aan de contributie en ostagiers te geeven, als meede eene soumissie voor de brandschatting, dewelke sij hebben toegestaan op conditie dat men de stad niet soude plunderen. Na deese expeditie van Vervin marscheerde het heel detachement naar de abdye van Walle St. Pierre, alwaar de Generaal 2 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 119]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
esquadrons van de Hessen liet staan om ostagiers mede te neemen. Het gros van het detachement marcheerde naar mon CornetGa naar voetnoot1) en de Amicour.Ga naar voetnoot2) 's Nagts bleef men tot de leme (?) de mon Grosell, die in de plaine van Reims in Champagne legt; de twee esquadrons van Hessen voegden sig 's avonds weer bij het corps met ostagiers. In de marche van mon Cornet en Amiecour detacheerde den Generaal de hussaaren met vijftig dragonders van Daudignie onder het comando van den Coll. Spleni en de Capiteyn Surmont, met guidse om naar de stad Cressy sur Serre te gaan, om die stad te gaan sommeeren voor de contributie en brandschattinge en ostagiers te vragen, en in cas van refus de stad in brand te steeken en als dan de back die op de rievier de Serre legt, te passeeren, om het corps van het detachement te kunnen vinden. In de marsch in de Plaine van Reims te Cressy komende, was het jaarmark in de stad. d'Avantgarde van de hussaren an de poort komende, waar sij winkels vonden, begaven zig aan 't plunderen, het geen een groot alarm onder de inwoonders veroorsaakte, dat sij de vlugt namen na de markt. Het corps van de hussaaren en dragonders volgde daarop en verjaagden alles en begosten ook te plunderen, dat oorsaak gaf dat de inwoonders het geweer namen; de Collonel Spleni en den Capt. Surmont dat siende, versamelden hun volk om sig in tegenweer te stellen en maakten sig meester van de markt, en send aan de Magistraat om met haar te spreeken, maar refuseerde te willen komen. De borgerij posteerde sig aan de vensters en andere plaatsen om sig te defendeeren, waar op den Coll. Spleni, dat siende, liet den brand an de vier hoeken | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 120]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van de stad steeken en vervolgens plunderen, en namen ook mede tagtig vette ossen, die voor de Fransche armee gedestineerd waren, en quamen deselve weg weer terug die sij gekomen waeren, in plaats van de back op de Serre te passeeren volgens ordre die den Collonel Spleni hadde van den Generael Grovesteyn. Hadde die selve Collonel de back gepasseerd, soo hadde verscheyde persoonen van consideratie, ja selfs den Aarts Bisschop van Rheims in sijne handen gevallen, die op een casteel waaren op een bruyloft, die gelegen is een half uur van Cressy. Door den allarm en de brand van de stad, die sij sagen, namen sij alle de vlugt regt na Rheims. Den Aartsbisschop en verscheyde groote heeren namen de vlugt op bloote peerden van haar koetsen en bragten den allarm tot de stad LoonGa naar voetnoot1), alwaar drie canonschooten gedaan wierden om signal te geven in het land dat er vijand was. Het allarm verspreyde sig tot CrepyGa naar voetnoot2) en Noyon, de welke haar poorten toe deeden, en de borgerij op de wal, en bleven also ses dagen. Den 11 Junij marcheerde het detachement naar Neuchatel op de rivier d'Aine, alwaar een ophaalbrug op was, alwaar een wagt van garderel was die aanstonds de brugge optrockken en stelden sig agter hetselve met een groot getal inwoonders om de passage te beletten. De Generael sont een avant guarde om haer te sommeeren van de brugge neer te laten, of dat hij soude attaqueren, en gewaarschouwt in cas dat hij een schoot soude doen, dat er geen quartier voor haar soude weesen, so wel als voor de inwoonders, en de stad plunderen en in den brand steeken. Ondertusschen rangeerde sig de trouppen van het | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 121]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
detachement; de Generaal liet vijftig dragonders afsitten, om den vijand in respect te houden, en sond enige gidsen om de rivier te sondeeren. Ondertusschen commandeerde den Generaal den Lt. Coll. Willemsdorf met twee hondert dragonders om te marcheeren naar Bahaubery, om aldaar te rivier D'aine te passeeren en hem cottoyeeren op de flanquen van het groot detachement, om ook bij tijds gewaarschouwt te sijn, of er enige vijandelijke trouppen zig in de plaine souden laten sien, en als dan sig weder bij het groot detachement te voegen. Die van de bruggen van Neuchatel dese mouvement siende, en in vreese sijnde van agter geattaqueert te worden, versogt den opper pastoor van de stad den Generael te spreecken, 't welk hem geaccordeert wierd. Gemelde Pastoor smeekte den Generaal van haar genadig te willen sijn, om vrij te mogen weesen van het plunderen en brand steeken, dat hij de borgers en garderel soude bewilligen om de bruggen neer te laaten op die conditie, en sich soude soumitteeren aan de contributie en ostagiers geeven, het geen den Generaal hem beloofde, waar op den Pastoor sijn devoir dede bij de borgers, dat seer wel reusseerde, en de brugge werd neder gelaaten, en den Generaal marcheerde met het detachement door de stadt sonder de minste schaade te doen. De Pastoor gaf sig selfs vrijwillig als ostagier voor de contributie van de stad, en die ook trouwelijk bij het detachement bleef de geheele marsch tot aan de passasie van de rivier de Saine (?), alwaar den Generaal hem op sijn parool liet te rug gaan. Haar een uur op de andere sijde van de stad gerefraicheert hebbende, marcheerde het detachement omtrent Brul en Basencourt (?), alwaar den Lt Coll. Willemsdorf weder bij het corps quam, en vervolgde de marsch op List, Warnesyn, Villeselle en | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 122]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Pont Saverge, Bestonville le Petit, St. Hilair, St. Martin Vauld, St. Court, Auberive Grand, St. Hilair Ponchery; alle deese dorpen leggen op de rievier de Suippe en over al ostagiers genoomen. Voor de stad Suippe komende, d'avant guarde, die de Generaal gesonde hadde, werd opgehouden door de borgers, die de poort gebarricadeert hadden, die ook over al in het geweer stonden. Den Generaal liet het detachement in ordre de battaille rangeeren op het veld, om 's nagts daar te blijven en commandeerde 200 dragonders te voet in intentie om de borgers poort te forceeren. De Pastoor van de stad quam uyt om den Generaal te smeecken en compassie te hebben voor de inwoonders van de stad, dat sij niet wisten wat sij deden door den dronck. Den Generaal ordonneerde an den Pastoor, dat hij soude maaken, dat de borgers het geweer nederlegden, of dat hij alles in brand en bloed soude brengen. Een quartier uur daarna werd de poort geruijmt en an de borgers geordonneert hun geweer op het Stadhuys te brengen, op poene van de dood, hetwelk anstonds geschiede. De 200 dragonders namen possessie van de poorte en het Stadhuys, en wierd ook geordonneerd, dat geen borgers sig op de straat souden hebben te laten vinden op poene van straf. S'anderen daags soumetteerde sig de stad aan de contributie en brandschatting, en gaven twee ostagiers; daar boven wierden twee schellingen voor ieder dragonder gevraagt, die de wagt hadden gehad, de welke met veel moeyte wierden gevonden in de stad, sijnde seer geobéreerd en in slegten staat. Den 13e Juny marcheerde het corps door St. Jan sur tap, van daar op St. Menhould op de rivier d'Aine; de borgers waeren gewapend met haar vaandels op | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 123]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de wal; op het casteel waeren drie invalides, die een canonschoot deden tot signaal; het datachement moeste noodsakelijk op een steene brug passeeren, die an de poort van de stad legt. De borgers schijnden geresolveert van de passage te beletten; de Generael liet het detachement op de hoogte van de stad in eene linie rangeeren en sond om de stad te sommeeren, en ostagiers te geeven, en dat sij ordres aan de borgers souden geeven om het geweer neer te leggen en de poort van de stad open te doen, op poene van de stad te doen plunderen en in brand te steeken en geen quartier te geeven aan niemand, van wat sexte het soude mogen weesen. Waar op een deputatie van haare Magistraat na buyten quam, en vroegen om iemand van distinctie te spreeken, waarop den Generaal den Collonel Diemer sond om sijn laaste intentie en resolutie aan die Gedeputeerden te seggen, soo als hier bovengesegt is. Maar de Gedeputeerden niet konnende positif antwoord geeven weegensGa naar voetnoot1) een uur tijds om met hun principaalen daarover te delibereeren. Haar wierd maar een quartier uurs toegestaan om haar antwoord te seggen; ondertusschen liet de Generaal alsoo de dragonders met een gedeelte van de cavallerie afsitten en verdeelt met pelotons, en liet se avanceeren met trommelslag tegens de muuren van de stad, die hier en daar afgevallen was. Die van de stad dat siende begosten te schreuwen en te lamenteeren; soo quamen de Gedeputeerde weder na buyten om het antwoord van haare principalen te brengen, dat sij ostagiers souden geeven en vorder sig aan de contributie en brandschatting sig souden soubmitteeren, op conditie dat niemand van het deta- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 124]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
chement in de stad soude mogen komen, het geen haar geaccordeert wierd, mits conditie ook als dat niemand van de borgers eenige schooten souden mogen doen: dat alsdan alles soude vervult worden, omdat men geremarqueerd had datter een misnoeging was onder de borgers, die sig wel souden gemutineerd hebben tegens haar magistraaten, omdat sij de passage langs haare poorten vrij lieten. Evenwel liet de Generaal alle de trouppes weder op sitten en begost te marcheeren, nadat de twee ostagiers van de magistraat aan hem overgelevert waaren, die met alle andere ostagiers onderweeg mede genomen waeren, in versekering gesteld wierden, onder een wagt van een Luytt met dartig paarden. En continueerde te marcheeren naar Boulsey Verrierres, alwaar men d'Aisne weder passeerde, en de abdye de Chartien Villers Argone en het vlek Boulsey, daar de rivier de Saine gepasseert en daar s'nagts halte gemaakt. Den 14 Junij gemarcheert over Frocour met den dach Neuville en Verdarvis, waar men dien selve morgen soude het territoir van den Hertog van Lottharingen passeeren. Den Gen. hadde scherpelijk laten belasten, dat geen ruyters of dragonders, of wie het mogte wesen, uyt haar gelid te gaan, op pene van geharquebuseerd te worden, als ook alle die geene die in een huys souden gevonden worden, terwijl men in een land waar, daar men moeste passeeren, als vriend sijnde, neutraal. 's Morgens in de mars quam het detachement langs de commandery van Malta, genaamt St. Hilaire, alwaar den pagter uytquam van voors. Commandery om klagten te doen an den Gen. datter in sijn huys geplundert wierd, waarop den Generaal terstond een officier met twaalf dragonder van de avantguarde na | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 125]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
toe sond om die marraudeurs in arrest te neemen. Daar wierden bevonden een ruyter en dragonder van de Hessen en een hussaar en ruyter van Orange, welke haar paarden hadden verlooren, soo wel die als veele anderen. Die vier gevangens voor den Generaal gebragt sijnde, wierd haar gevraagd, of sij die ordres van daags te voren niet en wisten; sij antwoorden van jae. Waarop den Generael tot een exempel voor het geheele detachement ordonneerde, dat sij souden geharquebuseerd worden, maar door voorspraak, om dat het de eerste keer was, dat se mogten speelen, wie van haar vieren sterven souden; de Generaal, door compassie, stond het toe, terwijl sij seyde dat sij maer waeren geweest om eens te drinken, en geen intentie hadden om te marraudeeren. Waarop de vier gevangens speelden met een dobbelsteen op een trom; het lot viel op den ruyter van Orange, die aan het hoofd van het detachement geharquebuseert wierd met een goede elignatie (?), hebbende twee en dartich jaaren gedient sonder ooyt eenige faut te hebben begaan, volgens dat den Collonel Coenders van het selfde regmt en comp. heeft geattesteerd. Waarop den mars vervolgd wierd tot voor de stad van St. Michel, geleegen op de rivier de Maas, waar een steene brug op lag. In de stad was een Gouverneur van den Hertog van Lotharingen, en voor guarnisoen een comp. guarde te voet van den selven Hertog. De Generaal maakte een halte voor de brugge buyten de stad en sond om een compliment te maaken an den Gouverneur, met eens te versoeken om te mogen refraicheeren met detachement, dewelke seer beleefd antwoorde en liet weer een compliment aan den Generaal met offres van alle soorten van dienst. De Gouverneur liet een weyde langs de Maas aanwijsen, daar het detachement fouragie overvloedig hadde, als ook levensmiddelen genoeg | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 126]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voor de manschappen, die de borgers in menigte aanbragten. De Generael marcheerde in de stad en dede de militaire honneure an de wagt, die an de poort van de brug stond, dewelke antwoorden op die selve honneur met demonstratie van vriendschap soo wel als de borgers deeden. Naardat het detachement in de weyde was gebragt, ging den Generael een visite geeven aan den Gouverneur, die seer inpotent was en die hem met veel vrindschap ontfing. Naar afscheyd genomen hebbende van den Gouverneur, dede den Gen. depeches voor d'armee, als ook voor den Haag, alsoo daar het eerste postcomptoir was, daar men anquam. Naar twee a drie uur gerefraicheerd te hebben, marcheerde de Generaal met het corps en deede deselve militaire honneurs gelijk als in het inkomen. In den marsch quamen nigten van den overleeden Lt Gen. Dompree met haar domestiquen, presenteerende verscheyde manden met fruyten en wijn aan den Generaal en aan alle de andere officiers en toonden een groote blijdschap aan onse trouppen, waar onder dat er nog veele waaren, die sij gesien hadden in den tijd dat sij met den overleden Generael Dompree woonden in Breda. Men continueerde den mars tot Aspremont Chiery, daar men de rivier la Maids (?) passeerden, en maakten weder een halte om te refraicheren. Den Hertog van Lotharingen sond eene van sijne chambellans aan den Generael Grovesteyn om hem een compliment te maken, en doen fourneeren de nodige fouragies en brood voor het detachement, voor so lang het selve soude in het Lotharingse sijn. Den 15 Junij gemarcheert tot Serpre Vendierre, 's morgens aan de stad Pont à Mousson, daar de Mosel gepasseerd op een steene brugge, van daar op Haittou en Parfrusier; soude door de rivier Seille gepas- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 127]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
seerd hebben, maar het water was te hoog; vervolgde de mars, Manoncour op de regterhand, Clemme op de linkse, en van daar regt op de stad Nomeni en passeerde daar deselve en maakte daar een halt. Den 16 Junij op Mailly, Bagny, Bouest, Fleury, Pouly, Magny, la Conse de haute bevvises, op de hoogte van St. Barbara voor de stad Mets. Den Generael rangeerde het corps in ordre de battaille in eene linie in 't gesigt van de stad; den alarm was aanstonds in de stad en rontom in het land. De Marquis de Refuge, Brigadier van de Fransche infantery en Commandant van de stad, maakte sijn dispositie en liet sijne infantery in de bedekte weg marcheeren; ondertusschen wierd gecannonneerd uyt de stad op het detachement; den Generael dat siende schreef twee brieven, den een aan den Marquis de Refuge, den anderen aan den Intendant van Mets, die hij zond met een trompetter na de stad. De brieven waaren in deese volgende termen:
Monsieur.
Si vous avez quelque pitié d'un pauvre peuple deja assez fatigué d'une si longue guerre, s'est d'envoyer d'unGa naar voetnoot1) otages pour repondre de la contribution, sans quoy je serois obligé de faire, quoyque malgré moi, l'execution dans trois Evechez duGa naar voetnoot2) j'ai les ordres positives, j'attends l'honneur de vôtre reponse dans une heure de temps. Je suis tres parfaitement. De la hauteur de St. Barbe, le 16 Juin au matin 1712. Monsieur, votre tres humble et tres obeissant serviteur, F. de Grovesteyn. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 128]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Antwoort:
Monsieur.
Je viens de recevoir la lettre, que vous venez de m'ecrire de la hauteur de St. Barbe ce jourdui a dix heures du matin. Je vous diray mons. que jai les ordres du Roy d'empecher les vilages de ce pais de contribuer, et je ne say si vous aurez tout le temps de faire entierement votres executions et de vous retirer par le pais de Treve ou le Palatinat, car dans peu vous pourez avoir bonne compagnie. Jai l'honneur d'etre avec toute la consideration possible, Monsieur, A Metrée 16 Juin 1712. Vottre tres humble et tres obeissant serviteur, De Reffuge.
Den Intendant absent sijnde, den legiceerde (?) brack den brief open, antwoorde aan den Gen. ontrent in de selve termen, doch wat onbetaamlijker als die van den Marquis de Refuge. Naar die twee antwoorden ontfangen te hebben, liet de Gen. de hoofdofficieren tot hem komen om haar die twee antwoorden te communiceeren, waar op den Lt Coll. le Hault gecommandeert wierd met 300 dragonders, om sig te gaan posteeren op de groote weg van Verdun, alwaar den Gen. wist dat een van de Fransche detachementen uyt hun armée, onder commando van den Lt Generael St. Fremont, was gearriveerd, om aldaar te verneemen welke route ons corps soude neemen, sijnde altijd in de meening geweest dat den Gen. sig soude retireeren door het land van Luxembourg en d'Ardennes. Het regiment van Colin Lambert en de hussaaren werden gesonden in de voorstad van Mets, om die in | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 129]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den brand te steeken, hetwelk wel reusseerde, soo wel als het uytplunderen. In de stad waaren twee hondert Fransche dragonders, die altemet uytvallen wilde doen, maar zonder effect; wierden altijd teruggejaagd. Voorders maakte den Gen. sijn dispositie om het land in brand te steeken en te plunderen, waertoe verscheyde kleyne detachementen met dertig, veertig en 50 paarden gecommandeert wierden, naar de dorpen en casteelen om de executie te doen, en ook ostagiers mede te neemen. Het huys van den Entrepreneur Generael van Metz, dat kostelijk gemeubileerd was, stond op de hoogte van St. Barbe wierd aldaar eerst geplundert en verbrand. Alle de detachementen van het groote corps hadden orde naar de executie gedaan te hebben, sig weer te voegen bij het g.m. van het corps; alle die anderen die verder waaren hadden ordre om met sonnen ondergang ook weder bij te voegen. Die heelen dag stond het gros van 't detachement op de hoogte van Metz en St. Barbe sonder het minste geinquieteerd te werden, alle de heeren en boereu van het platte land, die bij den Gen. quamen om sauvegardes, om haare goederen en huysen van den brand en plunderen te bevrijden, wierd haar een ruyter of dragonder gegeeven met een gedrukte sauvegardebrief al gratis sonder een penning te betalen aan die het mogte weesen. Met sonnen ondergang quamen alle de kleyne detachementen wederom volgens ordre die sij hadden, als ook den Lt Coll. le Hault, die den heelen dag geen vijand was gewaar geworden. Deselve dag de drie Fransche detachementen, bestaande tusschen de elf a twaalf duysend paarden en drie corps, een van dragonders onder de ordre van den Graaf van Coigny, een van het Coningshuis, on- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 130]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
der de commando van den Lt Generaal St. Moris en Cheladet, en een van de cavallerie onder die van den Graaf van St. Fremont, die den heelen dag tot Verdun stond. Terwijl de Generaal de executie deed in het land van Mets, savonds als alle de kleyne detachementen weder quamen bij het corps, bragten sij meede veel buyt en ostagiers van de nombre van 300, meedegereekend die van Champagne en Tirache, dewelke onder een commando van een officier en vijftig paarden agter het corps marcheerden. De schaade, die men rekend geschied te sijn in het Bisdom van Mets, bestaat in 35 dorpen en 18 casteelen, die geplundert en verbrand sijn geweest. Daar sijn nog veele kleyne particulariteyten die hier een te groote plaats souden neemen om hier bij te voegen, en deese journaal interrompeeren; sal dan maar den mars volgen. Des avonds na sonnen ondergang marcheerde het heele detachement de geheele nagt over St. Barbarus, Etangs, Neubrak, en passeerde daar de rivier Lonid. Den 17 's morgens door Walmeringen in het Duytsche Lotheringen geleegen, door de stad Boulag Pledekken tot Bousendorp, op de abdye van Bousenville, alwaar wij de rivier op een steene brug passeerden, van daar door het wald van Vilskoopen en Fremersdorp. Naar advenant dat de troupen defileerden door het dorp Fremensdorp, liet den Generaal de trouppen opmarcheeren langs de rivier de Saal, alwaar van distantie tot distantie verscheyden redouten stonden, ieder beset met een officier en dartig mannen van het regiment, vrij comp̄ van Kleyn Holst, om te beletten dat er niemand van de geallieerde trouppen of partijen de Hondsrug naar het Lotheringse of de drie Bisdom- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 131]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
men soude enige invasie doen. Hadde de rivier te seer onbruykbaar geweest of meerder beset, so was de intentie van den Generaal om te marcheeren door Bourgonje, Fransche Conté, regt op Zwitserland, en langs Duytsland en den Rhijn wederom te keeren. Den Generaal liet de naaste redoute, die naast het detachement stond, sommeeren van niet een schoot te doen, of dat hij se na de uyterste riguer soude handelen, hetwelk sij toestonden, mits men niet te na soude komen om haar te attaqueeren. De Generael maekte sijne dispositie om de rivier te passeeren, welk van beyde kanten was geesquarpeert. De dragonders van de avantgarde hebbende een opening gemaakt, passeerde sij na den anderen kant, niet sonder groote moeyte, de rivier, sijnde redelijk breed en sterk van stroom; de rest van het detachement volgde man voor man. De Commandant van Saar Louis, sijnde gewaar geworden datter geallieerde trouppen de rivier passeerden bij Frementsdorf, liet de sluysen open trecken; de rivier swelde allengskens op, maar door geluk was alles met den avond over en bleven des nagts over de rivier in de weyde campeeren. De hussaaren en vrij comp̄ van Colin Lambert, die hadden verscheyden kudden schaapen, die sij geobligeerd sijn geweest te verlaten an de overkant, mits de schaape niet swemmen kosten. De tagtig vette ossen, die de hussaaren genomen hadden, quamen wel over, mits sij swemmen kosten. Den 18 Junij met den dag begost het detachement weder te marcheeren, den berg regt op het dorp Berckingen.. De vrij comp̄ van Kleynholst, die ons daags te vooren hadden de rivier laten passeeren sonder een schoot te doen, volgens accoord, quamen uyt hunne redoute | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 132]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en schooten op de avantguarde, quetsen een officier van de guarde dragonders, een dragonder van Daudignie het been an stukken, twee a drie paarden gequest. De Gen. liet de voorste dragonders afsitten en daarop een geheele decharge doen, dat sij t'eenemaal verjaagd wierden, en volgden den mars op den Hondsrug tot Talfanck, latende Saar Louis drie uuren op de regterhand leggen. Den Commandant van Saar Louis sond een groot detachement van sijn vier regimenten, die daar lagen langs den Hondsrug om te recognosceeren; maar die hebben sig niet laten sien van het detachement. Den 19 dito marcheerde het detachement van Tholvange door het Hoogwald en quamen camperen tot Moerbeek. 20 Junij rustdag. 21 Naar Lutsbier; twee uuren van Traerbach, alwaar alle de ostagiers gebragt wierden in securiteyt en wierden daar gelaten onder de ordre van den Brigadier d'Abadie, die aldaar commandeerde. 22 en 23 rustdag. 24 na Cappel. 25 rustdag. 26 naar Bohlebag. 27 naar Walsche, snagts quamen enige partijen in de bosschen rondom Rodeeren, rondsom de wagten, maar dorsten niets onderneemen. 28 passeerde het detachement door een groot bosch van twee uuren lang en passeerden de Mosel bij Coblentz en campeerden tot Warendorp, een half uur van de stad. 29 en 30 rustdag. De Generael ging in die tijd met eenige Hoofdofficiers naar Dietz om aldaar de Vorstinne van Nassau te salueeren. 1e Julij 's morgens met den dag wierden 200 dra- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 133]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gonders te voet gecommandeert om voor uyt de passage en defiléen te besetten naar Wijsentorn op de weg van Andernach langs den Rheyn. Daar wierd ook 250 man uyt Coblents gecommandeert om de passages te besetten naar Sijnsig, marcheerde het detachement na Andernach. 2e naar Sijnzig. 3e rustdag. 4e Mulheim. 5e Bonn. 6e rustdag. 7e Broel. 8e naar Bronwieller. 9e rustdag. 10e Betburgs hyffers. 11e tot Leunigs. 12e BoutscherGa naar voetnoot1) bij Aaken. 13e rustdag. 14e naar Willer op gul. 15e naar Maastrigt. 16, 17 en 18e rustdag. 19e naar Tongeren. 20, 21 en 22e rustdag. 23e naar St. Truyen. 22e naar Tirlemond. 25e naar Leuwen, daar een courier van den Prins Eugenius quam aan den Generael, met tijdinge van d'affaire van d'EnauGa naar voetnoot2), en ordre om naar Brussel te marcheeren tot nader ordre. Den selve dag marcheerde het detachement naar Brussel. 26e ontfing den Generael een tweede expressen met ordre om naar Mons te marcheeren, hetgeen des avonds nog geschiede, en quamen halt maken tot Soigny en des morgens | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 134]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
27e tot Mons, den selven dag nog een courier gekomen aan den Generael, met ordre om spoedig uyt Mons na Doornik te marcheeren en arriveerde 28e tot Doornick, alwaar den Generael een ordre vond om te laten recognosceeren langs de rivire de Duille, Pontauby, Belle Ferier en pont Arrache, of die beset mogte sijn met vijand; soo niet, dan soude met het heel detachement in Douay marcheeren, als het mogelijk soude sijn; maar hebbende rapport gehad dat alle die voorseyde posten beset waaren, soo kreeg den Generaal ordre om sijn heel detachement weder in de armee te doen inrukken, die deselve dag nog te Doornik quam campeeren. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lijste van de verlooren manschappen en paarden, die in de heele cours vermist sijn.
|
|