Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 7
(1884)– [tijdschrift] Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 89]
| |
Uittreksel uit eenen brief van den Nederlandschen gezant in Frankrijk, betreffende zijn onderhoud met den Nuncius van den Paus, in Sept. 1618.Ga naar voetnoot1)Hooge ende Mogende Heeren!
Mijn heeren!
........ Ten voors. tijdeGa naar voetnoot2) weesende tot Lisigny met den Agent van Engeland, vonden wij aldaar den Cardinaal van Rochefouqueau met den Nonce van den Paus bij den Heere van Luynes. Deselve Nonce sogt ende vond occasie om met mij in communicatie te komen, ende seide mij veele swaare dingen om te hooren. Als eerst grotelijks improbeerende de proceduuren van Uwe Hoog Mogende en van sijne Excie in 't assopieeren van de teegenwoordige geschillen ende differenten aldaarGa naar voetnoot3). Ten tweeden, ook sustineerende, dat de prolongatie van de Trèves beeter was voor den Staat en confirmatie van de souverainiteit van Uwe | |
[pagina 90]
| |
Hoog Mogende, als den oorlog. Ik antwoorde hem, dat sulken oordeel ende raad seer suspect was ende van geene consideratie in regard van sijn persoonGa naar voetnoot1). Evenwel spreekende, altijd met behoorlijk respect ende discretie, gelijk sijn Ed. ook deede in mijn reguard, erkennende mij ten vollen in titelen ende eere als 't behoorde (hoewel daar niet veel aan gelegen en is), ende, wat meer is, verklaarde, dat den Paus sijnen meester den Staat en Republique van Uwe Ho. Mo. voor een souveraine Staat was erkennendeGa naar voetnoot2). De Heeren van Luynes en de andere Heeren spraeken altijd met sonderlinge affectie ende goed oordeel tot lof ende eere van de equitable proceduuren ende regeeringe van Uwe Hoog Mogende, gelijk ik nog dagelijks, justificeerende de wijse actien ende proceduuren van Uwe Hoog Mogende, bevinde dat meest overal daarvan seer wel ende met behoorlijkheid bij de ongepassioneerden gesprooken ende gevoelt werd. Dit en hebbe ik niet kunnen nalaten Uwe Hoog Mogende te adviseeren. ........ Hooge ende Mogende Heeren etc. Uit Parijs, den 27 Septembre, 1618. (Get.) G. van den Boetseler ende Asperen. |
|