te klappen; maer de tijden sijn so gevaerlijk, dattet beter is te laten: qui bene latuit bene vixit. Vive tibi et longe, nomina magna fuge, in spe et silentio animas nostras possidere debemus.
Dat gij vreesde dat ik tot de Papisten genegen waere, heb dese antwoort: Ik danke V E. voor de goede sorge en ben genegen tot Papisten, Calvinisten, Anabaptisten, Socinianen, Lutheriaenen in sekere respecte; ik heb onder haer alle bevonden datter oprechte godvresende en deuchtsame personen onder sijn, die haer vertrouwen en eenigen troost op God in Christo stellen, en haer beste doen tot een rechtveerdig heylig leven en alle goede werken. Dese wensche ik van harten wel, gelove en hope datse het eeuwig salig leven verwerven sullen. Daer tegen sijn daer onder alle de voorss. gesinde ook veele godlose en onheylige menschen, sommige openbaere sondaers, sommige hypokrieten, die daer seggen datse God kennen en mette werken verloochenen sij hem. Sij seggen datse Christenen sijn maer sij sijn een Synagoge des Satans en sij meenen God dienst te doen, wanneer se haeren naesten vervolgen en doden, etc. De hooftsomme van alles is: Vreest God en houd sijn gebod.
Onder de tien leprosen was de verachte Samaritaen de beste Christen. Den heyligen Levyt en geleerden Priester keerden den armen de rugge toe, alleen de vervloekte Samaritaen doet barmhertelijk en wort van God gesegent. Den phariseus roemt van sijn vasten en tienden en den publicaen belijd sijne sonden met leetwesen en was de beste.
Het is wel te bewijsen dat de instellinge van transsubstantiatie, primatus Papae en veele andere dingen meer inde eerste twaelf hondt. iaeren na de geboorte Christi onbekent is geweest. De Socinianen meynen veel gedaen te hebben als sij imant getrocken hebben tot