Den Bibel, Inhoudende dat Oude ende Nieuwe Testament (Biestkensbijbel)
(2011)–Anoniem Den Bibel, Inhoudende dat Oude ende Nieuwe Testament (Biestkensbijbel)– Auteursrechtelijk beschermd¶ Van de oprichtinge der wooningen oft tenten, ende wat de hooftlieden opter wijdinghe gheoffert hebben. | |
1Ga naar margenoot+ ENde doen Mose de wooninghe opgherecht had, ende hadse ghesalft, ende gheheylicht met alle haer gereetscap: Daer toe ooc den Altaer, met alle zijn ghereetschap gesalft ende gheheylicht. | |
2Doen offerden de Vorsten Israels, die de ouerste waren in haerder vaderen huysen. Want si waren de ouerste onder de gheslachten, ende stonden bouen aen, onder den ghenen die ghetelt waren. | |
3Ende si brachten haren offer voor den HEEre, ses bedecte waghenen, ende twaelf Runderen, te weten, eenen wagen voor twee Vorsten, ende elc eenen Osse, ende brachtense voor de wooninghe. | |
4Ende de HEERE sprack tot Mose: | |
5Neemter van hen, op dattet diene totten dienst der Hutten des ghetuychenis, ende gheeftse den Leuiten, eenen yeghelijc nae zijnder officien. | |
6Doen nam Mose de waghenen ende Runderen, ende gafse den Leuiten: | |
7Twee waghenen ende vier Runderen gaf hy Gersons kinderen nae haer officien. | |
8Ende vier waghenen ende acht Ossen gaf hy den kinderen Merari, na haerder officien, onder Ithamars hant, Aarons des Priesters soons. | |
9Ga naar margenoot+ Maer Kahaths kinderen en gaf hy niet,Ga naar margenoot* om dat si een heylige officie op hen hadden, ende op hare schouderen draghen moesten. | |
10Ende de Vorsten offerden tot eender inwijnghe des Altaers, inden daghe, doen hy ghewijt wert, ende offerden haer gauen voor den Altaer. | |
11Ende de HEEre sprac tot Mose: Laet elcken Vorst, in sinen daghe sinen offer brenghen, totter inwijdinghen des Altaers. | |
12Inden eersten daghe offerde zijn gaue Nahesson, de soon Aminadab, vanden stamme Iuda. | |
13Ende zijn gifte was, een silueren schotel, hondert ende dertich sikels weert, een silueren schale tseuentich sikels weert, na den sikel des Heylichdoms, beyde vol Semelmeels, met olie ghemengt, tot eenen Spijsoffer: | |
14Daer toe eenen gulden lepel, thien sikel Gout weert, vol ruecwercx: | |
15Eenen Osse vanden Runderen, eenen Ram, een iarich Lam tot eenen Brantoffer: | |
16Eenen gheyten Bock tot eenen Sondoffer: | |
17Ende tot een Dancoffer, twee Runderen, vijf Rammen, vijf | |
[pagina 52r]
| |
Bocken, ende vijf iarige Lammeren. Dat is de gaue Nahessons, Aminadabs soons. | |
19Sijn ghifte was een silueren schotel, hondert ende dertich sikels weert, een silueren schale tseuentich sikels weert nae den sikel des heylichdoms, beyde vol Semelmeels, met olie gemengt, tot eenen Spijsoffer: | |
20Daer toe eenen gulden Lepel thien sikel gouts weert, vol ruecwercx: | |
21Eenen Osse vanden Runderen, eenen Ram, een iarich Lam, tot eenen Brantoffer: | |
22Eenen geyten Boc totten Sondoffer: | |
23Ende tot een Danckoffer, twee Runderen, vijf Rammen, vijf Bocken, ende vijf iarighe Lammeren. | |
24Dat is Nathanaels gifte Suars sone. Inden derden daghe, de Vorst der kinderen Sebulons, Eliab Helons sone. | |
25Sijn ghifte was een silueren schotel, hondert ende dertich sikels weert, Daer toe een silueren schale tseuentich sikels weert, na den sikel des heylichdoms, beyde vol Semelmeels, met olie ghemengt, tot eenen Spijsoffer: | |
27Eenen Osse vanden Runderen, eenen Ram, een iarich Lam, tot eenen Brantoffer: | |
28Eenen geyten Bock tot een Sondoffer: | |
29Ende tot een Danckoffer, twee Runderen, vijf Rammen, vijf Bocken, ende vijf iarighe Lammeren. Dat is Eliabs ghifte des soons Helon. | |
30Inden vierden dage, de Vorst der kinderen Ruben, Eli Sur Sedeur soon. | |
31Sijn ghifte was, een silueren schotel, hondert ende dertich sikels weert, Een silueren schale tseuentich sikels weert, nae den sikel des Heylichdoms, beyde vol Semelmeels, met olie ghemengt, tot eenen Spijsoffer: | |
32Eenen gulden Lepel, thien sikel gouts weert, vol rueckwercx: | |
33Eenen Osse vanden runderen, Eenen Ram, Een iarich lam tot eenen Brantoffer, | |
34Eenen Gheyten Bock, tot een Sondoffer, | |
35Ende tot een Dancoffer, twee Runderen, vijf Rammen, vijf Bocken, ende vijf iarighe Lammeren. Dat is EliSur Sedeurs soons ghifte. | |
36Ga naar margenoot+ Inden vijfsten dage, de Vorst der kinderen Simeon, Selumiel, Suri Sadais soon. | |
37Sijn ghifte was, Een silueren schotel, hondert ende dertich sikels weert, Een silueren schale, tseuentich sikels weert, nae den sikel des Heylichdoms, beyde vol Semelmeels, met olie ghemengt tot eenen Spijsoffer: | |
38Eenen gulden lepel, thien sikels gouts weert, vol rueckwercx: | |
39Eenen Osse vanden runderen, eenen Ram, een iarich Lam tot een Brantoffer: | |
40Eenen gheyten Bock tot een Sondoffer: | |
41Ende totten Dancoffer twee runderen, vijf Rammen, vijf Bocken, ende vijf iarige Lammeren, dat is Selumiels ghifte Suri Sadai soons. | |
42Inden sesten dage, de Vorst der kinderen Gad, Eliasaph Reguel soon. | |
43Sijn ghifte was, Een silueren schotel, hondert ende dertich sikels weert, een silueren schale, tseuentich sikels weert, nae den sikel des Heylichdoms, beyde vol Semelmeels, met olie ghemengt tot een Spijsoffer: | |
44Eenen gulden Lepel, thien sikel gouts weert, vol ruecwercx: | |
45Eenen Osse vanden runderen, eenen Ram, een iarich lam, tot eenen Brantoffer, | |
46Eenen gheyten Bock tot eenen Sondoffer: | |
47Ende totten Dancoffer twee runderen, vijf rammen, vijf Bocken, vijf iarighe Lammeren, dat is Eliasaphs ghifte Reguels soons. | |
49Sijn gifte was, een silueren schotel, hondert ende dertich sikel weert, een silueren schale, tseuentich sikels weert, na den sikel des Heylichdoms, beyde vol Semelmeels, met olie gemengt, totten Spijsoffer: | |
50Eenen gulden lepel thien sikel gouts weert, vol rueckwercx, | |
51Eenen Osse vanden runderen, eenen Ram, een iarich lam, tot eenen Brantoffer: | |
52Eenen gheyten bock tot een Sondoffer, | |
53Ende totten Dancoffer, twee Runderen, vijf Rammen, vijf Bocken, vijf iarighe Lammeren. Dat is de gaue Elisama des soons Amihud. | |
54Inden achtsten dage, de Vorst der kinderen Manasse, Gamaliel Peda Sur soon. | |
55Sijn ghifte was, een silueren schotel hondert ende dertich sikels weert, een silueren schale tseuentich sikel weert, na den sikel des Heylichdoms, beyde vol Semelmeels, met olie gemengt totten Spijsoffer: | |
56Eenen gulden Lepel thien sikel gouts weert, vol Ruecwercx. | |
57Eenen Osse vanden Runderen, eenen Ram, een iarich Lam, tot eenen Brantoffer: | |
58Eenen geyten boc totten Sondoffer, | |
59Ende totten Danckoffer, twee Runderen vijf Rammen, vijf Bocken, vijf iarige Lammeren. Dat is Gamaliel Peda Sur soons ghifte. | |
61Sijn gifte was een silueren schotel hondert ende dertich sikels weert, een silueren schale tseuentich sikels weert, nae den sikel des Heylichdoms, beyde vol Semelmeels, met olie ghemengt, tot een Spijsoffer: | |
62Eenen gulden Lepel thien sikels gouts weert, vol ruecwercx: | |
63Eenen Osse vanden Runderen, eenen Ram, een iarich Lam totten Brantoffer: | |
64Eenen geyten boc totten Sondoffer: | |
65Ende totten Dancoffer, twee Runderen, vijf Rammen, vijf Bocken, vijf iarighe lammeren. Dat is Abidans Gideons soons ghifte. | |
66Inden thienden daghe, de Vorst der kinderen Dan, AhiEser AmmiSadai soon. | |
67Sijn gaue was een silueren schotel hondert ende dertich sikels weert, een silueren schale tseuentich sikels weert, nae den sikel des Heylichdoms, beyde vol Semelmeels, met olie ghemengt, tot eenen Spijsoffer: | |
68Eenen gulden lepel thien sikels gouts weert, vol ruecwercx: | |
69Eenen Osse vanden Runderen, eenen Ram, een iarich Lam totten Brantoffer: | |
70Eenen geyten bock totten Sondoffer, | |
71Ende totten Dancoffer, twee Runde- | |
[pagina 52v]
| |
ren, vijf Rammen, vijf bocken, vijf iarighe lammeren. Dat is AhiEsers ghifte AmmiSadai soons. | |
73Sijn ghifte was, een silueren schotel, hondert ende dertich sikel weert, een silueren schale tseuentich sikels weert, na den sikel des Heylichdoms, beyde vol Semelmeels, met olie ghemengt, tot eenen Spijsoffer: | |
74Eenen gulden lepel, thien sikel gouts weert, vol ruecwercx: | |
75Eenen Osse vanden Runderen, eenen Ram, een iarich lam totten Brantoffer: | |
76Eenen geyten bock tot eenen Sondoffer: | |
77Ende totten Dancoffer twee Runderen, vijf Rammen, vijf Bocken, vijf iarighe Lammeren, Dat is Pagiel Ochrans soons ghifte. | |
78Inden twaelfsten daghe, de Vorst der kinderen Naphthali, Ahira Enan soon. | |
79Sijn ghifte was een silueren schotel hondert ende dertich sikels weert, een silueren schale tseuentich sikels weert, nae den sikel des Heylichdoms, beyde vol Semelmeels, met olie ghemengt, tot eenen Spijsoffer: | |
80Eenen gulden Lepel thien sikels gouts weert, vol ruecwercx: | |
81Eenen Osse vanden Runderen, eenen Ram, een iarich Lam tot eenen Brantoffer: | |
82Eenen geyten Bock tot eenen Sondoffer: | |
83Ende tot een Danckoffer, twee Runderen, vijf Rammen, vijf Bocken, vijf iarighe Lammeren. Dat is de ghifte Ahira Enans soon. | |
84Ga naar margenoot+ Dat is de inwijdinge des Altaers, ter tijt doen hy ghewijt wert, daer toe dat de Vorsten Israels offerden, twaelf silueren schotelen, twaelf silueren schalen, twaelf gulden lepelen. | |
85Alsoo dat een schotel hondert ende dertich sikels siluers, ende een schale tseuentich sikels hadde, dat de somme van al den silueren vaten droech twee duysent vier hondert sikels, nae den sikel des Heylichdoms: | |
86Ende de twaelf gulden lepels, vol ruecwercx, hadde elcken lepel thien sikels, na den sikel des Heylichdoms. Dat de somme gouts van lepelen droech, hondert ende twintich sikels. | |
87De somme der Runderen, totten Brantoffer was, twaelf Ossen, twaelf Rammen, twaelf iarige Lammeren, met haren Spijsoffer, | |
88Ende twaelf gheyten Bocken tot Sondofferen. Ende de somme der Runderen totten Dancofferen, was vier ende twintich Ossen, tsestich Rammen, tsestich Bocken, tsestich iarighe Lammeren. Dat is de inwijnghe des Altaers, doen hy ghewijt wert. | |
89Ende als Mose inder Hutten des ghetuychenis ghinck, dat met hem ghesproken worde,Ga naar margenoot* so hoorde hy de stemme met hem spreken,Ga naar margenoot† vanden Ghenaden stoel, die op de Arcke des ghetuychenis was tusschen die twee Cherubim, van daer wert met hem ghesproken. |
|