Den Bibel, Inhoudende dat Oude ende Nieuwe Testament (Biestkensbijbel)
(2011)–Anoniem Den Bibel, Inhoudende dat Oude ende Nieuwe Testament (Biestkensbijbel)– Auteursrechtelijk beschermd¶ Vanden Altaer ende sine toebehoorte, vanden voorhof der wooninghe. Vande olie ende de Ampullen. | |
1Ga naar margenoot+ ENde ghy sult eenenGa naar margenoot* Altaer maken, van vueren houte, vijf ellen lanck ende breet, dat hy ghelijck viercant sy, ende drie ellen hooch. | |
2Ende ghy sult hoornen aen zijn vier hoecken maken, ende ghy sultet met metael ouertrecken. | |
3Maect oock aschpotten, schuppen, beckenen, crauwels, vierpannen. Alle zijn ghereetschap suldy van metael maken. | |
4Ghy sult ooc een metalen Tralie maken, ghelijck een net, ende vier metalen ringhen aen zijn vier hoecken. | |
5Ghy sulten van onder op alom den Altaer maken, dat de tralie reycke tot midden vanden Altaer. | |
6Ende ghy sult oock hantboomen maken totten Altaer, van vueren houte, met metael ouertrocken, | |
7Ende ghy sult de hantboomen in de ringhen steken, dat de hantboomen aen beyde siden des Altaers zijn, daermen mede draghen mach. | |
8Ende sultet also van berderen maken, dattet inwendich hol sy, ghelijck v opten berch ghetoont is. | |
9Ga naar margenoot+ Ghy sult der wooninghe oock eenen hof maken, Een omhancksel van witter ghetweernder zijden. Op een zijde hondert ellen lanck teghent zuyden, | |
10Ende twintich columnen op twintich metalen voeten, ende hare knoopen met haren reepen van siluer. | |
11Also oock sal tegent Noorden een omhancsel zijn, hondert ellen lanc, twintich columnen op twintich metalen voeten, ende hare knoopen met haren reepen van siluer. | |
12Maer teghen het Westen sal de breyde des hofs hebben een omhancsel vijftich ellen lanc, thien columnen op thien voeten. | |
13Teghen het Oosten, sal de breyde des hofs hebben, vijftich ellen, | |
14Also dat het omhancsel opter eender zijden hebbe vijfthien ellen, daer toe drie columnen op drie voeten. | |
15Ende noch eenmael vijfthien ellen op die ander zijde, daer toe drie columnen op drie voeten. | |
16Ga naar margenoot+ Maer de poorte des hofs sal een Laken zijn van twintich ellen breet, ghestict van geelder zijden, scharlaken, rosetroot, ende ghetweernder witter zijden, daer toe vier columnen op haer vier voeten. | |
17Alle die columnen om den hof, sullen silueren reepen hebben, ende silueren knoopen, ende metalen voeten. | |
18Ende de lengde des hofs sal zijn hondert ellen, ende de breede vijftich ellen, ende de hoochte vijf ellen, van getweernder witter zijden. Ende zijn voeten sullen metalen zijn, | |
19Oock alle de ghereetschap der wooninge tot alderley officie, ende nae sine naghelen, ende alle naghelen des hofs sullen metalen zijn. | |
20Ga naar margenoot+ Ghebiet den kinderen IsraelsGa naar margenoot* dat si tot v brengen die alder reynste ende puerste olie van Olijfboomen ghestooten om te lichten, datmen altijt in de lampen giete, | |
21Inder Hutten des ghetuychenis, buyten dat voorhancsel, die voor dat getuychenis hangt. Ende Aaron ende zijn sonen sullense bereyden, van smorghens tot tsauonts voor den HEERE. Dat sal v een eewighe sede zijn op uwe nacomelinghen, onder de kinderen Israels. |
|