Booitshoeke in 1818
Booitshoeke, in 1818 met een oppervlakte van 327 ha en amper 130 inwoners, zond op 8 maart 1818 onder de handtekening van burgemeester Maryn de Graeuwe zijn aangifte naar de gouverneur te Brugge (RAB., Modern Archief, 1e reeks, nr. 1294).
Bijna twee derden van het grondgebied waren weiden van een uitstekende kwaliteit (nos paturages sont pour la plus grande portion très bonnes et produisent des bêtes grasses et merveilles).
Het kerkje van Booitshoeke, een juweeltje in deze streek, was echter in verval. Dat de kerk als parochiekerk afgeschaft was en dat Booitshoeke naar Pervijze moest om de kerkelijke diensten bij te wonen, was un inconvéniant très notoire. De maire vroeg dan ook dringend aan de hogere overheid de kerk te laten herstellen en ze terug te laten verheffen tot succursale kerk, zoals de andere kerken uit Veurne-ambacht.
A.B.