Biekorf. Jaargang 104
(2004)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 362]
| ||||||||||||||||||||||||||
De onderwijzersbibliotheken van Tielt in 1888In 1888 verscheen er bij de Tieltse drukker Van Welden een catalogus van de twee onderwijzersbibliotheken die het schoolkanton Tielt toen telde. Het is een boekje van amper 48 blz. dat de lijst opgeeft met de titels van de boeken en tijdschriften in de twee onderwijsbibliotheken uit dit gebied (h. 21 cm, br. 14 cm). Het is een zeldzaam drukseltje, want bij ons weten staat het nergens vermeld. Niet in het Repertorium van Leo De Wachter over de Vlaamse gouwen en gemeenten, en het ontsnapte zelfs aan het alziend oog van Frans De Potter in zijn Vlaamse Bibliographie der gedrukte werken tussen 1830 en 1890.
Deze publicatie geeft eenvoudig de lijst weer van het bezit aan boeken en tijdschriften in het schoolkanton Tielt. Vooraan komt de boekerij van de Eerste Kring (tot aan blz. 34) met als bibliothecaris Gustave Catry, gemeenteonderwijzer in Tielt, en de overige bladzijden (vanaf blz. 35 tot 48) geven wat er voorhanden was in de Tweede Kring, met als bibliothecaris Adolf Deverrewaere, gemeenteonderwijzer in Sint-Eloois-VijveGa naar voetnoot(1).
De eerste kring omvatte vermoedelijk de bibliotheek der onderwijzers van de stad Tielt en de aanpalende gemeenten, de tweede kring die van de gemeenten die verder van de stad Tielt verwijderd lagen, want het aantal boeken uit kring één is heel wat talrijker dan die uit (de landelijke) kring twee. Tussenin steken enkele bladen wit papier waar de bibliothecaris na 1888 de aanwinsten aan boeken en tijdschriften verder kon inschrijven. Van deze witte bladzijden werd effectief gebruik gemaakt om er de aanwinsten na 1888 in te noteren. Iedere kring deelde zijn boekenbezit in vier hoofdstukken in, namelijk A. Vaderlandse geschiedenis, B. Letterkunde, C. Opvoedkunde en Methodeleer, D. Landbouw en Nijverheid. Ongeveer één derde van het fonds bestaat uit Franstalige titels.
Samengevat geraakte de bibliotheek uit het Tieltse aan volgende aantallen:
| ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 363]
| ||||||||||||||||||||||||||
Bij een eerste nazicht van de titels valt het onmiddellijk op dat de indeling naar de inhoud niet strikt gerespecteerd werd. Vooral in het hoofdstuk Letterkunde staan er een heleboel werken aangegeven die niets te maken hebben met schone letteren. Ook in de overige hoofdstukken zijn er enkele titels die eigenlijk in een ander hoofdstuk dienden geplaatst te worden. Ook de bibliografische beschrijving laat veel te wensen over.
De bibliotheek hield minstens stand tot in 1903, want er staat een boek bij dat verscheen in 1903. Vermoedelijk zijn beide bibliotheken actief gebleven tot aan de eerste wereldoorlog. Wij vonden geen enkel spoor van een onderwijzersboekerij in de streek van Tielt in het interbellum of daarna.
Wat de boeken zelf betreft, hun gehalte en wetenschappelijke waarde en dergelijke, stellen we vast dat het vooral tweedehandse en meestal vulgariserende werken zijn. Oudere, vaak Noord-Nederlandse letterkundigen komen erin voor, maar bv. Gezelle niet. Alleen voor landbouw staan titels vermeld die in hun tijd tot de betere literatuur behoorden (Burvenich e.d.m.). Van bepaalde tijdschriften is er slechts één of hoogstens een paar jaargangen voorhanden. Vele wettelijke teksten en allerlei druksels uit de officiële wereld van het onderwijs uit de 19de eeuw staken in deze twee bibliotheken. Boeken die door de tijdgenoten met een scheef oog bekeken werden (Rousseau) staan er broederlijk naast de catechismus of levens van heiligen. Kortom, het is een zootje van allerhande werken. Men heeft zowat de indruk dat vooral toezendingen van overheidswege en giften door de leden van een of andere onderwijzersbond het fonds hebben gespijsd.
We moeten ons de vraag stellen waar die bibliotheek vandaan komt, wie ze oprichtte en wanneer dit gebeurd kan zijn. Deze vraag is eigenlijk, aan de hand van de beide in één catalogus verenigde boekerijen, moeilijk te beantwoorden.
In de Hollandse Tijd (1815-1830) toen het lager onderwijs sterk gestimuleerd werd door het Rijk, werden er pogingen ondernomen om onderwijzersgenootschappen op te richten. Een succes werd dit niet. Vooral niet in onze provincie, want in West-Vlaanderne kwam het maar tot één enkele bond of genootschap van onderwijzers, met name een bond die in 1823 precies in het Tieltse gesticht werd en uit- | ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 364]
| ||||||||||||||||||||||||||
lopers en leden telde in Wakken, in Aarsele en in nog een paar andere gemeenten uit deze streekGa naar voetnoot(2). Over de werking van deze hollandsgezinde, semi-officiële onderwijzersbonden wordt uitgebreid gehandeld in het werk van Maurits De Vroede, waar hij woordelijk het volgende schrijft: ‘De leden beperkten hun activiteit niet tot de vergaderingen. Daar tussenin werden ze aan het werk gezet. Alle genootschappen beschikten over een bibliotheek, die werd opgebouwd uit de jaarlijkse toelage van de regering, het lidgeld en de eventuele boeten. De werken circuleerden onder de leden. Soms moesten ze over het gelezene verslag uitbrengen. Daarnaast gaven de inspecteurs huistaken op’Ga naar voetnoot(3).
We vermoeden dan ook dat de twee bibliotheken uit 1888 eigenlijk in hun vroegste kern teruggaan tot de bibliotheek of de bibliotheken die bijeen verzameld waren in de Hollandse Tijd, en wellicht met tal van tegenslagen en wederwaardigheden na 1830 verder zijn blijven bestaan.
Dit vermoeden wordt gesteund door het feit dat we nergens elders dan in Tielt iets konden vernemen over het voorkomen van onderwijzersbibliotheken vóór 1914-18. In Tielt bestond er zulke Hollandse schoolmeestersvereniging en enkel in Tielt is het ook dat er na 1830, namelijk nog in 1888 een bibliotheek functioneerde. Het boekenbezit uit 1888, bevat nog een paar titels die dateren uit de Hollandse Tijd en ook zien we dat het twee gemeenteonderwijzers zijn die als bibliothecaris optreden. Gustave Catry was de hoofdonderwijzer van de kleine stadsschool in Tielt en in Sint-Eloois-Vijve was het eveneens de gemeenteonderwijzer die voor de bibliotheek instondGa naar voetnoot(4). Het schijnt dus iets geweest te zijn dat vooral in de middens van het gemeentelijk officieel onderwijs is ontstaan en zijn bestaan gevonden had. Het exemplaar van deze catalogus die wij hier bespreken, komt uit het archief van de gemeenteschool van Ardooie. Dat er in het schoolkanton Tielt twee, en niet één bibliotheek waren, kan eveneens teruggaan tot de Hollandse Tijd, want na de stichting in 1823 werd deze nieuwe vereniging, omdat ze zo succesvol was, reeds in 1826 gesplitst in twee zelfstandige genootschappenGa naar voetnoot(5). Dit zou de verklaring kunnen zijn waarom er dan ook in het Tieltse twee afzon- | ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 365]
| ||||||||||||||||||||||||||
derlijke onderwijsbibliotheken waren, nl. in Tielt (bij Aarsele waar de eerste onderwijsvereniging in 1823 gesticht werd) en Sint-Eloois-Vijve (bij Wakken waar het tweede genootschap in 1826 ontstond).
Niettemin lijkt het ons de moeite waard deze catalogus in de belangstelling van onze lezers te brengen. Onze vraag luidt dan ook: zijn er nog dergelijke bibliotheken voor onderwijzers bij ons bekend uit de 19de eeuw? De beschikbare gegevens over deze bibliotheken zijn immers zo schaars, dat ze een vraagstelling wettigen. L. Van Acker |
|