Brugge, 3 mei 1560
Jan de Mil, meester schilder deser stede prepareert à 6£ voor H. Bloeddag viere parcken ende spelen als de Rueze, Ros Beijaert - voor wie daarop zit zijn vier harnassen klaar gehouden - de Roede van Jesse en de helle metter galliote. Als dit roeier van een galei betekent zal het wellicht om Charon gaan, een renaissance element naast de reus Goliath, het paard van Troje met de Haymons kinderen: 4 jonghe ruesekins, en de Wortel van Jesse, Hsaia, 11. Alle voorafgaand aan de uitbeelding van de passio Christi.
In de C. Baselis Inghelbrecht-vertaling 1688 van de Generale Kronycke van Joost de Damhouder (ed. wed. H.H. Schipper, Amsterdam) volgen daarop nog 17 figuraties, de laatste eenen afbeeldinghe der hellen met 24 Duyvels, die hier Charon werd; in de versie 1688 was het vierde park een afbeelding van het aards paradijs met Adam en Eva staende onder eenen Appel-boom, nog in 1515 een voor de hand liggende figuratie (85v).
Omme tcleeden vanden aermen upden heleghen bloetdach wordt 86£ 10 sc. 2d. par. uitgetrokken en 236£ voor de wet, 1561, (57v) terwijl de presentwijnen over de maanden mei en juni 77£ van de 280£ uitmaken, een kwart van het toaal (55v) (zij hebben samen 27£/ jaar).
De vijf menistruelen krijgen elk 1£ en ook de doctuer in medicine Fransois Rapaert krijgt 2£ voor een keurlakene over helichbloetdach (55). Hetzelfde geldt voor Jacob Cruucke, lesere in humanioribus literis up de halle (55). Wulfaert de Voghelaere, artilleriemeester deser stede moet het voor reparatien ande engienen ende bussen deser stede over het gehele jaar doen met 12£ (76). Hetzelfde bedrag dat de heilig Gheesters krijgen (79v).
(Bron: Stadsrekening 2 sept. 1559-1 sept. 1560 met vermelding van de folio)
A. Dewitte