Sagen die verhuizen
In 1947 zond Cesar Denorme, toen onderpastoor in Beveren bij Roeselare, Drie spookvertelsels van t'onzent naar Biekorf (blz. 129-133). Het waren spookverhalen die voorgevallen waren in Ardooie en hij had ze alle drie vernomen uit de mond van de kinders Vanden Berghe, die ze zelf hadden horen vertellen door hun moeder. Deze verhalen dateren dus minstens uit de tweede helft van de 19de eeuw. De familienamen die erin voorkwamen zijn namen van personen die in die jaren werkelijk in Ardooie leefden.
De drie vertellingen betitelde hij Van de Katteknok, Van de witte geete en Van een groote bulte.
In 2002 schreef Dirk Ooghe in het tijdschrift Het Zonneheem, het orgaan van de heemkring van Zonnebeke, op blz. 21-24 een bijdrage getiteld: Van een kattekerkhof en een kattepit in Beselare.
De inhoud van dit laatste opstel bevat sommige elementen en gegevens die sterk herinneren aan het opstel van C. Denorme uit 1947. De auteur pleegde zeker geen plagiaat, maar zelf noteert hij ‘dat het opvallend is dat in het vertelsel over Ardooie de namen zelfs deels dezelfde zijn. Alleen overleven de drie jongelingen het avontuur niet’.
Het vermoeden bestaat dus dat Beselare, dat zijn faam van toveresseparochie sinds mensenheugenis draagt en koestert en alle eer aandoet, dit verhaal overgenomen heeft en gelokaliseerd heeft in zijn eigen toveresserepertorium.
Van vele spookhistories mag worden gezegd dat ze opgebouwd zijn naar een schema dat bijna als een grootste gemene deler voorkomt in nog meer verhalen van die aard. Hier echter moet er nog een ander element meegespeeld hebben, nl. het feit dat vanuit Beselare alle mogelijke spoken- en heksensagen met ijver naar de heksenparochie bij uitstek toegetrokken werden. Dit is dus noch min noch meer een geval van sagen die mettertijd verhuisden!
A.B.
Het klokkengelui voor de rouwdiensten werd vroeger door de pastoors uit de dekenij Roeselare als volgt gecommentarieerd: 't is bourgogne, voor een plechtige hoge dienst, 't is bier voor een middelbare dienst, 't en is maar pompewater voor een kleine, lagere dienst.