Biekorf. Jaargang 104
(2004)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 38]
| |
De klokken van Sint-Donaas 1587-1650In 1578 werden 5 klokken op de 8, o.m. de grote Naesklok, uit de kerk verwijderd. Deze laatste was, wegens te zwaar, in Sint-Jacob terecht gekomen, en terug gehaald in 1587 (Biekorf 1974, 244). Daar moest men wel de muur openbreken. Klokkengieter Marc van Steene moet wel controleren wat met de toon fout was gelopen, wat blijkbaar verholpen was op 13 sept. 1587.
In 1616 vervolgens worden door Jacques en (Ale)xander du Blon een mi en re opgeleverd, 2000 resp. 3000 pond zwaar (Biekorf 1980, 37-38).
De grootste renovatie gebeurde uiteindelijk in 1643. December ervoor was een kleine klok (van scellemis) gescheurd en door Joachim Blanpain hergoten, een toon lager dan Naes (ut). Diezelfde hergoot ook al de klok van de Kristoffelkerk, 1642, 465 pond (Rek. 1640-42, fol. 53). In april daarop worden dan een grote Marie-klok ut (8000 pond), een Baseliusklok mi (4000 pond) en een Chrysostomusklok fa opgeleverd met vooraan een Vlaamse leeuw, met kruis en het wiel van Donaas op de achterzijde van de mantel (zie K.A. 1639-1645, fol. 243v.). In oktober, een volgende 2300 pond zwaar, Macharius genoemd (fol. 268v), de sol.
Die laatste heilige was op 10 april 1643 pestpatroon van de stad verklaard (fol. 268v). De oude klokkennamen, op Donaas na, zijn verdwenen. In 1650 blijkt één van de klokken uit 1616 (de re) 2892 pond zwaarGa naar voetnoot(1), niet meer in harmonie met de beiaard van de kerk, en wordt aan de kerk van Heist verkocht à 12 st./pond, 1 st. meer dan bij de aankoop was betaald (fol. 327v). Donaas was toch van ut re geworden bij de oplevering 1644.
Clocmannus, klokkenluider, na F. Aernouts (1592) is in de laatste periode Andreas Robijn, 1627 e.v., broer van de pastoor van Torhout Bartholomeus (+ jan. 1649). Hij had een jaarloon tussen de 10 en 12£, onafgezien de gratuiteiten bij speciale rondgangen (telkens 12 à 18 sc.) en festa decanaliaGa naar voetnoot(2), festa palatii genoemd vanaf 1648 (fol. 167) tot eind 18de eeuw. Vanaf dec. 1643 kreeg hij assistentie van Filip Coolman, torre clercGa naar voetnoot(3) en in 1650 nog eens 6£ bovenop zijn loon gezien de labores extra-ordinarii (fol. 317v). Hij was wel vanaf 1641 onder curatele gesteld vanwege een uitstaande schuld van 224 en 10£ gr. (fol. 127v, 132), meer dan zomaar enkele dienstjaren. A. Dewitte |
|