Quaertspelmaecker Jan van Genewen, 1562
We kennen voldoende de schroom waarmee kaart- en dobbelspelen ook te Brugge streng gereglementeerd werden en eerder binnen privé-domein werden gehouden. Verwonderlijk is dan bij Edouaert de Denes klerkenregister (Stadsarchief Brugge, 206, fol. 185-187), 20 april 1562, volgend legaat aan te treffen in het testament van Jan van Geneven doude, gehuwd eerst met Marie Hebau, daarna met Adriane Wesemale. Hij stipuleert, Jan sr., dat Jan jr, zijn vaders wijnckele metter halaeme dienende tot het quaertspelmaecken over zal hebben, ende indien hij oock eer ten huwelieke staet quaeme, alsdanne zijn zuene ghehouden wordt den wijnckele over te laeten, ende dezelve zijne vader de neerijnghe van tqaertspelmaeeken niet meer te doene noch hem daerinne te gheneerne, tzelve gheheel ende al abandoneerende ten goeddijnekene vanden voorseiden Jan zijnen zuene. Een dochter van Jan, Passchijne was gehuwd met Roelandt Christiaens, kermesmaecker, karmozijn of rode verf aanmaker, en woonde te Londen. Hen was voorheen al een deel van de erfenis uitgekeerd.
A.D.