Biekorf. Jaargang 103
(2003)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermdReceptie van oude kunst in 1625. Vives. De Coninck. St.-DonaasTwee keer na mekaar blijkt 16de-eeuws werk in de Donaaskerk te Brugge heel speciaal opnieuw onder de aandacht te komen. Zo wordt op 2 juli 1625 beslist het imaginem Lodovici Vivis, het portret schilderij van J.L. Vives - blijkbaar van de hand van Jan van Wijnsbergen (een kopie op vandaag Sevilla, Duque del Infantado) - van kolom te veranderen: niet meer juxta eius sepulturamGa naar voetnoot(1), zuid naast de toegang tot de burg, maar in alia columna ob comoditatem melioris lucis, om het beter te kunnen zien dus (Kapittelakten 1623-29, 65v). Geheel omgekeerd dan wordt voor de penitentiarius Johannes Beltram het epitaphium van de theoloog Guil. TaelboomGa naar voetnoot(2) uitgebroken om het modellum - ontwerp voor een eigen laudatio - te kunnen plaatsen (fol. 91). Dit blijkt dan een compositie te zijn waarbij de marmeren Sint-Michiel, die troonde boven de tabula marmorea, met de voorstelling van de dialoog tussen de duivel en St.-Michiel, een geschenk Jacob Regis 1552, de grote begunstiger van het werk van de refectionalen - die Michiel zal dus deel uitmaken van de Beltram-eulogie; terwijl de restanten (marginalia) in de bibliotheek zullen worden ingepast (fol. 59). Toppunt is dan nog dat t.a.v. de bibliotheek, in 1623 was als novus bibliothecarius Joannes Perez de Malvenda aangeduid (Kapittelakten 1615-23, 288v., 19juli) die een catalogus van de inhoud moest opstellen op 11 mei 1626, domini ordinarunt cubiculum (het hart) bibliothece huius ecclesie ALIIS REBUS INDE AMOTIS, privative applicari (fol. 105) niet meer toegankelijk te makenGa naar voetnoot(3). In de bibliotheek, opnieuw in gebruik sinds 1586, worden de relieken geplaatst, reeds vanaf 1624 (fol. 46v.). Gezien de Duinenmonnik De Visch in 1628 ‘zijn’ catalogus van de Duinenabdij samenstelde, met daarbinnen de codexen van Ter Doest, behorend tot de mensa episcopi, gezien bovendien bisschop Kristoffels, voorheen scholaster van de Donaaskapittelkerk, i.e. verantwoordelijk voor het leerkapitaal, was - is het wellicht logisch te veronderstellen dat de verdwenen codices van Sint-Donaas vanaf 1624 gewoon werden toegevoegd: als het belangrijkste corpus van de Duinenbibliotheek. De belangrijke boekbanden van abt Campmans konden de origine dan bijzonder nauwkeurig verstoppen. Was dit ergens voor nodig? Dewitte |
|