Biekorf. Jaargang 103
(2003)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 131]
| |
Muziek elk uur van de dagHet laten schellen, kloppen, slaan, luiden van de beiaarden, van schellemis 5 u in de ochtend tot 21 u (completen) was zowel signaal om de taken van de dag, van zes tot achttien uur, in te delen, als de uren der getijden aan te geven, 6-9-12-15-18-21 u; om vreugde en onheil te verkondigen: om concurrerende diensten elders in de stad voor te zijn, om de gang der processies te begeleiden. Klokken gaven het signaal om justitie te bedrijven, gaven als werckclockeGa naar voetnoot(1) de exacte tijd om het werk aan te vatten en stop te zetten, waren bezweringsritueel ook tegen donder en bliksem, tegen ziekte en oorlog.
Men slaat op de mantel, of laat de klok geheel omlopen; bouwt pauses in in het luiden, om de vijf wonden van Christus te gedenken, om bij negen slagen, in een ritme van drie maal drie, ave maria's te bidden en in de drie pauses een onze-vader; laat op Verrijzenisdag heel speciale composities horen in de klokketoren van Sint-Donaas, zoals de processieklok ook de gehele gang van 12 processies blijft omlopen, jaar na jaarGa naar voetnoot(2).
De bruidsklok wordt binnenshuis aangeslagen om de genodigden op te roepen voor het feestmaal.
Triplicare, beiaarden of - in St.-Donaas - het samenspel van de zes klokken wordt al vermeld vanaf 1383. Het gaat om de ‘meeste’ klok Donaes (ut), en verder Ledenaert (re), Bernaerd (mi), Aechte (fa), Benigne (sol) en Inghelant (la), die allen samen gaan luiden op de hoogdagen, bij Blijde Intredes van de vorsten e.a., en wellicht ook de toonaard aangaven bij polyfone missen.
En vanaf 1350 loopt te Brugge de fundatie Jan de Crayscieter waarbij op Kruisvinding, 3 mei, drie reeksen met de meeste clocke moeten worden geluid: het gaan van de markt naar de Boeveriepoort, de tweede van Gentpoort naar Kathelijnepoort, een derde van Boeveriepoort tot op de markt. Een langdurige bezigheid en 15 dagen na mekaar zolang als de jaarmarkt duurt, ommegaan.
A. Dewitte
Archief OCMW, Onze-Lieve-Vrouw, reg. 178, fol. 64; L. DANHIEUX, Uit het handboek van de roedrager van de Donaaskerk te Brugge, in: Biekorf 75 (1974), p. 253. |
|