VII Weeden. In 1572 krijgt de kerk, wanneer Jan Flamme de cantorij verlaat voor het hof van Castilië, van hem twee magni libri in discantu en vier parvi continentes cantica ecclesiastica vulgo motetten, duidelijk de meeste composities van zijn hand. Hij was er acht en een half jaar magister cantus geweest.
Voor de Walburgakerk hebben we weet van 2 antiphonares, 2 gredalen, twee souters (psalmenboeken) en eenen bouc van discante, 1455.
In Sint-Gillis gaat het om, 1475, twee zouters, twee gradaelkes, een antefnare in 1411. In St.-Baselis om een passiebouc, cantersbouc, graduwael in de 16de eeuw. In St.-Kristoffel, net als Baselis een dependentie van de Donaaskerk, in 1471 om drie antiphonarii, drie psalters. In de Jeruzalemkerk om de Chancons dAraes coronez, ca. 1500. Wanneer Agnes Adourne in 1526 een fundatie doet in de Sint-Janskerk laat zij daar twe zanghebouxkins van In te Domine speravi in discant klaarleggen. L. Hellynck is op dit ogenblik kapelmeester in St.-Donaas - een gebruik dat evengoed algemeen voorkwam bij de fundateurs van andere heiligenfeesten die een proprium meekregen, bv. minstens 15 in de Lieve-Vrouwekerk, einde 15de eeuw.
Het is duidelijk dat het geheel aan liturgische codexen binnen een kapittelkerk als Sint-Donaas veel hoger lag dan het aanbod aan studieboeken in de bibliotheek. Een kerk is duidelijk een cultusplaats. Wat ook geldt voor de hier niet vernoemde Betlehem, Magdalene, Wijngaard, Engelendale, Karthuizers en Karthuizerinnen, deze van Sion, e.a. waar de zangcodexen elke dag in gebruik waren, net als bij de Carmers.
A. Dewitte
Literatuur: A. DEROLEZ, Corpus Catalogorum Belgii. The Medieval Booklists of the Southern Low Countries, vol. 1, Paleis der Academiën, 1997, passim; A. DEWITTE, Kunstambachten in de Brugse Sint-Jacobskerk, in: Biekorf 91, p. 76-78; ID., De St.-Baseliskerk in de 16de eeuw, in: Biekorf98, p. 324; ID., Polyfonie voor Damoiselle Agnes Adourne 1526, in: Biekorf 99, p. 252; ID., Koorboeken in de Brugse St.- Salvatorskerk, in: Biekorf 98, p. 258-260; ID., De Zeven Getijden in de Brugse Walburgakerk 1371-1381, in: Biekorf 92, p. 420-421.