Een late tulpomanie (1832-1835)
Biekorf besteedde in 1995 (blz. 321-335) en in 1996 (blz. 93) aandacht aan de tulpomanie, die vooral in Noord-Nederland slachtoffers maakte in de eerste decennia van de 17de eeuw. Tulpomanie is de ongebreidelde speculatierage om dure tulpenbollen te kopen en te verhandelen, tegen zotte prijzen. Fortuinen werden gewonnen (en verloren!). Tot in 1637, toen in één enkele klap deze artificiële en zwaar opgepepte tulpenbollenmarkt in mekaar stortte. In Nederland sloeg dit débacle diepe wonden.
Voor onze streken had de tulpomanie weinig gevolgen. Alhoewel de tulp in de 16de eeuw in West-Europa eigenlijk in Zuid-Nederland voor het eerst vanuit Turkije verschenen was, waaide de speculatiezwendel omtrent tulpenbollen over naar het Noorden. Alleen mag vermeld worden dat er in de omgeving van Ieper, in het milieu van floristen en selecte bloemenclubs, slachtoffers van deze 17de-eeuwse financiële rage gevallen zijn. Maar over concrete verliezen is er zo goed als niets bekend.
In de eerste helft van de 18de eeuw kwam er dan nog eens een zwendel voor, nu met hyacinten. Maar ook hier bleef Vlaanderen van gespaard. Het was weeral vooral in Holland dat deze speculatie financiële ravages aanrichtte.
Het is minder geweten dat er in West-Europa een tweede tulpomaniegolf ontstond ca. 1830. Ook in deze tweede financiële koorts omtrent tulpen bleef ons land vrij van grote excessen op het gebied van tulpenhandel.
De Société des Fleuristes de la ville de Gand doopte in 1835 een nieuw ontdekte tulpensoort met de pompeuze naam Citadelle d'Anvers. Eén exemplaar van deze nieuwe tulp, eigendom van de Gentse bloemenkweker Patrix, werd in 1835 voor niet minder van 16.000 fr. verkocht aan ene Vanderninck, een tuinier en bloemenliefhebber uit Amsterdam. De nieuwe eigenaar was een voormalige capitaine de la marine de Sa Majesté hollandaise.
Enige tijd voordien was er een inwoner uit Rijsel die voor een zeldzame nieuwe tulpenvariëteit zijn woonhuis met brouwerij verkocht om deze tulp te kunnen kopen. Sindsdien werd dit huis door de Rijselnaars spottenderwijze La Brasserie de la Tulipe geheten (Journal d'Agriculture, d'Horticulture.... de la Belgique, 1835, blz. 258).
Rond 1830 flakkerde er in de Zuidelijke Nederlanden een vernieuwde belangstelling op voor de tulp en voor de teeltmethodes van deze bloem. In de Journal d'Agriculture... des Pays Bas, 1832, blz. 262-276, publiceerde A. Audibert een uitvoerig opstel over de herkomst van de tulp, hoe men tulpen selectioneert en opkweekt, nieuwe rassen ontdekt, enz. De auteur onderscheidt niet minder dan 9 verschillende grote ondervariëteiten van tulpen.
Eigenaardig genoeg beweert hij dat de tulp oorspronkelijk uit Bengalen afkomstig is en door Portugese zeevaarders naar Europa werd gebracht. Hij zegt niets over Gessner, Clusius, van Busbeek en andere botanici die bij ons in Zuid-Nederland de tulp invoerden. Niettemin betitelt hij een paar van zijn tulpenfamilies met namen van 16de-eeuwse plantenkundigen waar in ons land de herkomst van de vroegste tulpen aan verbonden zijn.: de tulipa gesneriana (Gessner) en de tulipa clusiana (Clusius).
We geloven dat de tweede (en laatste?) tulpomanie die West-Europa