Biekorf. Jaargang 102
(2002)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 279]
| |
Bouwstoffen 39Tuusscherien ende dobbelscolen - vluchtich bedieden - vertuusschen, verdoen ende dissiperen - aermoede ende ketivichede - faculteit - liden - rijden - muer - oeversloppen - bejach, 1531. Het kalm houden van een stad in crisisWij wezen reeds in Bouwstoffen 17 (Biekorf 97, 83) en in Biekorf 91, 318-319 op het toezicht dat de stad Brugge wilde uitoefenen op het te snel geld uitgeven door haar mannelijke stadsgenoten, het laatste voorbeeld zelfs bij het organiseren van brulochten in 1380, dus ruim vóór de tijd van de economische regressie. De tekst hieronder slaat op het privé-organiseren van kansspelen, waarbij de tekst van 5 januari 1531, Hallegeboden 1530-42, fol. 15, uitdrukkelijk toezegt dit wel te dulden up de poorters - ende coopliedenloge. Waar die laatste gelegen was (of waren) blijkt niet direct, tenzij hiermee het natiehuis der Oosterlingen, van Viscaya, van Castilië, etc. wordt bedoeld, waar dus direct toezicht was. Uitspraak op gezag van scepenen Ommejaghere en Walle:
... Voort o(m)me te scuwene ende te nieuten te doene de groote tuusscherien, dobbelscolen, ende onbehoorlicke spelen die men binnen deser stede houdt secretelicke in diversche plaetsen, daer diversche jonghers ende andere, alzo wel ghehuwede als onghehuwede, haerl(ieder) ghelt ende goedt gruwelic vertusscchen, verdoen ende dissipe(re)n, zodat zij bij dien huerl(ieder) neeringhe ende coopmanscepe abando(n)ne(re)n ende hendelicke vluchtich bedieden moeten, thuerl(ieder) grooten scade ende achterdeele, ende ooc van huerl(ieder) wive en(de) kinde(ren), die bij dien middele in aermoede en(de) ketivichede co(m)men, ter eeuwegher desolatie ende verdriete van huerl(ieder) oudders, vrienden ende maghen. So eist dat men scerpelick interdiceirt en(de) verbiedt elcken, wie hij zij, eenich dobbelspel, verkeerbart ofte quaertspel, of andere spel te houdene elders dan up de poorters ende cooplieden loge, alwaer ooc zo dat zij daerof noch bate noch proffit en namen, upde boete van vichtich ponden parisis ende bovendien up daerof arbitrairlic bij banne of anderssins ghecorrigiert te zijne ter discretie van scepenen, alzo wel den weerdt of werdinne als de speilder... Voort zo verbiedt men elcken, wie hij zij, te spelene of tuuschene met teerlijnghen of anderssins, nochte meer ter voorseijden loigen dan elders om excessive of groote so(m)men van penn(inghen), excederen(de) zijnen staet en(de) faculteit, up ghelijcke boete.
Tuusscherien, tuusschen: kansspelen; vluctich bedieden: zonder geld achterlaten; dissiperen: opsouperen; ketivichede: wederzijds verwijten; verkeertbartGa naar voetnoot(1): speelbord; faculteit: mogelijkheden. | |
[pagina 280]
| |
Duidelijk is de onrust in stad al enige tijd voelbaar. Zo was bv. in 1530 de H. Bloedprocessie ernstig verstoord geworden (fol. 25v):
Utedien... dat eeneghe quade knechten heml(ieden) vervoordert hebben... heml(ieden) te vijndene inde goten vanden huusen staende inde straten daer de voors(eijde) processie lijt, ende aldaer de p(er)sonnaigen, die inde zelve processie gaen ende spelen, te worpene met steenen dat deeneghe van heml(ieden) ghequetst gheweist hebben, ende daeruut groot grief zoude moghen co(m)men;
en vreesde men ook dat op alderkijnderendach (28 dec.)... als de kijnde(re)n rijden zullen binnen deser stede ongemak stond te gebeuren. Zo was beslist: .... Niement en gheoorlove... te worpene, te slane met stocken, steenen, muer of ander onreijnicheden.. of te zijnghene eeneghe liedekins, diffamatoere en(de) ten scimpe van ijemen(t) noch ooc ghelijcke brievekins te gheven (fol. 54), de brievekins of pamfletten: voorloper van wat in de zestigerjaren gebeurt omheen broeder Cornelis. Zo werden ook preventief alle de ghuene die eeneghe cruucen draghen zullen ter voorn(oemde) (H. Bloed) processie, gemaand oeversloppen omme te doen, en(de) heml(ieden) vinden metten zelven cruucen en(de) ooc de trompers met huerli(eder) trompetten, naerdat zij totter poorte gheweist zullen hebben, ter burch, omme al zo voort metten heleghe boede te gane en(de) hem eere en(de) weerdichede te doene totter voors(eijde) poorte. Er wordt geattendeerd dat daarna zij cruusdraghers, trompetten ende claroenen int wed(er)ke(eren) ter burch - de heenreis ging Steenstraat-Vrijdagmarkt-Boeverie - huerl(ieder) wech nemen zullen over de vrijdachmaert, over de losschebrugghe (aan de Westmeers), duer shelichs gheeststrate, over den divre, tot inden burch, zonder thuerl(ieder) wederkeerne te co(m)mene duer de steenstrate, jeghens de processie - tegen de processie in. Voort ute dien dat als moorghen (3 mei 1531) inde voors(eijde) processie vele figueren ende personnaigen gaen zullen, als waerbij het van noode es de processie tijlic te porrene, zo eist dat men scerpelic ghebiet ende beveilt dat alle ambochten, neeringhen en(de) ghilden... hem(lieden) ghereet maken.. ende zonderlijnghe dat de cleene ghilde(n) met huerl(ieder) keerssen ende gheselscepe inden burch zijn ten zeven hue(ren) ten lancsten o(m)me cordts daern(aer) te moghen porrene en(de) beghinnen gane (fol. 25-25v). Wie zich rebel stelt jeghens zijnen hooftman ende dekin of zijnen stedehoudere... dat zij de macht hebben de rebellen ten steene te leedene (fol. 25).
Op 15 november 1531 (fol. 55) was het edict vanden Keijser anghaende den aermen broodtbidders utegheroupen. De stad deed wat zij kon, doch overmits dat zijdert der date vander voors(eijde) publicatie diversche aerm(en) binnen deser stede van buten co(m)men zijn in grooter menichte, die men niet en kent noch en weet wie dat zij zijn, dewelcke daghelicx den inzetenen van deser stede bidden ende zeere traveillieren... waardoor de armen die binnen deser stede gheboren zijn... in | |
[pagina 281]
| |
huerl(ieder) bejach ende aelmoese zee(re) diminueren(de) en(de) v(er)minderen(de) zijn wordt beslist dat alle armen die gheen jaer binnen deser stede ghewoont en hebben voor de date vanden voors(eijden) XVen daghe van novemb(re) laetsleden, van hier v(er)trecken ende deser stede rumen binnen den derden daghe naer de publicatie van dese (14 jan. 1532 - fol. 55).
Goten: greppel; lijt, liden: gaan; rijden: plagen; muer: modder, oeversloppen: (wit) overkleed; tijlic: vroeg; porren: in beweging zetten; bejach: inkomsten; traveillieren: zich inspannen; broodtbidders: vragen om voedsel. A. Dewitte |
|