Biekorf. Jaargang 102
(2002)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 258]
| |
Een onbekend handschrift van een schepen Pieter van den BogaerdeIn het archief van de familie van den Bogaerde de Terbrugge dat berust in het Rijksarchief Noord-Brabant in 's Hertogenbosch, wordt een manuscript bewaard met de volgende titel: Summiere deductie van de gelegentheijt van het Landt van den Vrijen van Brugge, in voorleden tijden zijnen jegenwoordigen staet. In schrift gebragt door Petrus van den Bogaerde, schepen der stadt van BruggeGa naar voetnoot(1).
De wat cryptische titel (wellicht niet volledig correct van een oorspronkelijke tekst afgeschreven) staat bovenaan een in-folioboek, met 91 volgeschreven folio's en het behandelt de geschiedenis van het Brugse Vrije tot 1515. Het handschrift is 18de-eeuws, wat daarom niet wil zeggen dat het werk ook in de 18de eeuw tot stand kwam: het kan om een latere kopie gaan. Alleen een grondige lezing en vergelijking met andere geschriften kunnen leren of het hier om een compilatie gaat die teruggaat op één of meerdere vroegere auteurs, dan wel of er originele elementen in voorkomen. Het lijkt me een uitstekende opdracht voor een seminariewerk in de afdeling Middeleeuwen of Moderne Tijden van een faculteit geschiedenis.
Het bestaan van dit handschrift of van de auteur werd tot hiertoe in geen enkele Brugse bron of publicatie vermeld. Ook Ledoulx vermeldt hierover niets in zijn Levens der geleerde en vermaerde mannen der stad van Brugge. Hoewel de auteur zijn naam in de titel meedeelt, is toch niet met volledige zekerheid te zeggen over wie het gaat en in welke jaren het werk oorspronkelijk werd geschreven. Er komen immers verschillende schepenen van de stad Brugge voor met de naam Pieter van den Bogaerde.
Een Meester Pieter van den Bogaerde was raadslid van Brugge in 1665 en schepen in 1667. In de tafels van Wetsvernieuwingen staat hij vermeld als overleden op 7 december 1668. Er is over hem weinig of niets te vinden. Hij kan een zoon geweest zijn van Donaes van den Bogaerde (1576-1640) en Maria Claesman, die volgens de inscriptie op hun grafzerk dertien kinderen hadden. De doopregisters vermelden er elf, geboren tussen 1599 en 1618 maar geen Pieter. Misschien was hij een neef. Was hij het die gehuwd was met Cornelia Wouters en tussen 1636 en 1641 zes kinderen had, met in | |
[pagina 259]
| |
1636 en 1646 een Pieter? Zijn begrafenis wordt niet vermeld in de Brugse parochieboeken.
Een tweede Pieter van den Bogaerde was een zoon van Gerardus van den Bogaerde, schepen van de stad Brugge en van Anna van der Meersch en een kleinzoon van Donaes van den Bogaerde en Maria Claesman. Hij moet rond 1635 geboren zijn maar staat niet vermeld in de Brugse doopregisters. Hij was achtereenvolgens gehuwd met Isabella Michiels (†1661) en Maria Lombaert (†1670). Hij was schepen van Brugge in 1672, 1674 en 1681. In 1694 en 1695 werd hij hoofdman voor het Sint-Janssestendeel, functie waaruit hij op 25 februari 1698 ontslag nam. Hij werd in 1673 lid en in 1679 proost van de Confrérie van het Heilig-Bloed. Volgens GailliardGa naar voetnoot(2) overleed hij op 18 augustus 1705, maar op die datum is geen overlijden of begraving vermeld in de parochieboeken. De gegevens bij Gailliard zijn trouwens verwarrend, omdat hij de eerste en tweede van den Bogaerde als één persoon vereenzelvigt. Als hij hierin gelijk heeft dan moet het overlijden van de eerste, in 1668 verkeerd in de Wetsvernieuwingen zijn opgetekend, hetgeen mogelijk is maar toch eerder onwaarschijnlijkGa naar voetnoot(3).
Een volgende te vernoemen Pieter van den Bogaerde, die evenwel geen schepen werd, was een zoon van Andries van den Bogaerde en van Christine de Lille en eveneens kleinzoon van Donaes van den Bogaerde en Maria Claesman. Hij was achtereenvolgens gehuwd met Jeanne Roels en op 22 april 1674 met Maria de Coninck, die overleed op 1 oktober 1700. Geboorte- en overlijdensdata van Pieter van den Bogaerde zijn onzeker.
Met zijn tweede vrouw was hij de vader van een derde schepen Pieter van den Bogaerde, die gehuwd was met Isabella de Vooght, van wie de moeder, Eleonora van den Bogaerde, eveneens een kleindochter was van Donaes van den Bogaerde en Maria Claesman. Deze Pieter van den Bogaerde werd geboren op 30 oktober 1682 en overleed op 28 september 1720. De overlijdensdatum staat evenmin vermeld in de parochieboeken, maar is te lezen in de boedelbeschrijving, waar ook de kosten vermeld worden voor het openen van de kelder en zijn teraardebestelling in de Sint-SalvatorkerkGa naar voetnoot(4). Die boedelbeschrijving toont aan dat hij een welvarende eigenaar van roerende en onroerende goederen was, waarbij niets wijst op een bezol- | |
[pagina 260]
| |
digde of commerciële activiteit. Pieter van den Bogaerde werd lid van de Confrérie van het Heilig-Bloed in 1710. Van 1711 tot 1713 was hij schepen van Brugge, in vervanging van de overleden schepen Jacob van Toers. Op 17 juli 1717 werd hij in de adelstand verheven, wat weliswaar het jaar daarop werd geannuleerd en pas na zijn dood geregulariseerdGa naar voetnoot(5). Zijn afstammelingen noemden zich later van den Bogaerde de Kylo.
Het gebrek aan gegevens over de dood van verschillende van den Bogaerdes mag doen veronderstellen dat ze begraven werden in één van de Brugse kloosterkerken, hetzij in een parochiekerk buiten Brugge. Alhoewel, in het geval van de laatst vermelde, is de begraving wel degelijk in de Sint-Salvatorskerk gebeurd in een bestaand (familie)graf en toch niet vermeld in het parochieboek. Het maakt er het opsporen van hun levensloop niet makkelijker op.
Wie van de drie schepenen in kwestie was de auteur van het handschrift? We zullen het wellicht nooit weten, tenware in de tekst van het handschrift enige aanwijzing zou te vinden zijn. Was het laatstgenoemde? Misschien, ook al geeft de boedelbeschrijving niet de indruk dat hij intellectueel aangelegd was. Onder de roerende goederen in het sterfhuis wordt immers naast de juwelen, zilverwerk, meubelen en huyscatheylen, geen bibliotheek vermeld maar slechts eenige boecken van cleene consideratie.
Deze verkennende bijdrage is dan ook hoofdzakelijk een uitnodiging aan wie opzoekingen doet over de 17de en 18de eeuw in Brugge, opdat hij Pieter van den Bogaerde en het manuscript in het achterhoofd zou houden. Misschien vindt iemand hierover ooit iets méérGa naar voetnoot(6). Andries Van den Abeele |
|