Buspour ende cruut, 1542-1569
Op 12 juni 1543 wordt het officie van bewaerder van de artillerie te Brugge gegeven aan Pieter Porreware e(nde) hem ten deze causen belooft een pensioen van twee pon(den) thien sc(ellingen) gr. ts(jaers) daertoe hij zal doen den behoorlicken eedt, e(nde) alle de artillerie bij goed(en) inve(n)taris over te nemene, dezelve ond(er)houden zuvere e(nde) schoone, e(nde) jaerlicx een ofte twee reijsen te schieten, de sloten, stampers e(nde) andere ghelijcke munitien in wesen te houdene. In goede staat te houden dus (Secrete Resolutien, 1541-1545, fol. 163).
Bij zijn overlijden wordt hij vervangen door Vulffaert de Veughelare, met dezelfde gage, behoudens dat de persoon die inmiddels aanvaard werd omme tmaken van pistoletten van nu voortan extraet zal blijven, blijkbaar een te gespecialiseerde bezigheid voor de officiehouder (Seer. Res. 1557-1563, fol. 9v, 19 okt. 1557).
Kort voor het aanvaarden van zijn ambt had de stad, 12 aug. 1542, via de thesaurier J. Claisseune met Daniel van Heede onderhandeld over den coop v(ande) munitien van oorloghe, eerst voor drie duusent IXc 1xiii ponden grouf buspoer, hond(er)t achthien pon(den) xvii sch. Vii den. gr. ende voor xii barillen fijn cruijt xlii pon(den) gr., voor drie falco(n)netten van metale xiii £xii sch. Vi den. gr., voor IXcL pijck(e)n hond(ert) thien pond(en) xvi sch, viii den. gr. alle bijd(en) voorseijden Daniel, bij laste ende ordon(nantie) va(n)d(en) voorn(oemden) college voor de zekerste zo tAndwerpe als te Mechelen gheco(ch)t (Secr. Res. 1541-1545, fol. 96).
De koopwaar wordt dus zowel te Antwerpen als te Mechelen besteld via Daniel van Heede en blijkt uiteindelijk niet alleen voor Brugge te zijn bedoeld. Zo eist Brugge op 24 mei 1560 (Secr. Res. 1557-1560, fol. 132v) remboursement voor het buspour ende cruut alsmen gheleevert heeft te Grevelinghe ende Duunkercke, ter defensie vander zelver plaetsen, iets dat dateert uit 1558 (ibid., fol. 40v); zie hierover Biekorf 96, blz. 371.
Op een gelijkaardige manier verbiedt Brugge buspoer te houdene in huerlieder wynckels aan Philips Bus, Jan Gillis, Guillaume Soutieu en Cornelis Popetain, meer dan x of xii pond, omme den gaenden man te stofferene lastende hemlieden tsurpluus te logier(en) an de veste ende toren van(der) stede (Secr. Res. 1565-1569, fol. 25v, 19 juli 1569).
A. Dewitte