Biekorf. Jaargang 102
(2002)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 230]
| |
Scipheeren en leedsmannen in het Zwin, 1449-1461De Civiele Sententies behielden een reeks namen van zowel eigenaars als kapiteins van de scheepstypes die in de vijftigerjaren van de 15de eeuw overvloedig voor anker gingen in het Zwin omtrent Sluis, ofwel in Zeeland, zoals de galeien van VenetiëGa naar voetnoot(1).
De ‘buitenlandse’ piloten waren wel alleen verantwoordelijk vanaf het vertrekpunt tot aan de bancs et sables de Flandre, waarna hun taak door loodsen werd overgenomenGa naar voetnoot(2). Wat daarna fout liep gebeurde par fortune de la mer ou par la faulte du pilote die het roer had overgenomen (1456, fol. 116).
Alleen één keer is sprake van een scipwerkere (1458, fol. 208v), hoofd van een scheepswerf, Janne Hallynck, aangeklaagd door Xhristiaen van Zevencote, vinder van de Brugse temmerlieden, ‘van dat hi wrochte ende dede werken ende upstelde werc omme nieuwe scepen te makene, ende anderssins hem gheneerende, doende zijn ambocht vanden scipwerkers omtrent den drien brauwers, ande vaers tusschen Brugghe ende Damme’.
Hij krijgt bevel ‘dat hi zoude commen binnen wercken, net voorbij de Dampoort, alzo zine andere ghildebroeders scipwerkers doen’.
Kostprijs van de bootstypes: een balengierkin of craeyer ligghende int Zwin wordt gecocht jeghens Jan de Lystre, coopman van St. Omaers à 15 £ gr. door de Schot Wouter Spers, (1459, fol. 265v). Een hulc met toebehoorten, (1442, fol. 301) eigendom van Serveys Cleverta is 50 £ geprezen; een ander scip, ook met toebehoorten, eigenaar Anteunis van Derpmude, 30 £ (ibid.). Een nef toebehorend Laurelies Spinelli, (1457, fol. 206) wordt verzekerd voor 100 £.
Naast de drie bovenstaande eigenaars blijken bv. de naven van Viscaya eigendom van handelaren uit Genua (1460, fol. 332v) net als de koning van Portugal een eigen nave (patron Jehan Trugo, en een eigen facteur Maertin Gonsalvez, 1456, fol. 160v) bezit en er sprake is van de grande nef de la Rochelle (1458, fol. 256v), de galee de Catheloigne (1448, fol. 41), Mark Cornar, patron de l'une des galées de Venise (1454, fol. 15). | |
[pagina 231]
| |
Er komen verder in het Zwin craken voor van Cosmo Lommelini (1457, fol. 169), een nave van Balthasar Doria uit Genua (1455, 129v), schepen, bezit van Pietren Jonchee van St. Malo (1454, fol. 35); van Petit Jehan de Henault, marchans d'Orléans (1455, fol. 157), van Jan Muenic uit Bremen (1456, fol. 134), Heinric Coc van de Duutsche Hanse (1456, fol. 165v), een galiote van meester Janne Buntar uit Genua (1452, fol. 309), van Robert Calis, Schot (1461, fol. 331v); een cogghe toebehorend Pieter Willemszone van sHertogenbos (1452, fol. 256v), een boote van Pietren Oibarre ter Mude (1452, fol. 319); een billartscippe, eigendom van Pietre de Brauwere van Sperlete (1454, fol. 13); een gheboende buusse vander Nieupoort, eigenaar wijlen Jacop Oussin (1454, fol. 14); scuten van twee Bruggelingen: Janne Bierman (1456, fol. 121v) en Jan Mys (1453, fol. 3) (geladen met vachten en huden); een plaite met een last turven, eigenaar de Muelenare, f. Gillis van Biervliet, en een andere pleite, eigendom Jan van Aken uit Ludeke (1461, fol. 369); een carache sancta maria uit Venetië, eigendom Jehan Carle (1461, fol. 390v), etc.
Als maitres, galeydere, scepmannen, stiermannen, scipheeren treden aan Jehan Perin, maistre d'un balenier de bermeo (bilbao), 1448 (een gelijknamige uit Bilbao komt reeds voor in 1375), fol. 72; galeydere Jaquemine de Jarra (1449, fol. 73), Benoit Doria, patron d'une caraque de Gennes (1449, fol. 73v); aluin wordt overgeladen op la caraque patronisée par Cosme Dentur; patron d'une caraque Silvester Polo de Venize (1455, fol. 88) gekaapt door Genua; Bernaert Alaertszuene, scipheere vander Sluus (1457, fol. 176v), Pierre de Goemes en Rodrigo Loys Alfonse op de nef St. Jaques, emprise a l'Ecluse (1458, fol. 218), Jacoppe Hebbout, scepman van Brugge, die vaart voor rekening van Francois Bertram, coopman van Catheloigne (1459, fol. 310), Jacop en Jan Schenaert uit Dordrecht op een pleite van Jan van Aken (1461, fol. 369); de sciplieden van Mechelen (1452, fol. 256)) Bertelt Bake en Jan de Ruuschere; Janne Bertelief de jonghe, stierman van Walraversijde (1448, fol. 59v), Pieter Gheeraerdszuene van Ernemude (1448, fol. 45), op de hulke Eewout de (de nef patron Jaques Ribys) Catheloigne of Antoine Albo 1456, fol. 141, 155v); en een buuse daer Jacop Boudin stuurman af was (1448, fol. 70); de scipheere van Edinborch Berthelemeeus Bortoen (1456, fol. 158); Asinus Colon, scipheere van Oostlant (1457, fol. 169v).
Alleen twee scuten eigendom van Bruggelingen, één scepman en één scipwerkere Bruggeling. Althans wat de overtredingen of regulariseringen betreft. A. Dewitte |
|