Lievens ‘Middelnederlandse handschriften in Oost-Europa’ en heeft er over geschreven in Ons Erfdeel, 9de jaargang, nr. 4, p. 113.
In ons vermelde artikel in Biekorf is er in de aangehaalde Rumingemse tekst een regel weggevallen. Op blz. 259 komen nog in de tiende regel, na Jan de Clatre d'oude de volgende woorden: Boudens Piers, Pieter serpiers, Pieter de Wintre, Antoine Caevelaere Schepenen. En dan volgt Jan Cousin Kerkmre enz.
Graag vermeld ik ook dat ik het Kaartje van een deel van Vlaams Artesië op p. 361 in m'n bijdrage over genomen heb uit een artikel van Prof. Dr. Ludo Mills in Ons Erfdeel, 13de jaargang, nr. 1, 169-170 ‘De taalgrens in de Pas-de-Calais omstreeks 1800’. We waren vergeten deze verwijzing te vermelden, waarvoor onze excuses.
C. Moeyaert