Vanuit Luik geen strafbedevaart naar Mesen
In het opstel over de strafbedevaarten naar O.-L.-Vrouw van Mesen (Biekorf 2001, blz. 244) staat te lezen dat ook de officialiteit van Luik strafbedevaarten naar Mesen zou voorgeschreven hebben. De bron van deze bewering ligt bij J. van Herwaarden (Opgelegde bedevaarten, 1978, blz. 697) die Mesen identificeerde met de vermelding ad dominam Metensem. De auteur uit Biekorf stelde zich hierbij terecht vragen.
Vooreerst is de naam Metensem moeilijk af te leiden uit de Latijnse vorm Mecinis (Mesen). Deze interpretatie stuit op bezwaren van taalkundige aard. Daarenboven is de afkoopsom vanuit Luik ad dominam Metensem buiten verhouding laag tot de in dezelfde lijst aangegeven afkoopsommen naar andere bedevaartsoorden, gezien vanuit Luik. Vooral dit laatste bewijst dat met Metensem niet ons Mesen bedoeld kan zijn.
Ik meen echter dat met Metensem een O.-L.-Vrouw bedevaartsoord in de stad Metz bedoeld moet zijn. De optie komt immers aan alle voorgaande bezwaren tegemoet. Metensem is immers een accusatief enkelvoud van het Latijnse woord Metae (Metz, zie: T. Graesse, Orbis latinus: Lexikon lateinischer geographischer Namen des Mittelalters und der Neuzeit, 1972, blz. 555). Ten tweede ligt Metz min of meer binnen de afstand van de steden waarvoor dezelfde afkoopsommen gelden als voor de steden op vergelijkbare afstand. Uiteraard dient vermeld dat er zich in Metz een bedevaartsoord tot Onze Lieve Vrouw bevond
Stijn Bossuyt