[p. 158] | |||||||||||||||||||||||||||||
Jehan Adourne, Seigneur de Nieuwenhove et de Nieuwvliet, 1494-1537Jehan (de) la Costa, die in 1512 Jehan Adourne wordt met machtiging van Antoniotus en Hieronimus Adurni in Genua (SAB., Fonds Adornes, 60)(1), was de enige mannelijke erfgenaam van de Brugse tak Adourne:
Hij had wel een oudere broer Arnoudt la Costa, die kanunnik werd aan de O.-L.-Vrouwekerk te Antwerpen en in 1522 titel én 525 gemet Nieuwenhove te Oostkamp en 44 gemet Nieuburgh, ook te Oostkamp, verghijft, overdraagt à 166£ 13 sc. 4 den. en 100£ wegenrecht van zekere diensten in zinen noode (Adornes, 70, fol. 50v). Die hield hij van Jan van Nieuwenhove, een broer van zijn grootmoeder Agnes:
Van grootheere Anselmus Adourne erfde Jehan uiteindelijk nadat Jan I in 1483 en Arnoudt in 1517 het hospitale verlieten, zowel hospitale als kerk en omgeving Jeruzalem; naast de titels van heer van Ronsele mét 57 gemet, heer van Berendelare, van tLaexsche, mét 30 gemet, heer van Viven, met 51 gemet, heer van Bonem, mét 10 gemet. Beide laatste hingen af van de Burg van Brugge; Ronsele en 'tLaexsche van de Oudburg Gent; Berendelare van het Hof van Schipdonc (Adornes, 69, fol. 20-22; 70, fol. 5v; 65, fol. 40). Nieuwenhove en Nieuburgh hield hij vanden huse ende casteele van Dendremonde, en vulde hij aan, een jaar na zijn huwelijk met Katheline Metteneye (Matinee) in 1521, met aankopen aan zijn ouders van 213 gemet 61 roeden (à 1134£ en 8£ wegenrecht) te Oostkamp ook, en in 1526 nog eens 6 gemet Ten Dale met ostelrie en | |||||||||||||||||||||||||||||
[p. 159] | |||||||||||||||||||||||||||||
brasserie St.-Anthoine (à 78£ en 8£), duidelijk met de bedoeling de overige 525 gemet Nieuwenhove uit te breiden (Adornes, 65, fol. 41v; 69, fol. 80). Alles samen komen we aan 348, 5 ha te Oostkamp naast 65,5 ha in het Gentse tegen 1526. Naast geld van Adourne duidelijk, vanaf 1521, geld van de Metteneyes waar Jehan Adourne plots ook de enige overblijvende mannelijke zaakwaarnemer is:
Jehan Adourne start, kort na het overlijden van de heer van Marcke, en samen met de Baenstfamilie(2), de bedijking van 520 gemet Nieuwvlietpolder - 300 gemet voor eigen rekening en 25 namens zijn broer Gabriël la Costa (1503-1581), een uitbreiding van de vroegere Sint-Janspolder. Aangevat 25 maart 1528 is het werk af op 12 januari 1532. Het kostte zowat 4£ vl. het gemet, samen 1200× zonder de 142× 10 sc. herstelwerkzaamheden na de stormvloeden van 1530 en 1531 (Adornes, 65, fol. 74, 81).
Zelf zou hij daarna nog 194 gemet Adourne polder, aan de overzijde van de Nieuwvlietpolder, winnen in 1536 (Adornes,69, fol. 93), terwijl na zijn overlijden Katheline Metteneye naast (of in de aanwas van) de Nieuvlietpolder tussen 1538 en 1543 212 gemet Metteneyepolder kon winnen(3). De zoons, Jeroen en Jacob voeg- | |||||||||||||||||||||||||||||
[p. 160] | |||||||||||||||||||||||||||||
En het bouwen van zowel Nieuvliet als het verbouwen van de refuge voor Jherusalemvaarders tot patriciërshuis te Brugge moet nog een aanvang nemen. | |||||||||||||||||||||||||||||
[p. 161] | |||||||||||||||||||||||||||||
Vooreerst NieuwvlietHet kerkje, van vijf traveeën onder één dak, het ‘harnasch’ voor de acht ramen werd geleverd door de bekende Christiaen Sixdeniers à 5£ 12 sc.(4), was toegewijd aan St. Pieter wesende int scepelkin, up dhope schrijft Jehan Adourne, van aldaer thebbene de visscerie (Adornes, 65, fol. 10v, 18v). De behuizing voor de pastoor - tot 5 januari 1534 Lodewijk Jordaen, daarna Jan Wijtze- koster Jacob de Lu, en justitie kostte 50£; de pastoorswedde 7£ per jaar. De kerk zelf, waarvan de eerste steen werd gelegd op 24 juli 1528, vier maand na het opstarten van de bedijking, vroeg een uitgave van 200£ vlaams - God verleene mij gracie, dat et mij proffit mach inbringhe, ende voor mijn kinderen; terwijl de Jeronymusklok ervoor reeds op 5 december in de Jeruzalemkerk te Brugge werd gewijd door Passchier, curé de St.-Anne. Zowel Jeromme en Copkin als de oudste dochter Maryon waren peter en meter. De consecratie van de kerk gebeurde door de bisschop van Sarepta Nicolaas de Bureau op 22 juli 1529, nog niet een jaar na de aanvang. Vanaf 1530 wordt de kerkwijding jaarlijks gevierd op zondag vóór Magdalenadag, terwijl de ommegang van de heerlijkheid Nieuwvliet doorgaat op aldercrucendag: 14 september alwaer men ommedraghen zal et werdich cruce ons heere dat daer rustende is. Voor dit kruishout - hetzelfde dat op vandaag nog in de Brugse Jeruzalemkerk aanwezig is? - bouwde Adourne speciaal een cassin et maisonnette en pierre d'Avenne, versier met zijn familiewapen, terwijl hij ook een tweede kruisreliek vanden houtte vanden cruce, daer sint andrijes an hijnc, aan de kerk schonk. Beide zilveren monstransen, die hij hiervoor liet aanmaken, kostten 7£ vl; ung lyvre en parchemin, gekocht aan messire Colin à saint anna chapelein, kwam op 2 gouden Philips, en nog een sacramentshuis, aangemaakt door steenhouwer Fransois van Oost op 4£ 12 sc. (Adornes, 65, fol. 8v, 65, 73v, 9v-10, 31, 16). De inwijding kostte een schaap en twee tonnen bier aan verteer.
De Ducasse, het inwijdingsfeest van het patriciërshuis te Brugge, 21 maart 1530, sloeg alleen op de reorganisatie van het huis: de jardin de plaisance, les quatre vents aux iv costes des bailles (Adornes, 65, fol. 108, 112) kwam pas in april 1533 klaar. Het aanleggen van de tuin zelf, wellicht tussen kerk en huis, op het zuiden moest uiteraard nog beginnen, een privétuin duidelijk naast de grotere tuin achterin, die meest fruitbomen toonde, zowat 1 ha groot. | |||||||||||||||||||||||||||||
[p. 162] | |||||||||||||||||||||||||||||
Het huis zelf: een groot heetcamere werd georganiseerrd op de eerste etage, noord, met open haard en panelen, met op de balken het wapen Adourne, de kenspreuk PARA TUTUM gesneden door Herman beildesnijdere; een contoir op het zuiden, wellicht is elders hiermee de neercamere bedoeld, ook met open haard, boven drie chambrettes, een galerijk ook voor 20£ aan schalies bekleed; en west een nog bewaarde wentelsteeghere om slaapkamers en lagere etages te verbinden. De verloskamer 1529, wordt behangen met 6 pièces de tapisserie. In maart 1530 wordt een andere entière chambre met tapisserie blance behangen, wellicht de ideale plaats voor Katheline Metteneye - in 1530 was zij al van 8 kinderen bevallen - om er de Petites heures de Notre Dame in te kijken, aangekocht 4 december 1528 à 50£ 5 sc. en parchemin et la fermeture d'argent dorré (Adornes, 65, fol. 8v). Het feest bij de ducasse was eerder sober: in het totaal werd voor zowat 7£ aan tong, zalm, robaars, oranjen, amandels, forel, langoustinen, rijnwijn en wijn van Auxerre en Beaune opgesoupeerd (Adornes, 65, fol. 12). De maaltijd die Jehan op H. Bloeddag 1531 aanbood aan de hoofdmannen van de zestendelen kostte 8£ 10 sc. 3 den. (Adornes, 65, fol. 89). Bij die gelegenheid liet hij in de camere daer de voorn hooftmannen haerlieder maeltit hilden... tapitsen vanden Drie Santynnen hangen, wat een idee geeft van de allures die deze feesten aannamen. Wanneer we daarnet de aankoop van de Petites heures de Notre Dame citeerden moet wel worden gezegd dat naast dit handschrift en het lyvre en parchemin voor de kerk van Nieuwvliet alleen nog een livre nommé Somme Rurale (à 2 sc.) als boekaankoop voorkomt (Adornes, 65, fol. 31v, 87v); dit in tegenstelling tot de 24 boektitels uit het bezit van Jan I Adourne de 22 van de Jeruzalemkerk, beide ca. 1500(5).
Keren we nu naar het privéleven van Jehan Adourne terug. Raad van Karel V, receveur général des droits et reliefs du Bourg de Bruges, 1527, hetzelfde jaar burgemeester van den corpse van Brugge, 1533-1536 burgemeester van schepenen (à 16£ netto), sinds 1522 lid van de confrérie van het H. Bloed waar zijn vader proost van was in 1521 - die was in 1498 ook proost van de Rozebekers - voogd van het H. Geesthuis sinds 1529 (ook hier liet hij door de glazenier Vanden Dijcke zijn wapen aanbrengen (Adornes, 65, fol. 78v)), hoofdman van de handboog van St.-Sebastiaan 1535, 1537 - zij betaalden hem overigens 4£ gr. per jaar up huerlieder hof (Adornes, 70, fol. 226v) en zoals gezegd eigenaar van 510 ha nieuw gewonnen grond naast de 414 ha die hij tot 1526 erfde of kocht(6), was hij | |||||||||||||||||||||||||||||
[p. 163] | |||||||||||||||||||||||||||||
bovendien, toen hij huwde al vader van een dochter Neesekin dat hij uitbesteedde eerst bij de zusters van Sarepta, daarna in het H. Geesthuis (Potterie), en die hij kon uithuwen in 1534 (Adornes, 65, 22v, 37).
De eigen kinderen geboren uit het huwelijk met Katheline Metteneye, 23 april 1521. Maryon (Maaike), geboren op Lichtmis 1522, zal eerst op kamers in de Brugse Wijngaard bij metresse Jenne Bave 1530-32 worden geleerd, om daarna met Jenne, geboren sept. 1525 naar het klooster Galilea-Gent school te lopen bij de soeurs de Madame de Caestre, 1533-34 (Adornes, 65, 51v, 53, 107v). Callekin, geboren juni 1528 wordt op school gedaan bij de Augustinessen van Sion te Oudenaarde, waar Adrienne Metteneye (een zuster van Katheline?) kloosterzuster was en waarheen ook Jehan en zijn vrouw gevlucht waren in 1528 toen te Brugge de zwetende ziekte uitbrak waaraan kanunnik Arnoudt te Antwerpen was overleden (Adornes, 65, fol. 42, 66, 12). Over Grytkin, geboren 22 aug. 1529, voor wie de verloskamer met tapisserie was klaargemaakt, zegt het journaal verder niets.
De jongens nu: Jeromme, geboren 1523, loopt eerst kostschool bij kan. Jacob van Halewijn - Anna de la Costa was gehuwd met Joos van Halewijn, grootheere van Jacob - vanaf Lichtmis 1530 tot aug. 1534, om in september dit jaar met zijn broer Copkin (geb. 1523, toek. opvolger te Brugge) naar de broederschool te Waarschoot te gaan onder rector Guillaume de Veel, tot 1535; gezien Jacob van Halewijn naar Leuven vertrekt tot 1541 om af te studeren In 1535 vertrekt Jeromme (+ 1558) met de garde robe de sa majesté Noël de Caron naar Spanje es espor de le colloquier paige de l'empereur (Adornes, 65, fol. 41v, 176v, 177). Hij is net 12 jaar. Over Karel (geboren 1524) en Gabriel (geboren 1527) zegt het Journaal 1528-1536 niets. Wel dat van de tweeling geboren 16 maart 1533 Pierkin en Jooskin, Pierkin opvolger van een Pierkin dat het jaar tevoren geboren was op 21 mei en dezelfde dag overleed - als peter de deken Mark Laurin van de Donaaskerk had, op 24 maart 1555 te Dôle doctor in beede de rechten(7) en werd hij in 1570 kanunnik aan de Donaaskerk (Rapiarium Adornes 153), om in 1584 | |||||||||||||||||||||||||||||
[p. 164] | |||||||||||||||||||||||||||||
net als de troebelen over zijn, te overlijden (Adornes, 65, fol. 84v, 148). Hij werd in de Jeruzalemkerk begraven en liet de kerkfabriek van St.-Donaas 12£ gr. na.
Naast de zorg voor eigen kinderen zijn daarnaast nog de vele verwanten. Zo zorgt hij voor de beleggingen van zijn broer Gabriel - straks doet die hetzelfde voor zijn kinderen - voor Betkin, dochter van feu Guillaume Barbesaen; voor Jennico bastaard van Boudin d'Ongnies; voor de bastaard van Jehan, heer van Marcke, Jan, die hij in 1528 een prebende bezorgt te Kortrijk en het jaar erop naar Leuven stuurt vers les études; voor Callekin la Coste, dochter van zijn broer Andries (+ 1512) die hij in 1531-33 à 3£ per jaar bij de Goedelieven te Gistel onderbrengt; voor Jozijne van Halewijn tenslotte, geboren ca. 1510, bastaard van Adriaen, die hij acht jaar laat chambrière zijn bij hem thuis (1524-1532) en die bij haar huwelijk in 1532 een cadeau krijgt van 30 Philips d'or, 6£ 5 sc. (Adornes, 65, fol. 84, 155v, 163v, 171, 6, 97v, 181).
Waren de kinderen blijkbaar wel snel het huis uit, dan had Katheline wel hulp. Bij de geboorte werd een min aangeworven (à 3£ per jaar) die een jaar tot anderhalf jaar in dienst bleef (de vrouw van Arnout Crailoo (+ 1532) bleef als nourice in dienst voor 5 kinderen na mekaar), terwijl kamenierster (à 2£ per jaar), messynes (Maaike bleef 8 jaar in dienst, 5£ 8 sc. in het totaal) andere taken overnamen. Zelf had Adournes wel varlets, paiges (pour courir arrière de moy), serviteurs, cartons en de beschikking over 2 paarden zodat hij steeds de kapelaan van Jeruzalem Jan Cruweel als secretaris, ontvanger, etc. mee op sleeptouw nam, à 8£ per jaar. Hiervoor moest hij wel 4 keer per week de mis opdragen, en à 2£ één keer in Viven(Vyvenkapelle), vanaf 1530 (Adornes, 65, fol. 179v-181, 126). De pastoor van Nieuwvliet had, zoals boven gezegd 7£ per jaar.
We hadden het hoger over 510 ha grond veroverd op de zee met Nieuwvliet, 25 km van Brugge, als heerlijkheid. Op 1 oktober 1528 al bleef een lijst van 12 pachters bewaard in Adornes' Register 70, fol. 12-17v, die telkens voor 9 jaar de pachtvoorwaarden ondertekenden:
| |||||||||||||||||||||||||||||
[p. 165] | |||||||||||||||||||||||||||||
Totaal 185 gemet 4 lijn, 35 roeden die 110£ 13 sc. 4 den. opbrengen en 15£ voor de verkoop van raepzaet aan Pieter Raecke marchant de grains en Bruges, bij hem thuis geleverd door Adournes kastelein (Adornes, 65, fol. 32). Een niet onaardige opbrengst op 1200£ vl. aan investeringen. Het is bovendien opmerkelijk dat Herman de Corte, die straks onder Adournes' burgemeesterschap te Brugge op de thesaurie werkt, in 1529 toezicht hield bij het ontstaan van de Nieuwvlietpolder en op dit ogenblik ook toezicht hield op 1300 gemet Oudemanspolder voor Mathias Laurijn. Zelf noemt Adournes als zijn compères Bastiaen fs. Jacops Christiaens, vrilaet in Ardenburg, die de eerste burgemeester wordt in 1533, dan 32 ha beheert naast de tienden van 133 ha; en Diego Peres, marchand d'Espaigne, afgevaardigd zaakvoerder voor de erven van Jehan Metteneye (Adornes, 65, fol. 61, 130).
Einde van het verhaal van Jehan Adournes. In 1536 kan hij al 45 gemet Adournespolder, pas bedijkt, verhuren aan Pieter Boudenssone vrilaet in Oostburch. In 1542 wordt in de Metteneyepolder 15 gemet aan Pieter Janssens d'Herct verhuurd en 12 gemet aan Simoen Jansseune Leys; terwijl voor 11 gemet schorren in 's Gravenpolder en 33 in Baenstpolder worden gehuurd door Joos Bave en Victor en Jacob van Moerkerke (Adornes, 65, fol. 147v, 141v, 146v, 172, 175). 200 gemet schorren in Wulpen brengen 2£ vl. op in 1537; de anwas van de Adournepolder 3£ vl. (Adornes, 69, 175v, 177).
Jehan Adourne wordt met zijn vrouw begraven, rechts van het ligbeeld van Anselm in de Brugse Jeruzalemkerk. Zijn moeder kreeg een laatste rustplaats in de Sint-Janskerk, tegenover het door hen bewoonde huis De Lecke(8). A. Dewitte |
|