Vermaarde kostschool in Staden
In zijn verdienstelijke Geschiedenis van Staden (Brugge, 1872) geeft K. De Ceuninck op blz. 217 weer hoe Staden na de beroerten uit de 16de eeuw terug opgebouwd werd. In 1618 werden een woning voor de kapelaan, een school en een nieuw gildehuis gebouwd. Zulke bouwwerken werden in die jaren zowat overal, in heel de streek aangevat. Daar is niets buitengewoons aan. De Ceuninck schreef: ‘De prochie bouwt een huis voor den caplaan, alsook eene kostschool en een nieuw gildehuis’. Het is duidelijk dat hier geen kostschool met internen, maar een gewoon dorpsschooltje wordt bedoeld.
Kan. Lescouhier heeft deze tekst verkeerd begrepen en hij schrijft in zijn Geschiedenis van het Kerkelijk en Godsdienstig leven in West-Vlaanderen, op blz. 506: Hier vond men een kostschool voor jongens ten jare 1618, school die voort bleef bestaan tot in het begin der 19de eeuw.
De kostschool van Staden wordt nergens vermeld of besproken en ook K. De Ceuninck geeft geen verdere details over een kostschool in zijn gemeente in de 17de of de 18de eeuw. In die jaren was de koster van Staden ook schoolmeester zoals in de meeste gemeenten in de streek van Roeselare.
Staden kende evenwel een bekende kostschool in de jaren 1800. Karel Rosseel, een seminarist die uitgetreden was omwille van gezondheidsredenen, opende in 1830 een school, een echte kostschool. De gemeente was de zaak genegen en in 1840 betrok deze school nieuwe gemeentegebouwen. De Ceuninck schrijft uit eigen herinnering (blz. 185): Ik hebbe onthouden dat er in de jaren veertig tot 25 t'huisliggers in deze kostschole waren, waaronder drie Engelschmannekens.
De geschiedenis van onze kleine 19de-eeuwse private of openbare landelijke kostschooltjes, met soms aan het hoofd bedreven en bekwame meesters, moet nog geschreven worden. Het zou interessant zijn mochten we meer inlichtingen kunnen bekomen over deze oude kostschool uit Staden die zelfs Engelsen kon aantrekken.
L.V.A.